Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Franciscus/kladblok 2: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(kladblok uit de categorieën halen)
 
(463 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Zie Luisterrijk}}
 
{{Infobox persoon
'''François Villon''', ( Parijs 1431 – 1463 ?), was een Franse dichter, dief, landloper en vagebond. Villon is de beroemdste dichter uit Frankrijk van de late middeleeuwen. Hij was de schrijver van onder andere '''Testaments''' en  '''Ballade des pendus''', ( ''Ballade der gehangenen'' ), maar ook van de '''Ballade des contradictions''' ( ''Ballade der tegenstellingen'' ).
| naam            = Charles Émile Waldteufel
<br/>De werkelijke naam van Villon is zeer waarschijnlijk '''François de Montcorbier''', ook bekend als '''François des Loges'''. De naam Villon heeft hij mogelijk van zijn voogd overgenomen.
| afbeelding      = Émile Waldteufel.jpg|thumb|300px|
<br/>De bekendste werken van Villon zijn grotendeels autobiografisch. Hij schreef '''Testaments''' en zijn '''Ballade des Pendus''' mogelijk toen hij in de gevangenis zat.
| onderschrift    = <big>Émile Waldteufel, naar een schilderij van xxxxxxxxx</big>
==Studie==
| volledigenaam  = Charles Émile Waldteufel
Guillaume de Villon, die François in huis nam - nadat zijn moeder na het overlijden van haar man hem aan diens zorgen overliet - was kapelaan van Saint-Benoit-le-Bestourne een kerk in het Quartier Latin in Parijs en docent canoniek recht. Hij was een algemeen geacht man. Hij zorgde er voor, dat François Villon kunsten en letteren aan de Universiteit van Parijs kon gaan studeren.
| handtekening    =  
<br/>In 1452 slaagde hij voor zijn kandidaatsexamen en mocht zich voortaan ''Meester in de Letteren'' noemen. Hierna werd hij waarschijnlijk een tijdje klerk op een notariskantoor. Zijn studie heeft hij niet verder voltooid. Tijdens zijn studiejaren zag hij kans om met zijn medestudenten allerlei escapades uit te halen, die niet bestraft konden worden, aangezien deze niet onder het wereldlijk  maar onder het kerkelijk recht vielen.
| pseudoniem      = Charles Émile Lévy
==Eerste misdaden==
| bijnaam        =
In 1455 ontvluchtte Villon Parijs toen hij op het amoureuze pad een concurrent had - een jonge priester - die hem met een degen lijf ging. Villon stak terug en nam hierop een steen en verwondde hem dusdanig, dat hij de volgende dag stierf. Villon vluchtte uit Parijs, maar diende een verzoekschrift tot ontslag van rechtsvervolging in en kreeg gratie. In datzelfde jaar rond Kerstmis 1456 pleegde hij met een aantal gesjeesde studiegenoten een inbraak in het Collège de Navarre in Parijs dat een onderdeel was van de Universiteit van Parijs. De buit is groot: vijfhonderd gouden kronen, die onderling verdeeld wordt. Dat zou heden ten dage een enorme som zijn. Villon werd bij het verhoor van de andere verdachten, door hen beschuldigd van het nemen van de leiding van de overval, vluchtte uit Parijs, en ging het leven van een vagebond leiden.
| academischetitel=
 
| adeltitel      =  
==Het concours van Blois==
| handtekening    =
Bij Charles d’Orleans in Blois ( Parijs, 24 november 1394 - Amboise, 5 januari 1465 ) vond de criminele dichter tijdelijk bescherming. De graaf bewonderde Villons werk, en gaf hem af en toe een toelage. Hij hielp Villon ook bij het verkrijgen van gratie.
| geboortedatum  = 9 december 1837  
{{infobox}}
| geboorteplaats = Straatsburg, Elzas
|
| sterfdatum      = 12 februari 1915 
<font color=blue>
| sterfplaats    = Parijs
<span>
| doodsoorzaak    =  
<font>
| nationaliteit  =  
:<span style=font-size:150%;><font color=blue>'' Charles d’Orleans was de poëzie zeer toegedaan en schreef zelf niet onverdienstelijke gedichten ''
| beroep          = Componist, docent
</font>
| bekendvan      =
<span>
| algemeennaam1  =
|}
| algemeen1      =
Charles d’Orleans was de poëzie zeer toegedaan en schreef zelf niet onverdienstelijke gedichten. Hij werd tijdens een gevecht bij Azincourt in Noord-Frankrijk tegen de Engelse en Bourgondische overheersing, als krijgsgevangene meegevoerd naar Londen. Hij zou daar vijfentwintig jaar blijven, maar werd daar redelijk goed behandeld. Hij ontwikkelde zich in die tijd tot een uiterst muzikaal dichter die de bestaande versvormen naar eigen inzicht ging hanteren. Toen tenslotte losgeld voor hem werd betaald, keerde hij terug naar Frankrijk en vestigde zich in het voorouderlijk slot in Blois, in de Loirestreek nabij Orleans.
| algemeennaam2  =
<br/>Charles d’Orleans verzocht aan getalenteerde gasten die aan het hof verbleven of zij een ballade in het gastenboek wilde schrijven. Deze keer ging het om een ballade op een gegeven thema, namelijk een ballade waarin elke regel een ( schijnbare ) tegenstelling moest bevatten. Als algemene titel gold:
| algemeen2      =  
:* '''Ballade des contradictions'''.
| tijdvak1        =  
===Ballade van Charles d'Orleans===
| functie1        =  
Zelf gaf Charles d’Orleans een voorzet met deze ballade:
| partners        =  
{| class="vatop"
| kinderen        =  
|width="450" |
| religie        =  
:<big> '''Ballade des contradictions (1)'''</big>
| politieknaam    =  
:Je meurs de soif emprès de la fontaine
| politiek        =  
:Suffisance ay, et si suis convoiteux;
| overignaam1    =  
:Une heure m’est plus d’une quarantaine;
| overig1        =  
:Droit et parfait je chemine en boiteux
| overignaam2    =  
:Très pacient plus que nul despiteux,
| overig2        =  
:Je retiens tour et ce que j’ay despars,
| zieook          =  
:A moy cruel et aux autres piteux,
| website        =  
:''Le neutre suis et si tiens les deux pars!''
| portaal        =  
<br/>
:En doubte suis de chose certaine;
:Infortuné je me répute eureux,
:Vraye conclus une chose incertaine,
:Rien je n'y fois et suis adventureux.
:Feble me tiens quant me sens vogoreux
:Plain de moisteur, tout tremblant, au feu ars;
:Doulx et begnin, de semblant rigoreux;
:''Le neutre suis et si tiens les deux pars!''
<br/>
:Quant dueil me prent, grant joye me demaine
:Par grant plaisir je deviens langoreux;
:Indigent suis possident grant domaine;
:Qui n'a nul goust je le tiens savoreux;
:Qui m'est amer de lui suis amoreux;
:Ignorant suis et si sçay les sept ars;
:En grant seurté fort craintif et paoureux;
:''Le neutre suis et si tiens les deux pars!''
<br/>
:ENVOI
:Qui me loue il m'est injurieux,
:Je ne bouge quant d'un lieu me pars;
:Pour bien ouvrer en vail labourieux,
:''Le neutre suis et si tiens les deux pars!''
|width="550" |
:<big> '''Ballade van de tegenstellingen (1)'''</big>
:Ik sterf van dorst nabij de koele bronnen
:ik heb genoeg, blijf aan begeerte krank,
:lijdzaam, heb ik mijn nijd niet overwonnen
:en recht van lijf en leden ga ik mank.
:'k Houd alles in, maar schenk en vraag geen dank
:één uur duurt mij lang als de vastentijden,
:wreed voor mezelf, voor and'ren ruim en frank
:''ben ik neutraal, maar sta aan beide zijden.''
<br/>
:Ik twijfel steeds aan de meest zekere zaken,
:'k ben ongelukkig, men prijst mijn geluk,
:onzekere zaken denk ik waar te maken
:en lediggaand heb ik het altijd druk.
:Bevend van angst buig ik me voor geen juk
:en mild van aard schijn 'k hard te moeten strijden
:ik voel me zwak, maar sta sterk op mijn stuk,
:''ik ben neutraal, maar sta aan beide zijden.''
<br/>
:Als smart mij plaagt, ben ik van vreugd bezeten,
:maar groot genoegen slaat mij kwijnend neer,
:arm mag ik mij grootgrondbezitter heten
:en juist het smakeloze smaakt mij zeer;
:wie bitter voor mij is, dien ik als heer,
:nietswetend kan 'k mij aan de kunsten wijden,
:ondanks mijn zekerheden bang en teer,
:''ben ik neutraal, maar sta aan beide zijden.''
<br/>
:ENVOOI
:Al wie mij looft is mij aan het verguizen,
:mijn harde werk moet steeds mislukking beiden,
:ik ben verstard, tenzij ik moet verhuizen,
:''ik ben neutraal, maar sta aan beide zijden.''
|}
In totaal verscheen er een twaalftal ballades, steeds bestaande uit drie strofen, waarbij elke strofe eindigt met dezelfde regel, de zogenaamde ''refreinregel''. Verder wordt de ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans.
 
