Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Arti Vocali

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Arti Vocali (officieel de Koninklijke Zangvereniging Arti Vocali vzw) is een koor dat op 10 juni 1910 werd opgericht door de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA).

In de volksmond krijgt het daardoor soms de bijnaam het koor van de Zoo.

Historiek

Rond de eeuwwisseling van 1900, was de Zoo een ontmoetingsplaats, waarbij het sociale leven zich afspeelde rond de kiosk nabij de ingang. In die tijd zorgde de Antwerpse Zoo dan ook voor muziek. Ze deed daarvoor een beroep op militaire muziekkapellen en ook op haar eigen harmonie.

Edward Keurvels werd in 1896, door toenmalig directeur François L'Hoëst, benoemd tot Concertdirecteur van de Dierentuin. Eén van de ambities van Edward Keurvels lag in het uitvoeren van choralen en oratoria van zijn leermeester, Peter Benoit. Op 10 juni 1910 werd Arti Vocali opgericht als vocaal ensemble in het kader van de culturele manifestaties van de Zoo van Antwerpen. De zetel van Arti Vocali werd gevestigd in de Zoo, de eerste dirigent werd Edward Keurvels en de eerste voorzitter werd Michel L'Hoëst sr, die inmiddels, na de dood van zijn vader, directeur van de Zoo geworden was. Alhoewel de zangvereniging een onafhankelijk statuut had, werd een nauwe samenwerking met de Dierentuin beoogd en nagestreefd. Statutair werd vastgelegd dat de directeur van de Zoo ook automatisch voorzitter werd van Arti Vocali. Dat zou zo blijven tot in 1983.

Arti Vocali telde in het begin ongeveer 40 leden. Een eerste optreden had reeds plaats op 9 november 1910 in de feestzaal van de Zoo (voorloper van de Koningin Elisabethzaal), samen met het Symfonisch Orkest van de KMDA onder leiding van Edward Keurvels. Er werden fragmenten uit Wagners Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg gebracht.

In eerste jaren groeide het aantal koorleden gestaag. In 1912 telde het koor 150 leden. Zo kreeg Edward Keurvels de kans om koorwerken met omvangrijke bezetting te programmeren.

Tijdens W.O. I werden in Antwerpen alle geplande concerten, zowel in de Zoo als in de Opera, afgelast voor de hele duur van de oorlog. Dit betekende letterlijk en figuurlijk het einde voor Edward Keurvels. Na zijn overlijden in 1916, werd de leiding van Arti Vocali overgenomen door Flor Alpaerts.

Flor Alpaerts bleef de oude tradities in ere houden en voerde geregeld werken op van eigen bodem, met een voorliefde evenwel voor Peter Benoit en Edward Keurvels. Maar hij bracht ook vernieuwing, introduceerde buitenlandse componisten en programmeerde 'eigentijdse' werken. Flor Alpaerts bracht met Arti Vocali meer dan 50 verschillende werken van Belgische maar ook buitenlandse toondichters. Zo trad Arti Vocali mee op tijdens de opening van de Olympische Spelen in Antwerpen in 1920, bij de inhuldiging van het graf van de Onbekende Soldaat in 1922, vertolkte het in 1924 in de Munt in Brussel de Negende van Beethoven. Het koor was betrokken bij de opening van de Wereldtentoonstelling in Antwerpen in 1930, bij de opening van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel in 1935 en de opening van het Rubenshuis in 1946.

Intussen was in 1939 voorzitter Michel L'Hoëst sr. overleden en opgevolgd door zijn jongste zoon Michel L'Hoëst jr., die evenwel zelf in 1944 overleed, waarna het voorzitterschap werd overgedragen aan Walter Van den Bergh.

In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog, zou gedurende W.O. II het muziekleven niet stilvallen, maar wel op een laag pitje komen te staan. Er bleven echter geen fondsen aanwezig om een professioneel orkest te onderhouden. Flor Alpaerts zou evenwel koorleider blijven tot in 1951. Op 21 mei van dat jaar leidde hij zijn laatste concert met Arti Vocali.

Tot in de jaren '50 van vorige eeuw, was de Zoo een naamloze vennootschap (nv) met een waaier aan opvoedkundige en culturele activiteiten, waaronder Arti Vocali. Later werden de nevenactiviteiten ondergebracht in vzw's. Het was met de publicatie van haar statuten in het Staatsblad van 20 mei 1950 dat Arti Vocali rechtspersoonlijkheid kreeg in een vzw onder de benaming Zangvereniging Arti Vocali, met zetel in de lokalen van de KMDA op het Astridplein nr. 26. Voorzitter van de Raad van Bestuur werd van rechtswege de directeur van de KMDA voor de duurtijd van zijn ambt. De eerste muziekbestuurder werd Flor Alpaerts. Hij nam evenwel een jaar later, na 35 jaar het koor geleid te hebben, eervol ontslag. Zijn zoon Jef Alpaerts, heeft de taak van zijn vader op interimbasis waargenomen om de KMDA de gelegenheid te geven uit te kijken naar een nieuwe muziekdirecteur.

De KMDA droeg de 24-jarige Hendrik Rycken voor als muziekbestuurder. In overleg met de KMDA kon Hendrik Rycken een beroep doen op verscheidene grote orkesten voor uitvoeringen van koorwerken. Naast enkel buitenlandse orkesten, werd regelmatig een beroep gedaan op het Nationaal Orkest van België, het Groot Symfonieorkest van de BRT, de Antwerpse Filharmonie, het Nederlands-Limburgs Symfonie Orkest en het Orchestre de Liège. Met het Orchestre de Liège ontstond een duurzame samenwerking die resulteerde in jaarlijkse gezamenlijke concerten met telkens een uitvoering in Antwerpen en één in Luik. In de jaren '60 werden, onder Hendrik Rycken, verscheidene uitvoeringen in Zwitserland uitgevoerd, met o.a. verscheidene deelnames aan het Festival van Locarno. In de periode 1952-1974 bleef het ledenaantal schommelen tussen de 120 en 150 zangers. In 1954 kreeg de vereniging de toelating zich Koninklijk te noemen.

Begin 1974 nam Hendrik Rycken ontslag als dirigent bij de KMDA. Zijn plaats werd ingenomen door de Slovaak Jan Valach die, na de Praagse lente in 1968, zijn land ontvluchtte en zich in Antwerpen vestigde. Jan Valach hield vooral van grote koorwerken: opera's en oratoria. Massa-uitvoeringen.

In het midden van de jaren '80 zou Arti Vocali een diepgaande structurele verandering ondergaan. Vooropgestelde besparingen maakten dat activiteiten die niet tot de rechtstreekse doelstellingen van de KMDA behoorden, zeer beperkt dienden te worden.

De structuren werden verder uit elkaar getrokken. Het koor zou voortaan haar werking, inkomsten en uitgaven zelf moeten beheren en de directeur van de KMDA zou niet langer fungeren als voorzitter van het koor. De KMDA bleef het koor wel steunen door o.a. een jaarlijkse toelage en het ter beschikking stellen van repetitielokalen (Keurvelszaal en Alpaertszaal, genoemd naar de vroegere koorleiders). Als tegenprestatie moest Arti Vocali elk jaar een concert verzorgen voor de KMDA. Tijdens de Algemene Vergadering van 9 mei 1983 werden de nieuwe statuten goedgekeurd. Het belangrijkste punt was dat de voorzitter van het koor nu ook door de Algemene Vergadering diende verkozen te worden.

In totaal zou Jan Valach, in de periode 1974-1985 zo'n 76 kooruitvoeringen leiden bij Arti Vocali.

Na het vertrek van Jan Valach, werd in 1985, de 29-jarige Herbert Janssens, docent aan het Lemmensinstituut, als nieuwe dirigent aangetrokken. Optreden met grote orkesten zat er echter niet meer in. Het prijskaartje was te hoog voor het nieuwe Arti Vocali. In 1988 waren er nog ongeveer 80 ingeschreven leden.

Toen in 1993 Herbert Janssens ontslag nam, werd deze opgevolgd door Dirk De Nef.

Dirigenten

Externe link

Zoek op Wikidata

rel=nofollow