Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bovenstem (psalmberijming): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(formulering, link, tussentitel)
(zo zegt het de Engelse Wikipedia Wikipedia:en:special:redirect/revision/689268896)
Regel 3: Regel 3:
==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
Nadat de uitgave van het [[Geneefse psalmen|Geneefse Psalter]] in 1562, geschreven op verzoek van [[Johannes Calvijn]], werden de melodieën door een vriend van Calvijn in 1565 bewerkt voor het zingen op vier stemmen. Deze ritmische homofone bewerking voor vier stemmen kwam later naar Nederland, samen met de berijming van [[Petrus Datheen]]. In deze uitgave was de zetting van [[Claude Goudimel]] zodanig bewerkt, dat de hoge mannenstemmen de alt zongen en de sopraanpartij een octaaf lager werd gezongen. Van deze vierstemmige bewerking is één druk bekend uit de achttiende eeuw met de berijming van Datheen. Waarschijnlijk was deze uitgave in de achttiende eeuw niet veel in gebruik.
Nadat de uitgave van het [[Geneefse psalmen|Geneefse Psalter]] in 1562, geschreven op verzoek van [[Johannes Calvijn]], werden de melodieën door een vriend van Calvijn in 1565 bewerkt voor het zingen op vier stemmen. Deze ritmische homofone bewerking voor vier stemmen kwam later naar Nederland, samen met de berijming van [[Petrus Datheen]]. In deze uitgave was de zetting van [[Claude Goudimel]] zodanig bewerkt, dat de hoge mannenstemmen de alt zongen en de sopraanpartij een octaaf lager werd gezongen. Van deze vierstemmige bewerking is één druk bekend uit de achttiende eeuw met de berijming van Datheen. Waarschijnlijk was deze uitgave in de achttiende eeuw niet veel in gebruik.
<!--uit Engelse Wikipedia:-->
Zonder de steun van een koor of orgel (beide waren verboden) was het nodig dat een voorzanger de melodie onderwees. De kwaliteit van het gemeenschappelijke gezang begon al snel af te nemen, en melodieën werden weldra alleen nog maar op hele noten gezongen, zodat het oorspronkelijke ritme wegviel. Deze praktijk is geleidelijk aan verdwenen, met uitzondering van een aantal zeer conservatieve kerken die de melodieën nog steeds op hele noten zingen.
<!--tot hier uit Engelse Wikipedia:-->


Dat veranderde toen de [[psalmberijming van 1773|berijming van 1773]] verscheen. In orthodox protestantse kringen was groot verzet tegen de nieuwe zingtrant en men bleef de psalmen op hele noten zingen. In kleine zanggroepen werden de psalmen in orthodoxe kringen wel degelijk vierstemmig ritmisch gezongen, naar de zetting van Goudimel en alleen door mannen. Naar aanleiding van deze vierstemmige psalmzang werd getracht om ook de zogenaamde evangelische gezangen van 1805 op vier stemmen te introduceren. Ook hier verscheen een toonzetting van, met een bijzondere uitgave waarin de vier stemmen, net als bij de vierstemmige psalmen, op iedere twee pagina’s afzonderlijk zijn weergegeven. Van deze uitgave is maar één exemplaar bekend. Dat exemplaar is ingebonden bij een bundel van de vierstemmige psalmen.
Dat veranderde toen de [[psalmberijming van 1773|berijming van 1773]] verscheen. In orthodox protestantse kringen was groot verzet tegen de nieuwe zingtrant en men bleef de psalmen op hele noten zingen. In kleine zanggroepen werden de psalmen in orthodoxe kringen wel degelijk vierstemmig ritmisch gezongen, naar de zetting van Goudimel en alleen door mannen. Naar aanleiding van deze vierstemmige psalmzang werd getracht om ook de zogenaamde evangelische gezangen van 1805 op vier stemmen te introduceren. Ook hier verscheen een toonzetting van, met een bijzondere uitgave waarin de vier stemmen, net als bij de vierstemmige psalmen, op iedere twee pagina’s afzonderlijk zijn weergegeven. Van deze uitgave is maar één exemplaar bekend. Dat exemplaar is ingebonden bij een bundel van de vierstemmige psalmen.