===Ballade van Francois Villon===  
De laatste ballade is geschreven door Francois Villon, die in het algemeen als de beste ballade wordt gezien.
{| class="vatop"
|width="450" |
:<big> '''Ballade des contradictions (12)'''</big>
:Je meurs de seuf auprès de la fontaine,
:Chault comme feu, et tremble dent a dent;
:Et mon pais suis en terre longtaine;
:Lez ung brasier frisonne tout ardent;
:Nu comme ung ver, vestu en president,
:Je ris en pleurs et attens sans espoir;
:Confort reprens en triste desespoir;
:J’ m’esjouÿs et n’ay plaisir aucun;
:Puissant je suis sans force et sans povoir,
:''Bien recueully, debouté de chacun''.
<br/>
:Rien ne m'est seur que la chose incertaine;
:Obscur, fors ce qui est tot evident;
:Doubte ne fais, fors en chose certaine;
:Science tiens a soudain accident;
:Je gaigne tout et demeure perdent;
:Au point du jour dis:'Dieu vous doint bon soir!'
:Gisant envers, j'ay grant paour de cheoir;
:J'ay bien de quoy et si n'en ay pas ung;
:Eschoitte attens et d'omme ne suis hoir,
:''Bien recueully, debouté de chacun''.
<br/>
:De rien n'ay soing, si mectz toute ma paine
:D'acquerir biens et n'y suis pretendent;
:Qui mieulx me dit, c'est cil qui plus m'attaine
:Et qui plus vray, lors plus me va bourdont;
:Mon amy est, qui me fait entendent
:D'ung cigne blanc que c'est ung corbeau noir;
:Et qui me nuyst, croy qu'il m'ayde a povoir;
:Bourde, verté, au jour d'uy m'est tot un;
:Je retiens tout,rien ne sçay concepvoir.
:''Bien recueully, debouté de chacun''.
<br/>
:ENVOI
:Prince, clement, or vous plaise sçavoir
:Que j'entends moult et nay sense ne sçavoir:
:Parcial suis, a toutes loys commun.
:Que sais je plus? Le gaiges ravoir,
:''Bien recueully, debouté de chacun''.
|width="500" |
:<big> '''Ballade van de tegenstellingen (12)'''</big>
:Ik sterf van dorst nabij de koele bronnen.
:heet als een vuur kleum ik en klappertand,
:als heerser leef ik weerloos overwonnen,
:in eigen land ben 'k in vijandig land,
:steenkoud ril ik nabij de schouw die brandt,
:naakt als een worm ga ik als vorst gekleed,
:in tranen lachend wacht ik wat vergleed,
:mijn troost vind ik in droeve wanhoopsklacht,
:vermaak schep ik in kommer en in leed,
:''warm welkom en door iedereen veracht.''
<br/>
:Niets is mij zeker dan onzekerheden
:en donker is mij elke helderheid
:ik twijfel nooit, alleen aan recht en reden,
:mijn zekerheid is de toevalligheid,
:ik win altijd en raak toch alles kwijt,
:ik ben vermogend en heb geen bezit,
:'k ben bang te vallen als ik zit,
:ik zeg bij 't morgengloren 'goedenacht'
:'k ben erfgenaam zonder familielid,
:''warm welkom en door iedereen veracht.''
<br/>
:'k Heb kind noch kraai. maar toch tracht ik te zorgen
:voor 'n lege beurs - van gouden schilden zwaar,
:wie mij wil weldoen zou 'k het liefste worgen,
:wie waarheid tot mij spreekt is leugenaar,
:mijn beste vriend is hij die zonneklaar
:bewijst, dat zwanen zwarte raven zijn,
:en wie mij schaadt, doet me het minste pijn,
:leugen en waarheid zijn voor mij één macht,
:ik weet zoveel, maar mijn verstand is klein,
:''warm welkom en door iedereen veracht.''
<br/>
:ENVOOI
:Gij milde Prins, mijn rechte woord is krom:
:want veel begrijpend ben ik dwaas en dom,
:elk krijgt mijn stem, ik ben voor één geslacht...
:Wat wil ik nog? Mijn toelage weerom,
:''warm welkom en door iedereen veracht.''
|}
:* ''Het zal opgevallen zijn, dat het Frans van de late middeleeuwen wél iets verschilt van het Frans dat nu gesproken en geschreven wordt. Het is voor de vertaler - '''Ernst van Altena''' - dan ook niet altijd eenvoudig geweest de juiste betekenis van alle woorden te achterhalen. Zelf zegt hij, dat er soms meer sprake was van '''hertalen''' dan van '''vertalen'''. ''
 
