Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Feminisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Het feminisme is een maatschappelijke en politieke stroming die de emancipatie van vrouwen nastreeft.

Politieke ideologieën
Dit artikel is een deel van

de reeks over politiek

Ideologie
Anarchisme
Christendemocratie
Communisme
Communitarisme
Conservatisme
Fascisme
Feminisme
Geoisme
Islamisme
Liberalisme
Libertarisme
Nationalisme
Pan-nationalisme
Nationaalsocialisme
Sociaaldemocratie
Sociaalliberalisme
Socialisme
Dorp:......

Vrouwen werden en worden op veel terreinen op een andere manier behandeld dan mannen, bijvoorbeeld op het gebied van opleiding, salaris, eigendom, recht op werk en inkomen, kiesrecht. Zo was het vrouwen tot aan het eind van de negentiende eeuw niet toegestaan te studeren aan een universiteit. Aletta Jacobs was de eerste vrouw die in Nederland geneeskunde studeerde. Marie Popelin was in België de eerste vrouwelijke jurist, die geweigerd werd als advocaat. Tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw mochten vrouwen vaak hun baan niet behouden als zij in het huwelijk traden (bijv. in overheidsdienst, waaronder in het onderwijs). In westerse landen is op dit gebied sinds 1950 veel veranderd, in vele andere landen is de rolverdeling tussen man en vrouw traditioneler gebleven.

Verdeling man-vrouw

In de participatie in verschillende beroepsgroepen is er ook nu nog, zelfs in de westelijke wereld, geen gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Vrouwelijke studenten op universiteiten kiezen vooral in Nederland nog steeds voor niet- of minder exacte vakken zoals geneeskunde of psychologie, en niet voor exacte vakken zoals natuurkunde. Maar in mediterrane landen als Italië en bijvoorbeeld in Turkije en Iran studeren wel ongeveer evenveel vrouwen als mannen een vak als natuurkunde.

In andere beroepsgroepen, zoals kapper, verpleger, secretaresse en schoonmaker zijn vrouwen oververtegenwoordigd. Dit soort "vrouwelijke" beroepen wordt minder gewaardeerd en slechter betaald dan soortgelijke functies die door mannen worden bekleed. Dit zou volgens sommigen te wijten zijn aan een nog steeds aanwezige - doch meer verborgen - discriminatie van vrouwen.

Het feminisme is als sterke maatschappelijke stroming tegen het eind van de twintigste eeuw ondanks de nog bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen echter vrijwel verdwenen in de westerse wereld, of beter gezegd, opgenomen in de hoofdstroom van de mensenrechten, zoals zij door de Verenigde Naties beschermd worden.

Geschiedenis van het feminisme

In het westen kent het feminisme een lange geschiedenis, die soms samenviel met strijd tegen andere misstanden zoals slavernij (bijvoorbeeld Sojourner Truth). Buiten Nederland en België hebben de wereldoorlogen grote invloed gehad. Doordat mannen aan het front moesten vechten, werden door gebrek aan mannelijke arbeiders, vrouwen aan het werk gezet in fabrieken. Na de oorlog weigerden vrouwen hun vrijheid en zelfstandigheid op te geven en gedwee terug te gaan naar het "aanrecht". Ook de opkomst van radicale linkse stromingen waaronder het communisme gaf een impuls aan het feminisme. Feminisme beïnvloedde zelfs de mode: in plaats van vrouwelijke kapsels werd het meer en meer mode om korte praktische kapsels te dragen, wat voordien als 'niet damesachtig' werd beschouwd.

Drie golven feminisme

Het feminisme heeft in Nederland en België drie golven gekend:

