Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amerikaanse literatuur: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Intro herschreven)
(afbeelding(etje))
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Amerikaanse literatuur''' laat men traditioneel beginnen bij,de koloniale periode omstreeks 1600. Daartegenover staan dan literaire critici die het begin van de Amerikaanse literaire geschiedenis plaatsen bij de mondeling overgeleverde verhalen van de Navajo en de Zuni, indianenstammen van het zuidwesten van de [[Verenigde Staten|VS]]. Men zou er inderdaad bij kunnen stilstaan dat er ten tijde van de 16e-eeuwse ontdekkingsreizen van [[Christoffel Columbus|Columbus]] meer dan 18 miljoen autochtone bewoners waren die in totaal 200 verschillende talen spraken en elkaar reeds millennia verhalen vertelden. Slechts een klein deel van deze mythische verhalen werden in de 19e eeuw opgeschreven. Deze orale literatuur bestond dus wel degelijk, maar is grotendeels verloren gegaan. Daardoor beperkt men zich bij traditionele behandelingen van Amerikaanse literatuurgeschiedenis meestal tot Engelstalig [[literatuur|literair werk]], geproduceerd in de [[Verenigde Staten]] en (vroeger) koloniaal Amerika: een reeks Britse koloniën langs de oostkust van de huidige Verenigde staten.  
[[Bestand:Quill and ink-VS.png|right|80px]]
'''Amerikaanse literatuur''' laat men traditioneel beginnen bij,de koloniale periode omstreeks 1600. Daartegenover staan dan literaire critici die het begin van de Amerikaanse literaire geschiedenis plaatsen bij de mondeling overgeleverde verhalen van de Navajo en de Zuni, indianenstammen van het zuidwesten van de [[Verenigde Staten|VS]]. Men zou er inderdaad bij kunnen stilstaan dat er ten tijde van de 16e-eeuwse ontdekkingsreizen van [[Christoffel Columbus|Columbus]] in [[Noord-Amerika]] meer dan 18 miljoen autochtone bewoners waren die in totaal 200 verschillende talen spraken en elkaar reeds millennia verhalen vertelden. Slechts een klein deel van deze mythische verhalen werden in de 19e eeuw opgeschreven. Deze orale literatuur bestond dus wel degelijk, maar is grotendeels verloren gegaan. Daardoor beperkt men zich bij traditionele behandelingen van Amerikaanse literatuurgeschiedenis meestal tot Engelstalig [[literatuur|literair werk]], geproduceerd in de [[Verenigde Staten]] en (vroeger) koloniaal Amerika: een reeks Britse koloniën langs de oostkust van de huidige Verenigde staten.  


