Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Elisabeth de Roos

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 1 jun 2014 om 10:49 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Elisabeth_de_Roos&oldid=41305013 B. Duysters 16 mei 2014)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Elisabeth Geertruida de Roos (15 juli 1903 - 28 november 1981) was een Nederlandse schrijfster, essayiste, criticus, redactrice, vertaalster en ook docente Vertalen Engels - Nederlands aan het Instituut voor Vertalers in Amsterdam. Ze staat voornamelijk bekend als de tweede vrouw van de bekende Nederlandse schrijver [Edgar du Perron, maar er wordt ook naar haar verwezen in de literatuur met de namen Bep en Jane. Publicaties maakte ze onder de volgende namen en pseudoniemen: Elisabeth de Roos, Elisabeth du Perron, Elisabeth du Perron - de Roos, Hugo Fastenhorst en Potomak.

Biografie

Elisabeth de Roos groeide op in Voorburg (Nederland), waar ze een goede jeugd kende en makkelijk studeerde. Haar vader, Jacques de Roos, was advocaat - criminoloog en haar moeder, Helena Posthumus, was toneel- en cultuurdeskundige van joodse afkomst. Haar ouders geloofden in een vrije aanpak en lieten haar, nadat ze afgestudeerd was aan het middelbaar onderwijs, kiezen wat ze wou doen met haar leven. Na vier jaar besloot de Roos in 1921 Franse letterkunde te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens deze studie schreef ze al volop kritische bijdragen voor onder andere het studentenweekblad Propria Cures. In 1929 doctoreerde ze in de Franse en Engelse literatuur en schreef ze haar doctoraalscriptie Het essayistisch werk van Jacques Rivière, eveneens aan de Universiteit van Amsterdam. Ze groeide op in een omgeving van bemiddelde intellectuelen en was het al van kindsaf aan gewend om omringd te worden door kritische mensen[1].

Elisabeth de Roos trouwde in 1932 met haar geliefde Edgar du Perron, die ze leerde kennen toen ze kritische artikels en essays schreef voor het literaire tijdschrift Forum. du Perron was, samen met Menno ter Braak en Maurice Roelants, een van de redacteurs die het blad vorm gaf. Samen kregen ze in 1935 een zoon, Alain du Perron genaamd. Sindsdien nam Elisabeth de Roos haar rol als moeder op maar ze koos er ook voor te blijven schrijven voor dag- en weekbladen, wat uitzonderlijk was voor een vrouw in die periode (de eerste helft van de twintigste eeuw[2].

Sinds Elisabeth de Roos getrouwd was met Edgard du Perron, reisden de twee veel naar Parijs. du Perron ging er heen om rustig te kunnen schrijven en inspiratie op te doen voor zijn literaire werken en Elisabeth ging er als correspondente aan de slag voor onder andere de Delftsche Courant en Het Vaderland. Ze maakte er publicaties over Franse toneelstukken. Het gezin verhuisde eind 1935 terug naar Nederland omdat het leven te duur werd in Parijs. Een jaar later verhuisde het koppel naar Edgard du Perrons geboorteland, Indië, omdat du Perron er een werk over Multatuli wou schrijven. Elisabeth de Roos kon er echter niet gewoon worden aan het tropisch klimaat, werd ziek en het gezin was genoodzaakt naar Nederland terug te keren in 1939[3].

Alvorens naar Nederland terug te keren, kreeg Edgard du Perron in 1938 hartproblemen en op 15 mei 1940, net na de annexatie van Nederland door de Duitsers, stierf Elisabeths man. Het was ook rond diezelfde periode dat Menno ter Braak, een goede vriend van du Perron en de Roos en tevens redacteur van Forum, zelfmoord pleegde. ter Braak had altijd gezegd dat hij zichzelf van het leven zou beroven indien de Duitsers Nederland zouden binnenvallen. Van dan af aan hield Elisabeth de Roos zich nauwgezet bezig met het nalatenschap van haar man. Van 1950 tot 1953 was de Roos redacteur van het literaire tijdschrift Libertinage en in 1965 werd ze als docente vertalen Engels - Nederlands tewerk gesteld aan het Instituut voor Vertalers in Amsterdam. Sindsdien kon de Roos zich focussen op het vertalen en verdiende ze genoeg om het schrijven van kritische literaire commentaren achterwege te laten[4].

