Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Declaration of Facts

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 26 sep 2014 om 11:04 (logo)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De „Declaration of Facts” of „Verklaring van Feiten” was een door Jehovah's Getuigen wijd verspreid document dat bedoeld was om de neutrale positie bekend te maken die de getuigen innamen in de dertiger jaren van de twintigste eeuw.[1]

Historische achtergrond

Toen het nazi-regime in 1933 aan de macht kwam begon het de activiteiten van de Bijbelonderzoekers te verbieden. Het kantoorgebouw van het Wachttorengenootschap in Berlijn en vergaderzalen werden in beslag genomen, zodat Joseph F. Rutherford en Nathan H. Knorr zelfs persoonlijk naar Duitsland kwamen om te trachten het werk en de eigendommen veilig te stellen.[2]

In een poging het tij te keren en de nazi’s te verzekeren dat ze van de kant van de Bijbelonderzoekers geen tegenstand hadden te verwachten, stelde Joseph F. Rutherford van het Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania een „Verklaring van Feiten” op.

Vrijgave

Deze Verklaring werd bekendgemaakt en in gedrukte vorm vrijgegeven op een congres van de getuigen, dat plaatsvond in een sporthal in Berlijn Willmersdorf op 25 juni 1933.[3] Er werden ruim 2,1 miljoen exemplaren door heel Duitsland verspreid. Enkele daarvan werden ook naar regeringsfunctionarissen verstuurd en ook Adolf Hitler werd niet over geslagen.[4]

Het document maakte duidelijk dat de Getuigen geen politieke voorkeur uitten, maar juist de vrijheid wilde hebben om openlijk hun boodschap te kunnen verkondigen. Er werd ook de beschuldiging geuit dat er door andere religies campagnes waren opgezet om de mensen foutief over Jehovah’s Getuigen te informeren.

De Getuigen hoopten dat dit document de regeringsfunctionarissen en Adolf Hitler, alsook de publieke opinie zou overtuigen dat Jehovah’s Getuigen geen gevaar vormden voor de Duitse bevolking en de Duitse staat.[5]

Alle hoge regeringsfunctionarissen moesten een exemplaar ontvangen. Deze „Verklaring van Feiten” was bedoeld om de kritiek van tegenstanders te weerleggen en het wantrouwen bij de nazi’s weg te nemen door het gezagsgetrouwe karakter van de Bijbelonderzoekers te benadrukken.

Inhoud

Daar de „Verklaring van Feiten” in beginsel aan de nazi-autoriteiten gericht was, werden alle middelen aangewend om een zo pro-Duits beeld als mogelijk was te schilderen, waarbij zelfs antisemitisch klinkende uitspraken niet werden geschuwd.

Het zijn de commerciële Joden van het Brits-Amerikaanse rijk die de Grote Zakenwereld opgebouwd en in stand gehouden hebben als een middel om de mensen van vele natiën uit te buiten en te onderdrukken.

Het tijdschrift Ontwaakt! van 8 juli 1998 zegt over deze passage: „Deze verklaring doelde natuurlijk niet op de joden in het algemeen, en het is spijtig als ze verkeerd is begrepen”. De „Verklaring” zei ook: „Dit feit is in Amerika zo bekend dat er een spreekwoord bestaat over de stad New York dat luidt: De Joden bezitten het, de Ierse Katholieken besturen het, en de Amerikanen betalen de rekeningen.”

Waar mogelijk probeerde de „Verklaring” de overeenkomsten van de principes het Wachttorengenootschap met die van de nazi-regering te benadrukken:

Een zorgvuldig onderzoek van onze boeken en lectuur zal onthullen dat juist de hoge idealen die de huidige nationale regering huldigt en propageert, in onze publikaties uiteengezet, onderschreven en krachtig beklemtoond worden, en zal te zien geven dat Jehovah God erop zal toezien dat allen die rechtvaardigheid liefhebben mettertijd deze hoge idealen zullen bereiken. Daarom, in plaats van dat onze literatuur en ons werk een bedreiging vormt voor de principes van de huidige overheid, zijn wij de sterkste aanhangers van zulke hoge idealen. Om deze reden heeft Satan, de vijand van alle mensen die rechtvaardigheid verlangen, geprobeerd ons werk verkeerd voor te stellen en ons te verhinderen het uit te voeren in dit land. . . . In plaats van tegen de idealen verdedigd door de regering van Duitsland te zijn, staan we vierkant achter zulke idealen, en wijzen er op dat Jehovah God door Jezus Christus de volledige vervulling van deze idealen zal verwezenlijken.

Een aantal Bijbelonderzoekers in Duitsland waren ernstig teleurgesteld in de inhoud van de „Verklaring van Feiten”.[2] Het Wachttorengenootschap zou lange tijd beweerd hebben[feit?] dat de Duitse tekst een afgezwakte versie van Rutherfords Engelse tekst was, om moeilijkheden met het regime te voorkomen. Daarbij werd verwezen naar het feit dat de vertaling werd gemaakt door Paul Balzereit, die de beweging twee jaar later verliet. Dat de Engelse tekst en de Duitse vertaling goed overeenkomen, blijkt uit vergelijking van de „Verklaring van Feiten” die in het Jaarboek voor 1934 is opgenomen.[6]

De historicus James Penton, zelf een voormalige Getuige, beschouwt zijn open brief[7] als de voornaamste aanleiding waarom het Wachttorengenootschap in het tijdschrift Ontwaakt! van 8 juli 1998 opnieuw artikelen wijdde aan de nazi-periode. In de artikelen ging men onder andere op een aantal kritiekpunten in.[5]

Uitwerking

De verspreiding van de „Verklaring van Feiten” leidde tot een nieuwe golf van vervolgingen voor de Duitse Jehovah’s Getuigen.[8]

Beschuldigingen en antwoorden

De Verklaring van Feiten werd regelmatig door de officiële kerken aangehaald om aan te tonen dat de Getuigen zich aan Hitler aanboden om met hem samen te werken.

Godsdienstwetenschapper Gerhard Besier zegt over dergelijke herhaaldelijk opkomende beweringen:

De in verband met het Berlijnse Congres van Jehovah’s Getuigen van 25 juni 1933 steeds weer geuite beschuldiging van het maken van ’toegevingen’ aan het nazi-regime kan niet worden volgehouden.[9]

De godsdienstwetenschapper Gabrielle Yonan besluit hierover ook:

„De Getuigen verwierpen de beschuldigingen dat ze werden ondersteund door Joden of bolsjewisten – beschuldigingen van ’Satanswerktuigen’ werden door de ’officiële’ kerken in het oor van de Reichskanzler ingefluisterd. En zeker, de gevestigde kerken hadden al lang aangedrongen op een officieel verbod op deze ’sektarische’ maar vooral overijverige christelijke denominatie. Jehovah’s Getuigen pleiten voor slechts één regering, namelijk van Gods Koninkrijk, zagen sommigen hen als subversief. Niets kon verder van de waarheid zijn. [...] In navolging van Jezus’ apostelen, zijn ze „geen deel van de wereld” (Johannes 17:16 (NW)). Ze zijn politiek neutraal. Door hun trouw aan God gehoorzamen zij aan de wetten van hun respectieve menselijke regeringen. Inderdaad, ze zijn voorbeeldig in hun „onderwerping aan de superieure autoriteiten” (Romeinen 13:1 (NW)). Nooit hebben zij voor rebellie tegen een menselijke regering gepleit! Er is echter een lijn die onder geen omstandigheden kan worden overschreden. Het is de lijn tussen de plicht van Jehovah’s Getuigen aan de mens en hun plicht jegens God. Ze proberen aan de keizer te geven wat de keizer toekomt, maar aan God wat God toebehoort (Matteüs 22:21 (NW)). De passages van de Verklaring die de kerken vandaag afzonderen om te citeren kunnen niet met recht antisemitisch of anti-Joods worden genoemd; veeleer zijn ze anti-Amerikaans of mogelijk anti-werelds.”[10]

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Tot 1931 heetten Jehovah’s Getuigen: Ernstige Bijbelonderzoekers. In Duitsland: Ernste Bibelforscher of Internationale Bibelforscher-Vereinigung.
  2. 2,0 2,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jaarboek van Jehovah’s Getuigen (yb75-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1975. Duitsland (Deel 1),, p. 111
  3. º Garbe, Detlef, Between Resistance and Martyrdom: Jehovah’s Witnesses in the Third Reich. University of Wisconsin Press, Madison, Wisconsin, 2008, p. 87, 578 note 65
  4. º Penton, M.J., Apocalypse Delayed. University of Toronto Press, 1997, p. 147–149
  5. 5,0 5,1 Ontwaakt!, 8 juli 1998, Jehovah’s Getuigen – Moedig in weerwil van nazi-gevaar, (Engelse versie), p. 10-14.
  6. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Year Book of Jehovah’s Witnesses (yb34) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1934. , p. 131-140
  7. º (en) James Penton, Open brief, 11 augustus 1995.
  8. º 1974 Yearbook, Watch Tower Bible & Tract Society, 1974, p. 102-111.
  9. º Besier, Gerhard / Besier, Renate-Maria, Jehovah’s Witnesses/Wachtturm-Gesellschaft: A “Pre-Modern” Religious Association in a “Modern” Society? Expert Opinion, in: The New Inquisitors, door Gerhard Besier / Erwin K. Scheuch (redacteurs), Editions La Colombe Christoph Lenhartz, Bergisch Gladbach, Germany, 2003, p. 278-9. online nalezen
  10. º Gabriele Yonan, The Declaration of 25 June 1933: A Textual Analysis, in: Gabriele Yonan: Spiritual Resistance of Christian Conviction in Nazi Germany: The Case of the Jehovah’s Witnesses, in: Journal of Church & State, Spring 1999, pages 318 ff. online nalezen
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow