Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

IJsselvliedt

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 20 nov 2015 om 22:53 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=IJsselvliedt&oldid=45271251 7 nov 2015 80.65.103.177 7 nov 2015)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

'IJsselvliedt' is een buitenplaats in Wezep in 't Harde [1] aan de rand van de Veluwe, gelegen tussen Hattemerbroek en 't Loo, in de Nederlandse provincie Gelderland.

Geschiedenis

Het landgoed behoort tot de erfenis van de in 1948 overleden mr. J.P. graaf Van Limburg Stirum. Hij was getrouwd met jonkvrouw C.M.R. van Sminia. Zij hadden geen kinderen. Hij heeft het landgoed ondergebracht in een Stichting, de Stichting IJsselvliedt. met als voornaamste taak het landgoed in stand te houden. Het particuliere landgoed IJsselvliedt wordt beheerd door een bestuur, een beperkt aantal medewerkers en vrijwilligers. De inkomsten uit de exploitatie van het landgoed komen enerzijds ten goede aan deze instandhouding en anderzijds aan zaken van maatschappelijk nut. Het grote huis wordt gebruikt door de Stichting Groepshotel IJsselvliedt die daar bijzondere vakantieweken voor mensen voor wie het lastig of onmogelijk is om zelfstandig op vakantie te gaan organiseert.

Gebouwen en park

Huis

Tuinmanswoning

Mausoleum

Het echtpaar mr. J.P. graaf Van Limburg Stirum en jonkvrouw C.M.R. van Sminia werden na het overlijden respectievelijk in 1948 en 1955 bijgezet in het door hen laten bouwen mausoleum op de grafkelder gelegen aan het eind van de IJsselvliedtlaan. Hij was van 1916 tot 1921 gouverneur-generaal van Nederlands- Indië. Waarschijnlijk heeft hij het mausoleum laten bouwen ter nagedachtenis aan zijn tijd in Nederlands-Indië, waar het wel gebruikelijk was dat stoffelijke overschotten in een mausoleum werden bijgezet. In 2005 is het mausoleum ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan van de Stichting gerestaureerd. De muren zijn gerepareerd, het is opnieuw geschilderd en er is een nieuwe dakbedekking opgebracht.

Pinetum

Een Pinetum is een gespecialiseerd arboretum waarin een verzameling naaktzadigen (coniferen) is aangeplant. Men spreekt "pinetum" uit als: pieneetum. Het meervoud van pinetum is: pineta. Allereerst: de term "pinetum" zelf is een neologisme van Pinus of Pinaceae (of wellicht het Engelse “pine" of "pine-tree") en arboretum. In het Nederlands zou men in plaats van over een "naaldbomentuin" op wetenschappelijke gronden eigenlijk beter over een "coniferentuin" kunnen spreken. Een opvallende boom in het pinetum is de mammoetboom ( Sequoiadendron Gigateum). Deze is afkomstig uit Californië. De soort is qua volume de grootste boom ter wereld en hij kan een leeftijd bereiken van wel 3500 jaar. Een mammoetboom kan zo’n honderd meter hoog worden. Het pinetum ligt achter het arboretum aan de Zuiderzeestraatweg.

Duiventil

De duiventil is in 1824 gebouwd is. Het gebouw staat op een gemetselde fundering met hier bovenop natuursteen. Hierop staan vier houten staanders en een opbouw van gemetselde muren voorzien van een stuc laag. De bovenzijde bestaat uit een vrij vlak tentdak met hierop een torentje voorzien van vlieggaten en een windwijzer met een windvaan waarop een familiewapen is aangebracht. Het torentje en de voorzijde van de til zijn voorzien van invlieg gaten. Het gehele complex is in 2010 volledig gerestaureerd. Duivenmest werd vroeger vaak gebruikt om de grond te bemesten. Men reed een boerenkar onder de duiventil trok het luik open en kon zo heel eenvoudig de mest verwijderen om deze vervolgens te verspreiden over het land. In de wintermaanden werden de duiven ook gegeten als vers vlees tussen al het ingezouten vlees door dat men veelal in die maanden at In de oorlog gold het als belangrijk oriëntatiepunt voor de verzetslieden die onderduikers hielpen de IJssel over te steken. . De verzetslieden brachten de onderduikers naar Huize IJsselvliedt, waar ze in de keuken wat te eten en te drinken kregen voordat ze verder trokken. De onderduikers werden soms dezelfde nacht nog weggebracht naar een onderduikadres als “Het verscholen dorp” in Vierhouten. Anderen bleven enkele dagen ondergedoken op het landgoed voordat ze verder werden vervoerd.


