Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dividendaandelen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 15 mrt 2016 om 22:19 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dividendaandelen&oldid=46227366 3 mrt 2016 Koos van den beukel 28 feb 2016)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Inleiding

Aandelen van ondernemingen waarop doorgaans een relatief hoog dividend wordt uitgekeerd, worden in beleggerskringen (hoog)dividendaandelen genoemd. Het dividend per aandeel is daarbij vaak van jaar tot jaar stabiel of licht groeiend. De pay-out ratio, het deel van de winst dat wordt uitgekeerd, ligt daarbij meestal boven de 50%. Een royaal uitkeringsbeleid wordt niet altijd positief beoordeeld. Onder sommige financieel deskundigen wordt de opvatting aangehangen dat het een aanwijzing is voor gebrek aan ideeën bij de leiding van de onderneming. Die slaagt er in die visie niet in om genoeg nieuwe projecten te ontwikkelen waarin de winsten rendabel kunnen worden geherïnvesteerd. Dan maar uitkeren als dividend.[1] Daartegenover zou gesteld kunnen worden dat het voor een gezonde, groeiende onderneming met goede plannen, prima mogelijk is zich op andere wijze te financieren. Voor beleggers die dividend zien als extra inkomen en dat ook nodig hebben, is dividend juist een gemakkelijke manier om inkomsten te verkrijgen. Het alternatief om extra geld te ontvangen is dan: af en toe aandelen verkopen. Dat brengt echter verkoopkosten met zich mee wat vooral bij een kleine transactie nadelig is. Het kiezen van het juiste verkoopmoment is ook een risicofactor.

Praktijkonderzoek

Hierna wordt een onderzoekje beschreven onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Er is een selectie gemaakt van een tiental ondernemingen die gewoonlijk een vrij hoog percentage dividend uitkeren. Door het aantal tot 10 te beperken is meteen duidelijk dat niet naar volledigheid is gestreefd. Vanzelfsprekend geldt ook het riedeltje ".... is geen garantie voor toekomstig rendement". De getoonde resultaten dienen niet als adviezen te worden opgevat. De onderzoeker bezit zelf geen van deze aandelen. De gehanteerde procedure in het cijferonderzoek was als volgt: de uitgekeerde dividenden over de boekjaren 2011 t/m 2015 zijn uit de jaarverslagen gehaald. Het dividend over bijvoorbeeld 2011 wordt meestal in april, mei of juni 2012 uitgekeerd. Om een rendement te kunnen berekenen moet dan nog bekend zijn tegen welke prijs een belegger zijn aandelen heeft gekocht. Omdat deze prijs steeds varieert maar nogal invloed heeft op de uitkomst, is gezocht naar een soort gemiddelde. Dit (globale) gemiddelde is afgelezen uit de koersgrafiek van het aandeel. Meestal is daarvoor de periode oktober - december 2011 genomen, ongeveer een half jaar vóór de eerste uitkering. Hierbij is niet naar hoge nauwkeurigheid gestreefd maar dat is ook niet nodig. Voor bijvoorbeeld Philips kom je daarbij op een gemiddelde van € 15,--. Feitelijk schommelde de koers in die periode tussen € 13,28 en € 16,28. Voor de andere ondernemingen is dit op vergelijkbare wijze gedaan. Bij het bepalen van het gemiddelde, en dus de periodekeuze, is rekening gehouden met de datum van ex-dividend gaan. Daarbij wordt voorkomen dat de koers nog cum het vorige dividend is. Voor Eurocommercial properties, dat een gebroken boekjaar heeft en in november uitkeert, is de koers genomen uit de periode april - juni 2011. Ook bij Shell, dat kwartaaldividenden uitkeert, is een andere periode gekozen. Bij RELX is de periode mei - juli 2011 omdat ze in augustus al een interimdividend uitkeren. Ondernemingen melden in hun jaarverslag zelf vaak een rendement dat is gebaseerd op de slotkoers van het juist voorbije jaar. Dat is een momentopname. De in dit artikel gehanteerde methode vermijdt in ieder geval dat nadeel. Ook is in dit onderzoekje bij het berekenen van de rendementen steeds van deze ene koers uitgegaan. Alsof een belegger éénmaal heeft gekocht en vervolgens aanhoudt om elk jaar dividend te kunnen beuren. Een strategie die niet ongewoon is onder degenen die aandelen hebben met het oogmerk regelmatig inkomsten te genieten.

Onderstaande tabel bevat de uitkomsten. De jaarkolommen geven het dividendrendement als percentage van de historische aandelenkoers.[2] [3]
Een voorbeeld: Nedap heeft in haar jaarverslag over 2015 aangekondigd een dividend van € 1,28 uit te keren. Het dividendrendement bedraagt dan (1,28/20,--)x100% = 6,4% (zie geheel rechtsonder in de tabel).

aandeel ***koers*** 2011*** 2012*** 2013*** 2014*** 2015***
Shell 25,80 4,7 5,2 5,2 5,9 6,5
Boskalis 26,-- 4,8 4,8 4,8 6,3 komt
RELX 6,-- 4,7 5,1 5,5 6,4 6,7
Philips 15,-- 5,0 5,0 5,3 5,3 5,3
Arcadis 13,-- 3,6 4,0 4,4 4,6 4,8
Eurocomm. prop. 35,-- 5,4 5,5 5,5 5,5 5,6
Wereldhave 45,50 9,0 6,3 6,3 6,3 6,6
Accell 15,-- 5,9 5,0 3,7 4,0 4,8
Kas Bank 8,60 5,8 7,4 7,4 7,4 7,4
Nedap 20,-- 6,1 7,5 5,5 6,2 6,4

Beleggingsfondsen

Sommige banken hebben in hun assortiment ook een dividendaandelenfonds dat belegt in aandelen van bovenbeschreven categorie. Globaal gezegd heeft een beleggingsfonds in ieder geval één voordeel en één nadeel, vergeleken met direct aandelen kopen van ondernemingen. Voordeel is dat met een beperkt bedrag een flinke spreiding wordt bereikt. Men verkrijgt indirect een belang in een groot aantal ondernemingen. Nadeel is dat er van de opbrengsten van het fonds een deel aan de strijkstok blijft hengen als kostendekking voor het fonds (en winst voor de bank). Dit deel ligt in een orde van grootte van 20 tot 30% van de opbrengsten. De kostenpercentages worden (meestal uitgedrukt in een percentage van het belegd vermogen) vermeld in de prospectus en het jaarverslag van het fonds. Vergelijken kan lonend zijn. Volgt tenslotte een tabel met resultaten van twee dergelijke fondsen, zonder daarvan de namen te noemen. Het eerste is van een grote financiële instelling en belegt wereldwijd in dit type aandelen. Het tweede is van een middelgrote instelling en belegt alleen in Europese aandelen.[4] Ook deze tabel bevat het dividendrendement in procenten, nà de kostenaftrek van het fonds.

fonds ***koers*** 2011*** 2012*** 2013*** 2014*** 2015***
Beleggingsfonds 1 € 21,80 3,5 2,9 3,6 4,9
Beleggingsfonds 2 € 5,61 5,2 5,3 5,5 5,8 6,0

De koers van fonds 1 is van eind december 2010.
De koers van fonds 2 is van eind september 2010 wegens een gebroken boekjaar.

Actualiseren bij koopbeslissing

Wie overweegt aandelen te kopen, kan geen gebruik maken van een historische koers van één of meedere jaren geleden. De koers van vandaag is van belang, en een min of meer onzeker toekomstig dividend. Om het verwachte rendement te kunnen berekenen kan men bijvoorbeeld eerst aannemen dat het volgende dividend even hoog is als het laatst uitgekeerde. Eventueel wordt daarop een correctie toegepast op grond van door de directie afgegeven vooruitzichten voor het lopende jaar of de mening van analisten.
Een belegger overweegt bijvoorbeeld dat het dividend van RELX over 2016 (uit te keren in augustus 2016 en mei 2017) in totaal € 0,42 kan bedragen. De koers in mei 2016 (ex dividend 2015) bedraagt bijvoorbeeld € 15,--. Dit geeft een verwacht rendement van 0,42/15 x 100% = 2,8%. Als deze persoon als norm heeft alleen te willen beleggen als de uitkomst groter dan 4% is, zou hij/zij niet tot kopen moeten overgaan. Een groeiverwachting kan positieve invloed hebben op dit besluit. Dat ligt echter verder in de toekomst en is dus nog onzekerder.

Externe links

  • dividend Shell [1]
  • dividend Boskalis [2]
  • dividend RELX [3]
  • Philips [4]
  • Arcadis [5]
  • Eurocomm. properties [6]
  • Wereldhave [7]
  • Accell [8]
  • KasBank [9]
  • Nedap [10]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen
  1. º H.J.Ots, Aandelen, obligaties en derivaten, blz. 45-48; Pearson, ISBN 9043009970
  2. º P.J.W.Duffhues, Ondernemingsfinanciering en vermogensmarkten, Noordhoff, ISBN 9789001260873, blz. 156 en 266
  3. º Heezen&Ammeraal, Vermogensmarkt en Ondernemingswaarde, Noordhoff, ISBN 9789001834340
  4. º Gegevens afkomstig uit de jaarverslagen van beide fondsen.
rel=nofollow
rel=nofollow