Elisabeth de Roos vulde haar tijd, naast het schrijven van publicaties en vertalingen, ook met het zetelen in jury's voor literaire en vertaalprijzen en examencommissies. Daarnaast deed ze nog correctiewerk voor Natuurmethode (in de twintigste eeuw een soort taalcursus waarbij Nederlanders Engels konden leren indien ze naar Canada wilden emigreren) en tevens voor kennissen die haar kritische mening vroegen. Elisabeth de Roos leed aan dementie en stierf op 78 - jarige leeftijd op 28 november 1981 in Bergen (Noord-Nederland)[5].

Pseudoniem

Elisabeth de Roos staat in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur bekend onder meerdere namen. Zo schreef ze onder de namen Elisabeth de Roos, Elisabeth du Perron en Elisabeth du Perron - de Roos, maar ook onder de pseudoniemen Hugo Fastenhorst en Potomak. In de werken die verschenen zijn van Edgar du Perron, wordt er naar haar verwezen met de namen Jane en Bep. Maar wat zijn nu de achterliggende redenen van deze namen?

In de eerste helft van de twintigste eeuw werd het beroep van auteur voornamelijk uitgeoefend door mannen, omdat vrouwen zogezegd emotioneler van aard waren en niet rationeel konden redeneren. Dit had tot gevolg dat vrouwen niet objectief beoordeeld werden als schrijfster in een wereld die gedomineerd werd door mannen[6]. Bovendien was het noodzakelijk om van een degelijke opvoeding genoten te hebben, belangrijke connecties te hebben, van goede afkomst te zijn en genoeg kapitaal ter beschikking te hebben om tot de literaire wereld te kunnen toetreden. Aangezien vrouwen in het begin van de twintigste eeuw weinig (of niet) aanwezig waren op de arbeidsmarkt, was het moeilijk om tot deze 'elite' te behoren[7]. Hier vormde Elisabeth de Roos echter een uitzondering op, omdat zij altijd omringd werd door intellectuelen en van goede komaf was. Zij kreeg de kans (in tegenstelling tot veel vrouwen) om te gaan studeren en zo ook door te dringen tot deze klasse[8].

Pseudoniemen werden bovendien voornamelijk gebruikt door vrouwen die onbekend wilden blijven. De redenen hiervoor zijn zeer uiteenlopend: gaande van een gevoel van verlegenheid en schaamte, tot snobisme en ijdelheid. Het heeft met andere woorden veel te maken met het zelfbeeld van de auteur in kwestie. Vrouwen namen daarom vaak mannelijke pseudoniemen aan (zo heeft Elisabeth de Roos dit ook gedaan met het pseudoniem Hugo Fastenhorst wanneer ze schreef voor politieke doeleinden) om als gelijke behandeld te worden en niet als vrouw[9]. Andere bekende vrouwelijke auteurs die een mannelijk pseudoniem gebruikten waren onder andere de Engelse George Eliot (alias voor Mary Ann Evans) en George Sand (pseudoniem voor Amandine Lucile Aurore Dudevant) en de Vlaamse W.G.E. Walter (alter ego van Virginie Loveling)[10]. Het was nooit de bedoeling van de vrouwelijke auteurs om op te vallen, in tegendeel, ze wilden op de achtergrond blijven en genieten van waarden als anonimiteit, nederigheid en gelijkheid. Ook hierin is de gelijkenis met Elisabeth de Roos terug te vinden: hoewel ze kritische artikels schreef, bleef ze bescheiden en had ze niet de intentie om beroemd te worden[11].