==Koloniale literatuur==
==Koloniale literatuur==
Regel 14: Regel 15:
Washington Irving, die bij het grote publiek nog het bekendst zou worden door zijn kortverhaal "[[The Legend of Sleepy Hollow]]", schreef ook historische [[biografie|biografieën]] over onder meer [[George Washington]], [[Oliver Goldsmith]] en [[Mohammed]]. [[William Cullen Bryant]]. Bryant schreef vroegromantische gedichten en natuurpoëzie. In [[1832]] begon Edgar Allan Poe kortverhalen te schrijven waaronder "[[The Masque of the Red Death]]", "[[The Pit and the Pendulum]]", "[[The Fall of the House of Usher]]" en "[[The Murders in the Rue Morgue]]", mysterieuze verhalen die psychologische diepten in de menselijke psyche exploreren die voorheen onaangeroerd bleven. [[Ralph Waldo Emerson]] (1803-1882) begon in [[1836]] te schrijven aan het non-fictie werk "Nature", waarin hij pleitte voor een buitenkerkelijke, ongeorganiseerde religiositeit door een soort spirituele eenwording met de natuur. Zijn werk betekende het begin van een beweging, gekend als [[transcendentalisme]]. Mogelijk het meest verwant aan Emerson was zijn non-conformistische vriend [[Henry David Thoreau]] (1817-1862), die in zijn boek "[[Walden]]" vertelde hoe hij in een hutje bij Walden Pond (vijver) twee jaar in eenzaamheid doorbracht. [[Harriet Beecher Stowe]] (1811 – 1896) schreef met "Uncle Tom's Cabin" (1852) een sterk pleidooi voor de afschaffing van de slavernij. Een andere [[abolitionist]], [[Walt Whitman]] (1819-1892) was een arbeider die in de [[Amerikaanse Burgeroorlog]] (1861-1865) dienst deed als verpleger.  Zijn magnum opus [["Leaves of Grass"]] betekende een vernieuwing in de poëzie door de vrij vloeiende versregels van onregelmatige lengte en de verering van een sterke lichamelijkheid en verbondenheid met de natuur. [[D.H. Lawrence]] zou over hem zeggen: (geparafraseerd:) "Whitman was de eerste die het oude morele concept verbrak van een superieure ziel die 'boven' het lichaam stond."  In tegenstelling daarmee is [[Emily Dickinson]]s (1830-1886) poëzie conventioneler maar zeer geestig, doorwrocht en psychologisch sterk. Veel van haar poëzie gaat over de dood, maar met een vreemde wending, zoals haar bekende gedicht "Because I could not stop for Death" (Omdat ik geen tijd had om de Dood op te wachten). [[Mark Twain]]s 1835-1910) stijl was sterk beïnvloed door zijn journalistiek werk. Hij schreef net als [[Henry James]] op een ongeornamenteerde, directe wijze, met veel aandacht voor het gewone leven en gewone mensen die hij in hun eigen [[dialect]] laat spreken.
Washington Irving, die bij het grote publiek nog het bekendst zou worden door zijn kortverhaal "[[The Legend of Sleepy Hollow]]", schreef ook historische [[biografie|biografieën]] over onder meer [[George Washington]], [[Oliver Goldsmith]] en [[Mohammed]]. [[William Cullen Bryant]]. Bryant schreef vroegromantische gedichten en natuurpoëzie. In [[1832]] begon Edgar Allan Poe kortverhalen te schrijven waaronder "[[The Masque of the Red Death]]", "[[The Pit and the Pendulum]]", "[[The Fall of the House of Usher]]" en "[[The Murders in the Rue Morgue]]", mysterieuze verhalen die psychologische diepten in de menselijke psyche exploreren die voorheen onaangeroerd bleven. [[Ralph Waldo Emerson]] (1803-1882) begon in [[1836]] te schrijven aan het non-fictie werk "Nature", waarin hij pleitte voor een buitenkerkelijke, ongeorganiseerde religiositeit door een soort spirituele eenwording met de natuur. Zijn werk betekende het begin van een beweging, gekend als [[transcendentalisme]]. Mogelijk het meest verwant aan Emerson was zijn non-conformistische vriend [[Henry David Thoreau]] (1817-1862), die in zijn boek "[[Walden]]" vertelde hoe hij in een hutje bij Walden Pond (vijver) twee jaar in eenzaamheid doorbracht. [[Harriet Beecher Stowe]] (1811 – 1896) schreef met "Uncle Tom's Cabin" (1852) een sterk pleidooi voor de afschaffing van de slavernij. Een andere [[abolitionist]], [[Walt Whitman]] (1819-1892) was een arbeider die in de [[Amerikaanse Burgeroorlog]] (1861-1865) dienst deed als verpleger.  Zijn magnum opus [["Leaves of Grass"]] betekende een vernieuwing in de poëzie door de vrij vloeiende versregels van onregelmatige lengte en de verering van een sterke lichamelijkheid en verbondenheid met de natuur. [[D.H. Lawrence]] zou over hem zeggen: (geparafraseerd:) "Whitman was de eerste die het oude morele concept verbrak van een superieure ziel die 'boven' het lichaam stond."  In tegenstelling daarmee is [[Emily Dickinson]]s (1830-1886) poëzie conventioneler maar zeer geestig, doorwrocht en psychologisch sterk. Veel van haar poëzie gaat over de dood, maar met een vreemde wending, zoals haar bekende gedicht "Because I could not stop for Death" (Omdat ik geen tijd had om de Dood op te wachten). [[Mark Twain]]s 1835-1910) stijl was sterk beïnvloed door zijn journalistiek werk. Hij schreef net als [[Henry James]] op een ongeornamenteerde, directe wijze, met veel aandacht voor het gewone leven en gewone mensen die hij in hun eigen [[dialect]] laat spreken.


