Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ma'ad ibn Adnan

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 10 sep 2017 om 16:43 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ma%27ad_ibn_Adnan&oldid=49771686 -e- 2001:984:4bb2:1:a9aa:8b5f:12cb:b8b1 27 aug 2017 vert wpen)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Ma’ad ibn Adnan is een verre voorvader van Qusai ibn Kilab en zijn nakomeling de islamitische profeet Mohammed. Hij staat bekend in de oude Arabische literatuur.

Oorsprong

In lijn met de tradities was Ma’ad een zoon van Adnan, de vader van een groep Ismaëlitische Arabieren die West- en Noord-Arabië bewoond. Zijn vader Adnan wordt door Arabische genealogieën gezien als de vader van vele Ismaëlitische stammen langs de westkust van Arabië, Noord-Arabië en Irak.

Zoals bekend werd Ma’ad als eerste zoon van Adnan geboren rond 598 vóór Christus.

Familie

Ma'ad was de vader van vier zonen: Nizar, Quda'a, Qunus en Iyad. Quda’a was de eerstgeboren en dus was Ma’ad ibn Adnan bekend als “Abu Quda’a”, vader van Quda’a.

Geschiedenis

In pre-islam Arabië

Uit de gedichten samengesteld door pre-islamitische dichters en uit hun uitspraken kan geconcludeerd worden dat Ma’ad meer verering genoot en ook belangrijker was dan zijn vader Adnan. Dit bewijst door het aantal keren dat hij in pre-islamitische poëzieën werd genoemd, en hoe hij werd beschreven en vereerd door de stammen van zijn nakomelingen als hij tegen andere stammen sprak. Sommige andere dichters beschouwden het zelfs als een ‘schande’ om niet een afstammeling van Adnan en Ma’ad te zijn.

Enkele andere gedichten vierden en vereerden ook de overwinning van de mensen van Ma’ad tegen de Ghassaniden en het koninkrijk van “Mazhaj” in Zuid-Arabië.

Toen de Babylonische koning Nebukadnezar II tijdens de tijd van Adnan de Kedaritische Arabieren aanviel, werd Ma’ad door zijn vader weggestuurd en na de nederlaag van de Kedarieten en de dood van zowel Adnan en Nebukadnezar II, toen de velen van de bevolking van Adnan die niet werden gedwongen om te leven in Mesopotamië vluchtten zij naar Jemen. Maar Ma’ad, als opvolger van zijn vader, beval hun terug te komen naar de Hidjaz en Noord-Arabië.