Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amp Smit

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 14 jun 2016 om 09:57 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&diff=cur&oldid=46909435 13 jun 2016)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Antonie Theodorus (Amp) Smit (Utrecht, 6 mei 1903Amsterdam, 25 maart 1976) was een veelzijdig Nederlands kunstenaar[1]. Hij begon als tekenaar en decorateur, maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, zoals plateelschilderkunt en –ontwerp, grafisch ontwerp, etalerwn, emaillerwn, houtskooltekeningen en schilderkunst (olieverf en aquarel)

Levensloop

Jeugd en studie

Amp Smit is geboren in Utrecht op 6 mei 1903 als Antonie Theodorus Smit. Zijn vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de Firma De Gruyter. Amp Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen.[2] Hij vervolgde zijn opleiding op de Rijksakademie van beeldende kunsten (1920-1922), waar hij in contact kwam met de directeur, Antoon Derkinderen, die hem zeer zou inspireren. Tijdens zijn studie heeft Amp Smit enkele wanddecoraties ontworpen en uitgevoerd voor onder andere Theater Tuschinski in Amsterdam en Hotel L'Europe in Utrecht. Ook ontwierp hij glas- en loodramen en tegeltableaus voor De Gruyter en Krasnapolsky. Amp Smit volgde tevens lessen kostuumleer.

Carriere tot 1930

In Amps werk uit de periode tot 1930 zijn talloze inspiraties en stijlen zichtbaar. Invloed op Smit hadden naast Derkinderen, Jan Toorop, Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Hij kreeg in de periode tevens belangstelling voor de onderwijshervormer Kees Boeke en stromingen als de theosofie en nam deel aan kampen van Krishnamurti in 1919 in Ommen. Deze laatste had als motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' wat Amp Smit ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' te kiezen', en hem inpireerde tot een enorme productie.

Stilistisch voelde hij zich bovendien verwant met de Amsterdamse school hetgeen vooral tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar een groot deel van de bevolking, veelal vissers, in houtskool. Zijn expositie van dit werk in 1927 was zeer succesfol, ook financieel.

Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, zoals tegeltableaus, en ontwierp daarnaast glas- en loodramen. De ontwerpen voor de wanden van Hotel L’Europe in Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon.

Smit werkte en studeerde ook in het buitenland. Hij verbleef in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte in Berlijn aan muurschilderingen voor een bioscoop in de Uhlandstrasse en maakte reclameschilderingen op straatmuren. Om meer inkomen te hebben om met zijn in Berlijn gevonden vrouw te kunnen trouwen, werkte hij in Nederland bij o.a. Dirk-Jan van der Laan. Ook ontwierp hij in 1929 glas- en loodramen voor Krasnapolsky en werkte hij als schilder in Tuschinsky. In 1929 vestigde hij zich met zijn geliefde in Reewijk.

Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en vond dit bij de Goudse plateel(sieraardewerk)fabriek Zuid-Holland, waar hij ging werken op de ontwerpafdeling. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929- oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf modellen van vazen, kandelaars en sculpturen en beschilderde en ontwierp patronen. Door de crisis moest Amp Smit vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject van plateelaardewerk.

Ontwikkeling na 1930

Amp Smit woonde na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid Holland in Bilthoven samen met zijn vrouw Gretchen Weese en hun eerste zoon Antonie Gunther Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij vlak voor de oorlog (1939) naar Amsterdam.

Hij weigerde zich gedurende de Tweede Wereldoorlog in te schrijven bij de ‘Kultuurkamer’, wat door het nationaalsocialistische regime voor beroepskunstenaars verplicht gesteld werd. Smit heeft in de oorlogsjaren gewerkt als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.

Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en plaquettes. Ook maakte hij houtskooltekeningen, getekend op krantenpapier. Hij huurde in 1948 een eigen atelier in de Van Der Hoopstraat in Amsterdam en begon twee jaar later (1950) met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te gaan schilderen, omdat zijn rechterhand inmiddels te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij o.a. geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger.

Ook maakte hij kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht. Hij werd lid van de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij geregeld exposeerde.

Hij exposeerde veel op tentoonstellingen en won in 1956 de eerste prijs voor de schilderkunst van het Unesco Centrum Nederland vanwege het 10-jarig bestaan. Tot zijn dood in 1976 bleef Amp Smit beroepskunstenaar.

Kunstvormen en technieken

Smit beoefende de volgende kunstvormen en beroepen: hij was (houtskool)tekenaar, decorateur, dichter, plateelschilder en –ontwerper, grafisch ontwerper, beeldhouwer, etaleur/reclameontwerper en schilder (olieverf en aquarel).

Tentoonstellingen

  • Vanaf 1950 Arti et Amicitiae; Amsterdam
  • 1952 Arti; Nobelstraat 27; Utrecht
  • 1956 Oudemanhuispoort; Leiden
  • 1957 De Kelder; Hilversum
  • 1957 Lustrum studentenvereniging Catena; Leiden
  • 1959 De Groene Fles; Almelo
  • 1960 Guildhall Galaries; Chicago; USA
  • 1967 Gemeentehuis; Weesp
  • 1970 Architect Zandstra; Amsterdam
  • 1975 Museum ‘t Coopmanshuys; Franeker
  • 2016 Museum Gouda; Gouda[3]
  • Talloze groepstentoonstellingen van o.a. Arti et Amicitiae; St. Lucas; De Stuwing; De Onafhankelijken.

Bronnen en literatuur

  • Pieter Scheen Lexicon deel 2 pag. 358
  • C.A. Scharten 1996 pag. 130
  • P.M.J.E. Jacobs 2000 deel5 pag 435
  • Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe” 2010
  • Monografie van Jan Juffermans 1975
  • RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag
  • Vormen uit Vuur; Tijdschrift nr. 230 (?????)
  • Website Amp Smit; [1]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º http://ampsmit.nl/
  2. º (nl) Amp Smit. Experimenteel Kunstaardewerk Geraadpleegd op 2016-06-13
  3. º Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016. www.museumgouda.nl Geraadpleegd op 2016-06-13
rel=nofollow
rel=nofollow