== Belangrijke literaire figuren==
;Belangrijke literaire figuren
[[James Fenimore Cooper]] - [[Edgar Allan Poe]] - [[John Pendleton Kennedy]] - [[William Gilmore Simms]] - [[Seba Smith]] - [[James Russell Lowell]] - [[Ralph Waldo Emerson]] - [[Henry David Thoreau]] - [[Margaret Fuller]] - [[Harriet Beecher Stowe]] - [[Nathaniel Hawthorne]] - [[Herman Melville]] - [[Walt Whitman]] - [[Mark Twain]] - [[Theodore Dreiser]] - [[Stephen Crane]] - [[Henry James]] - [[Emily Dickinson]]
[[James Fenimore Cooper]] - [[Edgar Allan Poe]] - [[John Pendleton Kennedy]] - [[William Gilmore Simms]] - [[Seba Smith]] - [[James Russell Lowell]] - [[Ralph Waldo Emerson]] - [[Henry David Thoreau]] - [[Margaret Fuller]] - [[Harriet Beecher Stowe]] - [[Nathaniel Hawthorne]] - [[Herman Melville]] - [[Walt Whitman]] - [[Mark Twain]] - [[Theodore Dreiser]] - [[Stephen Crane]] - [[Henry James]] - [[Emily Dickinson]]


<!-- ==Moderne Amerikaanse literatuur==
== 20e eeuw 1914-1945 ==
De invloed van grote literaire figuren als Ralph Waldo Emerson en Walt Whitman bleef sterk, en ook 'oudere' schrijvers als Herman Melville en Emily Dickinson werden nu meer gewaardeerd. Een aantal schrijvers die al vóór 1914 hadden gepubliceerd, werden nu grote namen in de literatuur: Gertrude Stein, Ezra Pound, Robert Frost, Sherwood Anderson, Carl Sandburg. En schrijvers die hun piek pas na 1945 beleefden, schreven al voordien: Edmund Wilson, Richard Wright, Eudora Welty, Tennessee Williams en anderen.
 
Een aantal jonge schrijvers en andere kunstenaars die na de Eerste Wereldoorlog naar Parijs en andere Europese steden trokken om de zin van het leven te zoeken en zich in drank en liefdesaffaires stortten, werden door Gertrude Stein (een van de ''expatriates'') de 'Lost generation' genoemd. De drie bekendste Amerikaanse auteurs van die groep zijn [[F. Scott Fitzgerald]], [[Ernest Hemingway]] en [[John Dos Passos]]. Anderen die gewoonlijk worden opgenomen in de lijst van ''the lost generation'' zijn Sherwood Anderson, Kay Boyle, Hart Crane, Ford Maddox Ford en Zelda Fitzgerald.
 
== 20e eeuw vanaf 1945 ==
In de periode van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot, ruwweg, de late jaren 1960 en begin jaren 1970 verschenen enkele van de populairste werken in de Amerikaanse geschiedenis, zoals ''To Kill a Mockingbird'' van Harper Lee. De periode werd grotendeels gedomineerd door de laatste paar meer realistische modernisten samen met de wildromantische beatniks. Ten aanzien van de oorlogsroman was er sprake een literaire explosie in Amerika tijdens de periode na de Tweede Wereldoorlog. Enkele van de bekendste werken zijn Norman Mailers ''The Naked and the Dead'' (1948), Joseph Hellers ''Catch-22'' (1961) en Kurt Vonnegut Jr's ''Slaughterhouse-Five'' (1969). Met ''The Moviegoer'' (1962) won Southern auteur Walker Percy de National Book Award. In deze roman exploreerde Percy de ontwrichting van de mens in de moderne tijd. Van J.D. Salingers ''Nine Stories'' en ''The Catcher in the Rye'' tot Sylvia Plaths ''The Bell Jar'' brachten schrijvers in hun werk de waargenomen waanzin van de stand van zaken in Amerika op de voorgrond. De beatniks ontwikkelden een eigen toon en stijl die veraf stond van hun voorgangers van de Lost Generation.
 
== 21e eeuw ==
Rond de laatste millenniumwisseling waren er in de Verenigde Staten veel nieuwe schrijvers die hun ervaringen als immigrant in boekvorm vastlegden. De Indisch-Amerikaanse schrijfster Jhumpa Lahiri won de Pulitzerprijs voor de literatuur met haar in 1999 gepubliceerde verhalenbundel ''Interpreter of Maladies''. Een van de verhalen uit deze bundel breidde ze uit tot een echte roman, ''The Namesake'', die ze in 2003 publiceerde. In 2007 werd deze roman verfilmd.
 
De Chinees-Amerikaanse auteur Ha Jin won in 1999 de National Book Award en in 2000 de PEN/Faulkner Award voor zijn tweede roman, ''Waiting''. In 2005 won hij deze laatste prijs opnieuw voor War Trash.
 
Andere bekende Amerikaanse schrijvers van rond de eeuwwisseling zijn David Foster Wallace die ''Infinite Jest'' schreef - een toekomstroman die in 2009 door Time als een van de belangrijkste van de 20e eeuw werd genoemd -, Michael Chabon die in 2000 ''The Amazing Adventures of Kavalier & Clay'' schreef - dat in 2001 de Pulitzer-prijs voor literatuur won - en Marilynne Robinson die in 2004 ''Gilead'' schreef, een familieverhaal over religie dat zich tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog afspeelt.
 


(in wording...)
-->
{{Bron|bronvermelding=
{{Bron|bronvermelding=
<div class="plainlinks">
<div class="plainlinks">

Versie van 8 aug 2018 16:48

Amerikaanse literatuur laat men traditioneel beginnen bij,de koloniale periode omstreeks 1600. Daartegenover staan dan literaire critici die het begin van de Amerikaanse literaire geschiedenis plaatsen bij de mondeling overgeleverde verhalen van de Navajo en de Zuni, indianenstammen van het zuidwesten van de VS. Men zou er inderdaad bij kunnen stilstaan dat er ten tijde van de 16e-eeuwse ontdekkingsreizen van Columbus in Noord-Amerika meer dan 18 miljoen autochtone bewoners waren die in totaal 200 verschillende talen spraken en elkaar reeds millennia verhalen vertelden. Slechts een klein deel van deze mythische verhalen werden in de 19e eeuw opgeschreven. Deze orale literatuur bestond dus wel degelijk, maar is grotendeels verloren gegaan. Daardoor beperkt men zich bij traditionele behandelingen van Amerikaanse literatuurgeschiedenis meestal tot Engelstalig literair werk, geproduceerd in de Verenigde Staten en (vroeger) koloniaal Amerika: een reeks Britse koloniën langs de oostkust van de huidige Verenigde staten.

Koloniale literatuur

Sommige vroege vormen van Amerikaanse literatuur bestonden uit pamfletten en andere teksten, bedoeld om de koloniën op te hemelen bij het Europese en het eigen publiek. Kapitein John Smith kan beschouwd worden als de eerste Amerikaanse auteur met zijn werken: "A True Relation of Such Occurrences and Accidents of Note as Happened in Virginia" (1608) en "The General Historie of Virginia, New England en the Summer Isles" (1624). Andere gelijkaardige schrijvers waren Daniel Denton, Thomas Ashe, William Penn, George Percy, William Strachey, John Hammond, Daniel Coxe, Gabriel Thomas en John Lawson.

Religieuze kwesties en disputen waren vaak onderwerp tijdens de vroege jaren van de kolonisatie. Zo behandelde John Winthrops dagboek de religieuze grondslagen van de Massachusetts Bay Colony. Ook Edward Winslow hield een dagboek bij van de eerste dagen na de aankomst van de Mayflower. Er bestond ook al activiteit op gebied van poëzie: zie bijvoorbeeld Anne Bradstreet en Edward Taylor.Een andere inspiratiebron voor literaire geschriften waren de ontmoetingen met indianen en de conflicten die ermee gepaard gingen: zie Daniel Gookin, Alexander Whitaker, John Mason, Benjamin Church en Mary Rowlandson. Een zekere John Eliot vertaalde de bijbel voor de indianen zelfs in het Algonquin. In deze revolutionaire periode bloeide uiteraard ook de productie van politieke geschriften, waaronder die van Samuel Adams, Josiah Quincy, John Dickinson, en de koningsgezinde Joseph Galloway.

