Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
François Villon
François Villon, ( Parijs 1431 – 1463 ?), was een Franse dichter, dief, landloper en vagebond. Villon is de beroemdste dichter uit Frankrijk van de late middeleeuwen. Hij was de schrijver van onder andere Testaments en Ballade des pendus, ( Ballade der gehangenen ), maar ook van de Ballade des contradictions ( Ballade der tegenstellingen ).
De werkelijke naam van Villon is zeer waarschijnlijk François de Montcorbier, ook bekend als François des Loges. De naam Villon heeft hij mogelijk van zijn voogd overgenomen.
De bekendste werken van Villon zijn grotendeels autobiografisch. Hij schreef Testaments en zijn Ballade des pendus mogelijk toen hij in de gevangenis zat.
Studie
Guillaume de Villon, die François in huis nam - nadat zijn moeder na het overlijden van haar man hem aan diens zorgen overliet - was kapelaan van Saint-Benoit-le-Bestourne een kerk in het Quartier Latin in Parijs en docent canoniek recht. Hij was een algemeen geacht man. Hij zorgde er voor, dat François Villon kunsten en letteren aan de Universiteit van Parijs kon gaan studeren.
In 1452 slaagde deze voor zijn kandidaatsexamen en mocht zich voortaan Meester in de Letteren noemen. Hierna werd hij waarschijnlijk een tijdje klerk op een notariskantoor. Zijn studie heeft hij niet verder voltooid. Tijdens zijn studiejaren zag hij kans om met zijn medestudenten allerlei escapades uit te halen, die niet bestraft konden worden, aangezien deze niet onder het wereldlijk maar onder het kerkelijk recht vielen.
Eerste misdaden
In 1455 ontvluchtte Villon Parijs toen hij op het amoureuze pad een concurrent had - een jonge priester - die hem met een degen lijf ging. Villon stak terug en nam hierop een steen en verwondde hem dusdanig, dat hij de volgende dag stierf. Villon vluchtte uit Parijs, maar diende een verzoekschrift tot ontslag van rechtsvervolging in en kreeg gratie. In datzelfde jaar rond Kerstmis 1456 pleegde hij met een aantal gesjeesde studiegenoten een inbraak in het Collège de Navarre in Parijs dat een onderdeel was van de Universiteit van Parijs. De buit is groot: vijfhonderd gouden kronen, die onderling verdeeld wordt. Dat zou heden ten dage ook een flinke som zijn. Villon die bij het verhoor van de andere verdachten, door hen beschuldigd werd van het nemen van de leiding van de overval, vluchtte uit Parijs, en ging het leven van een vagebond leiden.
Het concours van Blois
Bij Charles d’Orleans in Blois ( Parijs, 24 november 1394 - Amboise, 5 januari 1465 ) vond de criminele dichter tijdelijk bescherming. De graaf bewonderde Villons werk, en gaf hem af en toe een toelage. Hij hielp Villon ook bij het verkrijgen van gratie.
|
Charles d’Orleans was de poëzie zeer toegedaan en schreef zelf niet onverdienstelijke gedichten. Hij werd tijdens een gevecht bij Azincourt in Noord-Frankrijk tegen de Engelse en Bourgondische overheersing, als krijgsgevangene meegevoerd naar Londen. Hij zou daar vijfentwintig jaar blijven, en werd er redelijk goed behandeld. Hij ontwikkelde zich in die tijd tot een uiterst muzikaal dichter die de bestaande versvormen naar eigen inzicht ging hanteren. Toen tenslotte losgeld voor hem werd betaald, keerde hij terug naar Frankrijk en vestigde zich in het voorouderlijk slot in Blois, in de Loirestreek nabij Orleans.
Charles d’Orleans verzocht aan getalenteerde gasten die aan het hof verbleven of zij een ballade in het gastenboek zouden willen schrijven. Deze keer ging het om een ballade op een gegeven thema, namelijk een ballade waarin elke regel een ( schijnbare ) tegenstelling moest bevatten. Als algemene titel gold:
- Ballade des contradictions.
Ballade van Charles d'Orleans
Zelf gaf Charles d’Orleans een voorzet met deze ballade:
|
|
In totaal verscheen er een twaalftal ballades, steeds bestaande uit drie strofen, waarbij elke strofe eindigde met dezelfde regel, de zogenaamde refreinregel. Verder wordt een ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans.
Ballade van Francois Villon
De laatste ballade is geschreven door Francois Villon, die in het algemeen als de beste ballade wordt gezien.
|
|
- Het zal opgevallen zijn, dat het Frans van de late middeleeuwen wél iets verschilt van het Frans dat nu gesproken en geschreven wordt. Het is voor de vertaler - Ernst van Altena - dan ook niet altijd eenvoudig geweest de juiste betekenis van alle woorden te achterhalen. Zelf zegt hij, dat er soms meer sprake was van hertalen dan van vertalen.
Gevangenis
Toen François Villon Parijs had verlaten, zwierf hij langs alle wegen van Frankrijk en neemt wat voor het grijpen ligt. Hij verkeert in de meest uiteenlopende kringen en spreekt zowel de vleiende hoftaal als het bargoens van de boevenbenden. Tussendoor ziet hij ook nog kans een groot aantal gedichten te schrijven.