==Gevangenis==
Toen François Villon Parijs had verlaten, zwierf hij langs alle wegen van Frankrijk en neemt wat voor het grijpen ligt. Hij verkeert in de meest uiteenlopende kringen en spreekt zowel de vleiende hoftaal als het bargoens  van de boevenbenden. Tussendoor ziet hij ook nog kans een groot aantal gedichten te schrijven. In 1461 zit Villon weer in de gevangenis, dit keer in Meung - sur- Loire waar de bisschop hem onder erbarmelijke omstandigheden gevangen houdt, waarschijnlijk wegens diefstal van kerkelijke sieraden. In datzelfde jaar reist Louis XI langs Meung en pardoneert alle gevangenen, ook François Villon.
{{infobox}}
|
<font color=blue>
<span>
<font>
:<span style=font-size:150%;><font color=blue>'' Een paar jaar later gaat Villon terug naar Parijs, maar daar zijn ze hem nog niet vergeten ''
</font>
<span>
|}
Een paar jaar later gaat Villon terug naar Parijs, maar daar zijn ze hem nog niet vergeten, en ze rekenen hem in. Hij tekent een '''promesse''' <sup> 1)</sup> voor zijn aandeel = 125 kronen, buitgemaakt in het College de Navarra. Hij wordt daarna weer vrijgelaten.
<br/>Opnieuw wilde hij Parijs verlaten, maar komt wegens een vechtpartij vóór de deur van een notaris weer in de kerker terecht, hoewel hij vermoedelijk met de vechtpartij niets te maken had. Na marteling bekende hij en wordt veroordeeld tot de dood door de strop.
<br/>In 1462 schreef Villon het volgende kwatrijn over zichzelf, als grafschrift, toen hij werd veroordeeld tot de galg:
<br/>* ''De vertaler - '''Ernst van Altena''' - heeft het gedicht niet letterlijk vertaald, maar heeft de rijmwoorden aan het eind van elke regel weggelaten en van het gedicht bijna een prachtig binnenrijm gemaakt. Door dit alles blijft het ritme van de oorspronkelijke tekst behouden''.               
{| class="vatop"
|width="400" |
::<big> '''Quatrain'''</big>
::Je suis Françoys, dont il me poise
::Né de Paris emprès Pontoise,
::Et de la corde d'une toise
::Sçaura mon col que mon cul poise.
|width="400" |
:<big> '''Kwatrijn'''</big>
: Ik ben François, wiens naam zo bont is.
: Parijs, dat mijn geboortegrond is,
: hangt mij straks aan een touw dat rond is
: zo leert mijn kop hoe zwaar mijn kont is.
|}
Gelukkig voor hem werd hij op het laatste moment vrijgesproken. Vlak voordat de dichter de doodstraf moest ondergaan, verleende het parlement hem na het indienen van een verweerschrift gratie en werd het doodvonnis omgezet in een verbanning voor 10 jaar.
<br/>Na 1463 is er niets meer van Villon vernomen; hij verlaat Parijs en sindsdien ontbreekt elk spoor van hem. Het is dus niet duidelijk waar en hoe François Villon aan zijn einde is gekomen.
<br/>Algemeen wordt aangenomen, dat François Villon door de vele ontberingen en martelingen bij ondervragingen, dusdanig verzwakt was geworden, dat hij niet zo lang nog heeft geleefd <sup> 3)</sup>.
==Publicaties==
Villons gedichten genoten een grote populariteit in de jaren nadat ze werden geschreven. In 1489 werd een gedrukte versie van een aantal van zijn gedichten uitgegeven door Pierre Levet. Deze editie werd bijna onmiddellijk gevolgd door een aantal andere uitgaven.
<br/>In 1533 publiceerde dichter en humanistisch wetenschapper Clément Marot een belangrijk geschrift, waarin hij Villon erkent als één van de belangrijkste dichters in de Franse literatuur en probeerde fouten te corrigeren die minder voorzichtige uitgevers aan de poëzie hadden ingebracht.
<br/>Ook in onze dagen wordt François Villon nog steeds gelezen. Ter gelegenheid van Ernst van Altena's vijfenzestigste verjaardag heeft Uitgeverij Aristos een fraai verzorgde uitgave gepubliceerd van Van Altena's bekendste vertaling, de gedichten van François Villon, onder de titel '''De volledige Villon'''. De eerste uitgave uit 1963 bevatte al een aanzienlijke keuze uit het werk, maar miste de bargoense balladen. Die werden in 1985 apart gepubliceerd, en nu zijn beide boeken in één band bijeengebracht. 
{{Bron|bronvermelding=
{{References}}
:<sup> 1)</sup> Een '''promesse''' is een document met daarop de belofte een bepaalde som binnen bepaalde tijd terug te betalen, compleet met datum en ondertekening
:<sup> 2)</sup> Bij een ballade eindigt elke strofe met dezelfde regel; de zogenaamde ''refreinregel''. Verder wordt de ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans. Dit kan een '''Envooy''' zijn, maar wordt soms ook met '''Prince''' afgesloten.
:<sup> 3)</sup> In 1937 schreef de Amerikaanse schrijver, pianist en componist ''John Erskine''  het boek: '''Het korte uur van François Villon'''. Het levensverhaal van François Villon wordt hier op romantische wijze beschreven. Aan het eind van het verhaal - in 1463 - vertrekt Villon naar een klein plaatsje, '''Saint Maixent''' in de streek ''Poitou-Charentes''.
:Hij wekt zo'n vertrouwen bij de inwoners, dat het hem lukt zich als notaris te vestigen.
:Ook de Franse arts en schrijver ''François Rabelais'' beweert, dat François Villon zijn dagen eindigde in 1489 in Saint-Maixent. Maar hiervoor is geen overtuigend bewijs gegeven.
*[https://www.youtube.com/watch?v=DHb8iZ3j3uU George Brassens zingt '''Ballade des dames du temps jadis''' op YouTube]
:'''Ballade des dames du temps jadis''' ( ''Ballade van de dames uit vroeger tijden'' ) komt voor in '''Le Testament''', dat François Villon vermoedelijk in gevangenschap schreef. De  mooiste regels van dit gedicht zijn te vinden in de eindregels van elke strofe:
:''Mais ou sont les neiges d'antan?'' ''Ach, waar is de sneeuw van weleer?''
* De schrijver, regisseur en librettist [[Bertolt Brecht]] werd door de figuur François Villon sterk geïnspireerd bij het schrijven van de opera [[Die Dreigroschenoper]] met muziek van [[Kurt Weill]].
* In de loop der tijd zijn er enkele films uitgebracht die het leven van François Villon zouden moeten weergeven. Bijna al die films zijn kostuumdrama's, waarin Villon als een soort troubadour rondtrekt en overal op een listige manier zich uit netelige situaties weet te redden. Weinig geloofwaardige films met veel zang en met dure decors en kleding.   
}}
}}
'''Charles Émile Waldteufel''' ([[Straatsburg]], [[9 december]] [[1837]] – [[Parijs]], [[12 februari]] [[1915]]} was een Frans componist, muziekpedagoog en dirigent. Charles Émile Waldteufel (eigenlijk: Charles Émile Lévy) (Straatsburg, Elzas, 9 december 1837 – Parijs, 12 februari 1915) was componist en muziekpedagoog. Hij is bekend geworden onder de naam Émile Waldteufel.


Zijn ouders waren Lazare Lévy, geboren op 30 januari 1801 in Bischheim (Elzas), die het pseudoniem Louis Waldteufel gebruikte, en Flora Neubauer, pianiste en lerares voor solozang.


Émile Waldteufel schreef - nadat hij succes had met zijn eerste composities - voornamelijk walsen. Hij schreef ongeveer 270 dansen, bestaande uit walsen, polka’s en galops<ref>De '''Galop''', een verkorte versie van de oorspronkelijke term Galoppade, is een snelle rondedans in 2/4 maat, geïntroduceerd omstreeks 1820 in Parijs, en daarna populair in Wenen, Berlijn en Londen.</ref> Onder zijn beroemde walsen bevinden zich '''Les Patineurs''', '''Estudiantina''' en '''Dolores'''.


==Eerste walsen==
Het eerste muziekonderricht kreeg Émile van zijn ouders, in het bijzonder van zijn moeder. Zijn vader en grootvader waren beide muzikanten. Zijn moeder, Flora Neubauer, afkomstig uit Beieren, had muzieklessen gevolgd bij [[Johann Nepomuk Hummel]] en had [[Joseph Haydn]] leren kennen. Ze was ook een uitstekende zangeres en danseres. Verder gaf de lokale muzikant Joseph Heyberger hem nog onderricht. Zijn vader Louis had een gerespecteerd orkest en zijn broer Léon was een succesvol artiest. Toen Léon in 1842 een plaats won om viool te studeren aan het ''Conservatoire de Paris'', volgde het gezin hem daarheen.




Van 1853 tot 1857 ging ook Émile naar het ''Conservatoire national supérieur de musique'' en studeerde daar onder Antoine-François Marmontel, en studeerde samen met [[Georges Bizet]] en [[Jules Massenet]]. Wegens financiële problemen thuis, ging hij bij een pianofabrikant werken, gaf pianoles en speelde hij op soirees. Hij nam echter al snel een kamer in de Rue de Bellefond om zich te concentreren op het componeren. Door het succes met zijn eerste walsen besloot Waldteufel zich volledig te wijden aan het componeren van dansmuziek.


Op 27-jarige leeftijd werd Emile de hofpianist van keizerin Eugénie, en hij leidde het orkest voor de staatsbals. Zijn benoeming door Napoléon III tot de muzikale leiding van de bals voerde hem naar deelname aan de evenementen in Biarritz en Compiègne, waar hij ook de Keizer begeleidde die viool speelde.


In 1868 trouwde hij met Célestine Dufau, een voormalig zangeres uit Toulouse die was opgetreden in de Opera Comique. Ze kregen drie kinderen, Louis René, Émile René en Berthe.


Vanwege het Napoleontische besluit van 28 juli 1808 waarbij alle Joden werden gedwongen een "definitieve naam" te hebben om het overzicht van de burgerlijke stand te vereenvoudigen, koos Moyse Lévy ervoor om Waldteufel te heten.  Code Napoleon
Als gevolg van de eerste drie decreten werd een ander en definitief decreet geïmplementeerd op 20 juli 1808. Dit laatste decreet verklaarde dat iedereen  - dus ook alle joden - een vaste familienaam moest hebben om de regering en de kerken te helpen toezicht te houden op de joodse bewegingen. Ze waren beperkt in hun naamkeuze en mochten geen namen kiezen uit de Hebreeuwse Bijbel of namen van steden.


In 1808 werden Joden terug gediscrimineerd (zgn. 'décret infâme'). Het Burgerlijk Wetboek was op cruciale plaatsen helemaal geen gelijkmaker. Problematisch was niet alleen de positie van de vrouw, ook armen werden gediscrimineerd






Hofbalkapelmeester van Napoleon III de Weense wals in Frankrijk geliefd gemaakt.
pianist en een van de bekendste walscomponisten van zijn tijd.


In 1865 werd hij hofpianist van keizerin Eugénie en het jaar daarop dirigent van hofballen. Émile Waldteufel (Duits voor bosduivel) werd geboren in het centrum van Straatsburg. Zijn grootvader en vader waren beide muzikanten; zijn moeder, Flora Neubauer, oorspronkelijk uit Beieren, was een student van ....... Hummel en had Joseph Haydn leren kennen; ze was ook een fervent zanger en danseres. Van een joodse Elzasser familie van muzikanten, was de oorspronkelijke achternaam van het gezin Lévy geweest. Waldteufel ontving zijn eerste lessen van zijn vader; na zijn aankomst in Parijs kon hij elementaire lessen volgen van Laurent aan het Conservatoire de Paris. Tijdens zijn tijd aan het conservatorium werd het orkest van Louis Waldteufel een van de beroemdste in Parijs en werd Emile vaak uitgenodigd om op belangrijke evenementen te spelen.


....ingelijfd en was gestationeerd in de Basses-Pyrénées. Na de nederlaag van Frankrijk werd het Tweede Franse Rijk ontbonden en werd zijn geboortestad de rest van zijn leven deel van Duitsland. Na het Empire speelde het orkest nog steeds op presidentiële ballen aan de Élysée. Op dit moment wisten slechts enkele leden van de Franse high society van Émile; hij was bijna 40 voordat hij bekender werd.




Regel 256: Regel 75:




In The Skaters’ Waltz Waldteufel set out to capture the atmosphere of a winter day in Paris, with ice-skaters venturing onto the frozen Seine River. In the manner of his older rival Johann Strauss, Waldteufel’s piece offers a sequence of contrasting serene and exuberant waltz themes, rather than just a single melody. A slow opening passage for solo horn is followed by graceful rising and falling lines in the strings and woodwinds that lead to the first waltz theme. There, again, the horn takes the central role. The wintry ambience of the piece is enhanced by the use of sleigh bells in the percussion section.














