Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Georges Brassens

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Georges Brassens in 1966 in Théatre Nationale Populaire Paris

Georges Brassens (Sète, Hérault, 22 oktober 1921Saint-Gély-du-Fesc, Hérault, 29 oktober 1981) was een Franse chansonnier.

Biografie

De Franse chansonnier Georges Brassens, wordt beschouwd als één van de grootste vertegenwoordigers van het Franse chanson. Het bijzondere is ook, dat hoewel Brassens uitsluitend in zijn - niet altijd eenvoudige - landstaal zong, hij ook buiten Frankrijk zeer gewaardeerd wordt 1). Desondanks is Brassens dé zanger voor de Fransen gebleven, die ook de nieuwe generaties blijft aanspreken.
In de talrijke chansons die hij schreef komen de meest uiteenlopende personages aan bod, en neemt hij het dikwijls op voor mensen die aan de zijlijn zijn blijven staan. Hij werd door een deel van zijn publiek bemind om zijn non-conformistische liedjes, maar menigeen was ook geschokt door zijn directe taal.
Vooral In Frankrijk staat hij bekend als een grote vriend van de dichters en schrijvers. Veel gedichten van voornamelijk Franse dichters en schrijvers zijn door Brassens uitgezocht, en op muziek gezet en vertolkt, zoals:

Jeugd

Georges Brassens Charles werd geboren op 22 oktober 1921, op de Rue de l'Hospice, in een populaire wijk van Sète,in het Franse departement Hérault (regio Languedoc-Roussillon).
Zijn vader, Louis Mitchell, een metselaar van beroep, was een overtuigde antiklerikaal, terwijl zijn moeder, Elvira Dagrosa, een Italiaanse weduwe, het rooms-katholieke geloof zeer toegedaan was. Ze hield van zingen en leerde hem enkele Italiaanse volksliedjes waar ze mee was opgegroeid. Ook moedigde ze hem aan om de mandoline te spelen; iets wat hem tegenstond, maar waar hij later veel profijt van zou hebben.
Rond 15-jarige leeftijd ontmoette Brassens de literatuurleraar, Alphonse Bonnafé, die hem met de poëzie in aanraking bracht. Er ging een wereld voor hem open, en al snel gaf Brassens bijna al zijn vrije tijd aan het schrijven van poëzie en songteksten.
Hij vormde ook een kleine muzikale groep waarin hij als drummer speelde. Helaas raakte hij betrokken bij een juwelendiefstal, en werd daarvoor van school gestuurd.

Ontwikkelingen

In 1939 besloot Georges Brassens zijn vader te gaan helpen in het metselwerkbedrijf. Dat duurde niet lang, waarop hij naar Parijs vertrok om te gaan werken bij de automobielfabrikant Renault, en bij zijn tante te gaan wonen Ondertussen leerde hij pianospelen en schreef hij zijn eerste, originele composities.
Toen in de zomer van 1940 de Duitse troepen Parijs bezetten, keerde Brassens enkele maanden terug naar zijn geboorteplaats Sète, maar vond het moeilijk om daar te blijven. Tegen het einde van het jaar was hij terug in Parijs, en ondanks de nazibezetting slaagde hij erin om in 1942 twee korte poëzieverzamelingen te publiceren.

Ondertussen leerde hij pianospelen en schreef hij zijn eerste, originele composities

In 1943 werd Brassens met vele anderen gedwongen in Duitsland te gaan werken, in dit geval in de autofabriek van BMW, volgens het STO (Service du Travail Obligatoire) ofwel Dienst Verplichte Tewerkstelling.
Na daar een jaar gewerkt te hebben, bleek hij zeer goed te voldoen en werden hem tien dagen verlof toegezegd. Brassens wist al dat hij niet meer naar de fabriek zou terugkeren. Hij dook onder in Parijs in het huis van Jeanne en Marcel Planche, die hij later in het lied Canne de Jeanne zou gedenken. Er was gebrek aan alles en er was geen elektriciteit, maar Brassens voelde zich er thuis.
Hij bracht voor een groot deel zijn dagen door met het schrijven van chansons en het componeren van muziek. Tussendoor leerde hij gitaarspelen op basis van zijn eerdere ervaring met de mandoline.

