Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Willem Bette
Willem Bette (kasteel van Lede, ca 1600 - Duinkerke, 23 juni 1658), markies van Lede, baron van Péronne, heer van Impe, Hofstade, Essegem, Ekeren-Muisbroek, Hollebeke, Angreau, Autreppe, Croix, Gosette en Claireau, was een Zuid-Nederlands militair in Spaanse dienst tijdens de eindfase van de Tachtigjarige Oorlog en in de periode daarna. Hij was onder meer ridder van de Orde van het Gulden Vlies, ridder in de Orde van Sint-Jacob en commandeur van Biezma.
Levensbeschrijving
Willem Bette van Lede stamde uit de voorname Gentse familie Bette. Hij was de zoon van Jan Bette van Lede en Johanna van Bergen, die op 26 maart 1598 in het huwelijk waren getreden. Het exacte geboortejaar van Willem is niet bekend. Op 24 januari 1633 huwde hij Anna-Maria van Horne (1600-1655), dochter van Gerard van Horne en Honorine van Wittem. Het echtpaar kreeg vijf kinderen.
Militaire loopbaan
Willem was hoogbaljuw van Gent en stond bekend als een groot veldheer. Hij was onder meer luitenant-kolonel in dienst van de Spaanse koning, bevelhebber van de artillerietroepen in het hertogdom Luxemburg en opper-bevelhebber van de Spaanse krijgsvloot. In 1632, tijdens het Beleg van Maastricht, was hij waarnemend gouverneur van Maastricht en moest hij als commandant van de vesting deze overgeven aan Frederik Hendrik van Oranje. Desondanks eerde koning Filips IV van Spanje hem op 3 augustus 1633 met de titel markies, waarmee Lede een markiezaat werd. Een jaar later werd hij opgenomen in de Spaanse ridderorde van Sint-Jacob van het Zwaard.[1]
Van 1635 tot 1640 was hij gouverneur van het hertogdom Limburg en de landen van Overmaas. In 1636 veroverde hij het land van Valkenburg.[2] Van 1640 tot 1646 was hij stadhouder van Opper-Gelre. Later werd hij superintendant van de havens van West-Vlaanderen. In 1658 was hij betrokken bij de verdediging van de stad Duinkerke, die op dat moment werd belegerd door koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Voorafgaand aan de Slag bij Duinkerke gaf Willem Bette het bevel om de polder De Moeren onder water te zetten. De Spanjaarden verloren deze slag op 14 juni 1658 en daarbij raakte de markies van Lede zwaar gewond. Enkele dagen later, op 23 juni, overleed hij aan zijn verwondingen.
Nalatenschap
- Bij testament van 15 juni 1657 schonk Willem Bette de Sint-Martinuskerk van Lede een grote som geld waarmee in 1661 het nog bestaande, barokke hoofdaltaar werd opgericht.
- In de Oost-Vlaamse stad Lede is een reuzengilde actief dat sinds 1950 beschikt over een ca 4 meter lange stadsreus die naar Willem Bette, de eerste markies van Lede, gevormd is. Sinds 1952 wordt hij op folkloristische reuzenfeesten in binnen- en buitenland vergezeld door zijn echtgenote, de markiezin Anna-Maria van Horne.[3]
- In de Maastrichtse wijk Wittevrouwenveld is de Markies de Ledestraat genoemd naar Willem Bette, de kortstondige gouverneur van Maastricht.
Trivia
- In Gent liep destijds het gezegde dat, om machtig en welvarend te zijn en tot de hogere beslissingsorganen te behoren, men bij voorkeur tot de families Triest, Vilain XIIII of Bette moest behoren, en met een woordspeling werd dat Pour être grand et heureux à Gand, il faut être Triste, Vilain ou Bête, met andere woorden triestig, lelijk of dom.[4]
Bronnen, referenties en/of noten
|
Voorganger: Claude de Lannoy de la Motterie |
Gouverneur van Maastricht 1632 (waarnemend) |
Opvolger: Frederik Maurits de La Tour d'Auvergne |
Voorganger: Staatse bezetting |
Gouverneur van Limburg en Overmaas 1635-1640 |
Opvolger: Jan van Wiltz |
Voorganger: Staatse bezetting |
Stadhouder van Opper-Gelre 1640-1646 |
Opvolger: Jan Koenraad van Aubremont |