Voor zover bekend is, schreef Elisabeth de Roos steeds onder haar eigen meisjesnaam of onder haar getrouwde naam Elisabeth du Perron (aangezien dit de gewoonte was in de eerste helft van de twintigste eeuw). De samengestelde naam Elisabeth du Perron - de Roos gebruikte ze wanneer ze werken publiceerde waarbij haar man ook geholpen had. Het pseudoniem Hugo Fastenhorst gebruikte ze om politiek getinte brieven te ondertekenen die ze schreef naar de redactie van Libertinage tijdens de politieke verkiezingen, en Potomak was haar schrijversnaam tijdens het schrijven van de Parijse brieven in de periode dat ze correspondente was voor de Delftsche Courant en verbleef in Parijs. Tot slot wordt er ook naar haar verwezen met de namen Jane en Bep[12]. Hiervan kan gezegd worden dat Jane een naam is die du Perron gebruikte in zijn werk Het land van herkomst om naar Elisabeth de Roos te verwijzen, en Bep de bijnaam is die de Roos haar hele leven lang gebruikte om brieven te ondertekenen en waarmee enkel goede vrienden haar aanspraken[13].

Werk

Wat opvallend is, is het feit dat Elisabeth de Roos als vrouw kunnen doorbreken is in een wereld die voornamelijk door mannen gedomineerd werd tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw. De literaire carrière van Elisabeth de Roos ging van start in 1925, toen ze kritische artikels (toen de literaire vorm bij uitstek) begon te schrijven over toneelstukken en films. Haar eerste publicaties Antwoord op filmenquête en Hamlet in modern dress verschenen in de volumes van De Stem en Propria Cures.

Bij het schrijven van recensies hield ze onder andere rekening met de technische kant, het gebruik van voorwerpen en de stijl van de regisseur. Het was belangrijk voor Elisabeth de Roos dat de regisseur voeling had met de realiteit en zijn/haar eigen persoonlijkheid niet te veel liet doorschijnen in de creatie van het toneelstuk of de film[14]. Belangrijke tijdschriften en dagbladen waarvoor de Roos zulke recensies publiceerde, waren (naast de reeds vernoemde hierboven) de [Nieuwe Rotterdamsche Courant] (NRC), [De Vrije Bladen], [Filmliga], De Groene Amsterdammer, Critisch Bulletin en Rythme. Ze blonk zo uit in deze stijl dat Menno ter Braak (redacteur van Forum, bekende schrijver en later een goede vriend van de Roos) haar de bijnaam de muze der Vrije Bladen (Muse of the Free Press) gegeven heeft[15].

Het was voornamelijk het literaire tijdschrift Forum dat een grote doorbraak betekend heeft voor de carrière van Elisabeth de Roos in de jaren dertig. Dit tijdschrift werd opgericht in 1932 door de Nederlandse auteurs Menno ter Braak en Edgard du Perron en de Vlaamse schrijver Maurice Roelants. Het literaire tijdschrift richtte zich op de generatie schrijvers die ongeveer dertig jaar oud waren en vernieuwing zochten in de literatuur. Bovendien vormde het een brug tussen Nederlandse en Vlaamse auteurs, aangezien het tijdschrift uitgegeven en samengesteld werd in Nederland en in België. Zowel artikels, [essays], [proza], poëzie en [polemiek] verschenen in de oplagen[16].

Forum publiceerde enkel en alleen bijdragen waarbij de auteur zijn/haar persoonlijkheid én intelligentie liet doorschijnen in het stuk. Op deze manier kon er een onderscheid gemaakt worden tussen zwakke en sterke auteurs. Dit standpunt werd door de auteurs van Forum ook de Vorm of vent genoemd, waarbij de vent (de persoonlijkheid van de auteur) primeert op de vorm (de vorm van publicatie waarin een werk verschijnt, bijvoorbeeld poëzie, proza, essay ...). Met deze vernieuwende kijk heeft de Forumgeneratie de literatuur in de jaren 30 vorm gegeven (zowel in België als in Nederland) en heeft het ook een grote invloed uitgeoefend op de literatuur na de Tweede Wereldoorlog[17]. De rol die Elisabeth de Roos gespeeld heeft voor de ontwikkeling van Forum, lag in het schrijven van haar lange essays. Haar rationele en kritische houding tegenover literatuur was zo merkwaardig en intellectueel dat de redacteurs van Forum en andere literaire tijdschriften haar talent meteen opmerkten[18].

