Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Simon van Velzen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 17 jul 2017 om 15:45 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Simon_van_Velzen&oldid=49395124 -b - Raymondvanwestdijk 3 jul 2017)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Simon van Velzen . (1809-1896) was één van de Vaders der Afscheiding van 1834. Hij werd op 14 december 1809 te Amsterdam geboren. In 1827 werd hij ingeschreven aan het Atheneum te Amsterdam. Daar ontmoette hij Hendrik Pieter Scholte, die een grote invloed op zijn verdere leven zou uitoefenen. Samen togen ze twee jaar later naar Leiden om theologie te studeren. In Leiden ontstond rond Scholte een vriendenkring die spottend ‘de club van Scholte’ werd genoemd en waartegen gewaarschuwd werd. Tot deze vriendenkring voegen zich ook A. Brummelkamp en A.C. van Raalte.

In 1831 kwam hij onder de wapenen om de Belgische opstand de kop in te drukken. Na terugkeer uit België vervolgde Simon zijn studie, die hij met goed gevolg afsloot. In mei 1834 legt Van Velzen met goed gevolg zijn kandidaatsexamen af. Hij wordt op 9 november 1834 bevestigd als predikant in Drogeham.

In verband met de gezangenkwestie wordt Van Velzen 15 oktober 1835 echter geschorst. Op 11 december 1835 roept Van Velzen de gemeente in zijn woning bijeen en wordt een verklaring van Afscheiding opgesteld en ondertekend. Zijn persoon heeft een zwaar stempel gedrukt op het kerkelijk leven van de afgescheiden gemeenten.

Na de Afscheiding van 1834 wordt onder de afgescheidenen de behoefte gevoeld aan een theologische opleiding. Op de eerste Synode in 1836 worden al bepalingen gemaakt, betreffende de opleiding der studenten en de exameneisen. Voorlopig wordt door verschillende predikanten elk in eigen provincie de opleiding ter hand genomen. Vanzelfsprekend is deze situatie verre van ideaal, terwijl ook het niveau van het onderwijs geen aanspraak kan maken op uniformiteit en wetenschappelijk theologisch onderwijs.

Deze situatie duurt tot 1854, als het besluit valt om de theologische school in Kampen te vestigen. Tot docenten worden gekozen de predikanten: T.F. de Haan, S. van Velzen, A. Brummelkamp en J. Bavinck. Laatstgenoemde meent te moeten bedanken, waarna de keuze uiteindelijk valt op ds. Helenius de Cock, zoon van Hendr. de Cock, die de benoeming aanvaardt. Op 6 december 1854 wordt de Theologische School officieel geopend. De Theologische vakken worden onder de docenten verdeeld: De Haan: Godgeleerdheid. Van Velzen: Zedekundige en ( Natuurlijke en Wederleggende Godgeleerdheid, Kerkgeschiedenis en Predikkunde. Brummelkamp: Exegese O. en N. Testament, Formulieren, Liturgie en Kerkrecht. De Cock: Bijbelsche Geschiedenis en Inleiding op de H. Schrift.

In tegenstelling tot anderen heeft Van Velzen weinig literatuur van enige omvang nagelaten; slechts wat kleine geschriften en losse opstellen.

Naar aanleiding van de Doleantie in 1886 verschijnt van hem: „De vereeniging van alle Gereformeerden tegenover den afval van het geloof in Nederland". Hierin blijkt duidelijk zijn sympathie voor een komende „vereeniging", die in 1892 zijn beslag zal krijgen. Hij benadrukte onder meer dat de wortels van zowel afscheiding als doleantie lagen in de gehechtheid aan de gereformeerde belijdenis. De synode, waarin deze vereeniging tot stand kwam, heeft hij op de hoge leeftijd van 83 jaar nog mogen bijwonen, hoewel grote lichaamszwakte hem noodzaakte zich te laten dragen.

Op 3 april 1896 overleed Van Velzen. Zijn lichaam werd ter ruste gelegd op woensdag 8 april 1896 op de begraafplaats te Kampen.