Eerste optreden

Na de oorlog, in 1946, publiceerde Brassens de eerste van een reeks artikelen in het anarchistische tijdschrift Le Libertaire. Het volgende jaar publiceerde hij ook zijn eerste roman, La Lune Écoute Aux Portes,( De maan afluisteren). Hij ontmoette Joha Heiman, een negen jaar oudere Joodse vrouw uit Estland, die hij Püppchen noemde en die hij heel zijn leven trouw bleef, maar nooit met haar zou samenwonen of met haar zou trouwen.
Georges Brassens was vrij om te vertrekken uit zijn voormalige onderduikadres, maar hij bleef nog jaren bij Jeanne en Marcel wonen. Het huis van Jeanne in het 14 e arrondissement is dé plek geweest waar Brassens zijn gedichten en chansons tot leven heeft gewekt. Toen al zat hij vol tegenstellingen: zijn politieke overtuiging werd gevormd tijdens de Duitse bezetting, en terwijl zijn opvattingen over vrijheid grensde aan het anarchisme, met het uiten van zijn controversiële meningen in zelf-opgezette anarchistische kranten, was hij tegelijkertijd te verlegen om voor een publiek te zingen.
Brassens schreef in de jaren '50 veel mooi werk, maar drong hiermee niet door in het Parijse cabaretcircuit.
Jeanne was zijn eerste fan. Dankzij haar steun en die van andere vrienden die erop aandrongen, dat Brassens het podium op zou moeten, ontmoette hij de goede personen op het juiste moment en won al snel met zijn innemende chansons de harten van de Fransen.

..... en won al snel met zijn innemende chansons de harten van de Fransen

Begin 1952 bracht Brassens een selectie van zijn materiaal onder de aandacht van de gevierde cabaretster Patachou 2). Hoewel hij zich nooit als een zanger had beschouwd, overtuigde Patachou hem om een auditie te doen, direct na een optreden van haar. Brassens optreden was bij zowel publiek als bij de critici direct succesvol.
Een bassist aanwezig bij de auditie, Pierre Nicolas, begeleidde hem en zou bij Brassens in dienst blijven voor de rest van zijn carrière. Hoewel hij naast de tekst zelf ook de muziek schreef, had Brassens niet echt een muzikale opleiding. Hij hield over het algemeen van ongecompliceerde,eenvoudige melodieën en extra begeleiding van een bas en tweede gitaar.Bij nadere beschouwing blijken zijn melodieën echter even meesterlijk als zijn teksten.

Verdere ontwikkelingen

Patachou zorgde na zijn eerste goed ontvangen optredens voor een ontmoeting met Jacques Canetti van Polydor, wat leidde tot een contract voor een opname. Zijn eerste single, Le Gorille, leverde veel commentaar op door zijn sterke anti-doodstraf houding. Tot 1955 mocht het niet op de Franse en Zwitserse radio worden uitgezonden.
In 1953 bracht Brassens zijn eerste LP uit, La Mauvaise Réputation, en gaf zijn eerste grote concert in het Bobino Theater, waar hij in de komende jaren vaak zou terugkeren.
Brassens won de prestigieuze Grand Prix du Disque de l'Academie Charles Cros in 1954 voor zijn LP Le Parapluie, en bracht veel van het jaar door in Europa en Noord-Afrika. In 1955 publiceerde hij ook zijn tweede roman, La Tour des Miracles ( De toren van wonderen ).

Le Parapluie
Il pleuvait fort sur la grand-route
Elle cheminait sans parapluie
J'en avais un, volé sans doute
Le matin même à un ami
Courant alors à sa rescousse
Je lui propose un peu d'abri
En séchant l'eau de sa frimousse
D'un air très doux, elle m'a dit oui

Un p'tit coin d'parapluie
Contre un coin d'paradis
Elle avait quelque chose d'un ange
Un p'tit coin d'paradis
Contre un coin d'parapluie
Je n'perdais pas au change, pardi

Chemin faisant, que ce fut tendre
D'ouïr à deux le chant joli
Que l'eau du ciel faisait entendre
Sur le toit de mon parapluie
J'aurais voulu, comme au déluge
Voir sans arrêt tomber la pluie
Pour la garder, sous mon refuge
Quarante jours, quarante nuits

Un p'tit coin d'parapluie
Contre un coin d'paradis
Elle avait quelque chose d'un ange
Un p'tit coin d'paradis
Contre un coin d'parapluie
Je n'perdais pas au change, pardi

Mais bêtement, même en orage
Les routes vont vers des pays
Bientôt le sien fit un barrage
A l'horizon de ma folie
Il a fallu qu'elle me quitte
Après m'avoir dit grand merci
Et je l'ai vue toute petite
Partir gaiement vers mon oubli

Un p'tit coin d'parapluie
Contre un coin d'paradis
Elle avait quelque chose d'un ange
Un p'tit coin d'paradis
Contre un coin d'parapluie
Je n'perdais pas au change, pardi

De paraplu
Het regende hard op de grote weg,
Zij liep daar zonder paraplu.
Ik had er wel een, die morgen
gepikt, dacht ik van een vriend.
Ik bood me aan haar te beschermen
Samen onder deze paraplu,
En terwijl ze haar gezicht droog maakte.
Stemde ze toe met zachte stem.

Een hoekje van een paraplu,
In ruil voor een stukje paradijs.
Zij had iets van een engel,
Een stukje paradijs.
Voor dat stukje van de paraplu,
Waar ik nogal wat voor terugkreeg.

Onderweg was het ontroerend,
om samen dat mooie lied te horen,
waarmee het hemelwater ons wilde
betoveren daaronder die paraplu.
Ik hoopte maar, dat deze zondvloed
Niet meer zou ophouden,
maar door zou gaan.
Veertig dagen en veertig nachten lang

Een stukje van de paraplu,
Gaf ook een stukje paradijs.
Zij had iets van een engel,
Een stukje paradijs.
Voor dat stukje van de paraplu
Waar ik nogal wat voor terug kreeg.

Maar jammer nou, zelfs als het onweert,
Gaat ieder toch zijn eigen richting op.
Helaas kwam er een barrière,
Die een einde aan mijn droom maakte.
Zij moest vertrekken en me verlaten
Ze bedankte me uitvoerig.
Ik zag haar steeds kleiner worden,
Een mooie herinnering als afscheid achterlatend.

Een stukje van de paraplu
Gaf ook een stukje paradijs,
Zij had iets van een engel
Een stukje paradijs.
Voor dat stukje van de paraplu
Waar ik nogal wat voor terug kreeg.

Hij zette ook poëzie van zijn vriend Paul Fort's op muziek en bracht in de jaren '50 nog een aantal LP's uit. In die periode begon een chronische nierziekte zijn gezondheid te beïnvloeden, wat resulteerde in periodieke ziekenhuisopnames. Desalniettemin ging hij geregeld op tournee en maakte hij zijn filmdebuut in Portes des Lilas van René Clair. In begin jaren '60 kwamen sterke chansons uit als Le Pornographe, Le Mécréant en Les Trompettes de la Renommée. In 1964 schreef hij het thema voor de film Les Copains, en gaf een album uit onder dezelfde naam.

Laatste successen en achteruitgang

Er brak voor Brassens een periode aan waarin het tempo van de jaren '50 aanzienlijk werd vertraagd. Zijn gezondheidsproblemen namen toe en er deden zich persoonlijke tragedies voor door diverse sterfgevallen, onder meer van zijn ouders. Gelukkig waren de rest van de jaren '60 niet al te onaardig voor Brassens.
Hij kreeg in 1967 de Grand Prix de Poésie de l'Academie Française 1) voor zijn hele œuvre uitgereikt en nam in 1969 deel aan een belangrijk radio-interview samen met de chansonniers Jacques Brel en Léo Ferré.

Brassens keerde in de vroege jaren '70 terug in het Bobino Theater voor een aantal concerten

Brassens schreef in de vroege jaren '70 voor enkele films de muziek en keerde terug in het Bobino Theater, voor het uitvoeren van een aantal concerten. Deze werden goed ontvangen. Tussendoor bracht hij ook af en toe een nieuw album uit.

Gezicht op Sète

In 1976-1977 kwam hij met zijn laatste album - het twaalfde - gaf afscheidsconcerten in het Bobino Theater en schreef een muzikaal sprookje voor kinderen.
Zelfs in 1980, toen Brassens al zwaar ziek was en zijn nierproblemen waren toegenomen door kanker, maakte hij nog een opname van een dubbel-LP met chansons uit zijn jeugd, ten bate van de Vereniging van Perce-Neige (Sneeuwklokje) voor gehandicapte kinderen.
Georges Brassens overleed op 29 oktober 1981, op zestigjarige leeftijd in het dorp Saint-Gely-du-Fesc, in het huis van zijn dokter, toen hij hij op vakantie was.
Hij werd bijgezet in het familiegraf van de Brassens op de Cimetière Le Py in zijn geboorteplaats Sète.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • 1) Een aantal van zijn chansons werd op onnavolgbare wijze vertaald in het Nederlands door Ernst van Altena.
  • 2) Patachou was de artiestennaam van Henriette Ragon (Parijs, 10 juni 1918 – Neuilly-sur-Seine, 30 april 2015), een Frans zangeres en actrice. Patachou werd beroemd door haar gepassioneerde vertolkingen van onder meer de chansons van Georges Brassens. Ook zong ze samen met Léo Ferré.
  • Le Parapluie door Georges Brassens op YouTube

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Georges Brassens op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow