Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Albrecht Dürer

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 21 mei 2020 om 17:37
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Albrecht Dürer (Neurenberg, 21 mei 1471Neurenberg, 6 april 1528) was een Duits kunstschilder, tekenaar, maker van houtsneden en kopergravures, kunsttheoreticus en humanist uit de Noordelijke renaissance. De opkomst van de prentdrukkunst, die parallel loopt aan de ontwikkeling van de boekdrukkunst, maakt van Albrecht Dürer de populairste en invloedrijkste Noord-Europese kunstenaar uit deze periode. Zijn atelier specialiseerde zich in druktechnieken. Met name de kopergravure maakte een grote oplage mogelijk.

Veelzijdig kunstenaar

Dürer is vooral bekend om zijn veelzijdigheid. Hij was een bezeten reiziger door Europa en Italië, niet alleen op zoek naar beelden van de renaissance, maar ook naar natuurlijke fenomenen, die hij met veel aandacht vast wist te leggen. Naast een meesterlijk schilder was hij ook een belangrijke graveur en schepper van houtsneden. Ook daar bleek de invloed van de Gotiek. Dürer was ook meetkundige.

Dürer maakte samen met Matthias Grünewald (1475 – 1528), Lucas Cranach de Oudere (1472 – 1553) en Hans Holbein de Jongere (1497 – 1543) het kruim van de Duitse renaissance-schilderkunst uit. Zijn contacten met antiklerikale humanisten brachten hem ten slotte tot een hervormingsgezind standpunt.

Jeugd, beschermers en reizen

Dürer werd geboren in Neurenberg als de derde zoon van een Hongaarse goudsmid en Barbara Holpe. Zijn vader, Albrecht Dürer de Oudere (oorspronkelijk Albrecht Ajtósi), was in 1455 van Ajtos bij Gyula in Hongarije verhuisd naar Neurenberg.

Van beiden heeft hij een portret geschilderd. Zijn ouders hadden 18 kinderen, waarvan slechts 3 volwassen werden. In 1485 ging hij in de leer bij zijn vader. Het oudst bekende werk van Dürer is geen edelsmeedkunst, maar een zelfportret uit 1484. Toen zijn talent voor tekenen evident werd deed zijn vader hem in 1484 in de leer bij de schilder en boekillustrator Michael Wolgemuth, waar hij onder andere houtgravuretechnieken en prenten met droge naald leerde. Hij woonde tijdelijk in Bazel (Zwitserland) en in Straatsburg. In 1494 keerde hij terug naar Neurenberg, waar hij in het huwelijk trad. Drie maanden na zijn huwelijk vertrok Dürer naar Italië, alleen, mogelijk omwille van een pestepidemie in Neurenberg. Hij maakte schetsen in waterverf terwijl hij door de Alpen trok. Sommige bleven bewaard, andere kunnen afgeleid worden van de precieze landschappen in zijn later werk. In Italië trok hij naar Venetië om er het werk van Italiaanse meesters te bestuderen.

Vanaf 1512 werd de Duitse keizer Maximiliaan I, uit de dynastie der Habsburgers, zijn voornaamste opdrachtgever. Hij kende Dürer een lijfrente toe. In de jaren 1520 en 1521 ondernam Dürer reizen naar de Bourgondische Nederlanden, Antwerpen en Brussel.[1]

In juli 1520 maakte Dürer een reis om zich te verzekeren van de gunst van de nieuwe keizer van het Heilige Roomse Rijk, keizer Karel V, die in Aken gekroond zou worden. Dürer reisde met zijn echtgenote en haar dienstmeid via de Rijn naar Keulen en daarna naar Antwerpen, waar hij met veel eer ontvangen werd. Hij bezocht ook Nijmegen, 's-Hertogenbosch, Brugge (waar hij Michelangelo’s beeldhouwwerk, de Madonna van Brugge, zag), Gent (waar hij Van Eycks Lam Gods bewonderde) en Zeeland.

De kunstenaar wilde zoveel mogelijk invloedrijke personen ontmoeten die voor hem konden pleiten bij Karel V. In juni 1521 bracht hij een bezoek aan Margaretha van Oostenrijk (1480–1530), die hem haar collectie schilderijen toonde. Vooral de steun die hij ontving van Margareta van Oostenrijk, een dochter van keizer Maximiliaan, tante van Karel V en landvoogdes van de Nederlanden, zou daarbij van groot belang blijken te zijn. Het dagboek dat hij tijdens zijn reis door de Nederlanden bijhield vormt een rijke bron van informatie voor kunsthistorici.

Invloed Italiaanse renaissance

Dürer was een van de eerste Noord-Europese kunstenaars die de sfeer van de Italiaanse renaissance tijdens een verblijf in Italië onderging. De belangrijkste invloeden op zijn werk zijn die van Andrea Mantegna en Antonio del Pollaiolo geweest, later kwam hij onder invloed te staan van de Venetiaan Giovanni Bellini. Niet alleen door de toepassing van het centraal perspectief, schildertechniek maar ook filosofisch-cultureel is Dürer voor de Noord-Europese kunst een doorbraak. Voor het eerst heeft een noorderling, doordrenkt door het Italiaanse humanisme van Michelangelo en Dante, de moed zichzelf in een frontale zelfverzekerde pose op een doek te plaatsen. De talrijke zelfportretten van de schilder zijn niet alleen persoonlijke, maar ook cultuurhistorische documenten. Het oudste geschilderde zelfportret van Dürer dateert van 1493. Dit schilderij in olieverf hangt nu in het Louvre te Parijs.

Houtsneden

Het bekendste is Dürer geworden door zijn houtsneden. Hij profiteerde van de toen tamelijk jonge techniek om zijn werk over heel Europa te kunnen verspreiden. Zelfs in Italië, toch het belangrijkste kunstland indertijd, had hij belangrijke invloed, bijvoorbeeld op de schilder Pontormo. De biograaf Vasari is in zijn Vite negatief over Pontormo's mening over het te excessief gebruik van Dürers vormentaal, maar wijst er ook op dat Jacopo in ieder geval niet de enige was die zijn voorbeelden zo af en toe volgde. Het gaat hier om de houtsnedes van de Grote en de Kleine Passie van Albrecht Dürer uit 1498 en 1511. Ook zijn Apocalyps-serie met onder meer Die vier apokalyptischen Reiter is bekend. Deze serie is een belangrijke invloed op het werk van de Engelse dichter-graficus William Blake.

Gravures

Melencolia I

Een van Dürers bekendste prenten is Melencolia I, die een visie geeft op de melancholie. De Romeinse I slaat waarschijnlijk op het type zwartgalligheid, volgens de indeling in drie types door de Duitse humanist Cornelius Agrippa. Bij type I, Melencholia Imaginativa, waar kunstenaars aan zouden lijden, heeft verbeelding de overhand op verstand.
  • Rechtsonder zit een trieste figuur met vleugels (engel of genius, het geslacht is niet duidelijk). De figuur steunt het hoofd op de linkerhand en kijkt verbijsterd voor zich uit, ondanks de lauwerkrans. De lichaamshouding is die van de vroegere voorbeelden van melancholie, de oude man Saturnus. In de rechterhand een passer en daaronder een boek. De genius draagt een weelderige jurk met in de plooien een geldbeurs en sleutels. Ondanks alle middelen zit de figuur er verslagen bij, de kern van de melancholie.
  • Overal symbolische voorwerpen en dieren. Aan de voeten van de figuur liggen een bol en links een groot veelvlak (een rombohedron). Een hond, symbool van de trouw, ligt in een kronkel te slapen.
  • Boven het hoofd hangen een weegschaal in evenwicht, een zandloper, een doodsklok en een tovervierkant met het jaartal 1514 erin en waarvan alle diagonalen, rijen, kolommen en 2x2 hoeken opgeteld het getal 34 opleveren: symbolen van wiskunde, de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen en de vergankelijkheid.
  • In het midden een putto op een molensteen die schrijft
  • Op de grond een hamer, een schaaf, graveerstiften en een zaag, gereedschap van timmerman en kunstenaar.
  • Op de achtergrond links een regenboog, een fel licht (zon of komeet) en een vleermuis die de titel Melencolia I van de prent als banier draagt en een ladder. In de verte een stad aan de kust van een zee of meer, waarin het felle licht weerkaatst.

Een interpretatie is dat de vleugels verwijzen naar de goddelijkheid van de ziel, maar deze mens is niet goddelijk, want aan de aarde gebonden. De symbolen staan voor het wikken en wegen van de mens, die zich ondanks kennis en wetenschap na de arbeid onbevredigd voelt met het tijdelijke en vergankelijke. De melancholie komt voort uit onzekerheid over het bestaan. De goddelijke bovenzinnelijke werkelijkheid die op de achtergrond nog duidelijk aanwezig is, werd vanaf de vijftiende eeuw langzamerhand verdrongen door het ’nieuwe licht’. Dat licht valt rechts buiten beeld op de figuur en stelt de ontwikkeling van de empirische wetenschappen voor. Melancholie en vertwijfeling is het gevolg van de tweespalt tussen twee totaal verschillende mens- en wereldbeelden.

De Melencolia I wordt ook genoemd in het boek Het Verloren Symbool van Dan Brown. Hierin staat op een doosje waarin de gouden deksteen van een piramide wordt bewaard: 1514 AD. AD staat voor Albrecht Dürer, en 1514 is een verwijzing naar de Melencolia I.

Ridder, Dood en Duivel

Ridder, Dood en Duivel is een gravure die Dürer in 1513 maakte. Deze gravure toont aan dat Dürer een techniek ontwikkelde die het mogelijk maakt schilderachtige overgangen te maken van licht naar donker.

Vestingbouw

Tevens heeft Dürer zich beziggehouden met het ontwerpen van versterkingen voor steden. In 1527 verscheen zijn boek Etliche Unterricht zur Befestigung der Stadt, Schloss und Flecken. Hierin beschrijft hij hoe stadsmuren beter bestand gemaakt kunnen worden tegen het toen moderne kanonnenvuur. Hij stelde voor om grote, halfronde, naar buiten uitspringende torens te bouwen. Inwendig werden zij voorzien van overwelfde ruimten, eventueel onderverdeeld in meerdere verdiepingen. In deze ruimten konden het geschut en de bediening gedekt worden opgesteld. Zij worden over het algemeen beschouwd als voorlopers van het bastion. Door de enorme afmetingen van deze bouwwerken en de hoge kosten die men moest maken om een stad volgens Dürers methode te bevestigen, is zijn methode zelden op grote schaal in de praktijk gebracht. Van de Nederlandse steden wordt aangenomen dat Sittard op een versimpelde manier volgens de Dürermethode was versterkt. Fort Sanderbout, naast de voormalige Putpoort, is een overblijfsel van een bastei.

Tevens was Dürer schermleerling en heeft in 1512 een boek uitgegeven waarin een groot aantal voorbeelden van het gebruik van diverse wapens worden gegeven. Hierin geeft hij aandacht voor het bastaardzwaard, "Messer", rondeeldolk en worsteltechnieken.

Werk in openbare collecties (selectie)

In 2007 werd Melencolia I, prent uit de collectie Fodor van het Amsterdam Museum tentoongesteld in het Armando Museum in Amersfoort. Daar brak op 22 oktober een felle brand uit. Hierbij is het werk verloren gegaan.
Tot 31 januari 2010 werd een aantal werken van Dürer tentoongesteld in het Groeningemuseum te Brugge omwille van het stadsfestival Brugge Centraal.

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons
Wikimedia Commons
Wikimedia Commons heeft meer mediabestanden die bij dit onderwerp horen: Albrecht Dürer.
rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Dürers dagboeknotities hiervan zijn uitgegeven in het Duits als Tagebuch der Reise in die NiederländeLees op Archive.org, en in het Frans als Journal du voyage d’Albert Dürer au Pays-Bas, Lees op archive.org
  2. º Objecten in het Museum Boijmans Van Beuningen
  3. º Objecten in het Rijksmuseum
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Albrecht Dürer op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
 
rel=nofollow