In October 1874 Waldteufel played at an event that was attended by the then Prince of Wales, future King Edward VII of the United Kingdom. The Prince was enthralled by Waldteufel's "Manolo" waltz, and was prepared to make Waldteufel's music known in Britain.[6] A long-term contract with the London-based editor Hopwood & Crew followed. Part of the company belonged to Charles Coote, director of the Coote & Tinney's Band, the first dance orchestra in London. Through these means, Waldteufel's music was played at Buckingham Palace in front of Queen Victoria. Waldteufel dominated the music scene in London and became world-famous. During this period he composed his best known works, many of which are still heard today around the world. He became best known for the waltz "Les Patineurs" (The Ice Skaters), composed in 1882.


Waldteufel gave concerts in several European cities, such as London in 1885, Berlin in 1889, where he enjoyed a friendly rivalry with Johann Strauss, and the Paris Opéra Balls in 1890 and 1891. He continued his career as conductor and writing dance music for the Presidential Balls until 1899 when he retired.


On 12 February 1915 Waldteufel died at his home, 37 rue Saint-Georges in Paris, at the age of 77. He and his wife, who had died the previous year, were buried in Père Lachaise.


[[Afbeelding:Edgard Varèse.jpg|thumb|185px|right|Edgar Varèse omstreeks 1910]]
Waldteufel composed at and for the piano (often for performance at court) before orchestrating each work.[7] He conducted with a stick rather than the then-customary violin bow. The typical Waldteufel orchestra consisted of strings and a doubled woodwind section, two cornets, four horns, three trombones, and ophicleide or euphonium, along with percussion. Waldteufel's music can be distinguished from Johann Strauss II's waltzes and polkas in that he used subtle harmonies and gentle phrases, unlike Strauss's more robust approach.  
<br/>
<br/>
De Frans-Amerikaans componist [[Edgard Varèse]] ( 22 december 1883 – New York, 6 november 1965 ) schreef in opdracht de compositie '''Poème électronique'''. Dit stuk vormde een belangrijke component van de multimediavoorstelling in het paviljoen waarmee Philips zich in 1958 manifesteerde op de Wereldtentoonstelling<sup> 1)</sup> ( Expo 58 ), in het Heizelpark in Brussel.
<br/>De compositie - elektronische muziek op een bandrecorder - werd in het paviljoen afgespeeld via een groot aantal speakers. Deze werden aangestuurd door elektronische systemen die zorgden, dat het geluid als het ware langs de wanden bewoog. Het geluid werd ondersteund door afwisselende beelden van een diaprojector. 
<br/>Philips wilde op de Expo 58 aan de wereld haar kunnen op het gebied van audiovisuele techniek tonen, zoals multiple screen projectie en quadrafonie. Om die reden werd in Brussel een bijzonder paviljoen neergezet:
<br/>"''waarmee een nieuwe kunst met onbegrensde mogelijkheden wordt ingeluid, namelijk het elektronische samenspel van licht, kleur, beeld, woord en muziek in de ruimte''".
 
==Paviljoen en compositie==
De voor de bouw van het paviljoen aangetrokken architect [[Le Corbusier]] stelde een team samen bestaande uit de architect en componist [[Iannis Xenakis]], componist Edgard Varèse en cinematograaf [[Philippe Agostini]].
{{infobox}}
|
<font color=blue>
<span>
<font>
:<span style=font-size:150%;><font color=blue>''Het bouwwerk en de compositie vormden - met het Atomium als blikvanger - dé attractie op de Expo 58 ''
</font>
<span>
|}
Het paviljoen heeft van meet af aan de belangstelling van de architectenwereld gaande gehouden door zijn merkwaardige conceptie en zijn fantastische vormen, en geldt nog altijd als spraakmakend. Le Corbusier en Xanakis kozen voor een gewaagde constructie van gewelfde vlakken, die het betonnen bouwwerk het uiterlijk van een tent gaven. De vlakken waren opgebouwd uit vijf centimeter dikke platen beton. Een voor die tijd – zonder hulpmiddelen als computers - bijzonder gedurfde constructie die nog steeds bewondering oproept. Aangezien het beton bovendien met metaalverf was bewerkt, had het een blinkend, licht en futuristisch uiterlijk.
<br/>Het bouwwerk en de multimediavoorstelling vormden - met het Atomium<sup> 2)</sup> als blikvanger - dé attractie op de wereldtentoonstelling in Brussel.
[[Afbeelding:Expo58.jpg|thumb|300px|left|Philips paviljoen op de Expo 58 in Brussel]]
Na de tentoonstelling werd het paviljoen afgebroken en zijn alleen wat attributen, zoals de tapes van de compositie Poème électronique, bewaard gebleven.
==Poème électronique==
Het muzikale deel van Poème électronique bestond uit twee gedeelten: een elektronisch muziekstuk gecomponeerd door Iannis Xenakis, dat aan het begin van de voorstelling werd afgespeeld en het acht minuten durend elektronisch werk van Edgard Varèse.
<br/>De compositie Poème électronique werd begeleid door een diashow van Le Corbusier die op de metershoge wanden van het paviljoen werd geprojecteerd en de ontwikkeling van de mensheid uitbeeldde, met afbeeldingen van de natuur, maskers van oude culturen, wapentuig, kinderen, volwassenen, bejaarden, steden, geboorte, leven en dood; een geweldig futuristisch klank- en lichtspel.
<br/>Voorafgaand aan de diashow werd de volgende inleiding geprojecteerd:
:::<big>Het 'elektronische gedicht' samengesteld door Le Corbusier, zijn medewerker Iannis Xenakis en de musicus Edgard Varèse, toont hoe onze steeds sterker gemechaniseerde beschaving streeft naar een toekomstige harmonie.
:::De voorstelling bestaat uit de volgende delen:
::*De schepping
::*Geest en materie
::*Van duisternis naar dageraad
::*Goden door mensenhand geschapen
::*Zo smeedt de tijd de beschaving
::*Harmonie
::*Aan de gehele mensheid</big>             
Poème électronique was een groot succes. Drommen bezoekers stonden in lange rijen te wachten om binnen te komen.
<br/>Naar schatting bezochten tijdens de Expo 58 - die liep van april tot oktober 1958 - zo’n 2 miljoen mensen het audiovisuele spektakel, waarbij duizenden mensen verbijsterd en verwonderd het Philips Paviljoen verlieten.
::''Af en toe verliep de multimediashow niet altijd vlekkeloos en klopte de synchronisatie tussen geluid en beeld niet helemaal, of waren er andere mankementen die verholpen moesten worden.''
==Voorbereidingen==                                                                         
Voorafgaand aan de multimediavoorstelling op de tentoonstelling, werkten Le Corbusier, maar voornamelijk Varese, maandenlang samen aan het kunstwerk met ingenieurs en geluidstechnici van het natuurkundig laboratorium van Philips in Eindhoven. De componist bivakkeerde voor dat doel meer dan een half jaar in  een huisje in Eindhoven. Hij was is het laboratorium voortdurend in de weer met echte en kunstmatig opgewekte geluiden als klokkengelui, babygehuil of wat er verder op zijn weg kwam.
{{infobox}}
|
<font color=blue>
<span>
<font>
:<span style=font-size:150%;><font color=blue>''Hij was is het laboratorium voortdurend in de weer met echte en kunstmatig opgewekte geluiden
</font>
<span>
|}
Het resultaat was een acht minuten durende elektronische compositie die hij geschikt vond voor het paviljoen in Brussel en gebruik maakte van vijftien kanalen.
<br/>De eerste elektronische concerten hadden vaak geen succes, omdat de afwezigheid van visuele prikkels verveling tot gevolg had. Bij Poème électronique werd dit vermeden, door een aantal kanalen te gebruiken om hiermee quasi-visuele indrukken te wekken van geluiden die zich in de ruimte voortbewegen.
<br/>Bij de opname van de elektronische muziek, die Le Corbusiers creatie Poème électronique moest ondersteunen, ontstonden ernstige meningsverschillen met de klankingenieurs van Philips, die andere benaderingen voorstelden.
 
