Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Christian de Duve

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
rel=nofollow

Christian René de Duve (Thames Ditton (Surrey), 2 oktober 1917) is een Belgisch bioloog. Zijn ouders keerden in 1920 vanuit het Verenigd Koninkrijk terug naar België. Hij is de ontdekker van de celorganellen lysosoom en peroxisoom. Verder deed hij onderzoek naar insuline en glucagon. Hij kreeg hiervoor in 1974 de Nobelprijs voor geneeskunde.

In 1990 werd jonkheer de Duve vereerd met de persoonlijke titel burggraaf. Zijn wapenspreuk luidt 'Per vivum ad verum'.

Jeugd en opleiding

Christian de Duve was de zoon van jonkheer Alphonse de Duve (1883-1961), immobiliënmakelaar en van Madeleine Pungs (1884-1977). Hij trouwde met Janine Herman en ze hebben vijf kinderen.

Hij groeide op in Antwerpen en studeerde er aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege. In 1934 begon hij aan een studie medicijnen aan de K.U. Leuven en werd in 1941 doctor in de geneeskunde. In 1946 werd hij ook nog licentiaat in de scheikunde. Na deelname aan de Achttiendaagse Veldtocht en een korte gevangenschap kwam hij naar Leuven terug en studeerde af als arts in 1941. Toen hij in 1941 afstudeerde was hij vastbesloten om het mechanisme van de werking van insuline op te helderen en begon in het laboratorium van professor J. P. Bouckaert zijn onderzoek naar het effect van insuline op de opname van glucose. Hij was er van overtuigd dat de oplossing lag in de biochemie, en besloot ook een graad in de scheikunde te halen. Hij combineerde deze studie met een stage op het Kanker Instituut. In 1945 presenteerde hij een proefschrift onder de titel "Glucose, Insuline et Diabète".

Docent en vorser

Na de oorlog werkte hij anderhalf jaar bij het Medisch Nobel Instituut in Stockholm (Zweden), en vervolgens een half jaar bij de Universiteit van Washington. In 1947 keerde hij terug naar de KU Leuven en begon toen aan een gelijklopende carrière als docent en als vorser eerst bij de UCL, en vanaf 1962 ook bij de Rockefeller University in New-York. Hij was eerst docent fysiologische chemie en werd in 1951 gewoon hoogleraar. Hij zette een klein onderzoekslaboratorium op, waar de nadruk lag op onderzoek naar de werking van insuline en glucagon.In New York richtte hij een tweede onderzoeksgroep op, die nauw samenwerkte met de onderzoeksgroep in Leuven. Begin jaren 1970 richtte hij het International Institute of Cellular and Molecular Pathology (ICP) op, gelegen in Brussel.


Zijn opzoekingen over cellulaire structuren resulteerden in nieuwe vooruitgang op het gebied van biochemie en genetica. Bij het onderzoek stuitte hij op een onverklaarde vertraging in de werking van het enzym fosfatase, en richtte zijn onderzoeksinspanning hierop. Zijn veronderstelling was dat het enzym niet vrij in het cytoplasma voorkwam, maar omhuld door een membraan. Verder onderzoek leidde tot de identificatie van een nieuw celorganel dat in 1955 de naam lysosoom kreeg. Later ontdekte hij nog een nieuw celorganel: het peroxisoom. Voor dit onderzoek ontwikkelde hij nieuwe onderzoeksmethoden. In 1955 beschreef hij voor het eerst het lysosoom en in 1965 het peroxysoom. De Nobelprijs die hij hiervoor ontving deelde hij met Albert Claude en George Emil Palade.

Hij is ook buitenlands lid van de Royal Society sedert 1988.

Nadat hij in zijn verschillende functies emeritus was geworden, besliste de Duve de hem resterende jaren te besteden aan de studie van de oorsprong en de evolutie van het leven. Hij heeft er drie boeken over geschreven die in verschillende talen werden vertaald. Hij heeft zich voorgenomen zijn laatste levensjaren te wijden aan verder onderzoek van de vraag of onze betere kennis van het leven en het brein ons méér kan vertellen over de structuur en de betekenis van het universum.

In oktober 2007 werd ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag een galadiner georganiseerd, waar onder meer Prinses Astrid en Prins Alexander op aanwezig waren.

Prijzen

Bibliografie

  • Glucose, insuline et diabète, Leuven, 1945.
  • A Guided Tour of the Living Cell , Scientific American Books, New York, 1984 ISBN 0716750023
  • La cellule vivante, une visite guidée, Pour la Science, 1987 (ISBN 978-2902918522)
  • Construire une cellule, Dunod, 1990 (ISBN 978-2729601812)
  • Blueprint For a Cell: The Nature and Origin of Life (Neil Patterson Publishers, Burlington, 1991 ISBN 0892784105
  • Poussière de vie, Fayard, 1995 (ISBN 978-2213595603)
  • Vital Dust: Life As a Cosmic Imperative, Basic Books, New York, 1995 ISBN 0465090451
  • Life Evolving: Molecules, Mind, and Meaning (2002) ISBN 0195156056
  • À l’écoute du vivant, éditions Odile Jacob, Paris, 2002 (ISBN 2738111661).
  • Singularités : Jalons sur les chemins de la vie, éditions Odile Jacob, 2005 (ISBN 978-2738116215)
  • Science et quête de sens, collectif, Presses de la Renaissance, 2005 (ISBN 978-2750901257)
  • Génétique du péché originel. Le poids du passé sur l’avenir de la vie, éditions Odile Jacob, 2009 (ISBN 978-2738122186)

Externe links


rel=nofollow