Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Darius Milhaud: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 36: Regel 36:
Milhaud componeerde al zeer jong vrij gemakkelijk. Zijn eerste composities ontstonden in 1905, dus toen hij twaalf jaar oud was. Wat later kon hij op de meest uiteenlopende plaatsen en omstandigheden zonder veel problemen zijn muzikale invallen noteren.
Milhaud componeerde al zeer jong vrij gemakkelijk. Zijn eerste composities ontstonden in 1905, dus toen hij twaalf jaar oud was. Wat later kon hij op de meest uiteenlopende plaatsen en omstandigheden zonder veel problemen zijn muzikale invallen noteren.
<br/>In 1909 begon hij in Parijs met de vioolstudie aan het ''Conservatoire national supérieur de musique,'' en drie jaar later met de compositieleer.  
<br/>In 1909 begon hij in Parijs met de vioolstudie aan het ''Conservatoire national supérieur de musique,'' en drie jaar later met de compositieleer.  
<br/>Zijn docenten op het conservatorium waren [[André Gédalge]] voor [[contrapunt]] en [[compositie (muziek)|compositie]], [[Charles–Marie Widor]] voor [[compositie (muziek)|compositie]] en [[Vincent d'Indy]] voor [[orkestdirectie|dirigeren]] en [[Paul Dukas]] voor orkestratie. In die tijd maakte hij ook kennis met [[Arthur Honegger]] en [[Jacques Ibert]], die al van zich hadden laten horen, en waar hij veel waardering voor had. Zelf componeerde hij in die tijd liederen naar gedichten van Franse tijdgenoten en een eerste opera :  
<br/>Zijn docenten op het conservatorium waren [[André Gédalge]] voor [[contrapunt]] en [[compositie (muziek)|compositie]], [[Charles–Marie Widor]] voor [[compositie (muziek)|compositie]] en [[Vincent d'Indy]] voor [[orkestdirectie|dirigeren]] en [[Paul Dukas]] voor orkestratie. In die tijd maakte hij ook kennis met [[Arthur Honnegger]] en [[Jacques Ibert]], die al van zich hadden laten horen, en waar hij veel waardering voor had. Zelf componeerde hij in die tijd liederen naar gedichten van Franse tijdgenoten en een eerste opera :  
*'''La brebis égarée'''
*'''La brebis égarée'''



Versie van 16 jan 2019 15:35

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Darius Milhaud (1930)

Darius Milhaud (Marseille, 4 september 1892Genève, 22 juni 1974) was een oorspronkelijk en veelzijdig Frans componist en muziekpedagoog. Hij schreef vele soorten muziek als orkestmuziek, muziek voor piano, ballet- en filmmuziek, enkele opera's en vocale muziek, en was hierin uiterst productief. Zijn muziek heeft niet zelden een vrolijk karakter.


Zeer bekend van hem zijn:

  • Saudades do Brazil
  • Le Bœuf sur le toit,
  • La création du Monde
  • Scaramouche

Als hoofdkenmerk van zijn composities kan de polytonaliteit, worden genoemd, hoewel hij ook wel tonaal schreef.
Zijn composities leverden hem de nodige successen bij het publiek, maar gaven soms ook wel aanleiding tot kleine schandalen.

Muzikale opleiding

Darius Milhaud was een zoon uit een Provençaals-joods gezin van de middenklasse, afkomstig uit Aix-en-Provence. Zijn ouders waren eigenaar van een gerenomeerde handelsfirma en hadden beiden een muzikale achtergrond. Zijn vader was namelijk een amateurmusicus en stichtte la Société Musicale d’Aix-en Provençe. Zijn moeder had zang gestudeerd in Parijs en was zeer goed thuis in joodse religieuze liederen.
Vanuit deze culturele en maatschappelijke achtergrond kreeg Darius Milhaud al vanaf zijn 7e jaar systematisch muziekonderwijs aan la Société Musicale d’Aix-en Provence; het instituut dus wat zijn vader had helpen opzetten.

Milhaud componeerde al zeer jong vrij gemakkelijk

Milhaud componeerde al zeer jong vrij gemakkelijk. Zijn eerste composities ontstonden in 1905, dus toen hij twaalf jaar oud was. Wat later kon hij op de meest uiteenlopende plaatsen en omstandigheden zonder veel problemen zijn muzikale invallen noteren.
In 1909 begon hij in Parijs met de vioolstudie aan het Conservatoire national supérieur de musique, en drie jaar later met de compositieleer.
Zijn docenten op het conservatorium waren André Gédalge voor contrapunt en compositie, Charles–Marie Widor voor compositie en Vincent d'Indy voor dirigeren en Paul Dukas voor orkestratie. In die tijd maakte hij ook kennis met Arthur Honnegger en Jacques Ibert, die al van zich hadden laten horen, en waar hij veel waardering voor had. Zelf componeerde hij in die tijd liederen naar gedichten van Franse tijdgenoten en een eerste opera :

  • La brebis égarée

Vriendschappen

Milhaud had grote bewondering voor de katholieke Franse dichter Paul Claudel, en kreeg toestemming muziek te schrijven bij enkele van zijn drama's als: Agamemnon en Les Choéphores
Er ontstond een hechte vriendschap met de dichter die zijn muzikale leven voor een groot deel verder zou beïnvloeden. Ook de dichters Francis Jammes en Léo Latil hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van Darius Milhaud als componist.
Zijn studie aan het conservatorium werd onderbroken door de eerste wereldoorlog - die van 1914 tot 1918 duurde - net toen Milhaud zich aan het voorbereiden was voor mededingen naar de prestigieuze Prix de Rome.
Medisch gezien ongeschikt voor militaire dienst, werkte hij enige tijd in een opvangcentrum voor Belgische en Franse vluchtelingen.
Toen in 1915 zijn goede vriend Léo Latil sneuvelde aan het westelijk front, schreef Milhaud zijn 3e strijkkwartet als eerbetoon aan deze grote Franse dichter.

Verblijf in Brazilië

In 1917 – dus tijdens de eerste wereldoorlog - werd de dichter Paul Claudel, die tevens politicus was, gezant in Rio de Janeiro in Brazilië en nodigde Darius Milhaus uit hem als zijn secretaris te begeleiden. Hierdoor kwam Milhaud in aanraking met de Braziliaanse volksmuziek en de Zuid-Amerikaanse folklore. Hij genoot van deze populaire muziek en van de dansmuziek als de tango en de rumba.

Milhaud kwam in aanraking met de Braziliaanse volksmuziek en de Zuid-Amerikaanse folklore

Dit was de eerste keer dat Milhaud muziek hoorde die anders was dan wat hij als kind had gehoord en gezongen in de synagoge en tijdens zijn verdere muzikale opleiding. Dat andere bestond daaruit, dat deze muziek niet-Westers was en niet-klassiek georiënteerd. Dat had in de jaren daarna grote invloed op zijn eigen composities.
Zijn stijl is in Brazilië volwassen geworden, waardoor hij onder meer kwam tot het schrijven van balletmuziek bij l'Homme et son désir op een scenario van Claudel, die geïnspireerd werd door de geweldige tropische bossen.
Ook beïnvloed door de rijke folklore componeerde hij zijn zeer bekend geworden Saudades do Brazil. 1)
In Saudades do Brasil toont Milhaud op een geheel eigen wijze de herinnering aan Brazilië, met in Europa weinig gehoorde klanken.
Het werk werd voor het eerst in 1920 opgevoerd in een reeks van 12 stukken voor piano, waarvan elk deel een stadsdeel van Rio de Janeiro belicht. Zijn grote voorganger Isaac Albéniz had eerder iets soortgelijks gepresteerd met de in 1890 geschreven Suite España voor piano, waarbij een aantal Spaanse steden en wijken muzikaal worden vertolkt.
De orkestversie van Saudades do Brasil - met toevoeging van een korte ouverture - werd een jaar later door Milhaud uitgebracht.


1) Saudade is een Portugees woord, afkomstig van van het Latijnse 'solitate' en de Portugese woorden 'soledade' en 'solidão', allemaal woorden voor 'eenzaamheid'. Het woord Saudade drukt spijt uit over afwezigheid, verdriet over afscheidnemen en het van gemis van geliefde mensen. Het is een tedere en nostalgische herinnering die het gevoel van verlies probeert weer te geven.

Le Bœuf sur le toit

In 1919 - een jaar na de oorlog - keerde Milhaud terug naar Parijs en legde zich toe op concertreizen waarin hij als dirigent en pianist optrad. Hij schreef toen ook zijn zeer bekend geworden Le Bœuf sur le toit. Deze titel is afkomstig van een oud volksliedje, dat Milhaud tijdens het carnaval in Rio de Janeiro hoorde.
De compositie Le Bœuf sur le toit ( De os op het dak ) werd door hem in de vorm van een soort cinemafantasie opgezet voor viool en piano, als begeleiding van een zwijgende film van Charlie Chaplin. Het oorspronkelijke plan om de compositie als filmmuziek te gebruiken, ging echter niet door. Kort na de voltooiing zag de kunstenaar Jean Cocteau totaal andere mogelijkheden voor deze muziek en maakte er een succesvol ballet van, met decors van de Franse schilder Raoul Dufy. De oorspronkelijke opzet voor viool en piano werd hiervoor vervangen door een orkestratie. In deze vorm staat dit stuk nog steeds op het repertoire van de meeste grote orkesten.

De kunstenaar Jean Cocteau zag totaal andere mogelijkheden voor deze muziek en maakte er een succesvol ballet van

Achteraf was Milhaud niet erg opgetogen over de keus van Cocteau. Een klein en pretentieloos stukje muziek, bedoeld als 'cinéma-fantaisie pour violon et piano' werd opgeblazen tot een pompeus ballet, dat aanleiding gaf tot lange krantenartikelen en gesprekken in de Parijse salons.
De compositie Le Bœuf sur le toit is geen getrouwe weergave van het volkswijsje, maar is meer een opeenvolging van scènes, geïnspireerd door de oorspronkelijk melodie, en in de trant van de Braziliaanse volksmuziek. Tussen de scènes komt 14 keer het hoofdthema terug in de vorm van een rondo, maar steeds in een andere toonzetting.

Groupe des Six

Milhaud kreeg steeds meer contact met de kring componisten rondom de schrijver en theaterman Jean Cocteau en de componist Erik Satie. Deze groep, die in 1920 door de componist en muziekcriticus Henri Collet, de Groupe des Six werd genoemd, en die bestond uit enkele jonge en veelbelovende componisten als: Arthur Honegger, Francis Poulenc, Georges Auric, Louis Durey en Germaine Tailleferre, nam Darius Milhaud al snel in hun midden op. De Groupe des Six vormde niet echt een 'school' zoals de zogeheten Russische Vijf ( Het machtige hoopje ), maar wilde op een duidelijke en heldere manier met muziek omgaan.
De groep interesseerde zich steeds meer voor de nogal gewaagde en baanbrekende muziek van Erik Satie, waardoor de leden van deze groep al spoedig door het publiek als leerlingen van Satie werden gezien. Satie zag zich echter niet als koploper van een school en wees elke aanhang en de daaruit voorkomende dwang af.
Hoewel Milhaud lid van deze groep was, ging hij toch zijn eigen weg. Ook de anderen waren voornamelijk lid van deze groep om hun carrière te vergemakkelijken.

