Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Elektrische bus

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
rel=nofollow

Een elektrische bus is een door elektromotoren aangedreven autobus die gebruikmaakt van elektriciteit die afkomstig is van bijvoorbeeld chemische energie die wordt opgeslagen in batterijen of uit brandstofcellen.

Een trolley bus is een door elektromotoren aangedreven autobus die gebruikmaakt van elektriciteit die afkomstig is van een bovenleiding, analoog aan die van een elektrische tram.

Geschiedenis

Nadat Werner von Siemens in 1882 in Halensee (Berlijn) de eerste voorloper van een trolleybus presenteerde, nam Netphener Omnibusgesellschaft 1895 tussen Siegen en Deuz, 's werelds eerste buslijn op benzine in gebruik.

Pionier was hier de Algemene Berliner Omnibus AG (ABOAG) die (LEL) en de Gülcher accu fabriek om reeds op 25 mei 1898 in samenwerking met de Unie Electric Company haar eerste elektrische bus op een officiële proefrit uit het depot Kurfürstenstraße Halensee station en weer terug aan het publiek gepresenteerd. Het was een conversie van een groot omnibus, de verdere experimenten ondernam in de aflevering, maar niet doorgegeven aan de control mode.

Ook in 1889, op zijn beurt, presenteerde de ABOAG - maar in samenwerking met de UEG concurrenten Siemens & Halske - de zogenaamde elektrische tram-bus voor. Het was een twee-weg voertuigen, in de vorm van een bus die ook is voorzien van geleidewielen en Lyrastromabnehmer. Dit stelde hem in staat om de batterij tijdens het rijden op een trambaan lading aan dan aftakken met opgeheven nietsnutten en boog kopers in batterijvoeding van de spoorlijn. De batterijen hebben een bereik van zes kilometer, het project tot stand is gekomen, maar ook testritten niet en was in 1900 hersteld.

Een andere elektrische bus in Berlijn presenteerde de Charlottenburg Wagenbauer Kühlstein 1899. De auto had twaalf zitplaatsen binnen, twaalf top en twee stahoogte en was in staat om 100 km op een enkele lading te overwinnen. Met de start van de internationale automobiel tentoonstelling op 3 september 1899 bezocht hij de lijndienst tussen Anhalter Bahnhof en Stettin Station. Een heffing was genoeg voor zes ritten bij Askanischer Platz bevond zich het laadstation. Van 13 maart 1900 ten slotte reed in totaal tien dergelijke voertuigen op de baan, maar had deze regelmatig verkeer door diverse verstoringen eind 1900 weer verlaten.

Reden: Fijnstof

Bij de huidige vervoersvorm van het busvervoer is de fijnstof een vorm van luchtvervuiling. Tot fijnstof worden in de lucht zwevende deeltjes kleiner dan 10 micrometer gerekend. Fijnstof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte, herkomst en chemische samenstelling. Het merendeel van het fijnstof in Nederland, zo'n 55 procent, is natuurlijk. Dit is voornamelijk zand en zeezout.[1] Uit epidemiologische en toxicologische gegevens blijkt dat fijnstof bij inademing schadelijk is voor de gezondheid. In Nederland en België sterven enkele duizenden mensen enige dagen tot maanden eerder door blootstelling aan fijnstof. Bovendien is de morbiditeit door (chronische) blootstelling hoog.[2] Bij mensen met luchtwegaandoeningen en hart- en vaatziekten verergert chronische blootstelling aan fijnstof hun symptomen[3] en het belemmert de ontwikkeling van de longen bij kinderen. De normen voor fijnstof worden in Europa op veel plaatsen overschreden, vooral langs drukke wegen, door voertuigemissies.

Opgewekte elektriciteit

De vraag is echter of elektriciteit wel echt schoon is. Immers, het wordt in veel gevallen opgewerkt in kolencentrales, die allerminst schoon zijn. Op dit moment is elektrisch rijden inderdaad lang niet altijd echt schoon. Maar daar wordt hard aan gewerkt. Je ziet dat steeds meer stroom afkomstig is van schone bronnen zoals windmolenparken en/of zonneparken. Deze stroom is niet permanent beschikbaar.

Bij bussen die op waterstof rijden kan met behulp van een brandstofcel elektriciteit worden opgewekt.

Opladen elektriciteit

Het opladen van de batterijen van een elektrische bus kan bij stilstaande bus op de volgende manieren:

  • De manier om bij een laadpunt met speciale stekker en kabel te laden. Geschikt voor het laden van nachtstroom.
  • Het plaatsen van een oplaadplaat onder de grond. Zodra het voertuig op de plaat staat, kan de batterij worden opgeladen.
  • De andere manier bestaat uit een lantaarnpaal constructie, waarbij de paal gedeeltelijk boven de bus hangt.
  • Een eerste optie is een laadpaal met pantograaf die op het moment als de bus er onder staat naar beneden op het dak van de bus gaat, kan het opladen beginnen.
  • Een tweede optie is een pantograaf op het dak van de bus, deze gaat omhoog en maakt contact met de laadpaal, kan het opladen beginnen.

Het periodiek opladen is de meest levensvatbare variant van het opladen van een elektrische bus. Het voertuig opladen bij de verschillende tussenstops en/of eindpunten zorgt ervoor dat de accu niet groot hoeft te zijn en doet over het algemeen een kleiner beroep op het elektriciteitsnet dan wanneer gekozen wordt voor de laadpaal techniek.

Bij nachtelijk opladen gaat het om elektrische bussen waarbij ’s nachts in de stelplaats of depot de batterijen met nacht stroom worden geladen.

Bij opladen tijdens het rijden vind het opladen van de batterijen bij trolleybus tijdens het rijden plaats. De bedoeling is dat twee Arnhemse trolleybussen als Trolley 2.0 vanaf 2017 aan de uiteinden van trolleynet minstens 10 kilometer kunnen doorrijden naar omliggende kernen. [4]

Toekomst

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft op 9 oktober 2012 op de Ecomobielbeurs in Rotterdam een Green Deal met de Stichting Zero Emissie Busvervoer ondertekend waarin verklaard wordt dat in 2025 alle OV bussen in Nederland op zero emissie moeten rijden. Bussen stoten dan geen luchtvervuilende of klimaatbelastende emissies meer uit.[5]

Staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu maakte op 15 april 2016 afspraken met alle concessie-houders (12 provincies en de 2 vervoersregio's) over de vervanging van vervuilende Nederlandse bussen.

Conclusie: "Na 2025 moeten alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer rijden op elektriciteit uit batterijen of elektriciteit uit waterstof".

Dit was met instemming van Floor Vermeulen (gedeputeerde Provincie Zuid-Holland namens de 12 provincies), Pex Langenberg (wethouder Rotterdam namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag) en Pieter Litjens (wethouder Amsterdam namens de Stadsregio Amsterdam).[6][7]

Staatssecretaris Sharon Dijksma maakte op 18 mei 2016 bekend dat er een Europees garantiefonds komt om vervoerders in heel Europa aan te sporen meer elektrische bussen te kopen.[8] [9]

Concessies

Concessies uitgevoerd met elektrische bussen mogen langer duren dan de reguliere bussen in de huidige concessies. Op 13 juli 2015 laat staatssecretaris Wilma Mansveld in een brief aan de Tweede Kamer weten. Is de duur van ‘gewone’ concessies acht tot tien jaar, die voor elektrisch vervoer mogen twaalf tot vijftien jaar duren. Dat is gebleken uit overleg van Mansveld met het directoraat-generaal Mobiliteit en Transport van de Europese Commissie.[10]

Fabrikanten

Busfabrikanten lanceren laad-standaard met als doel een open interface tussen elektrische bussen en laadinfrastructuur verzekeren en de introductie van elektrische bus in Europese steden bevorderen. Met het oog op de behoeften van deze steden te voldoen, Europese busfabrikanten Irizar, Solaris, VDL en Volvo hebben samen met het opladen van systeemleveranciers ABB, Heliox [11] en Siemens overeengekomen om een ​​open, transparante en vrijwillige benadering. [12]

In het najaar van 2014 moet het eerste project van start gaan met het opladen van een elektrische bus via een pantograaf.[13][14] De Pantograaf van de Firma Schunk [15] is op het dak boven de tweede as gemonteerd. In Nederland zijn nu VDL en Ebusco al de belangrijke producenten van elektrische bussen en de Chinese busfabrikant BYD heeft ook een vestiging in Nederland.

Projecten

Nederland

Zie Elektrische bus in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Duitsland

De eerste van totaal acht bussen van het type Citea SLFA-180 Electric volgens BRT-Design (Bus Rapid Transit) werd op 26 oktober 2015 aan de Kölner Verkehrs-Betriebe AG (KVB) overhandigd. De Pantograaf van de Firma Schunk [15] is op het dak van het voorste deel boven de tweede as gemonteerd. De batterijen worden bij eindpunten met snel laders geladen met 250 kW. Dit duurt ca. 5 tot 10 minuten. In de nacht worden in het depot de batterijen via een kabel gevoed. Na een testfase op lijn 133 zet het Kölner Verkehrs-Betriebe de acht elektrische bussen vanaf december 2016 in.[16]

Zie ook

Bronvermelding

rel=nofollow