Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pesten (kaartspel)

Uit Wikisage
Versie door Guido den Broeder (overleg | bijdragen) op 22 okt 2009 om 17:52 (copyedit; wl)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Pesten is een in Nederland bekend kaartspel voor twee of meer personen, waarvan de regels plaatselijk variëren. Soortgelijke spellen zijn in andere streken bekend onder namen als Crazy Eights, Mau Mau en Switch. Het spel wordt gespeeld met een volledig pak van 52 kaarten in vier kleuren plus de (2 of 3) jokers. Bij meer dan vijf deelnemers wordt een tweede pak kaarten toegevoegd.

Het doel van het spel is om als eerste alle kaarten uit de hand kwijt te zijn. Daar mee eindigt het spel; degene die hierin slaagt is de winnaar. De naam van het spel geeft aan dat het spel vooral veel manieren kent om te verhinderen dat een andere speler wint. Een enkel spelletje pesten kan daarom soms lang duren, maar neemt meestal toch niet meer dan enkele minuten per speler in beslag.

Spelregels

Het spel kent drie speelzones:

De hand.

Elke speler heeft een aantal kaarten in de hand, die hij of zij moet zien af te leggen. De andere spelers mogen deze hand niet zien. Er is geen maximale handgrootte.

De aflegstapel.

Er is een gezamenlijke aflegstapel van open kaarten. Dit is waar de spelers de kaarten uit hun hand willen kwijtraken. Alleen de bovenste kaart doet mee aan het spel; de aflegstapel kan echter altijd in zijn geheel worden ingezien.

De pakstapel.

Dit is een, eveneens door alle spelers gebruikte, stapel dichte kaarten (achterkant boven). Spelers kunnen hier nieuwe kaarten van trekken om aan hun hand toe te voegen. Is de trekstapel op, dan wordt de volledige aflegstapel, behalve de bovenste kaart, geschud en als nieuwe trekstapel ingezet, waarna zonodig nog meer kaarten worden getrokken om de beurt te voltooien.

Begin van het spel

Een van de spelers is de gever. Alvorens het spel begint worden de kaarten geschud. Dit gebeurt volgens afspraak door de gever zelf, dan wel door degene die links van de gever zit. De gever deelt daarna zevenmaal met de klok mee aan elke speler een kaart uit, beginnend met de speler links van hem.

De daaropvolgende kaart wordt open op tafel gelegd en is het begin van de aflegstapel. De overgebleven kaarten vormen de dichte pakstapel. Het spel start door de open kaart te behandelen alsof deze zojuist door de gever was gespeeld.

Bij een eventueel volgend spel wordt de speler links van de gever de nieuwe gever. De spelers blijven op dezelfde plek zitten.

Beurt

Bij aanvang van het spel is de speelvolgorde met de klok mee; dit kan echter gedurende het spel veranderen. De speler die aan de beurt is legt een kaart naar keuze open op de aflegstapel. Deze kaart moet aansluiten op de kaart die op dat moment bovenop ligt, dat wil zeggen: het moet een kaart van dezelfde kleur zijn, of van dezelfde waarde. Zo kan op een harten tien alleen een harten of een tien worden gelegd (het mag ook de andere harten tien zijn, ingeval met twee spellen wordt gespeeld).

Wie niet in staat is om een kaart te spelen (af te leggen) moet de bovenste kaart van de pakstapel in zijn hand nemen. Als die wel aansluit, mag de nieuwe kaart nog meteen worden gespeeld, anders moet men passen. Het is niet toegestaan om te verzaken: men mag niet uit eigen beweging een nieuwe kaart pakken of passen terwijl men wel kan spelen.

Het is gebruikelijk om, als men aan het eind van zijn beurt nog slechts een enkele kaart in de hand heeft, dit te melden door het roepen van: 'Laatste kaart!'

De normale gang van zaken zoals hier staat beschreven wordt in de loop van het spel herhaaldelijk verstoord door pestkaarten (zie onder).

Pestkaarten

Enkele kaarten hebben een bijzondere functie, de functie verschilt per regio en per huis:

  • Een 2: de volgende speler pakt 2 kaarten van de trekstapel. Maar als de volgende speler ook een 2 heeft, moet de volgende er vier pakken. En zo gaat het door totdat de spelers geen 2 meer hebben.
  • Een 3: iedere andere speler 1 pakken
  • Een 7: de speler mag nog een kaart weggooien ("zeven blijft kleven"). In het geval dat deze geen goede kaart heeft om weg te gooien moet hij gewoon nog een kaart pakken (en deze dan weggooien in het geval dat dat mogelijk is).
  • Een 8: de volgende speler slaat een beurt over ("acht wacht").
  • Een 10: alle andere spelers moeten hun kaarten laten zien ("tien zien"). Ook is de "tien wasmachien" bekend, waarbij de spelers moeten wisselen van kaarten.
  • Een boer: bepaalt de nieuwe kleur. In sommige varianten moet de boer van de kleur zijn die op de stapel ligt, en wordt door de opgooier de nieuwe kleur bepaald. ("boer aan het roer")
  • Een heer: De speler mag nog een kaart weggooien ("heertje nog een keertje")
  • Een aas: keert de speelvolgorde.(aas draait de pot)
  • Een joker: de volgende speler pakt 5 kaarten van de trekstapel of gooit een joker (of een 2) op. De speler die de joker opgooide bepaalt de nieuwe kleur. De joker mag, net als de boer, op elke kaart worden gegooid.

Puntentelling

Strategie en tactiek

Varianten

Hiernaast geldt de 'optelregel': na een pestkaart mag een volgende pestkaart worden gespeeld, waarbij de volgende speler de som van de gespeelde kaarten moet trekken. Dus na een 2 mag een joker gespeeld worden, zodat de volgende speler 7 (6 of 9) kaarten moet trekken. Een variant op de regel is dat in dit geval het soort kaart gelijk moet zijn, m.a.w. een 2 mag opgevolgd worden met een andere 2, maar niet met een joker.

Om nog meer te pesten kunt u ook op de joker of een 2 een aas leggen waardoor de speelrichting weer verandert en de ander moet pakken.

De "niet eindigen met een pestkaart"-regel: een speler mag niet één van bovengenoemde bijzondere kaarten als laatste uitspelen om te winnen. In sommige gevallen worden hiermee alleen de 2, 8 en joker bedoeld (de feitelijke pestkaarten). Indien een speler wel uitkomt met een pestkaart, moet hij 5 (of een ander aantal kaarten) kopen. Dit kan van pas komen indien je nog een joker of een 2 in handen hebt en er een joker wordt opgelegd, welke door de voorganger(s) wordt verhoogt met een joker of een 2. Uitkomen met je pestkaart houdt in dat je 5 kaarten moet kopen. Dit is uiteraard alleen raadzaam indien het aantal te kopen kaarten meer dan 5 is. Om te eindigen moeten alle kaarten uitgespeeld zijn, een joker mag niet als laatste opgegooid worden

Verder is er de "kloppen"-regel: een speler die zijn op één na laatste kaart weggooit moet de andere spelers "melden" dat deze met zijn laatste kaart zit door op de tafel te kloppen of "laatste kaart" te roepen. Als deze niet klopt of roept voordat de volgende speler een kaart heeft weggegooid of gepakt dan moet hij 5 kaarten pakken (of een ander aantal kaarten waarmee het spel begonnen is).

Ook is er een regel die geldt als een joker wordt opgegooid, de spelers die na de opgooier van de joker komen moeten een 2 hebben om zich "vrij te spelen." Als alle spelers een twee hebben (wat niet zeer veel voorkomt) moet bijv. de opgooier 9 kaarten pakken.

A: JOKER: 5 kopen.

B: 2: 2 kopen.

C: 2: 2 kopen.

D: 2: 2 kopen.

Nu moet speler A dus 11 kaarten pakken: 5+2+2+2=11 Dat is de "pokerjokerregel"

Je kunt ook iemand met 2 kaarten afleiden. Als hij zijn één na laatste kaart opgooit moet hij dus kloppen. Als je hem dan afleidt, vergeet hij te kloppen en moet dus 5 kaarten pakken. (5 kaarten is standaard bij een overtreding en/of fout).