Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Slowaakse literatuur
Slowaakse literatuur is de literatuur van Slowakije.
Geschiedenis
De eerste monumenten van literatuur uit het gebied dat huidig Slowakije vormt, stammen uit de tijd van Groot-Moravië. Dit rijk bestond in de periode van 863 na Christus tot aan het begin van de 10e eeuw. Bekende schrijvers uit deze periode waren Sint-Cyrillus, Sint-Methodius en Sint-Clemens van Ohrid. In geschriften uit dit tijdperk werden meestal christelijke onderwerpen beschreven. Een voorbeeld hiervan is het gedicht Proglas - een voorwoord van de vier evangeliën. Het is een gedeeltelijke vertalingen van de Bijbel naar het Oudkerkslavisch, wat ook wel het Zakon sudnyj ljudem werd genoemd.
In de middeleeuwse periode (ca 1000 tot ca 1500) werd de Slowaakse literatuur geschreven in het Latijn, het Tsjechisch en het Tsjechische Slowaaks (Slowaaks met Tsjechische elementen). Een belangrijke vorm van literatuur was poëzie. Binnen de middeleeuwse poëzie waren twee stromingen te ontwaren: de lyrische poëzie en de epische poëzie. De lyrische poëzie bestond uit gebeden, liederen en formules. Deze stroming stond sterk onder de invloed van de kerk. De epische poëzie was seculier en gericht op legendes en kronieken. Een bekende kroniekschrijver was Johannes de Thuróczy, de auteur van The Chronic Hungarorum en Maurus.
Renaissance 1500-1650
In de 16e eeuw kreeg de literatuur steeds meer een nationaal karakter. Dit gebeurde in veel later dan in andere nationale literaturen. In deze periode domineerde het Latijn als de geschreven taal en schreven auteurs vooral over kerkelijke onderwerpen. Vanaf 1500 werd er steeds meer geschreven over klassieke onderwerpen die gerelateerd waren aan de klassieke cultuur van Griekenland en Rome.
Het eerste Slowaakse gedrukte boek was Het Boek van Eden (1561) door Vašek Zaleský. Een vroeg Renaissance Slowaaks liefdesgedicht is het anonieme epische Siládi and Hadmázi (1560), gezet tegen een achtergrond van de Turkse invallen in Centraal-Europa.
Juraj Tranovský werd ook wel de vader van de Slowaakse hymne genoemd en bracht verschillende bundels van hymnen uit. Zijn eerste werk was het Latijnse Odarum Sacrarum sive Hymnorum Libri III uit 1629 en zijn belangrijkste en meest bekende werk was Cithara Sanctorum (Lier van de Heiligen). Deze hymne is tot op vandaag de dag een belangrijke lofzang voor Lutherse Tjechen en Slowaken. Deze lofzang werd in het Tsjechisch geschreven en werd in 1636 in de Slowaakse stad Levoča gepubliceerd. Mede vanwege de beperkte literatuur zorgden de Slowaakse liederen van Tranovský voor een verhoogd nationaal bewustzijn.
Barok/Vroegmoderne Tijd 1650-1780
In de Renaissance ontwikkelde er zich een onderscheid tussen religieuze en seculiere (niet-religieuze) literatuur. In de tijd van de Barok leidde dit tot serieuze religieuze conflicten. Daniel Sinapius-Horčička schreef Latijnse gedichten en schooldrama’s, religieuze proza, spreekwoorden en uitgesproken Slowaakse spirituele poëzie. Zijn proza getuigt van een nationaal bewustzijn. Het loof de Slowaakse taal en bekritiseert het gebrek aan patriottisme onder zijn landgenoten.
Hugolín Gavlovič was ten tijde van de Barok de meest bekende auteur van Slowakije. Hij schreef religieuze, morele en educatieve geschriften in de West- Slowaakse volkstaal. Zijn meest beroemde werk heet Valašská škola, mravúv stodola en bevat 17.862 verzen en talrijke couplet-kanttekeningen in dichtvorm.
Verlichting 1780-1840
De Franse Revolutie van 1789 zorgde voor een opleving van nationalistische gevoelens in Slowakije. De neo-classisistische beweging die geïnspireerd was op de Verlichting beïnvloedde ook de Slowaakse literatuur. Tot het midden van de negentiende eeuw was de Slowaakse taal meestal een mengeling van het Tsjechisch en het Slowaaks. Een belangrijk standaard werk uit deze tijd, Gramatica Slavija (1790) van Anton Bernolák, gebruikte het West-Slowaakse dialect als de standaard schrijfvorm. Dit was een belangrijk initiatief om de Slowaakse taal te accenturen, maar uiteindelijk leidde het tot een mislukking. Toch werden er belangrijke werken met de normen van Bernolák gepubliceerd, bijvoorbeeld Dúverná zmlúva medzi mňíchom a ďáblom (Een vertrouwelijk verdrag tussen de monnik en de Duivel) van Juraj Fándly van 1879. Anton Bernolák was naast schrijver ook een katholieke priester. Lutherse Slowaken zoals Augustin Doležal, Juraj Palkovič and Pavel Jozef Šafárik gaven de voorkeur aan de gemeenschappelijke Tsjechisch-Slowaakse identiteit en taal.
De eerste Hongaarse krant Magyar Hírmondó werd in Pressburg (Bratislava) in 1780 gepubliceerd, gevolgd door de eerste Slowaakse krant, het kortstondige tijdschrift Prešpurské Noviny dat in 1783 voor het eerst verscheen.
Jozef Ignác Bajza werd bekend door zijn roman René mláďenca príhodi a skúsenosťi. Dit werk is erg belangrijk omdat het de eerste roman is die in het Slowaaks geschreven was.
De Pan-Slavische eenheid diende als model voor vele gedichten uit deze periode. Slávy Dcera is een verzameling van 150 gedichten van Ján Kollár en verheerlijkt de Pan-Slavische idealen in drie cantos die naar de Saale, Elbe en Donau werden vernoemd. De epos Svätopluk (1833) van Ján Holly was de belangrijkste tekst van deze tijd.
1840-1871
Ľudovít Štúr was de literaire leider van de Slowaakse nationale opleving in de 19e eeuw. Hij wordt herinnerd als de grondlegger van de Slowaakse taal die tot op de dag van vandaag gebruikt wordt. Hij koos het middel-Slowaakse dialect als basis voor de Slowaakse taal. Het codificatieprogramma (1834) van Štúr werd door Ján Kollár en de Tsjechen afgekeurd. Zij zagen het als ondermijning van het idee van de gemeenschappelijk Tsjechisch-Slowaakse natie en bovendien als een verzwakking van de solidariteit . Echter, de meerderheid van de Slowaakse wetenschappers, onder andere vele katholieken verwelkomde het idee van codificatie. Zij gebruikten immers nog de codificatie van Bernolák uit 1790. In 1844 schreef Štúr Nárečja slovenskuo alebo potreba písaňja v tomto nárečí (Het Slowaakse dialect of de noodzaak om in dit dialect te schrijven). In 1853 werd de enige compilatie van zijn poëzie, Spevy a piesne (Gezangen en liederen) in Pressburg gepubliceerd.
Janko Kráľ was een van de eerste dichters die begon met het schrijven in de moderne Slowaakse standaardtaal die nieuw (in 1843) door Štúr en zijn metgezellen was gecodificeerd.
Eerste werken van toneelschrijver Ján Chalupka waren in het Tsjechisch, maar na 1848 begon hij in het Slowaaks schrijven en Tsjechische originelen naar het Slowaaks vertalen.
1872-1917
Pavol Országh Hviezdoslav schreef tot 1860 zijn gedichten in het Hongaars. In 1871 participeerde hij in de voorbereiding van de almanak Napred (Naar voren) die het begin van een nieuwe literaire generatie in de Slowaakse literatuur markeert. Hij introduceerde de syllabische-tonic versen in de Slowaakse poëzie en hij was een toonaangevende vertegenwoordiger van het literaire realisme in de Slowaakse literatuur. Zijn stijl kenmerkt zich door het veelvuldige gebruik van zelf-bedacht woorden en uitdrukkingen die moeilijk zijn om naar vreemde talen te vertalen.
Martin Kukučín was de meest opmerkelijke vertegenwoordiger van het Slowaaks literaire realisme. Hij wordt als een van de grondleggers van de moderne Slowaakse proza beschouwd.
1918-1945
Als gevolg van het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en de daaropvolgende oprichting van Tsjechoslowakije verdween de invloed van het Hongaars op de Slowaakse taal. Tijdens het interbellum gaf men aan poëzie voorrang ten koste van de proza. Zowel Živý bič (Levende zweep) van Milo Urban (1927) als de roman Jozef Mak van Jozef Ciger-Hronský (1933) waren gericht op de verandering van het leven van de gewone mens. Tijdens de turbulente jaren van de Slowaakse Republiek en de vorming van Tsjecho-Slowakije domineerden twee aparte literaire stromingen. Er is sprake van lyrische proza, waarin persoonlijke gevoelens worden verwoord. Enkele bekende schrijvers binnen dit thema zijn Hronský, František Švantner, Dobroslav Chrobák, Ľudo Ondrejov en Margita Figuli. Daarnaast stond de surrealistische proza, waarin men een droomachtige werkelijkheid probeerde te creëren. Štefan Žáry, Rudolf Fabry en Pavel Bunčák zijn bekende schrijvers die zich met deze proza hebben bezig gehouden.
21ste eeuw
Michal Hvorecký
Michal Hvorecký (29 december 1976, Bratislava) is een Slowaakse auteur.
Hvorecký is de auteur van twee verhalenbundels: Silný pocit čistoty (Het sterke gevoel van de reinheid - 1998) en Lovci a zberači (De Jagers & Verzamelaars- 2001). Verder schreef hij meerdere romans waaronder Posledný hit (De laatste hit- 2003), Pluche in 2005 (gepubliceerd in het Duits in 2006 als Stad: Der unwahrscheinlichste aller Orte) en Eskorta in 2007 (vanaf 2009 verscheen de Duitse vertaling). Vertalingen van zijn fictie en journalistiek verschenen in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Slovenië, Hongarije, Polen en de Tsjechische Republiek .
Hij ontving verschillende literaire prijzen en beurzen vanuit verschillende instituten, waaronder Literaire Colloquium in Berlijn, het MuseumsQuartier in Wenen, het Goethe Institut in München en een International Writing Program in de Verenigde Staten.
Tamara Heribanová
Tamara Heribanová (6 mei 1985, Bratislava) is een Slowaakse schrijfster, journaliste en presentatrice.
Heribanová is een van de meest getalenteerde jonge Slowaakse romanschrijfsters. Haar korte verhalen werden vertaald en gepubliceerd in bloemlezingen en tijdschriften in Oostenrijk, Nederland, Servië, Tsjechië en Taiwan. Haar debuutroman Predavačky bublín (Verkoopsters van de bubbels- 2010) gaat over de wrede wereld van de showbusiness. Heribanová heeft aandacht voor valse gecorrumperde mensen en de huidige generatie. In haar boek Bola to len láska (Het was alleen de liefde- 2012) beschrijft ze de angst van intensieve gevoelens en analyseert het thema van de innerlijke vrijheid. Haar boek Misia Eva, prísne tajné (De missie Eva, strikt geheim- 2012) is vol van liefde en fragiele wereld van kinderen waarin de sterkte op echte waarden en goede goedhartigheid is gebaseerd. Naast de hardcopy werd er een elektronische interactieve applicatie van dit boek voor tablets ontworpen. In 2013 eindigde Misia Eva, prísne tajné op de derde plaats in de lezersenquête Knižná revue en in 2012 werd dit boek als het mooiste Slowaakse boek in de categorie literatuur voor kinderen en tieners bekroond. Het boek was onderwerp van tientallen gesprekken, lezensessies en workshops op scholen en bibliotheken in Slowakije .
Tamara Heribanová werkte in 2012 mee aan het project AVON proti domácemu násiliu (AVON tegen huiselijk geweld) door twee boeken te schrijven: Príbehy v znamení túžby (Verhalen in het sein van het verlangen) en V dobrom aj v zlom a v ešte horšom (Goed en slecht en erger). Tamara is de lid van het Slowaakse PEN-centrum en staat achter het project Knihobežník. Het idee achter dit project is dat lezers eerst zelf een boek lezen en deze dan vervolgens aan iemand anders geven. Tamara schonk haar boek Predavačky bublín aan het project.
Peter Pišťanek
Peter Pišťanek (28 april 1960 Devínska Nová Ves - 22 maart 2015, Bratislava) was een Slowaakse schrijver.
Pišťanek’s eerste roman Rivers of Babylon werd in 1991 gepubliceerd en in 2007 door Peter Petro naar het Engels vertaald. Hierna volgde nog twee romans: Drevená dedina (Het houten dorp) en Fredyho koniec (Het eind van Fredy). Deze boeken vormen samen een trilogie. Ze vertellen over het leven van Rácz, een fictieve gangster die in de herfst van 1989 naar voren kwam toen het communistisch bewind werd gedesintegreerd. Pišťanek was ook een actieve schrijver voor de alcohol-industrie. Zo voorzag hij labels van sterke dranken en wijnen (met inbegrip van cognac en bourbon) van zijn inzicht en humor.
Op 22 maart 2015 heeft Pišťanek zelfmoord gepleegd.