18e eeuw

Prominente figuren uit deze periode zijn Benjamin Franklin en Thomas Paine. Politiek invloedrijk waren Benjamin Franklins "Poor Richard's Almanac" en "The Autobiography", en Paines bekende pamflet "Common Sense".

Als eerste Amerikaanse roman wordt soms William Hill Brown's "The Power of Sympathy" (1789) genoemd. Langzaamaan vond de Amerikaanse literatuur haar eigen stem en onderscheidde ze zich van Europese vormen en stijlen. Er werd natuurlijk nog volop geïmiteerd. Zo waren "Wieland" en andere romans van Charles Brockden Brown (1771-1810) niet anders dan nogal zwakke broertjes van de Gothic novel in Engeland. Vooral na de oorlog van 1812 manifesteerde zich echter een duidelijke drang om iets unieks Amerikaans te produceren. Een aantal literaire sleutelfiguren die deze evolutie met hun origineel werk ondersteunden waren Washington Irving, William Cullen Bryant, James Fenimore Cooper, en Edgar Allan Poe, waarbij vooral Irving als pionier van een unieke Amerikaanse stijl wordt naar voor geschoven.

19e eeuw

Washington Irving, die bij het grote publiek nog het bekendst zou worden door zijn kortverhaal "The Legend of Sleepy Hollow", schreef ook historische biografieën over onder meer George Washington, Oliver Goldsmith en Mohammed. William Cullen Bryant. Bryant schreef vroegromantische gedichten en natuurpoëzie. In 1832 begon Edgar Allan Poe kortverhalen te schrijven waaronder "The Masque of the Red Death", "The Pit and the Pendulum", "The Fall of the House of Usher" en "The Murders in the Rue Morgue", mysterieuze verhalen die psychologische diepten in de menselijke psyche exploreren die voorheen onaangeroerd bleven. Ralph Waldo Emerson (1803-1882) begon in 1836 te schrijven aan het non-fictie werk "Nature", waarin hij pleitte voor een buitenkerkelijke, ongeorganiseerde religiositeit door een soort spirituele eenwording met de natuur. Zijn werk betekende het begin van een beweging, gekend als transcendentalisme. Mogelijk het meest verwant aan Emerson was zijn non-conformistische vriend Henry David Thoreau (1817-1862), die in zijn boek "Walden" vertelde hoe hij in een hutje bij Walden Pond (vijver) twee jaar in eenzaamheid doorbracht. Harriet Beecher Stowe (1811 – 1896) schreef met "Uncle Tom's Cabin" (1852) een sterk pleidooi voor de afschaffing van de slavernij. Een andere abolitionist, Walt Whitman (1819-1892) was een arbeider die in de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) dienst deed als verpleger. Zijn magnum opus "Leaves of Grass" betekende een vernieuwing in de poëzie door de vrij vloeiende versregels van onregelmatige lengte en de verering van een sterke lichamelijkheid en verbondenheid met de natuur. D.H. Lawrence zou over hem zeggen: (geparafraseerd:) "Whitman was de eerste die het oude morele concept verbrak van een superieure ziel die 'boven' het lichaam stond." In tegenstelling daarmee is Emily Dickinsons (1830-1886) poëzie conventioneler maar zeer geestig, doorwrocht en psychologisch sterk. Veel van haar poëzie gaat over de dood, maar met een vreemde wending, zoals haar bekende gedicht "Because I could not stop for Death" (Omdat ik geen tijd had om de Dood op te wachten). Mark Twains 1835-1910) stijl was sterk beïnvloed door zijn journalistiek werk. Hij schreef net als Henry James op een ongeornamenteerde, directe wijze, met veel aandacht voor het gewone leven en gewone mensen die hij in hun eigen dialect laat spreken.

Belangrijke literaire figuren

James Fenimore Cooper - Edgar Allan Poe - John Pendleton Kennedy - William Gilmore Simms - Seba Smith - James Russell Lowell - Ralph Waldo Emerson - Henry David Thoreau - Margaret Fuller - Harriet Beecher Stowe - Nathaniel Hawthorne - Herman Melville - Walt Whitman - Mark Twain - Theodore Dreiser - Stephen Crane - Henry James - Emily Dickinson

20e eeuw 1914-1945

De invloed van grote literaire figuren als Ralph Waldo Emerson en Walt Whitman bleef sterk, en ook 'oudere' schrijvers als Herman Melville en Emily Dickinson werden nu meer gewaardeerd. Een aantal schrijvers die al vóór 1914 hadden gepubliceerd, werden nu grote namen in de literatuur: Gertrude Stein, Ezra Pound, Robert Frost, Sherwood Anderson, Carl Sandburg. En schrijvers die hun piek pas na 1945 beleefden, schreven al voordien: Edmund Wilson, Richard Wright, Eudora Welty, Tennessee Williams en anderen.

Een aantal jonge schrijvers en andere kunstenaars die na de Eerste Wereldoorlog naar Parijs en andere Europese steden trokken om de zin van het leven te zoeken en zich in drank en liefdesaffaires stortten, werden door Gertrude Stein (een van de expatriates) de 'Lost generation' genoemd. De drie bekendste Amerikaanse auteurs van die groep zijn F. Scott Fitzgerald, Ernest Hemingway en John Dos Passos. Anderen die gewoonlijk worden opgenomen in de lijst van the lost generation zijn Sherwood Anderson, Kay Boyle, Hart Crane, Ford Maddox Ford en Zelda Fitzgerald.

20e eeuw vanaf 1945

In de periode van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot, ruwweg, de late jaren 1960 en begin jaren 1970 verschenen enkele van de populairste werken in de Amerikaanse geschiedenis, zoals To Kill a Mockingbird van Harper Lee. De periode werd grotendeels gedomineerd door de laatste paar meer realistische modernisten samen met de wildromantische beatniks. Ten aanzien van de oorlogsroman was er sprake een literaire explosie in Amerika tijdens de periode na de Tweede Wereldoorlog. Enkele van de bekendste werken zijn Norman Mailers The Naked and the Dead (1948), Joseph Hellers Catch-22 (1961) en Kurt Vonnegut Jr's Slaughterhouse-Five (1969). Met The Moviegoer (1962) won Southern auteur Walker Percy de National Book Award. In deze roman exploreerde Percy de ontwrichting van de mens in de moderne tijd. Van J.D. Salingers Nine Stories en The Catcher in the Rye tot Sylvia Plaths The Bell Jar brachten schrijvers in hun werk de waargenomen waanzin van de stand van zaken in Amerika op de voorgrond. De beatniks ontwikkelden een eigen toon en stijl die veraf stond van hun voorgangers van de Lost Generation.

21e eeuw

Rond de laatste millenniumwisseling waren er in de Verenigde Staten veel nieuwe schrijvers die hun ervaringen als immigrant in boekvorm vastlegden. De Indisch-Amerikaanse schrijfster Jhumpa Lahiri won de Pulitzerprijs voor de literatuur met haar in 1999 gepubliceerde verhalenbundel Interpreter of Maladies. Een van de verhalen uit deze bundel breidde ze uit tot een echte roman, The Namesake, die ze in 2003 publiceerde. In 2007 werd deze roman verfilmd.

De Chinees-Amerikaanse auteur Ha Jin won in 1999 de National Book Award en in 2000 de PEN/Faulkner Award voor zijn tweede roman, Waiting. In 2005 won hij deze laatste prijs opnieuw voor War Trash.

Andere bekende Amerikaanse schrijvers van rond de eeuwwisseling zijn David Foster Wallace die Infinite Jest schreef - een toekomstroman die in 2009 door Time als een van de belangrijkste van de 20e eeuw werd genoemd -, Michael Chabon die in 2000 The Amazing Adventures of Kavalier & Clay schreef - dat in 2001 de Pulitzer-prijs voor literatuur won - en Marilynne Robinson die in 2004 Gilead schreef, een familieverhaal over religie dat zich tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog afspeelt.


Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow