Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Cornelia Middelkoop-Koning
[1]Cornelia Middelkoop-Koning, (geboren Echt, Limburg, 30 juni 1927), maatschappelijk werker.
1. Leven en werk
1. Jeugd
Hoewel van protestantse huize, volgde Cornelia Koning - door het ontbreken van protestants onderwijs in haar Limburgse geboorteplaats -, katholiek lager en middelbaar onderwijs bij de zusters Ursulinen in Echt.[2] Een laatste jaar van het lager onderwijs ging ze naar een school voor protestants onderwijs in Roermond.[3] De Mulo volgde zij weer bij de zusters in Echt.
2. Onderwijs en evacuatie
Hierna kozen haar ouders voor twee jaar middelbaaronderwijs op de Christelijke meisjesschool voor Voortgezet onderwijs Van Limburg Stirum te Arnhem met Internaat.[4] In juli 1944 deed zij eindexamen. In 1943 overleed vader Dirk Koning (Mijdrecht, 19.5.1896 – Echt, 30.3.1943), directeur van een dakpannenfabriek in Echt. Haar moeder, Elizabeth Hoogenkamp (Den Haag, 15.2.1892 – Den Haag, 21.11.1975) voor haar huwelijk onderwijzeres, raakte na zijn overlijden betrokken bij het verzetswerk in Echt. Het echtpaar had vijf kinderen. [5]
In december 1944[6] werd het gezin Koning, evenals ca. 20.000 andere Nederlanders in Midden Limburg en wijde omgeving, op bevel van de Duitse bezetter geëvacueerd naar Groningen en Friesland.[7] In juni 1945 terug in Echt, volgde Cornelia nog een jaar de opleiding voor huishoudkundige in Roermond. Daarna koos ze voor de opleiding Sociaal Maatschappelijk Werk in Groningen.[8]
3. Sociaal Maatschappelijk Werk
Na haar opleiding werkte zij tot haar huwelijk bij het opbouworgaan Groningen, om de naoorlogse samenleving opnieuw vorm te geven.
4. Huwelijk
Op 01.04.1954 trouwde Cornelia Koning met Herman J. (Hermanus Johannes) Middelkoop, (Kapan, Timor, Nederlands Indië 9.4.1923 – Oegstgeest 1998), arts, enige zoon van het zendingsechtpaar Pieter Middelkoop (1895 -1973) (plaatsen van geboorte en overlijden en Henriette Clasina Middelkoop - de Zwart (1896-1983).[9]
2. Verblijf op Timor
In juni 1954 vertrok het echtpaar Middelkoop-Koning, in dienst van de Indonesische regering, naar Indonesië. Middelkoop vernam in Jakarta, dat hij een zesjarig contract had als arts op zijn geboorte-eiland Timor, in het regeringsziekenhuis in het dorp Soe. Cornelia, gediplomeerd maatschappelijk werker, werd geacht als gehuwde vrouw haar eigen vak na haar huwelijk niet voort te zetten.[10] Zij nam de onbezoldigde taak op zich overzeese gasten in hun eigen woning op te vangen, want Timor had geen hotels. Gasten waren onder andere collega’s uit het zendingswerk, vertegenwoordigers van kerk en overheid, van de Wereld Gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (wiki verwijzing) en Unicef (wiki verwijzing), die het gezondheidswerk in de nog jonge staat (wiki verwijzing Indonesia) kwamen bekijken. In 1960 keerde het gezin - met intussen drie kinderen - terug naar Nederland.