Versie van 8 mei 2016 21:06

De bovenstem is een vierstemmige psalmberijming.

Geschiedenis

Nadat de uitgave van het Geneefse Psalter in 1562, geschreven op verzoek van Johannes Calvijn, werden de melodieën door een vriend van Calvijn in 1565 bewerkt voor het zingen op vier stemmen. Deze ritmische homofone bewerking voor vier stemmen kwam later naar Nederland, samen met de berijming van Petrus Datheen. In deze uitgave was de zetting van Claude Goudimel zodanig bewerkt, dat de hoge mannenstemmen de alt zongen en de sopraanpartij een octaaf lager werd gezongen. Van deze vierstemmige bewerking is één druk bekend uit de achttiende eeuw met de berijming van Datheen. Waarschijnlijk was deze uitgave in de achttiende eeuw niet veel in gebruik.

Zonder de steun van een koor of orgel (beide waren verboden) was het nodig dat een voorzanger de melodie onderwees. De kwaliteit van het gemeenschappelijke gezang begon al snel af te nemen, en melodieën werden weldra alleen nog maar op hele noten gezongen, zodat het oorspronkelijke ritme wegviel. Deze praktijk is geleidelijk aan verdwenen, met uitzondering van een aantal zeer conservatieve kerken die de melodieën nog steeds op hele noten zingen.

Dat veranderde toen de berijming van 1773 verscheen. In orthodox protestantse kringen was groot verzet tegen de nieuwe zingtrant en men bleef de psalmen op hele noten zingen. In kleine zanggroepen werden de psalmen in orthodoxe kringen wel degelijk vierstemmig ritmisch gezongen, naar de zetting van Goudimel en alleen door mannen. Naar aanleiding van deze vierstemmige psalmzang werd getracht om ook de zogenaamde evangelische gezangen van 1805 op vier stemmen te introduceren. Ook hier verscheen een toonzetting van, met een bijzondere uitgave waarin de vier stemmen, net als bij de vierstemmige psalmen, op iedere twee pagina’s afzonderlijk zijn weergegeven. Van deze uitgave is maar één exemplaar bekend. Dat exemplaar is ingebonden bij een bundel van de vierstemmige psalmen.

In de loop van de negentiende eeuw verscheen een nieuwe evangelische liedbundel in drie delen, van de hand van Johannes Hazeu. Ook deze verscheen op vier stemmen voor mannen en werd wel samen met de vierstemmige psalmberijming gezongen. In de loop van de negentiende eeuw verschenen verschillende uitgaven van zowel de vierstemmige psalmen alsook van de vierstemmige Hazeuliederen.

Het is bijzonder interessant om kennis te nemen van de traditie waarin deze psalmen en Hazeuliederen vanaf ongeveer 1840 werden gezongen op Urk, in de diverse buurtschappen rondom Zwolle en in Zeeland. Vissers zongen in het weekend op de schepen en boeren en boerenknechts zongen op de lange winteravonden op de ’deel’ (de dorsvloer) van een boerderij. Een ervaren zanger gaf alle partijen de toon aan met behulp van een stemfluitje, volgens het do re mi fa sol. Met een hamertje werd de maat geslagen. Men zong ritmisch, maar zeer langzaam.

Ervaren zangers, die gewend waren om de altpartij te zingen, deden dat ook wel eens tijdens het zingen in de gewone kerkdiensten. Dit gebeurde bijvoorbeeld in Genemuiden en op andere plaatsen. Deze manier van zingen is dus afkomstig van de zanggroepen in de schepen en op boerderijen, en was gebaseerd op de oude berijming met de zetting van Goudimel, bewerkt voor vierstemmig zingen door mannen.

Na de watersnoodramp van 1953 werden nieuwe bundels van Hazeu en nieuwe psalmboeken op vier stemmen naar Zeeland verzonden vanuit de groepen te Urk en te Zwolle (Nieuwleusen).

Weblinks