Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Régine Krochmal
Régine Krochmal (28 juli 1920 - 11 mei 2012 was een Joods lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1][2]
Door de Verordening betreffende het Joodse schoolwezen werden Joodse leerlingen op 1 december 1941 uitgesloten uit het onderwijs. Hierdoor mocht Krochmal haar verpleegsterstudie niet afwerken. De direceur stuurde haar voor de rest van het schooljaar naar huis, maar liet haar tegen de Duitse wetten in, toch examen afleggen.[3]
Krochmal weigerde zich te laten inschrijven als Joodse, en weigerde de jodenster te dragen. Ze was betrokken bij het maken van het sluikblad Die Wahrheit, samen met de Argentijn Bob Zanger en Harry Zimmermann. Terwijl ze bezig waren viel de Gestapo binnen in de flat van Zanger in Elsene. De twee anderen wisten te ontkomen en de stencilmachine zo goed mogelijk verborgen. Krochmal gaf toe dat ze Joodse was in de hoop dat de falt niet verder zou worden onderzocht. Ze werd er vrachtwagen afgevoerd naar het hoofdkwartier van de Gestapo aan de Louisalaan. Ze werd ondervraagd op 20 januari 1943, net wanneer het gebouw werd getroffen door het mitrailleurvuur van de gewaagde aanval van Jean de Selys Longchamps.
Na enkele dagen werd Krochmal overgebracht naar de Kazerne Dossin. Ze bevond zich op het Twintigste treinkonvooi dat op 19 april 1943 vetrok richting het concentratiekamp van Auschwitz. Met een broodmes zaagde ze de houten stangen door die voor een luchtopening waren aangebracht en toen de trein tot stilstand kwam door de verzetsactie van Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon sprong ze nabij Haacht uit de rijdende trein.
Ze werd beschoten en bleef langs de berm liggen tot de trein terug in beweging kwam, waarna ze aanklopte bij het huisje van een spoorwegwachter, die haar snel verborg in een hooimijt, waarna de spoorwegwachter de speurende Duitsers een drankje aanbod en verklaarde niets te hebben gezien. Nadat de Duitsers weg zijn, toont hij Krochmal de weg naar de tram naar Brussel.
In Brussel werd ze actief in het verzet. Krochaml verklaarde na de oorlog dat ze als Joodse toch al veroordeeld was door de Duitsers, zodat haar verzetsdaden haar niet extra in levensgevaar brachten.[4]
Op 25 mei 1944 werd ze opnieuw gevangengenomen toen ze wandelde in het Ter Kamerenbos en werd herkend door een Duitse soldaat met wie ze eerder al contact had gehad en die ze een exemplaar van Die Wahrheid had bezorgd. Ze werd gearresteerd en ondervraagd doorde Geheime Feldpolizei in Sint-Joost-ten-Node. Na enkele dagen marteling werd ze overgebracht naar de gevangenis van sint-Gillis. Ze werd na enige tijd vrijgelaten en op de straat voor de gevangenis prompt gearresteerd door de Gestapo, die haar naar het Fort van Breendonk overbracht en haar martelde en een aantal namen voorlegde.
Drie dagen later werd ze terug naar de Dossinkazerne gestuurd, waar ze werd opgesloten bij de politieke gevangenen. Op 3 september 1944, tijdens de bevrijding van België, werd ze bevrijd door medegevangenen.
Na de oorlog werd Krochmal vroedvrouw.[5]
In 1992 zette ze haar verhaal op papier in het boekje Het moet verteld worden zodat de herinnering van de moed tegenover afdgrijselijkheid nooit vergeten wordt, Getuigenis betreffende de Dossin-Kaserne en het XXste konvooi
Krochmal overleed in 2012.[6]
Bibliografie
- Het moet verteld worden zodat de herinnering van de moed tegenover afdgrijselijkheid nooit vergeten wordt, Getuigenis betreffende de Dossin-Kaserne en het XXste konvooi, Ex nr 263 van het xxe konvooi, 1992
Bronnen, noten en/of referenties
|