Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Fernand Delory

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Fernand Delory (Walhain-Saint-Paul, september 1887 – Rixensart, 30 mei 1978). Delory was actief betrokken bij de oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (1926) en was er directeur-generaal van 1946 tot 1952. Hij was tevens medeoprichter van vzw Smals/Maatschappij voor Mecanographie (1939) en dus betrokken bij de implementatie van mecanografische - en later IT-technologie in de sociale zekerheid.

Biografische notities

Geboren in Walhain-Saint-Paul in september 1887 en overleden te Rixensart op 30 mei 1978. Zesde kind in een gezin van een onderwijzer, die overleed toen Fernand 10 jaar was. Hij volgde de middelbare school, die hij voortijdig beëindigde. Hij zou uitstekende resultaten hebben behaald. Huwde met Louise Noëlle (1891-1975). Het gezin bleef kinderloos.

Zijn loopbaan bij de NMBS (1906-1952)

De aanvangsjaren

Hij startte zijn carrière bij een lokaal spoorwegbedrijf te Brussel als klerk in het station ‘Pannenhuis’ in 1906, maar kon snel opklimmen tot onder-bureauchef en later inspecteur bij de directie Financiën (1924)van de Belgische Spoorwegen. Vanaf 1921 werkte hij mee aan het opmaken van een bedrijfsboekhouding en in 1923 werd hij secretaris van de commissie die door Minister Neujean was opgericht en die belast was met het voorbereiden van een wetsontwerp die van de Spoorwegen een zelfstandig(nationaal) bedrijf zou maken. Deze wet werd van kracht in 1926. In de daaropvolgende maanden werd hij betrokken, onder meer in opdracht van Minister Ed. Anseele sr, bij de financiële gezondmaking van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). In 1938 volgde hij de notoire Gabriel Jadot op als financiële directeur van de NMBS. Gabriel Jadot die vooraleer hij financieel directeur werd bij de NMBS een ganse carrière achter de rug had bij de Société Générale, was vooral bekend als architect en vervolgens beheerder van de financiële structuur van de NMBS.

De oorlogsjaren

In tegenstelling tot andere directieleden van de NMBS kwam hij de oorlogsjaren zonder kleerscheuren door. In 1946 werd hij benoemd tot algemeen directeur van de NMBS. Dit was niet evident.

De naoorlogse jaren werden gekenmerkt door de ‘epuratie’. Dit was, zeker bij de NMBS geen zwart-wit verhaal. De Belgische overheid, die in Londen verbleef, was uiterst kritisch ten aanzien van de NMBS en was vooral geënerveerd over het 'goed' functioneren van de NMBS tijdens de oorlog. Voor bepaalde topfiguren was het beleid dat ze tijdens de oorlog voerden, voldoende bezwarend om verwijderd te worden. De toenmalige algemeen directeur N. Rulot kon zich niet handhaven, ondanks zware politieke discussies. De tweede in de hiërarchie adjunct directeur Henning werd vrijgepleit, maar stond aan de vooravond van zijn pensionering. Hij kon hoogstens een overgangsfiguur zijn. Delory zelf bleef onbesproken. Op zich is dit bijzonder merkwaardig en zegt indirect veel over zijn persoonlijkheid.

In de ‘epuratiedossiers’ wordt Delory niet één keer vermeld. Nochtans worden in het dossier ten laste van algemeen directeur N. Rulot bijna alle leden van de directie genoemd. Delory niet. Rulot moet regelmatig naar zijn financiële directie hebben gekeken: de vernietigingen van de infrastructuur kostten handenvol geld, de prestaties voor de legers van zowel Duitsers als geallieerden wogen zwaar op de exploitatiebudgetten. Het (relatief) goed functioneren werd bij de zuivering de basis van de aanklacht tegen Rulot omdat hij daarmee de oorlog zou verlengd hebben.

Er is geen enkele aanduiding is dat er op administratief of financieel vlak problemen waren tijdens de WO. En dit was de verantwoordelijkheid van Delory. De administratieve en financiële organisatie bleef tijdens de oorlog intact. De Duitse bezetter heeft zowel algemeen directeur Rulot als de personeelsdirecteur de Nollet beschuldigd van sabotage en tegenwerking. Eén document trok onze aandacht: de brief aan de Duitse overheid waarin de NMBS financiële compensatie vroeg voor de locomotieven die de Duitsers hadden gebruikt, en waarvoor de NMBS nog moest instaan voor het onderhoud ook. De brief was bepaald aanmatigend en dusdanig onderbouwd met financiële gegevens dat wij de inspiratie of de hand van Delory mogen vermoeden. Maar dit blijft een vermoeden.

Delory bleef buiten schot. Ook door de Belgische overheid werd Delory niks kwalijk genomen. Integendeel: op de Raad van Bestuur dd.12/04/1946 besprak men de financiële gegevens van werkingsjaar 1945, het rampjaar voor de NMBS door de enorme stijging van uitgaven (herstellingen, niet gehonoreerde prestaties aan legers) en daling van inkomsten (ten gevolge van terugval van vervoer zowel goederen als personenvervoer). Delory kreeg er alle lof toegezwaaid.

En er is dat vreemde oorlogsverhaal van Delory. In mei 1940, met de Duitsers voor de deur, vluchtte hij – zoals zo vele hogere ambtenaren richting Engeland. De anekdote zegt dat hij daar aankwam met twee valiezen geld, 12 miljoen Belgische frank. Hij haalde de wereldpers: ‘Belgian Who Tricked Nazis’, met als dramatische elementen dat hij één van de laatste beschikbare schepen had weten te bemachtigen, net voor de Engelse kust zonder brandstof viel en door een vissersschip op sleeptouw werd genomen en werd binnen geloodst. Drie kranten zouden dit verhaal oppikken. Drie maanden later was hij opnieuw op post in België. Hoewel het oorlogsverhaal internationale kranten haalde, was hij geen mikpunt voor de Duitse bezetter. Maar ook de 'Weerstand' maakt geen melding van dit feit.In het boek ‘Stokken in de wielen’, het weerstandsepos van de Weerstand van de Spoorwegen, wordt het verhaal niet vermeld.Overigens: hoe moeten we de uitspraak begrijpen: ’La Résistance dérobe dans vos caisses des millions chaque mois’ uitgesproken tijdens de afscheidsrede n.a.v. zijn op pensioenstelling in 1952?

Als algemeen directeur NMBS

Delory bleef op post: hij werd benoemd tot directeur-generaal van de NMBS in 1946. Tijdens deze ambtsperiode toonde Delory zich als een technocratisch bestuurder. Hij loodste de NMBS door de moeilijke periode van de heropbouw na de 2de Wereldoorlog. Tevens maakte hij van de NMBS een slagader van het economische leven.

Onder zijn directeurschap werd het domein van Argenteuil aangeschaft door de NMBS en ter beschikking gesteld van het Koninklijk Hof (aanvankelijk als huisvesting voor prins Karel, uiteindelijk als paleis voor koning Leopold III).

Hij werd ook internationaal zeer actief als ondervoorzitter van Union Internationale des Chemins de fer (U.C.I.) in 1949 en was hij voorzitter van verschillende internationale conferenties over de spoorwegen. Delory ging in 1952 op pensioen.

Zijn tweede carrière als beheerder van Smals (1939-1978)

In 1939 was Fernand Delory betrokken bij de oprichting van de vzw Smals Smals (Société de Mécanographie pour l’application des lois sociales of Maatschappij voor Mecanographie), waarvan hij het voorzitterschap opnam. Smals/Maatschappij voor Mecanographie was één van de weinige instellingen die alleen maar mecanografische activiteiten had. Bij de oprichting van de RSZ in 1945 werden alle administratieve werken toevertrouwd aan Smals-MvM (een vzw, waarvan de RSZ het voornaamste lid was). Later groeide Smals uit tot een belangrijk IT-provider in kader van e-governement.

Eens met pensioen 1952, werd hij een bijzonder actief beheerder en stond hij in voor het goed functioneren van de Raad van Bestuur en de algemene vergadering. Wanneer hij het voorzitterschap doorgaf aan Léon-Eli Troclet in 1958, werd hij afgevaardigd bestuurder van Smals tot in 1978.In deze functie was hij onder meer verantwoordelijk voor het financieel beleid en personeelsbeleid.

Delory bleef actief bij Smals tot op zeer hoge leeftijd, tot het einde van zijn leven. Hij kwam bijna dagelijks naar zijn kantoor. In 1977 verving hij nog de operationele directeur en nam hij verschillende beslissingen in verband met de werkorganisatie. Op 30 mei 1978 kwam zijn de chauffeur zonder hem aan bij Smals: Delory was op 90-jarige leeftijd overleden.

Socialistisch militant

F.Delory heeft zich pas na zijn pensionering geuit als socialistisch militant. Hij zetelde voor de socialistische partij in de gemeenteraad van Rixensart (1959-1971).Als voorzitter van de Cercle Local d’Education Populaire de Rixensart (C.L.E.P.)(van 1953 tot 1956)was hij voorvechter van het officieel onderwijs. Hij werd overigens één van de eerste leden van de schoolraad van het opgerichte atheneum. Hij werd ook de eerste voorzitter van de Intercommunale Brabant Wallon I.B.W (IBW) in 1965. Zijn aanstelling is typerend: na heel wat discussie en getouwtrek werd Delory als consensusfiguur naar voor geschoven, vooral dan omwille van zijn diplomatieke gaven. Hij was toen al 78 jaar, maar dit belette hem niet om op pelgrimstocht te gaan en tientallen gemeentebesturen te bewerken om toch maar aan te sluiten bij de intercommunale. IBW groeide uit tot een van de belangrijkste intercommunales van de (huidige) Provincie Brabant-Wallon.

De eerbetuiging

Aan Fernand Delory werden verschillende medailles toegekend:

  • Burgerkruis 1ste klasse
  • Commandeur in de Leopoldsorde
  • Commandeur in de Kroonorde
  • Officier in het Erelegioen (de hoogste Franse nationale onderscheiding)
  • Commandeur in de Orde van Christus (van Portugal)
  • Groot Officier van de Eikenkroon van Luxemburg

Bij Smals werd zijn naam gegeven aan het pensioenfonds Delory. In opdracht van Smals werd een schilderij van hem gemaakt.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Publicaties:

  • M.Fernand Delory, Directeur Général quitte la S.N.C.B. In : Trains, nr.10, 1952.p.1-10.
  • Lokker, C, Stokken in de wielen. De Belgische spoormannen tijdens de tweede wereldoorlog. Antwerpen, 1985.p.1045. ISBN 90 341 0088 X.
  • Van Der Herten, Bart et autres, s.d.d., Le temps du train. 175 ans de chemins de fer en Belgique.75e anniversaire de la SNCB. Louvain, 2001, p.478. ISBN 90 5867 116 X.
  • Van Lerberge, Raphaël, Van mecanografie tot ICT. De geschiedenis van IT-provider SMALS, de vroegere Maatschappij voor Mecanografie. Brussel, 2014. 100p.(nog niet gepubliceerde studie),op : www.smals.be

Archiefbronnen:

  • het archief van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (Brussel)
  • het archief van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij, (Cegesoma), specifiek: dossier Rulot
  • het archief van Smals (Brussel), specifiek:de verslagboeken van de Raad van Bestuur (1939-1978)
rel=nofollow
rel=nofollow