3. Uitzending naar Nigeria
1. Keuze voor Nigeria
[11]De Nederlandse Hervormde Kerk zocht, na het verlies van Nederlands Indië, nieuw zendingsgebied. Middelkoop kreeg het verzoek in Afrika te gaan werken met als keus de landen Ghana, Nigeria of Kameroen. Het echtpaar koos voor Nigeria omdat Ghana en Kameroen politiek gezien te onrustig waren. Aan het eind van de jaren vijftig, dus in de tijd, dat Nigeria een Engelse kolonie werd, begonnen enkele rijke Nigerianen - o.a. de arts Sam Imoke[12] - een ziekenhuisje te bouwen in Itigidi, Oost Nigeria, als geschenk aan hun geboortedorp . Toen de Engelsen in 1960 uit Nigeria vertrokken, werd Imoke als minister van onderwijs in het bestuur van Nigeria gevraagd. Daarom verzocht hij de Schotse kerk, die al zendingsmensen in Nigeria aan het werk had, om een arts voor zijn ziekenhuis. De Schotse kerk speelde de vraag door naar de Hervormde Zending in het Nederlandse Oegstgeest. Zo werd Middelkoop gevraagd de taak van geneesheer-directeur in Itigidi over te nemen. Na een bezoek aan Edinburgh, Schotland, werd het Nederlandse echtpaar Middelkoop-Koning in 1962 opnieuw voor zes jaar uitgezonden.
2. Oorlog
Nigeria leek rustig nadat Groot-Brittannië haar kolonie in 1960 zelfstandigheid had verleend. Ook voor de kinderen van het echtpaar Middelkoop leek het het rustigste land met naast de vele stammentalen, het Engels als voertaal in het onderwijs.
Cornelia Middelkoop nam – onbezoldigd – de taak op zich van het niet-medische werk: het toezicht op de bouw van extra ziekenzalen van het bestaande ziekenhuis en wc’s, de aankoop van bedden en textiel. Zij zorgde dat er een kraamkliniek kwam met financiële hulp uit Nederland[13] en hield nauw contact met de staf van het ziekenhuis, met name om via deze mensen zo veel mogelijk over het land te weten te komen. De staf bestond vooral uit meisjes en jongens - de weinigen in het land, die goed Engels spraken.
In 1966, vier jaar na hun aankomst, belandde de familie Middelkoop in de Biafra-oorlog[14] (link naar wikipedia). Naast de officiële lezing van de oorzaken van de oorlog - (zie noot 13) leerde de familie Middelkoop, dat de wortels van de oorlog mede gezocht moesten worden in de gebruikelijke kolonisatiepolitiek van Groot-Brittannië.[15]
Familie Middelkoop werkte in Oost-Nigeria, een gebied waar de meeste oorlogsslachtoffers zouden gaan vallen. In dat gebied, woonden de meeste hoogopgeleide Nigerianen. Deze hadden vaak goede banen gevonden in de noordelijke provincies van het land. Nu kwamen ze straatarm terug uit het Noorden bij hun familie omdat ze alles achter hadden moeten laten. Zij vroegen bescherming van het landelijk bestuur in de hoofdstad Lagos. Die bescherming werd als ontoereikend ervaren. Daarop riepen de Oost-Nigerianen de nieuwe staat Biafra uit. Het landelijk bestuur nam dat niet en begon de oorlog.[16]
De rest van het Zuiden wilde één Nigeria houden vanuit de gedachte: “Als wij ons afscheiden dan gebeurt wat men tevoren in Kenia en Congo had gezien: terugval in de Afrikaanse stammensituatie.
3. Honger in Biafra
Na het uitbreken van de oorlog riep de Nederlandse regering haar onderdanen terug. Het Nederlandse bedrijfsleven actief in Nigeria, volgde de lijn van de overheid.
Medewerkers van de protestantse zending, personeel van ontwikkelingsorganisaties, Ierse nonnen en paters, die in Nigeria werkten, belegden daarentegen een algemene vergadering, waaraan ook de familie Middelkoop deelnam. Al deze sociaal- en kerkelijk werkers besloten: 'Wij waren hier en blijven en laten de Nigerianen niet in de steek. Wij geven niet om politiek; wij geven om de mensen.[17]
Doorslaggevend voor de kansen van Biafra was dat de Nigeriaanse regering het opstandige gebied totaal van de buitenwereld had afgesloten. Zowel over zee, via de lucht als over land was het kleine Biafra niet in staat voedsel aan te voeren om de tienduizenden (!!) mensen binnen haar grenzen te voeden. Ook bewoners van andere gebieden vluchtten intussen naar de nieuwe staat.