Stijl

Wat Elisabeth de Roos typeerde, was haar schrijfstijl. Ze stond bekend om het schrijven van lange, moeilijke zinnen die gecombineerd werden met een fijn taalgebruik. Dit werd gezien als vernieuwend in de literatuur en ze kreeg dan ook snel de stempel als zijnde een dame met een avant-la-lettre schrijfstijl.

Hoewel de Roos erg succesvol was en erkenning kreeg van andere critici, voelde ze zich onzeker over haar werk en durfde ze zichzelf niet serieus te nemen. Hoogstwaarschijnlijk is dit de reden dat Elisabeth de Roos een bescheiden karakter had doorheen haar literaire loopbaan en nooit geschreven heeft met de bedoeling bekend te worden. Het feit dat ze als vrouw aan de zijde stond van Edgar du Perron (haar man), zal haar ook minder erkenning gebracht hebben aangezien hij een heel belangrijk en invloedrijk figuur was[19]. Wat Elisabeth de Roos ook typeerde, volgens Edgar du Perron, was dat ze steeds trouw gebleven is aan haar eigen ideeën en dat ze zich nooit heeft laten beïnvloeden of dicteren door anderen[20].

Vertaalpoëtica

Naast het schrijven van artikels, essays en andere publicaties, stond Elisabeth de Roos ook bekend als een geniaal vertaalster. Zo heeft ze belangrijke werken vertaald van niemand minder dan George Eliot (The Mill on the Floss), Emily Brontë (Wuthering Heights), Charlotte Brontë (Jane Eyre en Villette), Stendhal (La Chartreuse de Parme en Mina de Vanghel) en Honoré de Balzac (Le père Goriot). Ze vertaalde van het Engels en het Frans naar het Nederlands en blonk ook hierin zo uit, dat ze in de tweede helft van de jaren zestig een job aangeboden kreeg in Amsterdam als docente Vertalen Engels - Nederlands. De keuze van de werken die de Roos vertaalde, werd beïnvloed door de manier waarop de auteur auteur van het verhaal zijn/haar eigen persoonlijkheid wist over te brengen naar de lezer (een houding die tevens terug te vinden was in de Vorm of vent van de Forumgeneratie).

In de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren (DBNL) zijn veel kritische stukken terug te vinden die de Roos geschreven heeft. Wat geconcludeerd kan worden uit recensies van de vertalingen die Elisabeth de Roos gemaakt heeft, is dat ze heel nauwkeurig te werk ging. Als er dialect vertaald diende te worden (zoals bijvoorbeeld in Wuthering Heights van Emily Brontë) speelde ze zo met de taal dat het voor de lezer plezierig blijft om het boek te lezen. Een van de recensies die terug te vinden is over de vertaling die de Roos gemaakt heeft van Le père Goriot (geschreven door Honoré de Balzac), werd geschreven door Eggink in het tijdschrift Critisch Bulletin en vertelt ons het volgende:
Elisabeth de Roos (...) is ook de vertaalster van De Balzac's Le Père Goriot en ook deze zeer moeilijke vertaling kan men niet anders dan voortreffelijk noemen. Bij deze wijze van vertalen gaat een minimum van het oorspronkelijke verloren, wat wel het beste is dat men van een vertaling zeggen kan (...). In haar uitstekende inleiding plaatst Elisabeth de Roos hem als romancier en als figuur, intelligent en duidelijk, daar waar hij thuis hoort in zijn tijd en in de literatuur. Het heeft dus geen zin dat hier weer uiteen te gaan zetten. Wel moet er de aandacht op gevestigd worden, dat de inleidingen aan de vertalingen van Elisabeth de Roos een waarde geven, die boven de bedoelingen van den uitgever uit moeten gaan. Tijdschriftredacties, waarom laat gij deze zeer goede essayiste - hebben wij die soms te veel in Nederland - met rust?[21]
Hieruit kan alleen maar geconcludeerd worden dat velen de mening van Eggink delen over het feit dat Elisabeth de Roos een uitstekende vertaalster was en grote meesterwerken eer aan gedaan heeft.

Bibliografie

Publicaties in dag- en weekbladen

  • Criterium (1941)
  • Critisch Bulletin (1932 - 1947)
  • De Gids (1933 - 1934)
  • De Groene Amsterdammer (1930 - 1936)
  • Delftsche Courant (1933)
  • De Nieuwe Rotterdamsche Courant (1929 - 1951)
  • De Stem (1925 - 1930)
  • De Vrije Bladen (1926 - 1931)
  • Filmliga (1927 - 1930)
  • Forum (1932 - 1935)
  • Groot-Nederland (1933 - 1942)
  • Het Parool (1952 - 1971)
  • Het Vaderland (1932 - 1935)
  • Libertinage (1948 - 1953)
  • Propria Cures (1925)
  • Rythme (1927 - 1928)
  • Spiegel der Letteren (1973)

Doctoraalscriptie

  • Het essayistisch werk van Jacques Rivière (1931)

Geschreven werken

  • Fransche Filmkunst (1931)
  • E. du Perron (1980)

Vertaalde werken (van het Engels/Frans naar het Nederlands)

  • Jane Eyre (Charlotte Brontë, 1847)
  • Villette (Charlotte Brontë, 1853)
  • Wuthering Heights (Emily Brontë, 1847)
  • Le père Goriot (de Balzac, 1835)
  • The Mill on the Floss (George Eliot, 1860)
  • Mina de Vanghel (Stendhal, 1830)
  • La Chartreuse de Parme (Stendhal, 1846)

Externe links

Letterenhuis Antwerpen
Letterkundig Museum Den Haag
Edgar du Perron Genootschap
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL)

Referenties en bronnen

  1. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  2. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  3. º Snoek, K. (2005). E. Du Perron: het leven van een smalle mens. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar
  4. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  5. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  6. º Fenoulhet, J. (2007). Making the Personal Political: Dutch women writers 1919-1970. London: Modern Humanities Research Association and Maney Publishing.
  7. º Reymenants, G. (2006). Schrijven of koken? Vrouwelijke auteurs in strijd met het mannelijke literaire veld. Uitgelezen, jg. 12, (3), 1-5.
  8. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  9. º Reymenants, G. (2006). Schrijven of koken? Vrouwelijke auteurs in strijd met het mannelijke literaire veld. Uitgelezen, jg. 12, (3), 1-5.
  10. º Fenoulhet, J. (2007). Making the Personal Political: Dutch women writers 1919-1970. London: Modern Humanities Research Association and Maney Publishing.
  11. º Reymenants, G. (2006). Schrijven of koken? Vrouwelijke auteurs in strijd met het mannelijke literaire veld. Uitgelezen, jg. 12, (3), 1-5.
  12. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  13. º du Perron, E. (1935). Het land van herkomst. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot.
  14. º Van Beusekom, A. (2013). Getting forgotten. Film critic Elisabeth de Roos and Dutch culture before World War II. In Dall'Asta, M., Duckett, V., & Tralli, L. (Eds.), Researching women in silent cinema: New findings and perspectives (pp.263-272).
  15. º Hanssen, L. (2000). Want alle verlies is winst: Menno Ter Braak 1902-1940. Amsterdam: Uitgeverij Balans.
  16. º Mooijman, W. (1969). Forum: brieven, citaten, dokumenten en knipsels. Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar.
  17. º Mooijman, W. (1969). Forum: brieven, citaten, dokumenten en knipsels. Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar.
  18. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  19. º Mars, P. (1993). Elisabeth de Roos: schrijfster in de schaduw (Ongepubliceerde proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
  20. º du Perron, E. (1935). Het land van herkomst. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot.
  21. º Critisch Bulletin, 1933: 58