Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Egel

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 1 jul 2009 om 19:02 (De egel is een algemeen, wijdverbreid zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Egel&oldid=17364670]))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De egel oftewel Erinaceus europaeus is een algemeen, wijdverbreid zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). De egel is een bekende verschijning in tuinen in West-Europa. Hij is vooral bekend om zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen.

Uiterlijke kenmerken

De lengte is ongeveer 22,5-27,5 cm. Ze hebben een staartje van 15-30 mm, en worden 12 tot 15 cm hoog. De egel wordt maximaal 8 tot 10 jaar oud in gevangenschap, maar in de natuur ongeveer 4 tot 6 jaar. Het gewicht is tussen de 400 en 1200 gram. De rug van de egel is bedekt met ongeveer 6000 stekels van 2-3 cm en bij bedreiging rolt de egel zich op tot een bal. Deze stekelige bal vormt een goede bescherming tegen natuurlijke vijanden zoals de vos, maar is kansloos tegen auto's. Hij wisselt zijn stekels zelden en onregelmatig, gemiddeld gaan stekels zo'n 18 maanden mee. Egels hebben vaak een kenmerkend patroon in hun stekels.

Voedsel

Zijn dieet bestaat uit (naakt)slakken, wormen en insecten als mestkevers en rupsen; egels zijn daarmee nuttige helpers in de ongediertebestrijding. Ook eten ze spinnen, en een enkele keer grijpen ze kleine gewervelde dieren als kikkers, hagedissen, jonge knaagdieren, vogeleieren en aas, of plantaardig voedsel als fruit en paddenstoelen. Beweringen dat hij ook slangen kan doden zijn nooit bewezen. Het zijn nachtdieren, die gemiddeld zo'n 70g voedsel per nacht eten.

Gedrag

In de herfst als de temperatuur daalt en het voedselaanbod schaars wordt, gaat de egel in winterslaap. Hij bouwt voor de winterslaap een nest van gras en bladeren. De meeste egels wisselen meerdere keren van nest in de winter.

Na het ontwaken uit de winterslaap begint in mei, juni het paarseizoen. Paren is een langdurig liefdesspel, dat omzichtig maar vooral ook voorzichtig gebeurt.

De draagtijd van de egel bedraagt 31 tot 35 dagen. Een worp bestaat uit gemiddeld drie tot zes (twee tot tien is mogelijk) kale, dove en blinde jongen, echter wel al met (zachte) stekels. De jongen worden geboren in een nest van gras en bladeren, soms wordt er gebruikgemaakt van verlaten konijnenholen. Zogen en opvoeden gebeurt alleen door het vrouwtje. Jongen kunnen zich na 11 dagen oprollen, en na 22 dagen verlaten ze voor het eerst het nest. De jongen worden na vier tot zes weken gespeend. Daarna worden ze door de moeder verstoten en moeten ze zichzelf weten te redden. Egels hebben een of twee worpen per jaar.

Egels zijn solitaire dieren. Soms kan een paartje een nest delen, maar dit is voor een korte tijd. Groepen egels zijn meestal een moeder met jongen. Ze hebben geen territorium. Het geluid van egels bestaat uit snuiven bij het eten en knorren bij gevaar. Van de zintuigen zijn vooral het gehoor en de reukzin goed ontwikkeld. Ze kunnen goed klimmen en zwemmen. Onbekende stoffen of nieuwe geurtjes onderzoekt de egel met het zogenaamde 'Orgaan van Jacobson' dat ook bij slangen en hagedissen zeer goed ontwikkeld is. Het is een extra zintuig dat tussen het gehemelte en de neusholte ligt. In speciale cellen worden adem en speeksel op nieuwe geur- en smaakprikkels onderzocht. Eerst beknaagt of beruikt de egel de nieuwe stof met grote aandacht, dan procuceert hij enorme hoeveelheden speeksel. Als hij echter eenmaal de zintuigelijke ervaring heeft verwerkt, dan spuugt hij het speeksel op zijn rug terwijl hij zich in de vreemdste bochten wringt. Het orgaan is nu weer schoon en klaar voor verdere nieuwe prikkels. (Het zichzelf 'bespeekselen' is helaas in veel gevallen met rabiës (hondsdolheid) verwisseld. Van deze gevaarlijke ziekte hebben egels echter juist bijzonder weinig last.) De normale levensverwachting is vier tot zeven jaar, met een maximum tot 16 jaar. De belangrijkste doodsoorzaak is waarschijnlijk verhongering tijdens de winterslaap, maar in stedelijke gebieden is dit het verkeer. De belangrijkste natuurlijke vijand is waarschijnlijk de das.

Mensen hebben zelden egels gegeten, maar in de Duitse taal hebben zigeuners de bijnaam "Igelfresser" gekregen omdat zij de gewoonte zouden hebben gehad om egels in klei te rollen en vervolgens te roosteren[1]. De stekels zouden dan in de klei achterblijven. De egel is een beschermd dier en consumptie en het houden in gevangenschap zijn verboden. Voor gewonde, verweesde en zieke egels kan men de dierenambulance bellen.

Leefgebied

De egel komt voor in een groot gedeelte van West-Europa. Hij komt voor van Ierland via Zuid-Scandinavië tot Noordwest-Rusland, en van Portugal tot Duitsland en Italië. In Oost-Europa leeft de nauwverwante Oost-Europese egel (Erinaceus concolor). De egel is ingevoerd in Nieuw-Zeeland. De eerste egels werden in 1885 uitgezet in Dunedin en Christchurch als bestrijding van ongedierte en meerdere officiële en onofficiële uitzettingen volgden. Tegenwoordig komt de egel algemeen voor op zowel het Noordereiland als het Zuidereiland, de hoge bergstreken uitgezonderd.

Egels komen voor in loofbossen, vochtige weiden en grasvelden. Hij is vooral dol op bosranden, waar deze leefgebieden samenkomen. De egel komt ook voor in zandduinen, mits begroeid, maar je vindt hem zelden in naaldwoud, of in bergen boven de boomgrens. De egel komt veel voor in tuinen, waar sommige mensen ze bijvoeren. Koemelk is uit den boze voor egels; de lactose in melk bezorgt ze hevige diarree. Honden- of kattenvoer sluit beter aan op zijn natuurlijke voedsel. Beter is niet in te grijpen, en de egel zijn gang te laten gaan.

Bijgeloof

Volgens het bijgeloof stelen ze appels op hun ruggen en zuigen ze melk uit de uiers van koeien. Om deze redenen werd er vroeger jacht op de egel gemaakt.[2]

Externe links

Referenties

Bronvermelding :

Referenties