  • Eerste feministische golf: Aan het eind van de 19e eeuw werd vooral gestreden voor het vrouwenkiesrecht, met onder andere Wilhelmina Drucker in Nederland. In België stond Marie Popelin voor het burgerlijk feminisme, Emilie Claeys voor het socialistisch feminisme. Deze laatste richtte samen met Nellie van Kol de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond op. Ze waren voorgegaan door o.a. John Stuart Mill, met zijn Subjection of Women en Mary Wollstonecraft en de temperance movement in het Verenigd Koninkrijk.
  • Tweede feministische golf: Vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw werd vooral gestreden voor de seksuele en financiële mogelijkheden voor vrouwen. De strijd voor het recht op abortus was bijvoorbeeld een speerpunt van de groep Dolle Mina (de naam verwijst naar Wilhelmina Drucker). De Nederlandse organisatie Man, Vrouw, Maatschappij streed vooral voor gelijkwaardige opleidingsmogelijkheden en salaris. In België kwamen het Vrouwenoverlegkomitee (VOK) en de Nationale Vrouwenraad in de aandacht, naast het grote succes van de "traditionele" vrouwenverenigingen (KAV, SVV, KVLV).
  • Derde feministische golf: Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw kwamen er stromingen op die zich benoemden tot derde feministische golf. Onder deze en andere noemers presenteerden zich diverse nieuwe en vernieuwende stromingen in het feminisme. Te noemen vallen:
    • De strijd voor gelijke beloning voor gelijk werk.
    • Powerfeminisme; verzet zich tegen veronderstelde slachtofferhouding van feminisme. Hieronder valt ook Girl Power.
    • Feministische bewegingen onder migrantenvrouwen (Dolle Mina) die strijden tegen cultureel en/of religieus gemotiveerde achterstelling van vrouwen afkomstig uit bijvoorbeeld het Caribische gebied, Somalië, Turkije en Marokko. Omgekeerd zijn er in het westen ook stilaan jonge allochtone vrouwen - vooral van islamitische afkomst - die protesteren tegen het heersende idee dat zij binnen de kring van gezin en familie stelselmatig worden tegengewerkt bij het willen uitdrukken van hun eigen identiteit. Vooral over de hoofddoek wordt gediscussieerd. Opmerkelijk is dat hoe heviger deze discussie wordt gevoerd, hoe sterker deze jonge vrouwen zich manifesteren om duidelijk te maken dat zij het zelf zijn die er voor kiezen binnen een bepaalde (islamitische) traditie te blijven. Zie verder ook hieronder het hoofdstuk feminisme en Islam.
    • Stromingen die zich meer wensen te richten op de emancipatie van het ouderschap en daar ook mannen, vaders bij willen betrekken (emancipatie, feminisme). [1]
    • Stromingen die zich richten op het vergroten van de keuzemogelijkheden voor vrouwen ( en dus niet meer alleen op de betere deelname aan de arbeidsmarkt)[2]

Stromingen

Binnen het feminisme zijn verschillende stromingen te onderscheiden. Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen egalitaire en gynocentrische (ook: differentialistische) stromingen. Een grote stroming was het feministisch socialisme (femsoc).

Het feminisme werd voor sommige vrouwen een radicale levenswijze. Sommigen wezen elke invloed van een man in hun leven af en werden, bijvoorbeeld, een bewust ongehuwde moeder (BOM), waarbij de man alleen als leverancier van sperma nog een rol had. Anderen wensten niet langer seksuele omgang met mannen te hebben en werden uit principe lesbisch. Dit radicalisme is, als benoembare politieke keuze, vrijwel verdwenen. Al dan niet bewust ongehuwd moederschap is echter nog steeds een veelvormige maatschappelijke tendens.

Vrouwenhulpverlening

In de jaren zeventig ontstond er de feministische hulpverlening, later werd dat vrouwenhulpverlening genoemd. Haar oorsprong ligt in de fundamentele kritiek van feministen op de beeldvorming en behandeling van vrouwen in de toen gangbare hulpverlening. Klachten van vrouwen werden bijvoorbeeld te gemakkelijk afgedaan als ‘gezeur’ en ‘vaag’, en met medicijnen onderdrukt. Verhalen over verkrachting, incest of ander seksueel geweld werden niet serieus genomen; hulpverleners (m/v) veronderstelden al snel dat de vrouw het zelf wel uitgelokt zou hebben, of fantaseerde. Adviezen waren vaak gebaseerd op traditionele, stereotiepe ideeën over vrouwelijkheid, met name schoonheid, het huwelijk, moederschap en het huisvrouwenbestaan. In allerlei opzichten werden vrouwenlevens sterk gemedicaliseerd, wat onder andere resulteerde in onnodige verwijdering van baarmoeders. Deze feministische kritiek bleef niet beperkt tot woorden, maar vertaalde zich al snel in alternatieve vormen van hulp. Begin tachtiger jaren kwam hiervoor de term “vrouwenhulpverlening” in zwang.