Ook het Rode Kruis weigerde wereldwijd hulp en koos de kant van de officiële regering omdat het de lijn van de regering volgde (!!). Toen er geen eten meer was, de regering in Lagos steun en wapens kregen van de Britten, er in Europa steeds meer beelden verschenen van zwarte kinderen met opgezette hongerbuikjes, vroegen de kerken in Biafra aan de kerken in Europa en de Verenigde Staten hulp. Ook de katholieke nonnen en paters vroegen hun kerken in Duitsland, Schotland en Ierland hulp en de zendingsmensen en ontwikkelingswerkers stuurden foto’s van de situatie in Biafra hoe de bevolking er aan toe was. De tactiek van Nigeria was er een van uithongering. Ook het zaaigoed van het volgend jaar moest worden opgegeten.[18]
Het ziekenhuis waar dokter Middelkoop was gestationeerd, werd al snel door bombardementen onbruikbaar. Met de bevolking vluchtten zij naar een meer oostelijk gedeelte van het land, waar zij gebruik konden maken van het Queen Elizabeth Hospital in Umuahia. Omdat dokter MIddelkoop geen eigen ziekenhuis meer had, werd hem gevraagd het hulpverleningswerk aan duizenden vluchtelingenwerk te coördineren. Biafra was een van de buitenwereld afgegrendelde wereld.[19]
4. Contact met de media
Toen in het voorjaar van 1968 de situatie ernstig verslechterde besloot het echtpaar hun kinderen naar Nederland te brengen. Zij wilden niet hun eigen kinderen voeden, terwijl de Biafraanse verhongerden.[20] Tegelijkertijd wilde ze daarmee uitvoering geven aan de afspraak, die alle met elkaar verbonden zendings-, missie- en ontwikkelingswerkers hadden gemaakt: wij moeten dit thuis vertellen, want het lijkt erop dat noch Europa, noch de Verenigde Staten van Amerika weet hebben van wat hier aan de hand is. Wij moeten de wereld wakker schudden.
Eenmaal in Nederland in het zendingshuis in Oegstgeest hoorde Cornelia dat er in Delft een aantal Biafraanse studenten het eenjarig bestaan van hun staat zouden vieren. Zij bestelde bij een bakker een op dit heuglijke feit toegespitste taart en reisde naar Delft. Zij kon de studenten het allerlaatste nieuws uit hun land vertellen. Daar trof zij een aantal programmamakers van het KRO-programma Brandpunt, die om dezelfde reden de studenten wilden spreken. Deze nodigden Cornelia uit mee te gaan naar Hilversum om een programma met haar te maken over wat er in Biafra gaande was. Zij kon uit de eerste hand vertellen dat er gebombardeerd werd, dat de hongersnood met de dag toenam en dat de kerken en 'Europa' niet reageerden. [21]
Vlak na haar aankomst in Nederland, in mei 1968, wordt Cornelia Middelkoop uitgenodigd in een vergadering van secretarissen van de Hervormde Kerk in Nederland (vraag: alleen de Hervormde of ook Gereformeerde?). Ze zegt, zoals te lezen is in haar toespraak, wat verlegen te zijn met deze uitnodiging en herinnert de aanwezigen eraan, dat zij sinds 1954 'slechts een moment de kamer in slipte als echtgenote van Herman. (...) Wat verwacht u nu van mij? '
Ze licht toe, dat zelfs Herman de aanwezigen geen overzicht zou kunnen geven van de gebeurtenissen in Nigeria, omdat een deel van alle zakelijke gegevens verloren is gegaan tijdens het eerste bombardement op hun ziekenhuis in Itigidi. Ze kreeg daarvoor ook geen enkele instructie van haar echtgenoot omdat hij met andere zaken bezig is. Onder andere met nood te lenigen in een land waarvan in een korte periode tien ziekenhuizen zijn gebombardeerd en honderdduizenden burgers gedood werden in markten en kerken. 'Immers, in november 1967 sprak men reeds over 500.000 slachtoffers. Het Noorden heeft niet alleen numeriek overwicht, doch krijgt wapenzendingen uit Engeland, Rusland, België, Polen, Frankijk (later ook uit Nederland) en heeft dus materiële superioriteit, Vliegtuigen, anti-luchtafweergeschut, pantserwagens en geweren worden in grote hoeveelheden, via Lagos en Kouw (Laatste stad juist?) aangevoerd. Biafra moet zich behelpen met kopen van wapentuig op de zwarte markt en invliegers met gehuurde superconstellations gedurende de nacht. Het Rode Kruis dringt aan op zending van voedsel voor 800.000 hongerende vluchtelingen - het dubbele aantal leeft onder niet veel betere omstandigheden bij familie of vrienden.' Cornelia Middelkoop stelt aan de secretarissen tegenover haar de vraag: 'Moeten we uitweiden over de kinderklinieken, terwijl er nu gesproken wordt over 90% ondervoeding bij de kampkinderen? ' Haar bevlogen toespraak beslaat ruim acht pagina's waar de vraag onder ligt: gaan de Nederlandse kerken nog iets doen?[22][23]
Nadat de secretarissen waren bijgepraat, werd dokter Herman Middelkoop naar Nederland geroepen en benoemd tot coördinator van de gehele reddingsactie in Biafra.
