Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dhimmi

Uit Wikisage
Versie door Gentenaar (overleg | bijdragen) op 8 jun 2018 om 19:09
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dhimmi is het Arabische woord voor de status van joden, christenen en enkele anderen onder de islam. Het woord dhimmi' stamt van het Arabische ahl adh-dhimma.

Omdat joden, christenen (en ook de overwegend in Indië levende Parsim en anderen) volgens de islam nog een aantal kernen van waarheid bewaren, mochten zij in door de islam beheerste gebieden hun geloof behouden en krijgen zij een speciaal voorkeursstatuut boven de ’heidenen’ en de ’afgodendienaars’. Een voorwaarde hiertoe was dat zij de heerschappij van de islam erkenden.

In het geval van een aanval door een vijandig leger, werden dhimmi’s door de moslims beschermd. Zij hadden het recht om in aangewezen locaties te wonen, hun eigen godsdienst uit te oefenen, te werken en handel te drijven. Dhimmi’s waren verschoond van militaire dienst en hoefden zich niet te houden aan islamitisch-religieuze verplichtingen. Zij moesten wel een extra belasting (jizyah) en landbelastingen betalen aan de moslimautoriteiten. Tevens werden zij onderworpen aan allerlei andere beperkingen in vergelijking tot moslims en de islam. Zo moesten zij een herkenningsteken op hun kleding dragen of mochten zij bepaalde kleding niet dragen, en mochten zij hun huizen niet hoger bouwen dan dat van moslims. Zij mochten geen kerkklokken luiden en het was niet toegestaan nieuwe synagogen, gebedshuizen of kerken te bouwen zonder de toelating van de moslimautoriteiten.

Moslimmannen konden wel met joodse of christelijke vrouwen trouwen of hen als concubines houden, maar een joodse of christelijke man mocht niet met een moslimvrouw trouwen zonder zich officieel tot de islam te bekeren. Op het kritiseren van de Koran en Mohammed stonden strenge straffen en pogingen om moslims te bekeren waren verboden. Verder mochten joden in verschillende perioden van de geschiedenis geen paarden of kamelen berijden, geen wapens dragen, geen publiek ambt vervullen, geen gebedsplaatsen bouwen of repareren, niet luid rouwen, geen schoeisel dragen buiten het Joodse ghetto-stadsdeel, e.d.

Door zich te houden aan de voorgeschreven regels konden joden en christenen in een ’relatief’ goede verstandhouding leven, bijvoorbeeld in het Moorse Spanje.[1]

Het dhimmi-statuut is vergelijkbaar met het Bijbelse statuut voor de ger tosjav, de „inwonende vreemdeling” of vreemde resident, iemand die tussen de joden woonde, zich daarom aan een aantal van de wetten moest houden en ook bepaalde rechten kreeg.[1]

Dhimmitude

De uit Egypte afkomstige joodse schrijfster Bat Ye'or introduceerde de hedendaagse term Dhimmitude, die zij als oorzaak aanwijst voor de botsing tussen moslims en niet-moslims. In landen waar de islam al eeuwen de leidende cultuur is, gedragen moslims zich vaak superieur ten aanzien van andere religies (jodendom, christendom, hindoeïsme, baha'i) en zij verwachten van deze bevolkingsgroepen een onderdanige houding. Om te overleven nemen minderheden die houding dan ook stelselmatig aan. Bat Ye'or ziet dat Westerse politici, met name de progressieven en de socialisten, zich als dhimmi's naar de moslims toe gedragen, en waarschuwt dat dit moslims slechts uitnodigt om steeds meer eisen te stellen.

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 Henri Rosenberg, Syllabus joods recht, Radboud Universiteit Nijmegen, vijfde druk, Antwerpen, 2005, p. 33-34. http://www.henrirosenberg.com/Syllabus2005.pdf