Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Alfons De Cock: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(foto, jeugd, aanwezigen, inschriften)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox auteur
{{Infobox auteur
| naam          =  
| naam          =  
| afbeelding    =  
| afbeelding    = Alfons De Cock.jpg
| onderschrift  =  
| onderschrift  = Karel Alfons De Cock,<br/>grondlegger van de wetenschappelijke volkskunde in Vlaanderen.
| citaat        =  
| citaat        =  
| volledige naam = Karel Alfons De Cock
| volledige naam = Carolus Alphonsius De Cock
| pseudoniem    =  
| pseudoniem    =  
| beter-bekend-als =  
| beter-bekend-als =  
Regel 27: Regel 27:
'''Alfons De Cock''' ([[Herdersem]], [[12 januari]] [[1850]] – [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], [[2 maart]] [[1921]]) was een [[Vlaams]]e [[onderwijzer]] en [[schrijver]], volkskundige en [[folklore|folklorist]].
'''Alfons De Cock''' ([[Herdersem]], [[12 januari]] [[1850]] – [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], [[2 maart]] [[1921]]) was een [[Vlaams]]e [[onderwijzer]] en [[schrijver]], volkskundige en [[folklore|folklorist]].


Sinds hij op twaalfjarige leeftijd ''[[De Leeuw van Vlaanderen]]'' had gelezen, verlangde hij ernaar schrijver te worden. In de normaalschool in [[Lier (België)|Lier]] was [[Domien Sleeckx]] zijn leraar Nederlands en spoorde zijn belangstelling voor de volkskunde aan.
Karel Alfons De Cock werd geboren te Herdersem op 12 januari 1850 als jongste zoon van Petrus Josephus De Cock en Victoria De Mol.
 
Zijn eerste schooljaren bracht hij door in de klas van zijn vader. Na enkele jaren in Aalst naar school te zijn geweest, ging hij naar de Rijksnormaalschool in [[Lier (België)|Lier]]. Daar was [[Domien Sleeckx]] zijn leraar Nederlands en spoorde zijn belangstelling voor de volkskunde aan. Sinds hij op twaalfjarige leeftijd ''[[De Leeuw van Vlaanderen]]'' had gelezen, verlangde hij ernaar schrijver te worden.


Nadat hij in 1869 zijn diploma behaalde als onderwijzer, was hij achtereenvolgens hulponderwijzer te [[Moorsel]], in 1874 hoofdonderwijzer te Herdersem en vanaf 1879 hoofdonderwijzer te [[Denderleeuw]]. In Moorsel en Herdersem dirigeerde hij de plaatselijke harmonie en in Denderleeuw was hij ook leraar notenleer en samenzang.
Nadat hij in 1869 zijn diploma behaalde als onderwijzer, was hij achtereenvolgens hulponderwijzer te [[Moorsel]], in 1874 hoofdonderwijzer te Herdersem en vanaf 1879 hoofdonderwijzer te [[Denderleeuw]]. In Moorsel en Herdersem dirigeerde hij de plaatselijke harmonie en in Denderleeuw was hij ook leraar notenleer en samenzang.
Regel 33: Regel 35:
Op 25 april 1876 trouwde hij met Marie Clemence Pieters, een landbouwster uit [[Lebbeke]]. In dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, maar slechts één bleef in leven: hun dochter Estelle.
Op 25 april 1876 trouwde hij met Marie Clemence Pieters, een landbouwster uit [[Lebbeke]]. In dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, maar slechts één bleef in leven: hun dochter Estelle.


Vanaf 1894 was hij Samen met [[Pol De Mont]] een redacteur van het tijdschrift ''Volkskunde'', als vervanger van August Gittée, één van de medeoprichters van het tijdschrift.  
Vanaf 1894 was hij samen met [[Pol De Mont]] een redacteur van het tijdschrift ''Volkskunde'', als vervanger van August Gittée, één van de medeoprichters van het tijdschrift.  
In 1898 werd hij tot lid benoemd van de [[Maatschappij der Nederlandse Letterkunde]].
In 1898 werd hij tot lid benoemd van de [[Maatschappij der Nederlandse Letterkunde]].


In 1904 ging hij uit het onderwijs om zich toe te leggen op studie en schrijven. Hij vestigde hij zich te Brussel, waar hij toegang had tot de Koninklijke Bibliotheek en als muziekliefhebber gelegenheid had om concerten bij te wonen. Toen hij verhuisde, bracht hij een verhuiswagen met boeken naar de veiling. Zijn grote verzameling planten schonk hij aan de [[Kruidtuin]].
In 1904 ging hij uit het onderwijs om zich toe te leggen op studie en schrijven. Hij vestigde hij zich te Brussel, waar hij toegang had tot de Koninklijke Bibliotheek en als muziekliefhebber gelegenheid had om concerten bij te wonen. Toen hij verhuisde, bracht hij een verhuiswagen met boeken naar de veiling. Zijn grote verzameling vetplanten schonk hij aan de [[Kruidtuin]].


Nadat zijn dochter huwde, vertrok hij in oktober 1907 naar Antwerpen. Hij was er een trouwe bezoeker van de [[Vlaamsche Opera]]. Op 10 maart 1912 ontving hij de [[Leopoldsorde (België)|Leopoldsorde]].
Nadat zijn dochter huwde, vertrok hij in oktober 1907 naar Antwerpen. Hij was er een trouwe bezoeker van de [[Vlaamsche Opera]]. Op 10 maart 1912 ontving hij de [[Leopoldsorde (België)|Leopoldsorde]].
Regel 44: Regel 46:
In zijn werk ''Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond'' verschenen in 1921, verwees hij nog naar een slotgedeelte dat bijna klaar was. Dit kon hij echter niet meer afwerken: op 2 maart 1921 werd hij getroffen door een [[beroerte]], en overleed hieraan dezelfde dag nog, op 71-jarige leeftijd.
In zijn werk ''Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond'' verschenen in 1921, verwees hij nog naar een slotgedeelte dat bijna klaar was. Dit kon hij echter niet meer afwerken: op 2 maart 1921 werd hij getroffen door een [[beroerte]], en overleed hieraan dezelfde dag nog, op 71-jarige leeftijd.


Bij zijn begrafenis te [[Berchem (Antwerpen)]] waren heel wat Vlaamse letterkundigen aanwezig.
Bij zijn begrafenis te [[Berchem (Antwerpen)]] waren heel wat Vlaamse letterkundigen aanwezig, onervaren wie: Prof. Vercoullie, [[Juliaan De Vriendt]], Mej. Belpaire, J. Persijn, [[Pol De Mont]], [[Maurits Sabbe]], Victor De Meyere, [[Omer Wattez]], F. Van Cuyck, Lod. Opdebeek, Lod. Scheltjens, H. Van Puymbrouck, E. De Bock, [[Emanuel De Bom]], A. Sauwen, J. Denucé, E. Van Offel en [[Lode Baekelmans]].


Op zijn graf staat het inschrift:
:''Hij wekte de Vlaamsche sage''
:''Hij boekte de Vlaamsche vertelling''
:''Al zinnend en luisterend''
:''En speurend en schrijvend''
:''Onverdroten werd hij de grote weldoener''
:''Van zijn herlevend Vlaamsche volk.''
* In 1928 plaatste de Bond van Oost-Vlaamse Volkskundigen een gedenksteen voor hem aan de kerk van Denderleeuw en liet een gedenkplaat in de gevel van zijn geboortehuis inmetselen.
* In 1950, honderd jaar na zijn geboorte, kreeg de toenmalige Kerkstraat in Herdersem de naam Alfons De Cockstraat.
* In 1975 plaatste het [[Davidsfonds]] in zijn geboortedorp Herdersem een borstbeeld. Op de gedenkplaat staat te lezen:
:''Hij leefde gisteren::
:''schreef voor vandaag::
:''dacht aan morgen::
== Bibliografie ==
== Bibliografie ==
* ''Flora der Dendervallei'' (1883)
* ''Flora der Dendervallei'' (1883)
Regel 71: Regel 87:


== Weblink ==
== Weblink ==
{{Link dbnl auteur|id=cock001|label=Profiel}}
{{Link dbnl auteur|id=cock001}}


{{DEFAULTSORT:Decock, Alfons}}
{{DEFAULTSORT:Decock, Alfons}}

Versie van 24 jan 2014 08:21

rel=nofollow

Alfons De Cock (Herdersem, 12 januari 1850Antwerpen, 2 maart 1921) was een Vlaamse onderwijzer en schrijver, volkskundige en folklorist.

Karel Alfons De Cock werd geboren te Herdersem op 12 januari 1850 als jongste zoon van Petrus Josephus De Cock en Victoria De Mol.

Zijn eerste schooljaren bracht hij door in de klas van zijn vader. Na enkele jaren in Aalst naar school te zijn geweest, ging hij naar de Rijksnormaalschool in Lier. Daar was Domien Sleeckx zijn leraar Nederlands en spoorde zijn belangstelling voor de volkskunde aan. Sinds hij op twaalfjarige leeftijd De Leeuw van Vlaanderen had gelezen, verlangde hij ernaar schrijver te worden.

Nadat hij in 1869 zijn diploma behaalde als onderwijzer, was hij achtereenvolgens hulponderwijzer te Moorsel, in 1874 hoofdonderwijzer te Herdersem en vanaf 1879 hoofdonderwijzer te Denderleeuw. In Moorsel en Herdersem dirigeerde hij de plaatselijke harmonie en in Denderleeuw was hij ook leraar notenleer en samenzang.

Op 25 april 1876 trouwde hij met Marie Clemence Pieters, een landbouwster uit Lebbeke. In dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, maar slechts één bleef in leven: hun dochter Estelle.

Vanaf 1894 was hij samen met Pol De Mont een redacteur van het tijdschrift Volkskunde, als vervanger van August Gittée, één van de medeoprichters van het tijdschrift. In 1898 werd hij tot lid benoemd van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

In 1904 ging hij uit het onderwijs om zich toe te leggen op studie en schrijven. Hij vestigde hij zich te Brussel, waar hij toegang had tot de Koninklijke Bibliotheek en als muziekliefhebber gelegenheid had om concerten bij te wonen. Toen hij verhuisde, bracht hij een verhuiswagen met boeken naar de veiling. Zijn grote verzameling vetplanten schonk hij aan de Kruidtuin.

Nadat zijn dochter huwde, vertrok hij in oktober 1907 naar Antwerpen. Hij was er een trouwe bezoeker van de Vlaamsche Opera. Op 10 maart 1912 ontving hij de Leopoldsorde.

Na de Duitse inval vluchtte hij met zijn familie een tijdje naar Engeland, maar hervatte in 1916 zijn werk in België.

In zijn werk Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond verschenen in 1921, verwees hij nog naar een slotgedeelte dat bijna klaar was. Dit kon hij echter niet meer afwerken: op 2 maart 1921 werd hij getroffen door een beroerte, en overleed hieraan dezelfde dag nog, op 71-jarige leeftijd.

Bij zijn begrafenis te Berchem (Antwerpen) waren heel wat Vlaamse letterkundigen aanwezig, onervaren wie: Prof. Vercoullie, Juliaan De Vriendt, Mej. Belpaire, J. Persijn, Pol De Mont, Maurits Sabbe, Victor De Meyere, Omer Wattez, F. Van Cuyck, Lod. Opdebeek, Lod. Scheltjens, H. Van Puymbrouck, E. De Bock, Emanuel De Bom, A. Sauwen, J. Denucé, E. Van Offel en Lode Baekelmans.

Op zijn graf staat het inschrift:

Hij wekte de Vlaamsche sage
Hij boekte de Vlaamsche vertelling
Al zinnend en luisterend
En speurend en schrijvend
Onverdroten werd hij de grote weldoener
Van zijn herlevend Vlaamsche volk.
  • In 1928 plaatste de Bond van Oost-Vlaamse Volkskundigen een gedenksteen voor hem aan de kerk van Denderleeuw en liet een gedenkplaat in de gevel van zijn geboortehuis inmetselen.
  • In 1950, honderd jaar na zijn geboorte, kreeg de toenmalige Kerkstraat in Herdersem de naam Alfons De Cockstraat.
  • In 1975 plaatste het Davidsfonds in zijn geboortedorp Herdersem een borstbeeld. Op de gedenkplaat staat te lezen:
Hij leefde gisteren::
schreef voor vandaag::
dacht aan morgen::

Bibliografie

  • Flora der Dendervallei (1883)
  • Simon Stévin (1888)
  • Arm geboren en beroemd gestorven (1889)
  • Uit de wonderwereld (1889)
  • Rond den Heerd (1890)
  • Rembert Dodoens (1890)
  • Volksgeneeskunde in Vlaanderen (1891)
  • Wonderen uit het plantenrijk, 2 delen (1892)
  • Dit zijn Vlaamse wondersprookjes het volk naverteld (1896) met Pol De Mont
  • Dit zijn Vlaamse vertelsels uit den volksmond opgeschreven (1898) met Pol De Mont
  • Zoo vertellen de Vlamingen, ten believe van de Waalsche schooljeugd, die gaarne Nederlands wil leren (1903) met Pol De Mont
  • Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland, 8 delen (1902-1908) met Isidoor Teirlinck
  • Brabantsch sagenboek, 3 delen (1909-1912) met Is. Teirlinck
  • Spreekwoorden en zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en volkszeden (1905)
  • Spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen, de liefde en het huwelijk (1911)
  • Natuurverklarende sprookjes, 2 delen (1911–1912)
  • Volkssage, volksgeloof en volksgebruiken (1918)
  • Oude volksverhalen (1918)
  • Merkwaardige vonissen in de volksoverlevering (1918)
  • Spreekwoorden en zegswijzen op volksgeloof berustend, 2 delen (1920)
  • Studiën en essays over oude volksvertelsels (1920)
  • Vlaamsche sagen uit den volksmond (1921)

Weblink