Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/ Koloniale betrokkenheid bij WO1

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 21 jun 2019 om 23:10 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Koloniale_betrokkenheid_bij_WO1&oldid=53871858 22 mei 2019 ‎ Sshelmer 21 mei 2019 (Encycloon))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bijna alle bij WO1 betrokken partijen waren tevens imperialistische grootmachten, met kolonies verspreid over de hele wereld. Het gehele Afrikaanse continent, met uitzondering van Liberia en Ethiopie, was bijvoorbeeld in 1914 in handen van Europese landen, die tijdens de oorlog veelvuldig uit hun koloniale reserves putten om hun troepen te voorzien van materiële middelen en mankracht. Het is evident dat de oorlog dus ook in deze delen van de wereld sporen nagelaten heeft die tot op de dag van vandaag zichtbaar zijn.[1]

Minstens vier miljoen mannen uit de kolonies werden in de Europese legers tewerkgesteld als soldaat of als kruier, onder andere in Frankrijk, België, Mesopotamië, Egypte, Gallipoli, Palestina, Sinaï, en Oost- en West-Afrika. Aanvankelijk werden er vooral professionele soldaten gerekruteerd, die al dienden in de koloniale legers van hun eigen land. Maar al snel werd er overgegaan tot het ronselen van burgers, die soms met argumenten, maar meestal onder dreiging van sancties, overgehaald werden dienst te nemen. Onder deze koloniale dienstplichtigen vielen exceptioneel veel slachtoffers, waaronder ook vrouwen en kinderen. Ze werkten, in het gunstigste geval voor een hongerloon, als kruier in voor hen onbekende klimaten. Er zijn aan ziekte, uitputting, of ondervoeding 100.000 van deze kruiers gestorven.[2]

Het leven in de loopgraven was zwaarder voor een gewone soldaat dan voor de officieren. Maar de Europese soldaat van de allerlaagste rang stond altijd nog hoger in rang dan om het even welke koloniale soldaat, wat zich dus ook vertaalde in de levensomstandigheden van de laatste. Voor de koloniale soldaten, die al moesten zien te overleven in voor hen onbekende omstandigheden, was het ook nog eens onmogelijk om tijdens verlofdagen ‘naar huis’ te gaan. Het was voor hen ook onmogelijk om op een andere manier contact te onderhouden met het thuisfront. De meesten van hen waren afkomstig uit landen met een orale vertelcultuur en konden daardoor niet lezen of schrijven, terwijl het algemeen bekend is dat het sturen en ontvangen van brieven een vitale rol speelde in het moreel van de geletterde soldaat.[3]

Ook het Europese klimaat moet het leven van de koloniale soldaat, die van huis uit een heel ander klimaat gewend was, bijzonder moeilijk hebben gemaakt. Europa doorleefde eind 1914, begin 1915 een uitzonderlijk koude winter, met veel sneeuw en regen, terwijl er bij de troepen onvoldoende warme kledij en provisie voorradig was. Was de oorlogswinter voor iedereen in de loopgraven een lijdensweg, voor de koloniale soldaat moet hij nog moeilijker te verdragen zijn geweest.[4]

De oorlog had ook voor de levens van de burgers in de kolonies zelf consequenties. De eigendommen en de levensprovisie van de mensen in de dorpen werden soms verwoest door passerende soldaten, die voedselvoorraden opeisten en zelfs huizen en velden afbrandden. De hongersnoden die daar weer het gevolg van waren hebben nog eens honderdduizenden levens gekost. Deze gebeurtenissen bleven echter onzichtbaar voor de wereld doordat ze over het algemeen niet werden geboekstaafd door de kolonisators. (Steinbach, 2015).

De koloniale soldaten hebben weinig sporen van hun leven en hun strijd achtergelaten. Enerzijds is hun ongeletterdheid daar debet aan. Anderzijds komt dat ook doordat hun relikwieën, als ze al zijn bewaard, niet zijn opgeslagen, gesorteerd of onderzocht, zoals bij die van hun Europese wapenbroeders vaak wél het geval is. De overlevering van dit deel van de geschiedenis van WO1 is daardoor sterk gefragmenteerd en bestaat niet uit coherente verhalen, zoals de traditionele Europese geschiedschrijving van WO1.[5]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Das, 2014a)
  2. º Steinbach, 2015
  3. º Cornish, 2014
  4. º Das, 2014c
  5. º Das, 2014b
rel=nofollow
rel=nofollow
zo zie ik het in de bron staan, waar de 20% vandaan komt weet ik niet. / 'Throughout the war, more than one million Africans carried provisions, military equipment, or soldiers in hazardous circumstances' betekent niet dat ze zelf soldaat waren in gevaarlijke omstandigheden maar dat ze in uitzonderlijke situaties ook soldaten droegen