Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dialogical Self

Uit Wikisage
Versie door Lidewij (overleg | bijdragen) op 14 dec 2009 om 23:08 (http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dialogical_Self_Theory&action=edit&oldid=18365995)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De dialogical self is een psychologisch concept, dat ten grondslag ligt aan de Dialogical Self Theorie (DST), zoals ontwikkeld door de nederlandse psycholoog Hubert Hermans, eind 20ste eeuw.[1] De term verwijst naar het fenomeen waarbij een persoon innerlijk met zichzelf in dialoog gaat, of preciezer gezegd het geestelijk vermogen van een persoon om innerlijk verschillende posities te kunnen innemen die dan met elkaar in dialoog gaan.

Overzicht

Het concept "dialogical self" brengt twee concepten, "zelf" en "dialoog", tezamen, zodanig dat de samenhang tussen het zelf en de maatschappij verhelderd wordt. Traditioneel gezien, wordt het zelf voorgesteld als iets interns, iets dat zich afspeelt binnen de huid van de persoon en dialoog als iets externs dat zich afspeelt in de communicatie tussen verschillende personen

Het voornaamste doel van DST is niet zozeer om verifieerbare hypothesen te toetsen maar om nieuwe ideeën te genereren in dienst van voortgezette theorievorming, research en toepassing in de praktijk. Tevens beoogt de theorie een bijdrage te leveren aan het innoveren van maatschappelijke processen, met name door het stimuleren van dialogische relaties niet alleen tussen verschillende individuen groepen en culturen, maar ook binnen het zelf van de individuele persoon als deel van de bredere maatschappij.

Het is zeker mogelijk om theorie-geleid onderzoek te doen, zoals geïllustreerd door het themanummer van de Journal of Constructivist Psychology (2008) [2] en door andere publicaties (verderop in deze sectie). Toch is het eerste doel is om innoverende ideeën te ontwerpen op grond van de verbindingen tussen de centrale concepten van de theorie en de doelstelling die eraan ten grondslag ligt.

Historische achtergrond

DST is vooral, maar niet exclusief, geïnspireerd door het gedachtegoed van William James en Mikhail Bakhtin, die leefden en werkten in verschillende landen (resp. USA en Rusland), in verschillende vakgebieden (resp. psychologie en literatuurwetenschappen) en afkomstig zijn uit verschillende theoretische tradities (resp. pragmatisme en “dialogism”).

Zoals het samengestelde concept “dialogical self” suggereert, bevindt DST zich niet exclusief binnen een van die tradities maar op hun raakvlak. Als theorie over het zelf is zij geïnspireerd door James, als een dialogische theorie door de inzichten van Bakhtin. Het doel van de theorie is om profijt te trekken van de inzichten van de “founding fathers” maar tegelijktijd een stap verder te gaan.

Theoretische achtergrond

In strijd met de traditionele opvatting, overstijgt het samengestelde concept “dialogical self” de dichotomie tussen zelf en ander, door het externe binnen het interne te brengen en, omgekeerd, het interne uit te drukken in het externe. Functionerend als een “mini-maatschappij", wordt het zelf bevolkt door een veelheid van ik-posities die de potentie hebben om dialogische relaties met elkaar aan te gaan. Tegelijkertijd is het zelf in staat om innoverende impulsen te geven aan de maatschappij die daardoor, min of meer, wordt veranderd.

In DST wordt het zelf voorgesteld als “geëxtensiveerd” naar de omgeving, d.w.z. individuen en groepen in de maatschappelijke omgeving worden geïncorporeerd als posities in de mini-maatschappij van het zelf. Als resultaat van deze extensie, bevat het zelf niet alleen interne posities (b.v. ik als zoon van mijn moeder, ik als docent, ik als liefhebber van klassieke muziek), maar ook externe posities (b.v. mijn vader, mijn leerlingen, de groepen waarmee ik me verbonden voel).

In deze theorie wordt de ander niet simpelweg voorgesteld als aanwezig buiten het zelf, maar als een intrinsiek deel ervan. Er is niet alleen de feitelijke ander die zich buiten het zelf bevindt, maar ook de voorgestelde of gefantaseerde ander die erin wordt opgenomen als de ander-in-het-zelf. Een belangrijke implicatie van deze vooronderstelling is dat dialogische processen, zoals zelf-afspraken, zelf-consultatie, zelf-conflicten en zelf-kritiek, zich kunnen afspelen in verschillende domeinen van het zelf: binnen het interne domein (b.v. “Als levensgenieter ben ik het oneens met mezelf als ambitieuze werker”), tussen het interne en externe domein (b.v. “Ik zou dit graag willen doen maar de stem van mijn opvoeder in mij laat merken dat hij daar moeite mee heeft”) en binnen het externe domein (b.v. “De manier waarop mijn collega’s met elkaar omgaan heeft me doen besluiten om te zoeken naar een andere baan”). Zoals deze voorbeelden laten zien, is er niet altijd een scherpe scheiding tussen zelf en omgeving, maar eerder een vloeiende overgang. DST gaat ervan uit dat het zelf bevolkt wordt door zowel interne als externe posities. Als sommige posities in het zelf andere posities onderdrukken of het zwijgen opleggen, zijn monologische relaties overheersend. Als, daarentegen, posities, zowel in het interne als het externe domein van het zelf, erkend en geaccepteerd worden in hun verschillen en anders-zijn (alteriteit), dan krijgen dialogische relaties de kans om tot ontwikkeling te komen met als gevolg dat er een leerproces ontstaat dat het zelf vernieuwt en innoveert.

Conferenties

Theoretische vraagstukken, empirisch onderzoek en toepassingen worden gepresenteerd en besproken in de International Journal for Dialogical Science (IJDS) en tevens op de tweejaarlijkse International Conferences on the Dialogical Self, die georganiseerd worden in verschillende landen: Nijmegen (2000), Nederland; Ghent, België (2002); Warschau, Polen (2004); Braga, Portugal (2006); Cambridge, UK (2008); en Athene, Griekenland (2010).

Het doel van de conferenties is om de grenzen van landen, culturen en vakgebieden te overstijgen en raakvlakken te creëren waar theoretici, researchers, en praktiserende werkers elkaar ontmoeten en tot grensoverstijgende samenwerking komen.

Publicaties en toepassingsvelden

Na de eerste psychologische publicatie over DST [3], is de theorie toegepast in een breed scala van onderzoeksgebieden:

Toepassingsvelden worden ook weerspiegeld door de verschillende themanummers die verschenen in verrschillende wetenschappelijke tijdschriften.

  • In Culture & Psychology (2001)[35]werd DST, als een theorie over persoonlijke en culturele positionering, besproken en becommentarieerd door vertegenwoordigers van verschillende culturen.
  • In Theory & Psychology (2002)[36]werd de potentiële bijdrage van de theorie aan uiteenlopende onderzoeksvelden onderzocht: ontwikkelingspsychologie, persoonlijkheidspsychologie, psychotherapie, psychopathologie, hersenwetenschap, cultuurpsychologie, Jungiaanse psychoanalysis en dialogische semiotiek.
  • In de Journal of Constructivist Psychology (2003)[37]onderzochten researchers and praktiserende psychologen de implicaties van de theorie voor de psychologie der persoonlijke constructen, voor de filosofie van Martin Buber, voor psychotherapeutische veranderingen van zelf-verhaal en voor een psychodramatische benadering van psychotherapie.
  • Het onderwerp “dialogen in een globale en digitaliserende maatschappij” stond centraal in een themanummer in Identity: An International Journal of Theory and Research (2004)[38]
  • In een themanummer van Counselling Psychology Quarterly (2006)[39], werd de theorie toegepast op een variatie van onderwerpen, zoals de relatie tussen hechting bij volwassenen en het omgaan met emoties. Verder werd in dit themanummer onderzoek gerapporteerd naar paranoïde persoonlijkheidsstoornis, de narratieve verarming bij schizofrenie en het belang van macht in de psychotherapeutische relatie.

En tenslotte,

  • in een themanummer van de Journal of Constructivist Psychology (2008)[40], liet een groep researchers zien hoe DST kan leiden tot kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In het Nederlandse taalgebied zijn themanummers verschenen in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek (2002)[41]en in Praktische Theologie (2004)[42]

Zie ook

Cognitieve dissonantie

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

Referenties

rel=nofollow