Intussen richtte burgemeester van Walsum van Rotterdam, als reactie op Cornelia's optreden voor de televisie, de Stichting Vluchtelingenhulp Biafraconflict op voor een geldinzameling tijdens een radio- en televisie-avond.[24] Deze inzameling bracht dertien miljoen gulden op. De Wereldraad van Kerken kocht een vliegtuig om hulpgoederen in het door de Nigeriaanse overheid totaal afgegrendelde Biafra te bezorgen. Al die hulp, die plotseling letterlijk uit de hemel kwam, ontlokte Cornelia Middelkoop veertig jaar later zelfs nog een geëmotioneerde ontboezeming.[25] Hoe de wereld hielp en hoe voedsel en medicamenten werden aangevoerd en hoe langzamerhand de hongeroedeem verdween is te vinden in een televisie-uitzending van Andere Tijden.[26]
In september 1968 keert het echtpaar Middelkoop-Koning terug naar Biafra met in hun vliegtuig drie ton medicijnen en een hoeveelheid Zweeds voedsel voor Biafra, gebrtuikmakend van één van de landingsstrips waarop sinds kort dag en nacht vliegtuigen met voedsel en medicijnen binnenkomen in het land. Het ziekenhuis in van dokter Middelkoop in Itigidi, is reeds lang in federale handen.[27]
Al is de hulpverlening eind 1968 goed op gang gekomen, de oorlog duurt voort. En het blijft belangrijk om de wereld op de hoogte te houden van datgene waaraan de bevolking van Biafra is blootgesteld en hoe ernstig vooral de positie van de kinderen is. Jesus Christ Airlines brengen anderhalf jaar lang voedsel- en medicijnen door de lucht. Cornelia Middelkoop zorgt er - naast haar werk tussen de volwassenen en kinderen voor - dat de wereld op de hoogte blijft van wat de zendingsartsen, ontwikkelingswerkers en katholieke nonnen meemaken om zoveel mogelijk volwassenen en kinderen in leven te houden nu rondom het Biafraanse Queen Elisabeth Hospital in Oemoeahia. Een kopie van één van haar rondzendbrieven aan collega's en vrienden gedateerd begin en medio oktober 1968, neemt de redactie van het Algemeen Handelsblad nog op in haar supplement van begin november 1968 ondanks de grote vertraging, die de brief heeft opgelopen, door de gebeurtenissen in oorlogsgebied[28].
4. Werk en vrijwilligerswerk in kerk en maatschappij
Toen de uitzending naar Nigeria na zes jaar ten einde liep, keerde het gezin Middelkoop-Koning terug naar Nederland.[29] [0verleg] De oorlog Nigeria versus Biafra werd medio 1970 beëindigd en Biafra werd weer onderdeel van Nigeria - zonder wraakneming -.
