Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Cartesiaanse twijfel

Uit Wikisage
Versie door Lidewij (overleg | bijdragen) op 15 apr 2011 om 22:25 (http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Cartesiaanse_twijfel&oldid=25074557)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Cartesiaanse twijfel (ook wel systematische twijfel) is een methode, die werd ontwikkeld door de Franse filosoof René Descartes.

Hij meende dat het schijnweten moest worden uitgebannen. Het schijnweten is het idee dat men iets weet zonder dat daar een bewijs voor is, dus zonder dat men het zeker weet. Met de systematische twijfel is het de bedoeling dat de gebruiker aan alles gaat twijfelen, tot er niets meer zeker is. Vanuit dat idee gaat de filosoof verder redeneren.

Beschrijving van de systematische twijfel

De systematische twijfel bestaat uit drie stappen: de destructieve fase, het scharnierpunt en de constructieve fase.

  • In de destructieve fase wordt alle onzekere kennis verworpen.
  • Op het scharnierpunt wordt een universele waarheid geïntroduceerd, om later nieuwe waarheden af te leiden.
  • In de constructieve fase wordt uit de universele waarheid uit het scharnierpunt nieuwe kennis verworven.

Toepassing van de systematische twijfel

Descartes paste zijn techniek toe. Echter, in zijn toepassing zit een zwak punt, waardoor de waarheden die in de constructieve fase naar voren kwamen niet waar hoeven te zijn.

Destructieve fase

Kennis van onderricht en boeken moet verworpen worden, net als kennis van zintuigen of zintuiglijke kennis. Descartes stelt zich de vraag: bestaat de materiële wereld wel, en dus ook ons lichaam? Hij betwijfelt zelfs de waarheid van de wiskunde door de introductie van een god als "malin génie": want wie garandeert ons dat er geen bedrieglijke, voor de mens slechte, god bestaat die ons bij elke vraag tot het onjuiste antwoord laat komen? Het resultaat is het niet-weten.

Scharnierpunt

Toch moet er een zekerheid zijn om vanuit verder te redeneren. Descartes komt tot een eerste zekerheid met zijn gevleugelde uitspraak: "Cogito ergo sum", "ik denk dus ik ben." Volgens Descartes moet er iets zijn dat twijfelt. Er moest volgens hem een ratio, rede, zijn die bestaat. Want anders kan Descartes niet denken, en zijn cartesiaanse twijfel ook niet toepassen. Het lichaam hoeft volgens Descartes dus niet te bestaan, als de geest maar bestaat. Hiermee is Descartes een dualist.

Constructieve fase

In de laatste fase leidt Descartes uit die waarheid, het bestaan van zijn geest, meer waarheden af. Hij komt tot twee godsbewijzen die de existentie van een "malin génie" weerleggen, oftewel: bewijzen waarom God geen bedrieger kan zijn. Want bedrog wijst op tekortkomingen terwijl God volmaakt is. God zou ons bedriegen als onze neiging om te geloven in het bestaan van een materiële wereld buiten ons bewustzijn, misleidend zou zijn. Concluderend is het doel, de fundering van kennis, bereikt.

Referenties

  • (en) Descartes, René. (1641). Meditations on First Philosophy. In Cottingham, et al. (eds.), 1984. Online versie.
  • (en) Newman, Lex. (2005). "Descartes' Epistemology". The Stanford Encyclopedia of Philosophy, Edward N. Zalta (ed.). Online versie.