Verdere ontwikkelingen

De opwindende jazzmuziek uit de jaren '20 inspireerde veel componisten tot het schrijven van nieuw klinkende muziek. Ook Milhaud had tijdens zijn reizen naar Londen en New York kennis met de jazzmuziek gemaakt, en werd gegrepen door het syncopische ritme van die muziek. Dit leidde onder meer tot het schrijven van La création du Monde ( 1923 ), naar een scenario van Blaise Cendrars.
De overrompelende muziek over de schepping van de wereld, is gebaseerd op mythen van Afrikaanse stammen en bevat een groot aantal instrumentale effecten van de jazzmuziek.
Het succes van deze compositie resulteerde in een grote tournee door de Verenigde Staten van Amerika. Tijdens die reis werkte hij zijn eerder geschreven muziek bij het ballet Salade om tot een fantasie voor orkest en piano onder de naam Le carnaval d' Aix, waarin personages uit de Commedia dell'arte muzikaal tot leven worden gewekt.
Commedia dell'arte is de gebruikelijke naam voor het Italiaanse geïmproviseerde typentoneel van de 16e tot 18e eeuw. Andere namen voor het genre zijn Commedia delle maschere vanwege de gebruikte maskers, of ook wel:Commedia all’italiana.Kenmerkend voor dit genre is, dat in de Commedia dell'arte steeds dezelfde personages met steeds dezelfde naam - dus met een direct herkenbaar uiterlijk - en eenzelfde karakter optreden.
Na zijn Amerikaanse tournee schreef Milhaud een nieuwe opera op tekst van Jean Cocteau La Pauvre Matelot waarvan de prémiere in Duitland plaats vond, en een de opera Christophe Colomb, op een libretto van Claudel uitgevoerd in Berlijn in 1930. Een jaar daarvoor schreef hij filmmuziek voor Jean Renoir's Madame Bovary, wat later tot nog meer filmmuziek leidde.

Huwelijk

In 1925 trouwde Milhaud met zijn tien jaar jongere nicht en actrice Madeleine. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren, Daniël, die later kunstschilder zou worden.
Madeleine schreef enkele libretti voor opera's van Milhaud.
Madeleine Milhaud is lange tijd actief als actrice bezig geweest en overleefde Darius Milhaud ruim. Zij overleed in 2008 op een leeftijd van 106 jaar!

Scaramouche

>> Scaramouche, getekend door <<< Maurice Sand >>>
<<<<<<<<<<< Beginmaten van Brazileira >>>>>>>>>>>>

In 1936 schreef Milhaud - ook weer gebaseerd op een karakter uit de Commedia dell'arte -zijn bekend en beroemd geworden Scaramouche voor twee piano's. Scaramouche stelt een galante markies voor, die meestal in het zwart gekleed ging. Het is het type van een Napolitaanse avonturier en opsnijder, die het uiteindelijk toch moet afleggen tegen andere figuren uit de Commedia dell'arte.
Het pianostuk bestaat uit drie delen:

  • Vif
  • Modéré
  • Brazileira ( Mouvement de Samba )

Vooral het derde deel - Brazileira - is een gewild stuk voor pianovirtuozen. Het is uiterst lastig te spelen en het vraagt er om met de nodige vaart en brillánte te worden uitgevoerd. Aan het eind van het stuk ontstaat er een vuurwerk van noten, waardoor men als vanzelf deel wordt van het opwindende ritme van de samba.

Oorlogsjaren

In 1940 begreep Milhaud al vrij snel, dat hij als jood van de Duitse bezettingsmacht niet veel goeds hoefde te verwachten. Daar kwam nog bij, dat in die periode door zijn gewrichtsaandoening - rheumatoïde artritis - hij vaak van een rolstoel gebruik moest maken. Deze aandoening maakte hem extra kwetsbaar, aangezien de bezetter niet erg welwillend stond tegenover gehandicapten.

Hij besloot met zijn gezin naar de Verenigde Staten van Amerika te emigreren

Hij besloot dan ook met zijn gezin naar de Verenigde Staten van Amerika te emigreren. Zij ontsnapten via het neutrale Portugal. Hun vriend, de Frans-joodse dirigent Pierre Montreux, die leider was van The San Francisco Symphony Orchester, regelde voor hem een docentenpost voor compositieleer aan het Mills College in Oakland, California. Milhaud bleef daar tot 1971. In de periode schreef hij talrijke composities.
Na het einde van de oorlog werd hij eveneens professor voor compositie aan het befaamde Conservatoire supérieur de musique te Parijs, waardoor hij afwisselend doceerde in beide continenten.
Tot zijn - zeer bekend gworden - leerlingen behoorden de jazzmusici en componisten Dave Brubeck en Burt Bacharach, de minimalist Steve Reich, de Zweed Allan Pettersson, de Duitser Karlheinz Stockhausen en de Griek Iannis Xenakis. Ook onze landgenoot Simeon ten Holt heeft muziekonderwijs van Milhaud gehad.

Grote productie

Darius Milhaud was een zeer productieve componist en schreef meer dan 400 partituren in alle mogelijke genres als opera, en symfonische muziek, kamermuziek en liederen, ballet- en filmmuziek en werken voor harmonieorkest. Door deze enorme productie was hij de meest productieve componist van de 20e eeuw.
Milhaud schreef ook een theoretisch werk over muziek : Polytonalité et atonalité en zijn memoires legde hij neer in: Nôtes sans musique.
Hoewel Milhaud een buitengewoon vooruitstrevend en vernieuwend componist was, geloofde hij niet in een totale omwenteling van de muziek maar meer in de ontwikkeling en uitbreiding van de mogelijkheden die de traditie te bieden had. Bekend is zijn uitspraak : Elk nieuw werk is niet meer dan een schakel van een ketting. Nieuwe ideeën en technieken voegen hooguit iets toe aan het verleden.

Joodse composities

Zowel Milhaud's afkomst als zijn grote belangstelling voor het Joodse erfgoed, verklaren een aantal van zijn naoorlogse composities, die sterk gericht waren op de joodse traditie. Ooit in deze richting begonnen, schreef hij:

  • Poèmes Juifs

en tussen de het eind van de eerste wereldoorlog en de overgave van Frankrijk aan Duitsland in 1940, componeerde hij na drie Psalmen in de Franse taal de volgende werken:

  • Six Chants populaires Hébraiques
  • Hymn de sion Israel est vivant
  • Prières journalières à l'usage des Juifs du Comtat-Venaissin
  • Liturgie Comtadine
  • Cantate nuptiale

en twee

  • Palestijns/Hebreeuwse liederen

Ook na zijn vertrek van naar de Verenigde Staten van Amerika schreef hij daar nieuwe werken die zijn afkomst vertegenwoordigden, als :

  • Candelabre a sept branches
  • David

Voorts een opera geschreven voor het Israel Festival

  • Saul
  • Trois psaumes de David
  • Cantate de Job
  • Cantate de psaumes.

Zijn laatste werk:

  • Ani maamin

met als ondertitel: Un Chant perdu et retrouve , op een tekst van Elie Wiesel, beleefde de prémiere in 1975 in de Carnegie Hall door het Brooklyn Philharmonic Orchester en de New York University Choral Arts Society, gedirigeerd door Lukas Foss.

Overlijden

Darius Milhaud overleed op 22 juni 1974 op 81-jarige leeftijd in Genève. Zijn lichaam werd overgebracht naar zijn geboortestreek. In Aix-en-Provence ligt hij begraven op het israëlische gedeelte van le cimetière Saint Pierre, afgedekt door een bescheiden grafzerk.
Op hetzelde kerkhof ligt ook de impressionistische schilder Paul Cezanne begraven.

Externe links

rel=nofollow