Mannen en feminisme

Het feminisme heeft ook altijd mannelijke aanhangers gekend. Een belangrijk voorbeeld hiervan is Friedrich Engels[3]. Een deel van de feministische verworvenheid bestond eruit bepaalde speciale voorzieningen voor vrouwen in te richten, waarbij mannen werden uitgesloten. Zo kwamen er aparte vrouwenhuizen, vrouwenwelzijnswerk, en vrouwenhulpverlening zoals de FIOM. Omstreden vrouwenvoorzieningen waren de Blijf van mijn Lijf-huizen[4], waar vrouwen onderdak kregen, eventueel met de gezamenlijke kinderen, als ze bijvoorbeeld door mishandeling door hun echtgenoot in de knel kwamen.

Resultaten

Voorbeelden van de resultaten van het feminisme zijn:

  • Actief en passief kiesrecht voor mannen en vrouwen. Met uitzondering van de SGP hebben alle partijen in Nederland ook vrouwelijke leden en bewindslieden. Ministersposten worden bijvoorbeeld vaak ook door vrouwen bemand. Alleen de functie van Eerste minister en minister van defensie is in Nederland nog nooit door een vrouw bekleed.
  • Het recht op gelijke beloning voor gelijk werk voor mannen en vrouwen. Om dit recht te kunnen uitoefenen als een werkgever niet conform de wetgeving handelt, is er in 1994 in Nederland een Commissie Gelijke Behandeling opgericht, waar vrouwen konden aankloppen om hun recht te verkrijgen.
  • Recht op toegang tot hoger onderwijs, inclusief universitair onderwijs voor vrouwen
  • Meer deelname van vrouwen in allerlei maatschappelijke organisaties, zoals politieke partijen, kerken en besturen.
  • Recht op abortus, zwangerschapsverlof en bevallingsverlof (later uitgebreid tot ouderschapsverlof dat ook voor mannen beschikbaar is)
  • Verbod op ontslag bij zwangerschap
  • Verbod op verkrachting binnen het huwelijk
  • Afschaffing van het woord "juffrouw" of "mejuffrouw". Vroeger werd dit gebruikt voor ongetrouwde vrouwen, tegenwoordig wordt elke vrouw "mevrouw" genoemd. De uitdrukking werd door de feministen als denigrerend gezien.
  • Afschaffing van vrouwelijke uitgangsvormen bij namen van beroepen. Directrice werd directeur; kunstenares werd kunstenaar; chauffeuse werd chauffeur, enz.
  • In het algemeen wordt het door feministen als een verworvenheid gezien dat vrouwen in gevallen van achterstand positief worden gediscrimineerd. Zo wordt soms bij vacatures bij gelijke geschiktheid van kandidaten gekozen voor een vrouw; met name bij vacatures van de overheid in Nederland.

Nog bestaande achterstanden

In de praktijk bestaan er aan het begin van de 21ste eeuw echter nog steeds achterstanden voor vrouwen, of beperken traditionele opvattingen over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen een actieve maatschappelijke positie voor vrouwen.

Voorbeelden zijn:

  • traditionele keuze van studie of beroep. Meisjes worden geacht minder goed te zijn in de exacte vakken. Vaak sturen de docenten op Middelbare scholen de keuze voor een vakkenpakket van meisjes.
  • traditionele keuze bij de opvoeding van de kinderen. Vaak kiezen echtparen ervoor dat de vrouw na de geboorte van kinderen part-time gaat werken. Soms met als motief dat de vrouw het minste verdient. Hieruit blijkt ook dat bij traditionele echtparen de vrouw minder verdient dan de man.
  • traditionele keuzes bij het huishouden. Dit uit zich bijvoorbeeld nog steeds in op vrouwen gerichte reclame van schoonmaakmiddelen en schoonmaakapparatuur.
  • eisen die gesteld worden aan het uiterlijk. Van vrouwen wordt eerder verwacht dat zij er perfect uitzien dan van mannen. Reclame voor cosmetica, haarverf, etc. is dan anno 2009 vrijwel alleen gericht op vrouwen.

Relatie monotheïsme en patriarchaat

Door antropologen is vastgesteld dat het geslacht dat in de gangbare religie aan een opperwezen wordt toegedicht vaak connotaties heeft met dieper gewortelde tendensen in de samenleving qua dominantie van mannen of vrouwen via de machtscentra. Deze wijst dan respectievelijk in de richting van patriarchaat of matriarchaat, en kan een tegenhanger hebben in de overheersing van respectievelijk monotheïsme of polytheïsme. In matriarchale en pantheïstische kringen wordt (of werd) het concept Godin gezien als de vrouwelijke versie van of als analoog aan God in Abrahamistisch perspectief. Dit laatste wordt door feministen beschouwd als gebaseerd op een patriarchaal concept van dominantie, tot zelfs uitsluiting van vrouwelijke begrippen toe.