In 1461 zit Villon weer in de gevangenis, dit keer in Meung - sur- Loire waar de bisschop hem onder erbarmelijke omstandigheden gevangen houdt, waarschijnlijk wegens diefstal van kerkelijke sieraden. In datzelfde jaar reist Louis XI langs Meung en pardoneert alle gevangenen, ook François Villon.
|
Een paar jaar later gaat Villon terug naar Parijs, maar daar zijn ze hem nog niet vergeten, en ze rekenen hem in. Hij tekent een promesse 1) voor zijn aandeel = 125 kronen, buitgemaakt in het College de Navarra. Hij wordt daarna weer vrijgelaten.
Opnieuw wilde hij Parijs verlaten, maar komt wegens een vechtpartij vóór de deur van een notaris weer in de kerker terecht, hoewel hij vermoedelijk met de vechtpartij niets te maken had. Na marteling bekende hij en wordt veroordeeld tot de dood door de strop.
In 1462 schreef Villon het volgende kwatrijn over zichzelf, als grafschrift, toen hij werd veroordeeld tot de galg:
* De vertaler - Ernst van Altena - heeft het gedicht niet letterlijk vertaald, maar heeft de rijmwoorden aan het eind van elke regel weggelaten en van het gedicht bijna een prachtig binnenrijm gemaakt. Door dit alles blijft het ritme van de oorspronkelijke tekst behouden.
|
|
Gelukkig voor hem werd hij op het laatste moment vrijgesproken. Vlak voordat de dichter de doodstraf moest ondergaan, verleende het parlement hem na het indienen van een verweerschrift gratie en werd het doodvonnis omgezet in een verbanning voor 10 jaar.
Na 1463 is er niets meer van Villon vernomen; hij verlaat Parijs en sindsdien ontbreekt elk spoor van hem. Het is dus niet duidelijk waar en hoe François Villon aan zijn einde is gekomen.
Algemeen wordt aangenomen, dat François Villon door de vele ontberingen en martelingen bij ondervragingen, dusdanig verzwakt was geworden, dat hij niet zo lang meer heeft geleefd 3).
Publicaties
Villons gedichten genoten al een grote populariteit in de jaren nadat ze werden geschreven. In 1489 werd een gedrukte versie van een aantal van zijn gedichten uitgegeven door Pierre Levet. Deze editie werd bijna onmiddellijk gevolgd door een aantal andere uitgaven.
In 1533 publiceerde dichter en humanistisch wetenschapper Clément Marot een belangrijk geschrift, waarin hij Villon erkent als één van de belangrijkste dichters in de Franse literatuur en probeerde fouten te corrigeren die minder voorzichtige uitgevers aan de poëzie hadden toegevoegd.
Ook in onze dagen wordt François Villon nog steeds gelezen. Ter gelegenheid van Ernst van Altena's vijfenzestigste verjaardag heeft Uitgeverij Aristos een fraai verzorgde uitgave gepubliceerd van Van Altena's bekendste vertaling van de gedichten van François Villon, onder de titel De volledige Villon. De eerste uitgave uit 1963 bevatte al een aanzienlijke keuze uit het werk, maar miste de bargoense balladen. Die werden in 1985 apart gepubliceerd, en nu zijn beide boeken in één band bijeengebracht. (ISBN:9789069351254)
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- 1) Een promesse is een document met daarop de belofte een bepaalde som binnen bepaalde tijd terug te betalen, compleet met datum en ondertekening
- 2) Bij een ballade eindigt elke strofe met dezelfde regel; de zogenaamde refreinregel. Verder wordt de ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans. Dit kan een Envooy zijn, maar wordt soms ook met Prince afgesloten.
- 3) In 1937 schreef de Amerikaanse schrijver, pianist en componist John Erskine het boek: Het korte uur van François Villon. Het levensverhaal van François Villon wordt hier op meeslepende, maar ook wat romantische wijze beschreven. Aan het eind van het verhaal - in 1463 - vertrekt Villon naar een klein plaatsje, Saint Maixent in de streek Poitou-Charentes.
- Hij wekt zo'n vertrouwen bij de inwoners, dat het hem lukt zich als notaris te vestigen.
- Ook de Franse arts en schrijver François Rabelais beweert, dat François Villon zijn levensdagen eindigde in 1489 in Saint-Maixent. Maar hiervoor is geen overtuigend bewijs gegeven.
- Ballade des dames du temps jadis ( Ballade van de dames uit vroeger tijden ) komt voor in Le Testament, dat François Villon vermoedelijk in gevangenschap schreef. De mooiste regels van dit gedicht zijn te vinden in de eindregels van elke strofe:
- Mais ou sont les neiges d'antan? Ach, waar is de sneeuw van weleer?
- De schrijver, regisseur en librettist Bertolt Brecht werd door de figuur François Villon sterk geïnspireerd bij het schrijven van de opera Die Dreigroschenoper met muziek van Kurt Weill.
- In de loop der tijd zijn er enkele films uitgebracht die het leven van François Villon zouden moeten weergeven. Bijna al die films zijn kostuumdrama's, waarin Villon als een soort troubadour rondtrekt en overal op een listige manier zich uit netelige situaties weet te redden. Weinig geloofwaardige films met veel zang en met dure decors en kleding.