Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Brownianisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het brownianisme, in het Engels vooral bekend als Brunonian system of medicine, is een geneeskundige theorie die aandoeningen beschouwt en behandelt als gevolgen van prikkels van buitenaf. De theorie werd ontwikkeld door de Schotse arts John Brown en wordt beschreven in zijn publicatie Elementa Medicinae uit 1780. Hij baseerde zich op theorieën van zijn leermeester William Cullen, maar terwijl Cullen streefde naar een systematische nosologie van ziekten, pleitte Brown voor een uniform model waarin alle ziekten verband houden met prikkels.

In Groot-Brittannië was Browns theorie nooit erg populair, maar in Amerika, Italië en het Duitstalige deel van Europa kende ze een tijdelijke bloei.

Theorie

Volgens het brownianisme is ’prikkelbaarheid’ (excitability) het fundamentele lichamelijke kenmerk van de mens. Bij overmatige prikkelbaarheid (sthenia) of gebrekkige prikkelbaarheid (asthenia) wordt de persoon ziek. Ziekte is slechts een sthenische of asthenische afwijking van de gemiddelde norm van nerveuze prikkelbaarheid (oud Grieks σθἐνος, sthenos = kracht, macht). Gezondheid bestaat in het evenwicht tussen prikkels en prikkelbaarheid. Een extreme afname van prikkels veroorzaakt asthenie als onvermogen, gebrek aan kracht en snelle vermoeidheid bij grote lichamelijke of geestelijke inspanning. Een toename van prikkels veroorzaakt tot op zekere hoogte sthenie, in de zin van verbeterde prestaties. De dood treedt op wanneer de prikkelbaarheid te hoog of te laag wordt. Alle algemene (niet-lokale) ziekten kunnen volgens deze theorie worden ingedeeld tussen deze twee uitersten. Ziekten gebaseerd op overmatige prikkelbaarheid werden door Brown ’sthenische’ ziekten genoemd; ziekten die het gevolg zijn van gebrekkige prikkelbaarheid noemde hij ’asthenisch’ (onderprikkelbaarheid). Met dit concept nam Brown de theorie van Albrecht von Haller over prikkelbaarheid over en verwerkte hij invloeden van zijn leermeester William Cullen.

Volgens dit denkmodel wordt de menselijke prikkelbaarheid uitgeput door een te frequente opwinding, die dan ziekte veroorzaakt. Hoe minder vaak prikkels een persoon beïnvloeden, hoe meer prikkelbaarheid zich opstapelt.

Voorbeelden

Manie staat voor overmatige prikkelbaarheid en is daarom te omschrijven als een sthenische ziekte. Het wordt veroorzaakt door een hersenafwijking of te heftige prikkels of passies. Deze passies kunnen echter ook zodanig toenemen dat de prikkelbaarheid zelf wordt aangetast en uiteindelijk wordt vernietigd. Dit leidt tot een asthenische toestand, die zich bijvoorbeeld uit in epilepsie of een beroerte.

Melancholie daarentegen staat voor een gebrek aan prikkelbaarheid. Het kan daarom worden beschreven als een asthenische ziekte.

Het therapeutische principe is afgeleid van de theorie. Zij bestaat in de toepassing van tegenwerkende middelen, die hetzij als prikkels, hetzij als matiging van prikkels moeten worden opgevat. Deze middelen bestaan zowel uit dieetvoorschriften als uit kastijdingen en het opwekken van passies. Ze passen dus in het repertoire van de morele behandeling.[2] Tot het midden van de 19e eeuw werden, volgens Brown, "asthenische" ziekten behandeld met prikkelverhogende middelen (’stimulerende middelen’ zoals sterke drank en opium), en ’sthenische’ ziekten werden behandeld met prikkelverzwakkende middelen (’antiflogose’) zoals kalmerende middelen.

Brown deelde de prikkels in in sterk prikkelende prikkels zoals vlees, alcohol, opium, maar ook affecten; en in verminderende prikkels zoals vegetarisch voedsel en lichamelijke rust. In het geval van overprikkelbaarheid schreef hij kalmerende middelen, aderlatingen, laxeermiddelen of emetica voor, en in het geval van onderprikkelbaarheid vermeende stimulerende middelen zoals muskus, kamfer, opiaten, alcohol.

 
rel=nofollow