Feminisme in de Arabische-islamitische wereld

Ook binnen de Arabische-islamitische wereld ontstonden in de loop van de twintigste eeuw feministische bewegingen, veelal binnen het kader van de islam. Dit wordt wel moslimfeminisme genoemd (in tegenstelling tot seculier feminisme), hoewel veel van de actoren zelf bezwaar tegen deze term hebben. Schrijfsters als de Marokkaanse Fatima Mernissi en de Egyptische arts Nawal el Saadawi verzetten zich in hun werk tegen de onderdrukking en rechtsongelijkheid van de moslimvrouw. Zo is bijvoorbeeld, de getuigenis van een moslimvrouw binnen de islamitische wetgeving slechts de helft waard van die van een man, en bij erfenissen heeft zij slechts recht op de helft van waar een man recht op heeft. In sommige moslimlanden worden daarom als concessie enkele oude shariawetten en tradities voorzichtig losgelaten. In Marokko bijvoorbeeld werd eind 2003 een wet aangenomen die vrouwen meer rechten geeft bij echtscheiding en erfeniskwesties.

Kritiek

Het feminisme heeft sinds haar opkomst bloot gestaan aan kritiek uit diverse hoeken van de samenleving. De kritiek is in een aantal aspecten en richtingen te verdelen:

  • Kritiek op de praktische gevolgen van de feministische beweging.
  • Kritiek op het door sommige feministen aangehangen principe van positieve discriminatie
  • Kritiek op extreme feministische opvattingen
  • Kritiek op het feminisme als ideologie
  • Kritiek op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
  • Kritiek op de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen

Deze kritiek uit zich in een aantal verschillende stromingen die zich zowel ter linker als ter rechterzijde van het politieke spectrum begeven en waarbij vaak ook vrouwen zijn betrokken.

Zo stellen tegenstanders dat de tweede feministische golf de stabiliteit van gezinnen heeft aangetast. Zij baseren zich hierbij onder andere op het sterk gestegen percentage van echtscheidingen. Verder zou het feminisme hebben geleid tot ongelijke behandeling van mannen en met name vaderschapsdiscriminatie. Daar staat tegenover dat sommige feministen deelname van vaders aan de zorg hebben bepleit. Vaders maakten van de gelijkheidsidealen, die ook door de egalitair-feministen werden aangehangen, gebruik om meer voor hun kinderen te zorgen en met hen op te trekken. Was het voor de jaren zeventig ondenkbaar dat een man achter de kinderwagen liep, in 2008 is het geaccepteerd als een vader intensief met zijn kinderen, hoe klein ook, optrekt, of ermee thuis blijft om alleen voor ze te zorgen.

Bekende feministen

Als vroege feministen kunnen wellicht gezien worden:

