Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Decamerone

Uit Wikisage
Versie door Jules (overleg | bijdragen) op 19 jul 2011 om 16:45 (Fictieve en echte personages)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
A Tale from the Decameron, olieverfschilderij van John William Waterhouse, 1916

De Decamerone (ondertitel: Prencipe Galeotto) is een verzameling van 100 verhalen die de Italiaanse dichter en geleerde Giovanni Boccaccio schreef in de periode 1348-1353. Dit middeleeuws allegorisch werk wordt als zijn meesterwerk beschouwd en behoort stilistisch tot het mooiste proza uit de Italiaanse literatuur.

De Decamerone bestaat uit 100 novellen, verteld door tien mannen en vrouwen tijdens een tien dagen durende reis, op de vlucht voor de pest die Florence heeft besmet. De Decamerone is een allegorisch werk, berucht om zijn uitbeelding van liederlijke scènes uit het dagelijks leven, en niet in het minst om de pittige humor en spot. Daarnaast is het een opvallend zorgvuldig geconstrueerd boek met alle verhalen passend in een raamvertelling. De titel zelf is een samenstelling van de twee Griekse woorden δέκα Deka ("tien") en ἡμέρα Hemera, ("dag"). Boccaccio betrok vele invloeden bij het schrijven van de Decamerone, en vele schrijvers na hem, zoals Maarten Luther, Geoffrey Chaucer, en John Keats, lieten zich inspireren door de Decamerone.

Achtergrond

De Decamerone werd geschreven tussen 1350 en 1353 en speelt zich dus af tijdens de periode van de Zwarte Dood (of de pest), die Florence trof in 1348. Het 14e-eeuws Italië werd ook geteisterd door hongersnoden en oorlogen die de verspreiding van epidemieën zoals de pest nog in de hand werkten. Het resultaat van dit alles was een aanzienlijke vermindering van beschikbare arbeiders en vaklieden, en daarbij kwam dan nog de ineenstorting van de financiële structuur. De koopmansklasse werd fundamenteel voor de samenleving, en onderhield relaties met de adel en de aristocratie.

Dit is de setting waarin de Decamerone zich afspeelt en Boccaccio beschrijft het leven van degenen die zich van de pest trachten te isoleren, en degenen die hun gewone leven willen leiden ook al was het bestemd om te worden afgebroken door de onvermijdelijke ziekte. De pest had op sociaal, economisch, religieus en politiek gebied een enorme invloed op het toenmalige Europa. Het is tegen deze achtergrond van wanhoop, waanzinnig hedonisme en verandering dat de verhalen van de Decamerone worden verteld. De tien pelgrims die in de Decamerone Florence ontvluchten behoren tot de menigte van burgers die hun huizen in de stad verlaten en zich naar het platteland of naar het buitenland begeven. Ze nemen hun toevlucht in een villa op de heuvels en besteden hun tijd aan het vertellen van een verhaal per dag per persoon.

Thema's

De honderd verhalen van de Decamerone verkennen veel thema's, waaronder verstand, liefde, geluk, bedrog, seks en religie. Ook de dood, de reden waarom de Brigata's zich van Florence verwijderen, speelt een belangrijke rol in de tekst. Deze thema's komen in een groot aantal verhalen van de Decamerone voor, vaak zelfs in hetzelfde verhaal.

Met name de numerologie lijkt in de de Decamerone een grote rol te spelen en verwijst mogelijk naar belangrijker thema's in de tekst. Zo is het getal 10 prominent aanwezig: de titel 'Decamerone' verwijst ernaar, alsook het aantal leden van de Brigata, en het aantal verhalen per dag. Nog meer voorbeelden: het jaar waarin Florence werd gedecimeerd door de pest was 1348. De eerste en laatste cijfers optellen levert 9 op, terwijl de middelste twee cijfers de som 7 geven. Er zijn 3 mannen en 7 dames in de Brigata. De dames vallen allemaal in de leeftijd tussen 18 en 27, die beide een veelvoud van 3 zijn.

Personages

De groep van tien Florentijnse jongeren, bekend als de "Brigata," bestaat uit zeven vrouwen en drie mannen, die elk een allegorische rol vervullen. De vrouwen representeren elk een van de vier belangrijkste deugden (Voorzichtigheid, Rechtvaardigheid, Matigheid en Standvastigheid) of een van de drie theologische deugden (Geloof, Hoop en Liefde). De mannen vertegenwoordigen mogelijk de driedeling van de ziel: Rede, Woede en Lust. De auteur schrijft in de inleiding dat hij de ware namen van de leden van de Brigata achterhoudt, omdat hij niet wil dat ze zich in de toekomst zouden schamen over de verhalen die zullen verteld worden in het boek.

  • Pampinea is met haar 27 jaar de oudste van de zeven vrouwelijke vertellers en meteen ook hun leider. In het Italiaans betekent haar naam "la rigogliosa", wat kan worden vertaald als 'de weelderige'. Het was haar voorstel dat de groep zou verhuizen naar het platteland en op haar initiatief werden ook de drie mannen in hun plannen betrokken. In ruil daarvoor werd zij koningin van de eerste dag, degene die het thema van de verhalen voor die dag mag bepalen.
  • Filomena
  • Neifile is jong, mooi, charmant, elegant en vrolijk. Ze doet zich bescheiden voor, begint met het prijzen van de andere vertellers voor ze zelf begint te vertellen (Dag III, verhaal 9), maar blijkt toch vrij assertief te zijn. Hoewel ze zegt dat ze onmogelijk de vorige vertellers kan overtreffen, worden haar verhalen sterk geapprecieerd door de anderen. Ze heeft een sterk plichtsgevoel en respect voor de autoriteit van heersers zoals podestà 's en koningen, waardoor zij een Ghibellijns standpunt lijkt te vertegenwoordigen.
  • Filostrato
  • Fiammetta
  • Elissa
  • Dioneo
  • Lauretta
  • Emilia
  • Panfilo

Behalve de fictieve vertellers worden ook heel wat personages in het boek vermeld die echt bestaan hebben, zoals Giotto di Bondone, Guido Cavalcanti, Saladin en Koning Willem II van Sicilië. Onderzoekers zijn er zelfs in geslaagd om het bestaan ​​van minder bekende personages, zoals de bedriegers Bruno en Buffalmacco en hun slachtoffer Calandrino aan te tonen. Nog andere fictieve personages zijn gebaseerd op echte mensen, zoals de Madonna van Fiordaliso in verhaal II, 5, die is afgeleid van een Madonna Flora die leefde in de rosse buurt van Napels.

Inhoud

Eerste dag

Voordat de vertelsessies starten, verzamelen de tien jonge Florentijnen (de Brigata) bij de Basilica di Santa Maria Novella in Florence. Daar besluiten ze om aan de Zwarte Dood te ontsnappen door de stad te verlaten en de komende twee weken hun intrek te nemen in een villa. Ieder gaat akkoord om elke dag een verhaal te vertellen, en dit gedurende tien dagen. De verhalen worden verteld in de tuin van de eerste villa waar de Brigata verblijft, ergens een paar mijl buiten de stad.

Onder het 'bewind van Pampinea', mag de eerste verteldag het onderwerp vrij gekozen worden. Hoewel er geen thema is opgegeven, handelen zes van de verhalen over een persoon die een andere censureert, en de andere vier zijn satires op de Katholieke Kerk.

Tweede dag

Filomena heerst tijdens de tweede dag en zij bepaalt het onderwerp waarover iedereen een verhaal moet vertellen: tegenslagen die onverwacht een gelukkige afloop hebben.

Derde dag

Neifile presideert als koningin van de derde dag. In deze verhalen heeft een persoon iets ofwel pijnlijk verworven, of iets verloren en dan weer teruggewonnen.

Vierde dag

Boccaccio begint deze dag met een verdediging van zijn werk zoals het toe nu is. Hij beweert dat delen van de vertellingen van de eerste dagen nog voor het werk klaar was circuleerden onder de geletterde burgers van Toscane. Waarschijnlijk probeert hij zo de tekst meer status te verlenen, omdat schrijven in de volkstaal niet echt als hoge literatuur werd beschouwd in de 14e eeuw.

Filostrato heerst tijdens de vierde dag, waarin verhalen verteld worden over geliefden van wie de relatie rampzalig afloopt. Dit is de eerste dag dat een mannelijke verteller heerst.

Vijfde dag

Tijdens de vijfde dag bepaalt Fiammetta het thema voor de te vertellen verhalen: geliefden die door allerlei tegenspoed en rampen heen moeten om de liefde en het geluk te vinden.

Zesde dag

Tijdens de zesde dag van de verhalen is Elissa koningin van de Brigata en zij kiest als thema verhalen waarin een personage voorkomt dat aanvallen en verlegenheid uit de weg gaat door een gevat antwoord te geven.

Van Veel verhalen van de zesde dag zijn geen vroegere versies bekend. Boccaccio zal waarschijnlijk de meeste ervan zelf hebben bedacht. Hij was zeker in staat om de situaties en de slimmigheden uit te vinden.

Zevende dag

Tijdens de zevende dag doet Dioneo dient als koning van de Brigata en geeft het thema voor de vertellingen op: verhalen waarin vrouwen hun echtgenoten bedriegen.

Verhalen van dit 'vrouwonvriendelijke' type zijn vrij typerend voor de middeleeuwen. In veel van Boccaccio's verhalen worden vrouwen echter afgeschilderd als intelligenter en slimmer dan hun echtgenoten. Hoewel Boccaccio veel van de vrouwen van deze verhalen op een positieve manier beschrijft, worden de meeste mannen uitgebeeld als stereotiepe hoorndragers.

Achtste dag

Negende dag

Tiende dag

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Decameron op Wikimedia Commons.

rel=nofollow