{{Bron|bronvermelding=
{{References}}
<sup> 1)</sup> De Expo 58 stond volledig in het teken van het geloof in vrijheid en vooruitgang, dat zo kenmerkend was voor de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Tijdens de Expo 58 werden heel veel nieuwe producten en vindingen getoond, waarvan een groot deel nu volledig geaccepteerd is.
<br/><sup> 2)</sup> Het Atomium is een monument in het Heizelpark in Brussel, als herinnering aan de Expo 58. Het is een stalen constructie die bestaat uit negen gigantische bollen met elk een diameter van 18 meter, die samen een 165 miljard keer uitvergroot ijzerkristal voorstellen.
<br/>Oorspronkelijk was het Atomium bedoeld om slechts gedurende de Expo overeind te blijven, maar het bleek dermate populair dat het nooit is afgebroken.
*[https://www.youtube.com/watch?v=0YlBmx3VulY&t=38s Poème électronique op YouTube]
}}
 
 
 
{{infobox}}
|
<font color=blue>
<span>
<font>
:<span style=font-size:150%;><font color=blue>''Hij was is het laboratorium voortdurend in de weer met echte en kunstmatig opgewekte geluiden
</font>
<span>
|}
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


{{Zie Luisterrijk}}
Waldteufel's 1886 waltz España is largely based on Chabrier's España but also includes a section from Chabrier's Une Éducation manquée.
{{Persoon
|voornaam = Clément Philibert Léo
|tussenvoegsel =
|achternaam = Delibes
|alt. naam =
|geboorteplaats = St. Germain-du-Val
|alt. geboorteplaats =
|geboortedag = 21 februari
|geboortejaar =1836
|overlijdensplaats = Parijs
|alt. overlijdensplaats =
|overlijdensdag =16 januari
|overlijdensjaar =1891
|afbeelding = Léo Delibes.jpg
|onderschrift = Maestro Clément Philibert Léo Delibes omtrent 1888, Paris}}
== 2017 ==
{|cellpadding="2" cellspacing="0" style="border:3px Blue solid; background-color=#F2E5FF; -moz-border-radius:10px" width=100%
|align="left" |
|<center>[[Bestand:Acrylverf op doek.JPG|300px|links]]
<big>
<br>
<br>
'''Dag Lidewij,'''
<br/>
'''Een gezond en voorspoedig 2017 en vredige Kerstdagen'''
<br/>
'''Met vriendelijke groet van de kunstenaar Ria van der Meulen'''
<br/>
''Titel van het kunstwerk'': '''Oorsprong'''
<br/>
<br/>
'''Franciscus'''
<br/>
<br/>
<br/>
<br/>
</big>
|}


-------------------------
La Valse des patineurs (The Skater’s Waltz) is one of the most famous waltzes in the world. Many people think Johan Strauss wrote it. But they are wrong! The Skater’s Waltz was written by Emile Waldteufel, French musician born in Strasbourg in 1837 into a Jewish family. His grand-father, Moyse Lévy was a traveling musician in Bischheim (Alsace).
Due to the Napoleonian decree of July 28th 1808 forcing all the Jews to have a “definite name” in order to facilitate their survey and civil-state registry, Moyse Lévy chose to be called Waldteufel.
One of his sons, Lazare Lévy aka Louis Waldteufel (1801-1884), fiddler and conductor, had four sons: Achille (1830-?), Isaac (1832-1884), called Léon, court conductor for balls, and Charles-Emile (1837-1915), called Emile, who was the most famous and prolific composer of the family.


==Verkeerde indeling==
In 1844, his family goes to Paris in order for Léon to learn violin in the Conservatory. Then it’s Emile, from 1853 to 1857, who is enrolled to learn the piano; Jules Massenet and Georges Bizet are his classmates. Waldteufel, like many other pianists during that time, composed his works on the piano, but with the perspective of future orchestration depending on for which kind of performance it would be used (private salons, ballrooms or outside balls).
Dag Lidewij.
During the Second Empire, Waldteufel wrote many dances which will make him known. In 1865, particularly liked by Eugénie, he becomes director of dance music of the imperial court of Napoleon III and the entitled pianist of the empress. He is put in charge of the famous dance evenings of Biarritz and Compiègne. From 1867 on, Waldteufel’s orchestra performs for the balls in the Tuileries Garden, following what did Isaac Strauss.
<br/>Als ik de Lijst van dansstijlen bestudeer, dan tref ik daar twee verkeerd geplaatste lemma's aan. Deze lemma's - overgenomen uit Wikipedia - horen daar niet thuis. Het zijn:
<br/>http://nl.wikisage.org/wiki/Expressionisme
<br/>http://nl.wikisage.org/wiki/Neo-expressionisme
<br/>Beide lemma's handelen over een stroming in de schilderkunst, en dat is natuurlijk heel wat anders.
<br/>Franciscus 12 dec 2016 17:25 (CET)
<br/>Nog een kleine toevoeging: Je weet, dat ik nier erg gecharmeerd ben van het (blindelings) overnemen van lemma's uit Wikipedia. Daar zijn enkele redenen voor:
* Het is oorspronkelijker als een schrijver een onderwerp zelf bestudeert en zijn of haar eigen verhaal vertelt. Hierbij gebruik maken van delen uit lemma's van Wikipedia behoort natuurlijk tot de mogelijkheden, maar moet kritisch worden benaderd.
* Degene die een lemma overneemt van Wikipedia, is niet altijd goed op de hoogte van datgene wat hij overneemt, en kan dus ook niet beoordelen of de informatie geheel huist is.
* Wijzigingen die door derden in het oorspronkelijke lemma van Wikipedia worden aangebracht, worden niet automatisch in de versie op Wikisage opgenomen.  
<br/>Franciscus 12 dec 2016 18:34 (CET)


In 1874, he is noticed by the Prince of Wales, future Edward VII, who gives him the opportunity to become known in Great-Britain. He then signs a contract with the editing company of London Hopwood & Crew which allows him to be played during the balls of Queen Victoria at the Buckingham Palace. His music is at the top of the programs for many years. The Skater’s Waltz (1882) gives him an international fame, and he is then played in London, Berlin and Paris with great success until the beginning of the 20th century.


Waldteufel’s music is defined by a melodic pattern in the tradition of French composers of the time such as Gounod, Saint-Saëns or Bizet. His inspiration goes from comical operas by Audran, Lacome or Offenbach to more popular Bavarian music (that he knows from his mother) or Bohemian folklore. His abundant work contains mainly music for dancing: waltzes, polkas and mazurkas, as well as several melodies who made his reputation.


[[Categorie: Muziek]
Nadat Waldteufel aan het conservatorium samen met Georges Bizet en Jules Massenet aan het conservatorium van Parijs gestudeerd had.
[[Categorie: Opera]]
Hij had zoveel succes met de door hemzelf uitgegeven walsen Joies et peines en Manolo dat hij besloot zich geheel aan het componeren van dansmuziek te wijden.
[[Categorie: Operette]]
In 1865 werd hij kamerpianist van de keizerin Eugénie en in 1866 keizerlijke hofkapelmeester. In die functie dirigeerde hij de pronkerige balfeesten in Parijs. Hij componeerde hiervoor zijn bekende walsen en polka's.
[[Catagorie: Balletmuziek]]
Als toondichter openbaarde deze van geboorte Straatsburger zich vooral met zijn vele danscomposities, waaronder marsen, polka's en ongeveer driehonderd walsen (onder meer "Estudiantina" en "España"). Tijdens een bezoek aan Berlijn zou Waldteufel een muzikaal duel met de "Walskoning" Johann Strauss junior geleverd hebben, dat onbeslist eindigde.
Waldteufel schreef zijn walsen voor de danszaal, terwijl Johann Strauss' walsen in de eerste plaats concertwalsen zijn, meer bedoeld om naar te luisteren. Tot zijn bekendste werken behoren Les patineurs, Estudiantina, España, Mon rêve en Très jolie.

Huidige versie van 20 jan 2024 om 07:07

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
rel=nofollow

Charles Émile Waldteufel (Straatsburg, 9 december 1837Parijs, 12 februari 1915} was een Frans componist, muziekpedagoog en dirigent. Charles Émile Waldteufel (eigenlijk: Charles Émile Lévy) (Straatsburg, Elzas, 9 december 1837 – Parijs, 12 februari 1915) was componist en muziekpedagoog. Hij is bekend geworden onder de naam Émile Waldteufel.

Zijn ouders waren Lazare Lévy, geboren op 30 januari 1801 in Bischheim (Elzas), die het pseudoniem Louis Waldteufel gebruikte, en Flora Neubauer, pianiste en lerares voor solozang.

Émile Waldteufel schreef - nadat hij succes had met zijn eerste composities - voornamelijk walsen. Hij schreef ongeveer 270 dansen, bestaande uit walsen, polka’s en galops[1] Onder zijn beroemde walsen bevinden zich Les Patineurs, Estudiantina en Dolores.

Eerste walsen

Het eerste muziekonderricht kreeg Émile van zijn ouders, in het bijzonder van zijn moeder. Zijn vader en grootvader waren beide muzikanten. Zijn moeder, Flora Neubauer, afkomstig uit Beieren, had muzieklessen gevolgd bij Johann Nepomuk Hummel en had Joseph Haydn leren kennen. Ze was ook een uitstekende zangeres en danseres. Verder gaf de lokale muzikant Joseph Heyberger hem nog onderricht. Zijn vader Louis had een gerespecteerd orkest en zijn broer Léon was een succesvol artiest. Toen Léon in 1842 een plaats won om viool te studeren aan het Conservatoire de Paris, volgde het gezin hem daarheen.


Van 1853 tot 1857 ging ook Émile naar het Conservatoire national supérieur de musique en studeerde daar onder Antoine-François Marmontel, en studeerde samen met Georges Bizet en Jules Massenet. Wegens financiële problemen thuis, ging hij bij een pianofabrikant werken, gaf pianoles en speelde hij op soirees. Hij nam echter al snel een kamer in de Rue de Bellefond om zich te concentreren op het componeren. Door het succes met zijn eerste walsen besloot Waldteufel zich volledig te wijden aan het componeren van dansmuziek.

Op 27-jarige leeftijd werd Emile de hofpianist van keizerin Eugénie, en hij leidde het orkest voor de staatsbals. Zijn benoeming door Napoléon III tot de muzikale leiding van de bals voerde hem naar deelname aan de evenementen in Biarritz en Compiègne, waar hij ook de Keizer begeleidde die viool speelde.

In 1868 trouwde hij met Célestine Dufau, een voormalig zangeres uit Toulouse die was opgetreden in de Opera Comique. Ze kregen drie kinderen, Louis René, Émile René en Berthe.

Vanwege het Napoleontische besluit van 28 juli 1808 waarbij alle Joden werden gedwongen een "definitieve naam" te hebben om het overzicht van de burgerlijke stand te vereenvoudigen, koos Moyse Lévy ervoor om Waldteufel te heten. Code Napoleon Als gevolg van de eerste drie decreten werd een ander en definitief decreet geïmplementeerd op 20 juli 1808. Dit laatste decreet verklaarde dat iedereen - dus ook alle joden - een vaste familienaam moest hebben om de regering en de kerken te helpen toezicht te houden op de joodse bewegingen. Ze waren beperkt in hun naamkeuze en mochten geen namen kiezen uit de Hebreeuwse Bijbel of namen van steden.


In 1808 werden Joden terug gediscrimineerd (zgn. 'décret infâme'). Het Burgerlijk Wetboek was op cruciale plaatsen helemaal geen gelijkmaker. Problematisch was niet alleen de positie van de vrouw, ook armen werden gediscrimineerd


Hofbalkapelmeester van Napoleon III de Weense wals in Frankrijk geliefd gemaakt. pianist en een van de bekendste walscomponisten van zijn tijd.

In 1865 werd hij hofpianist van keizerin Eugénie en het jaar daarop dirigent van hofballen. Émile Waldteufel (Duits voor bosduivel) werd geboren in het centrum van Straatsburg. Zijn grootvader en vader waren beide muzikanten; zijn moeder, Flora Neubauer, oorspronkelijk uit Beieren, was een student van ....... Hummel en had Joseph Haydn leren kennen; ze was ook een fervent zanger en danseres. Van een joodse Elzasser familie van muzikanten, was de oorspronkelijke achternaam van het gezin Lévy geweest. Waldteufel ontving zijn eerste lessen van zijn vader; na zijn aankomst in Parijs kon hij elementaire lessen volgen van Laurent aan het Conservatoire de Paris. Tijdens zijn tijd aan het conservatorium werd het orkest van Louis Waldteufel een van de beroemdste in Parijs en werd Emile vaak uitgenodigd om op belangrijke evenementen te spelen.

....ingelijfd en was gestationeerd in de Basses-Pyrénées. Na de nederlaag van Frankrijk werd het Tweede Franse Rijk ontbonden en werd zijn geboortestad de rest van zijn leven deel van Duitsland. Na het Empire speelde het orkest nog steeds op presidentiële ballen aan de Élysée. Op dit moment wisten slechts enkele leden van de Franse high society van Émile; hij was bijna 40 voordat hij bekender werd.




In The Skaters’ Waltz Waldteufel set out to capture the atmosphere of a winter day in Paris, with ice-skaters venturing onto the frozen Seine River. In the manner of his older rival Johann Strauss, Waldteufel’s piece offers a sequence of contrasting serene and exuberant waltz themes, rather than just a single melody. A slow opening passage for solo horn is followed by graceful rising and falling lines in the strings and woodwinds that lead to the first waltz theme. There, again, the horn takes the central role. The wintry ambience of the piece is enhanced by the use of sleigh bells in the percussion section.





In October 1874 Waldteufel played at an event that was attended by the then Prince of Wales, future King Edward VII of the United Kingdom. The Prince was enthralled by Waldteufel's "Manolo" waltz, and was prepared to make Waldteufel's music known in Britain.[6] A long-term contract with the London-based editor Hopwood & Crew followed. Part of the company belonged to Charles Coote, director of the Coote & Tinney's Band, the first dance orchestra in London. Through these means, Waldteufel's music was played at Buckingham Palace in front of Queen Victoria. Waldteufel dominated the music scene in London and became world-famous. During this period he composed his best known works, many of which are still heard today around the world. He became best known for the waltz "Les Patineurs" (The Ice Skaters), composed in 1882.

Waldteufel gave concerts in several European cities, such as London in 1885, Berlin in 1889, where he enjoyed a friendly rivalry with Johann Strauss, and the Paris Opéra Balls in 1890 and 1891. He continued his career as conductor and writing dance music for the Presidential Balls until 1899 when he retired.

On 12 February 1915 Waldteufel died at his home, 37 rue Saint-Georges in Paris, at the age of 77. He and his wife, who had died the previous year, were buried in Père Lachaise.

Waldteufel composed at and for the piano (often for performance at court) before orchestrating each work.[7] He conducted with a stick rather than the then-customary violin bow. The typical Waldteufel orchestra consisted of strings and a doubled woodwind section, two cornets, four horns, three trombones, and ophicleide or euphonium, along with percussion. Waldteufel's music can be distinguished from Johann Strauss II's waltzes and polkas in that he used subtle harmonies and gentle phrases, unlike Strauss's more robust approach.

Waldteufel's 1886 waltz España is largely based on Chabrier's España but also includes a section from Chabrier's Une Éducation manquée.


La Valse des patineurs (The Skater’s Waltz) is one of the most famous waltzes in the world. Many people think Johan Strauss wrote it. But they are wrong! The Skater’s Waltz was written by Emile Waldteufel, French musician born in Strasbourg in 1837 into a Jewish family. His grand-father, Moyse Lévy was a traveling musician in Bischheim (Alsace).

Due to the Napoleonian decree of July 28th 1808 forcing all the Jews to have a “definite name” in order to facilitate their survey and civil-state registry, Moyse Lévy chose to be called Waldteufel.
One of his sons, Lazare Lévy aka Louis Waldteufel (1801-1884), fiddler and conductor, had four sons: Achille (1830-?), Isaac (1832-1884), called Léon, court conductor for balls, and Charles-Emile (1837-1915), called Emile, who was the most famous and prolific composer of the family.

In 1844, his family goes to Paris in order for Léon to learn violin in the Conservatory. Then it’s Emile, from 1853 to 1857, who is enrolled to learn the piano; Jules Massenet and Georges Bizet are his classmates. Waldteufel, like many other pianists during that time, composed his works on the piano, but with the perspective of future orchestration depending on for which kind of performance it would be used (private salons, ballrooms or outside balls). During the Second Empire, Waldteufel wrote many dances which will make him known. In 1865, particularly liked by Eugénie, he becomes director of dance music of the imperial court of Napoleon III and the entitled pianist of the empress. He is put in charge of the famous dance evenings of Biarritz and Compiègne. From 1867 on, Waldteufel’s orchestra performs for the balls in the Tuileries Garden, following what did Isaac Strauss.

In 1874, he is noticed by the Prince of Wales, future Edward VII, who gives him the opportunity to become known in Great-Britain. He then signs a contract with the editing company of London Hopwood & Crew which allows him to be played during the balls of Queen Victoria at the Buckingham Palace. His music is at the top of the programs for many years. The Skater’s Waltz (1882) gives him an international fame, and he is then played in London, Berlin and Paris with great success until the beginning of the 20th century.

Waldteufel’s music is defined by a melodic pattern in the tradition of French composers of the time such as Gounod, Saint-Saëns or Bizet. His inspiration goes from comical operas by Audran, Lacome or Offenbach to more popular Bavarian music (that he knows from his mother) or Bohemian folklore. His abundant work contains mainly music for dancing: waltzes, polkas and mazurkas, as well as several melodies who made his reputation.

Nadat Waldteufel aan het conservatorium samen met Georges Bizet en Jules Massenet aan het conservatorium van Parijs gestudeerd had. Hij had zoveel succes met de door hemzelf uitgegeven walsen Joies et peines en Manolo dat hij besloot zich geheel aan het componeren van dansmuziek te wijden. In 1865 werd hij kamerpianist van de keizerin Eugénie en in 1866 keizerlijke hofkapelmeester. In die functie dirigeerde hij de pronkerige balfeesten in Parijs. Hij componeerde hiervoor zijn bekende walsen en polka's. Als toondichter openbaarde deze van geboorte Straatsburger zich vooral met zijn vele danscomposities, waaronder marsen, polka's en ongeveer driehonderd walsen (onder meer "Estudiantina" en "España"). Tijdens een bezoek aan Berlijn zou Waldteufel een muzikaal duel met de "Walskoning" Johann Strauss junior geleverd hebben, dat onbeslist eindigde. Waldteufel schreef zijn walsen voor de danszaal, terwijl Johann Strauss' walsen in de eerste plaats concertwalsen zijn, meer bedoeld om naar te luisteren. Tot zijn bekendste werken behoren Les patineurs, Estudiantina, España, Mon rêve en Très jolie.

  1. º De Galop, een verkorte versie van de oorspronkelijke term Galoppade, is een snelle rondedans in 2/4 maat, geïntroduceerd omstreeks 1820 in Parijs, en daarna populair in Wenen, Berlijn en Londen.