Zie ook

Literatuur

  • Abbes, J.K. De moord op de moedergodin, Pelckmans, Kapellen, 1997
  • Baringa, Anna & Cashford, Jules The myth of the Godess – evolution of an image, Ankara, Penguin Books, 1991
  • Ehrenburg M. Women in Prehistory, British Museum Press, Londen 1989
  • Ergener, Reşit Anatolia land of Mother Goddess (1988), Hitit publication Ankara, ISBN 975-7521-02-7.
  • Gimbutas, Marija (1991) The Civilization of the Goddess
  • Jacobsen, Thorkild, The Battle between Marduk and Tiamat, Journal of the American Oriental Society, Vol. 88, N° 1 (Jan. - Mar.), 1968, pp. 104-108,
  • Neumann, Erich. (1991). The Great Mother. Bollingen; Repr/7th edition. Princeton University Press, Princeton, NJ. ISBN 0-691-01780-8
  • Patai, Raphael The Hebrew Goddess (1967), derde editie, 1990, Wayne State University Press, ISBN 0-8143-2271-9
  • Selim, Nahed Allah houdt niet van vrouwen, Houtekiet, 2007, ISBN 978-90-5240-958-0
  • Stone M., Eens was God als Vrouw belichaamd. De onderdrukking van de riten van de vrouw, Katwijk, 1979. ISBN 90-6077-582-1
  • Timmer, Maarten Van Anima tot Zeus: encyclopedie van begrippen uit mythologie, religie Lemniscaat Publishers, 2001
  • Walker, Barbara G. The Woman's Encyclopedia of Myths and Secrets, 1986, Harper & Row, Londen, ISBN 0 06 250925 X
  • Warner, Marina Alone of all her sexe, over de cultus van de maagd Maria.
  • Watts A. Myth and Ritual in Christianity
  • Nicole Bédrines, Régine Lilensten, Claude Rose Touati, Idées reçues sur les femmes, coll. « Anthologie de l'humour involontaire », éd. Hier et demain, 1978, 192 p. - ISBN 2-7206-0047-4
  • Antoinette Fouque , « Il y a deux sexes ».Gallimard,collection le Débat 1995,2004 pour une version augmentée et Gravidanza-féminologie II. Editions des femmes, 2007.
  • Alexandra David-Néel, le Féminisme rationnel (discours prononcé devant le Congrès des femmes italiennes de 1906, et des textes extr. de la Fronde, 1902-1903). Société Nouvelle, Brussel, 1909. Réédition en 2000, en fac-simile, sous le même titre, suivi de l'essai Les femmes, ces immigrées de l'intérieur, de Catherine Lafon. Les Nuits rouges, collection « les Nuits rouges », Parijs, 2000. 119 p. ISBN 2-913112-07-2.
  • Christine Bard, Les Filles de Marianne, Histoire des féminismes, 1914-1940, Parijs, Fayard, 1995.
  • Simone de Beauvoir, Le Deuxième Sexe (2 tomes), Gallimard, 1986.
  • Luce Irigaray, Pouvoirs de l'horreur, Seuil, 1980. ISBN 2-02-006603-3.
  • Julia Kristeva, Ethique de la difference sexuelle, Minuit, 1984.ISBN 2-7073-0680-0.
  • Pierre Bourdieu, La domination masculine, Seuil coll. Points/Essais, 1998
  • Sylvie Chaperon, Les Années Beauvoir, 1945-1970, Parijs, Fayard, 2000.
  • Christine Delphy, L’Ennemi principal 1, Économie politique du patriarcat, Parijs, Syllepse, 1998 (Nouvelles Questions féministes
  • Françoise Héritier, Masculin – féminin. Éditions Odile Jacob, Parijs. 2 volumes :
  • Luce Irigaray, Spéculum, de l’autre femme, Parijs, Minuit, 1974.
  • Françoise Picq, Libération des femmes, les années-Mouvement, Parijs, Seuil, 1993.
  • Dictionnaire critique du féminisme (coordonné par Helena Hirata, Françoise Laborie, Hélène Le Doaré et Danièle Senotier). Presses Universitaires de France, collection « Politique d'aujourd'hui », Parijs, 2000. XXX + 299 p. ISBN 2-13-050009-9. Édition revue, corrigée et augmentée (2004), chez le même éditeur, même collection : XXX + 315 p. ISBN 2-13-052417-6.
  • Eliane Gubin (dir.), Le siècle des féminismes, Éditions de l'atelier, 2004
  • Guillaume Carnino, Pour en finir avec le sexisme, Éditions l'échappée, 2005
  • Christelle Taraud, Les Féminismes en questions - Elements pour une cartographie, entretiens avec Christine Bard, Marie-Hélène Bourcier, Christine Delphy, Eric Fassin, Françoise Gaspard, Nacira Guénif-Souilamas et Marcela Iacub, Parijs, Éditions Amsterdam, 2005.
  • Jean Gabard, Le féminisme et ses dérives - Du mâle dominant au père contesté, Les Editions de Paris, 2006.
  • Françoise Le Jeune (coord.), Paroles de femmes, histoires de femmes, CRINI, Nantes, 2003, 226 pages, ISBN 2-86939-182-X.
  • Françoise Le Jeune (coord.), Paroles de femmes dans la guerre (1914-1918), CRINI, Nantes, 2005, 217 pages, ISBN 2-9521752-2-5.
  • Michèle Le Dœuff, Le sexe du savoir, Aubier, Parijs, 1998. ISBN 2-08-081461-3

Refenties

Bronvermelding :

WikiWoordenboek
WikiWoordenboek
Zoek feminisme
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Feminism op Wikimedia Commons

rel=nofollow