Cornelia solliciteerde op parttime basis naar een betaalde baan in haar eigen vakgebied en vond deze in het Diaconessenhuis in Leiden als maatschappelijk werker. Dokter Middelkoop werd aangesteld als medisch adviseur van de Hervormde en Gereformeerde kerken en voerde gesprekken met Nederlandse organisaties als 'Simavi' en 'Wilde Ganzenging eveneens een dag minder werken tijdens de periodes dat hij in Nederland was, want hij werd benoemd tot medisch secretaris van de Nederlands Hervormde Zending. Dit betekende, dat hij vanuit Nederland artsen en verpleegkundigen selecteerde om uitgezonden te worden. Daarnaast bezocht hij ziekenhuizen in alle landen waar de Nederlandse zending contacten had. Dit werk deed hij eveneens voor de Gereformeerde Kerken in Nederland. (Is dat zo?)
1. Vrouwenpastoraat
Hoewel Cornelia nauwelijks meer een band had met de kerk, besloot ze toch in te gaan op het verzoek ouderling te worden in de Nederlands Hervormde Kerk in haar nieuwe woonplaats Oegstgeest. Intussen had zij kennisgemaakt met de feministische theologie (verwijzing naar wikipedia?), die opgang begon te maken in Nederland. Zij volgde met name de cursussen op het Vormingsinstituut Kerk en Wereld te Driebergen (wikipedia?). Tijdens een weekend in april 1979 over dit onderwerp, toen het met name draaide om de aandacht voor de rol van de vrouw binnen de kerken, sloot zij zich aan bij een groep vrouwen, die zich sterk wilde maken voor meer aandacht voor de vrouw binnen het kerkelijk pastoraat. Tijdens de gesprekken bleek, dat vrouwen zelf daarin helemaal geen of slechts mondjesmaat een rol speelden. Met ondersteuning van de Werkgroep 'Vrouw in Kerk en Samenleving', opgericht in 1977 en onderdeel van de Nederlandse Raad van Kerken, werd een comité opgericht, waarin ook Cornelia Middelkoop-Koning zitting nam. Opdracht was een enquête te houden onder bij een kerk aangesloten vrouwen over hun ervaringen met wat men noemde 'vrouwenpastoraat' met speciale aandacht voor de seksualiteit van de vrouw binnen het huwelijk.[30][31]
5. Uitzending naar Lesotho
De kinderen van het echtpaar Middelkoop-Koning hadden intussen hun middelbare school in Nederland afgemaakt en waren klaar voor een vervolgstudie.
In 1981 kregen we verzoek als maatschappelijk werker en als arts naa L te gaan. Ver zoek kwam van een ned. Arts DGIS = Dienst met intern samenwerking.Art s die ion L voor de ned regeringwerkte. Heel goede conttracten Dienst geneeskundige. Die kwam bij ons in Oegstgeest bij de zending te vragen of er mensen waren in t bijz m. w die kon werken met alcoholbestr4ijding en aids preventie. Ik was natuurlijk geen arts. En Herman werd gevraagd voor grasroots werk en primary healthcat. Was zelfde ziekenhuis. Scott hopital, opgericht door Engelse arts.
Heb ik me over georiënteerde in Nederland alcoholbestrijding wist ik niets van. Alcohol heeft mensen aan aids geholpen. Aids was groot probleem. Via Afrikanen dronken als ketters, aidstvers[reiding door alcoholmisbruik. Pronk…..
Veel mannen werken bij Afr, boeren hadden ze graag betaalden vaak al met drank om ze te binden. Mijn werk bestond uit heel veel voorlichting,maar ook een klein huis je waar we 8 mensen konden helpen aan een therapie. Olv. Die Nederl. Heette Hij heette Verhage. Van Ned. Regering, stuurde veel artsen uit, kregen goede salaris, viel onder ontwikkelingswerk.
Ik werkte wel met vrouwen, heb die meisjes, , die hadden totaal geen opl behalve middelbare school . 2 ervan met Ned. Geld naar Zimbabwe kunnen en opgeleid voor de opleiding voor maatschappelijk werk.
Zes jaar gewerkt.. Wel privé nog een vrouwenleesclub op gericht Lesotho. Ik copieerde verhalen van Afr. Schrijvers en schrijfsters. Ja meer gaan lezen. Met een kaars in bed. Heb pricé veel plezier gehad.
9. Uitzending naar Lesotho voor . Ze herkenden zo veel van zichzelf. Na zes jaar. Pensioen Herman met pensioen.
Moederschap kinderen miidd school afgemaakt. Waren 78, 79 alle drie klaar en op vervolgstudie. Toen kregen we verzoek als maatschappelijk werker en als arts naa L te gaan. Ver zoek kwam van een ned. Arts DGIS = Dienst met intern samenwerking.Art s die ion L voor de ned regeringwerkte. Heel goede conttracten Dienst geneeskundige. Die kwam bij ons in Oegstgeest bij de zending te vragen of er mensen waren in t bijz m. w die kon werken met alcoholbestr4ijding en aids preventie. Ik was natuurlijk geen arts. En Herman werd gevraagd voor grasroots werk en primary healthcat. Was zelfde ziekenhuis. Scott hopital, opgericht door Engelse arts.
Heb ik me over georiënteerde in Nederland alcoholbestrijding wist ik niets van. Alcohol heeft mensen aan aids geholpen. Aids was groot probleem. Via Afrikanen dronken als ketters, aidstvers[reiding door alcoholmisbruik. Pronk…..
Veel mannen werken bij Afr, boeren hadden ze graag betaalden vaak al met drank om ze te binden. Mijn werk bestond uit heel veel voorlichting,maar ook een klein huis je waar we 8 mensen konden helpen aan een therapie. Olv. Die Nederl. Heette Hij heette Verhage. Van Ned. Regering, stuurde veel artsen uit, kregen goede salaris, viel onder ontwikkelingswerk.
Ik werkte wel met vrouwen, heb die meisjes, , die hadden totaal geen opl behalve middelbare school . 2 ervan met Ned. Geld naar Zimbabwe kunnen en opgeleid voor de opleiding voor maatschappelijk werk.
Zes jaar gewerkt.. Wel privé nog een vrouwenleesclub op gericht Lesotho. Ik copieerde verhalen van Afr. Schrijvers en schrijfsters. Ja meer gaan lezen. Met een kaars in bed. Heb pricé veel plezier gehad.
9. Uitzending naar Lesotho voor . Ze herkenden zo veel van zichzelf. Na zes jaar. Pensioen Herman met pensioen.
In 1982 kwam het verzoek voor uitzending naar Lesotho (wikipedia). Cornelia als maatschappelijk werker met in het bijzonder de taak van alcoholbestrijding en aids preventie. Herman als grassroots arts en primary healthcare DGIS (Dienst met internationale samenwerking, d.w.z. in dienst van de Nederlandse overheid) in het Scott Hospital, opgericht door een Engelse arts, in Lesotho.
1. Alcoholbestrijding
Cornelia oriënteerde zich als voorbereiding op haar taak op alcoholbestrijding, waarvan ze niets wist. Ze leerde: het is de alcohol, die mensen de ziekte aids bezorgde. Cornelia had voor dit werk een huis ter beschikking waar acht mensen behandeld konden worden met een ontwenningstherapie onder leiding van de Nederlandse arts Verhagen uitgezonden door de Nederlandse Regering, die in die tijd veel artsen uitstuurde om dit kwaad te bestrijden. Het werk was onderdeel van het Nederlandse Ontwikkelingswerk, met Pronk als minister. Het werk van Cornelia bestond vooral uit voorlichting. Daarnaast werkte ze met vrouwen, die naast een vorm van middelbaar onderwijs, geen vak hadden geleerd. Cornelia kon er voor zorgen, dat in elk geval twee van met Nederlands ontwikkelingsgeld naar Zimbabwe konden voor een opleiding maatschappelijk werk en zij die kennis weer konden doorgeven aan anderen (noot)
2. Vrouwen en literatuur
Naast haar werk leerde zij de vrouwen het belang van lezen. Ze kopieerde verhalen van Afrikaanse schrijvers en schrijfsters, waarin de vrouwen veel herkenden van hun eigen leven en daarover leerden praten met elkaar.
6. Pensioen
1. Feministisch ouder worden en ouderenbond (??)
‘Ouderen, zo blijkt uit reclameboodschappen rond het begin van de jaren negentig, vormen een belangrijke bron van inkomsten voor andere generaties. Kunnen vrouwen meer zijn dan object van diverse industrietakken?’ Dit vraagt een groepje vrouwen zich af, waarvan de meesten zich eind jaren zeventig bezighielden met de positie van vrouwen in de kerken en het ontbreken van enige zeggenschap als het om hun eigen positie gaat. Cornelia Middelkoop-Koning is van de partij als negen vrouwen met als motto ‘Overleven door vriendinnen’ een onderzoek willen organiseren naar de positie van oudere vrouwen en op welke manie er en onder welke voorwaarden zij zelf ouder zouden willen worden. Het onderzoek vindt plaats onder leiding van de sociaal gerontologe mevrouw Monique Rooijmans en wordt gefinancierd door de Stichting Landelijk Gereformeerde Raad voor Samenlevingsaangelegenheden. In april 1999 wordt het boek in Roermond gepresenteerd.
2. Uitzending naar India en Thailand
Andersoortig vrijwilligerswerk doet het echtpaar namens de Christelijke Werkgeversbond. In Thailand en India. In de tijd van drie maanden krijgt men gelegenheid om allerlei burgers, zowel mannen als vrouwen een vak bij te brengen. Herman als arts, Cornelia als ervaren voorlichter wat betreft aids en drankverslaving, die beide ook in deze landen floreren. Daarnaast en tussendoor bezoeken ze hun vrienden, die Herman als rondreizend arts voor de Hervormde en Gereformeerde zending in de jaren zeventig over de hele wereld heeft gemaakt.
7. Na het overlijden van Herman
1. Feministisch ouder worden en ouderenbond (ook ouderen nalopen en – rijden)
Voortkomend uit de gesprekken rond het onderzoek ‘Vrouwen van dagen, feministisch ouder worden’ organiseert Cornelia een bond voor oudere vrouwen in Oegstgeest, waar helemaal niets van is.
2. Boek over werk van vader en moeder Middelkoop op Timor
Ze is al vanaf dat ze zelf op Timor werkte met haar man, onder de indruk van het onderzoek en het werk, dat haar schoonvader en zijn vrouw als zendingsechtpaar op Timor heeft gedaan. Een geschiedenis kan ze er niet over schrijven, maar ze zet wel een beweging op touw, waardoor de brieven van het echtpaar over hun werk en wonen op Timor kunnen worden overgetypt en het werk van die beiden wordt geraaed gemaakt om in het archief van de zendingsorganisatie kan worden opgenomen en voor bestudering klaar gemaakt.
3. Dansende grootmoeders
Tijdens een actie in haar woonplaats om de bewoners van Oegstgeest aan te zetten tot minder watergebruik ontmoette ze haar burgemeester, die haar ‘theelepeltje’ ontdekte, dat ze dagelijks als teken draagt.[32]
Het is een symbool voor de ‘dansende grootmoeders’ een groep, die van een speciaal onderwerp, dat een oudere vrouw bezighoud, waarmee ze samen als vier vrouwen de problematiek van het ouder worden bespreken. ??? Dit is niet helemaal duidelijk. Kath vrouw in Limburg, gescheiden omdat ze lesbisch bleek. Nu woon ze in Oegstgeest en haar kleindochter heeft haar gevraagd haar te trouwen.
4. Hospita
Sinds het overlijden van haar echtgenoot, verhuurt ze als bijna buurvrouw van de Leidse universiteit één van haar kamers aan een student; het liefst een buitenlandse.
5. Films
Vanaf 2005, dus vanaf haar 78e organiseert Cornelia filmavonden voor ouderen in een locatie in het centrum van Oegstgeest voor die vrouwen – en een enkele man – die ’s avonds niet meer naar Leiden kunnen of durven, en die dan toch dichter bij huis goede films kunnen zien. Vijfentwintig vrouwen zijn lid, zij betalen € 5 om de filmrechte te kunnen voldoen. De groep heeft zich verzekerd van een gratis onderkomen in het Dorpshuis.
6. De wereld ons thuis
De middelste van haar negende decennium heeft Cornelia besteed aan het schrijven het boek ‘De wereld ons thuis’, bestemd voor haar kleinkinderen en achterkleinkinderen, 190 pagina’s tekst
Bronnen, noten en/of referenties
|