Sterrenbos

Sterrenbossen zijn een uiting van de barokke tuinarchitectuur uit het eind van de zeventiende eeuw, maar de eerste sterrenbossen werden al in de zestiende eeuw aangelegd. Zijn naam ontleent het sterrenbos aan het lanenpatroon: vanuit een centraal punt in het bos waaieren lanen als de stralen van een ster uit. De aanleg van sterrenbossen stond in verband met de (her)inrichting van landgoederen en buitenplaatsen vanaf het begin van de achttiende eeuw. Een landgoed bestond uit een mengeling van bouwland, weiland en bos met hakhout. Opbrengsten uit de pacht, de verkoop van groenten, fruit en hout hielden het goed in stand. Na de Tachtigjarige Oorlog werd het rustiger en nam de welvaart toe. Kastelen werden verbouwd tot statige landhuizen en direct rondom het huis ontstond een lustverblijf met siertuinen, vijvers, fraaie bomen, een oranjerie, koetshuis en een theekoepel. De tuinen werden in de Franse stijl aangelegd, met rechte lanen, strakke geometrische patronen, zichtlijnen en zoveel mogelijk symmetrie. De grote voorbeelden waren de paleistuinen van Versailles uit 1668-1685 (André le Nôtre) en Het Loo (Daniël Marot). Het bos werd nog steeds geëxploiteerd, maar vanaf eind zeventiende eeuw verenigde de landgoedeigenaar het nuttige met het aangename. Het bos werd als sterrenbos voor de jacht ingericht: de jager installeerde zich in het middelpunt en als wild vanuit het dichtbegroeide bos overstak, had de jager goed overzicht om het te schieten.

De eerste sterrenbossen waren klein van omvang vanwege het geringe bereik van geweren. Later werden ze groter. In de eerste helft van de achttiende eeuw legden steeds meer landgoedeigenaren de bossen louter voor de sier aan. Hoewel de mode van de Franse geometrische tuin in de negentiende eeuw plaats maakte voor de Engelse landschappelijke tuin, werden veel sterrenbossen in stand gehouden. In een sterrenbos waaieren minimaal vijf paden vanuit een centraal punt straalsgewijs (als een ster) en in rechte lijn uit door een bos. Bossen met zes of acht lanen komen het meeste voor. Ze zijn vierkant of rechthoekig van vorm en worden vaak omzoomd door rechte paden. Sommige sterrenbossen werden rijk uitgevoerd, met geometrische padenpatronen als cirkels en ruiten. Één of enkele lanen werden georiënteerd op landschapselementen, zoals op het landhuis, op kerktorens, bijzondere gebouwen, bouwwerken of rivieren. Soms werd het huis zelf midden in het sterrenbos geplaatst. Vaak lag het bos aan een voorname laan, leidend naar het huis of naar de doorgaande weg.

In een sterrenbos dat voor de jacht was bedoeld, werd in het middelpunt een ronde ondiepe kuil met gras aangelegd. Van daaruit kon de jager het bos goed overzien. In sterrenbossen die voor de sier waren aangelegd lag in het midden geen kuil, maar een uitzichtpunt in de vorm van een heuveltje, vanwaar de bezoeker of de landgoedbewoner in alle richtingen kon kijken. De bossen zijn overal in Nederland te vinden: zowel in vlakke gebieden als in heuvelachtig terrein, zowel in bosgebieden als in de polders. Er bestaat een duidelijke relatie met landgoederenzones, zoals de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe Zoom. De paden werden als lanen beplant met bijzondere loofbomen: beuken, linden of robinia’s (‘valse acacia’s’), een enkele keer met eiken. Het bos tussen de lanen bestond uit minder voorname bomen. De invulling was afhankelijk van de functie van het bos: in een productiebos ging het om dennenbossen, in siertuinen vaker om loofbossen en in een jachtbos was er lage en dichte ondergroei. Daarvoor waren onder andere rododendrons zeer geschikt. Op IJsselvliedt komen een achttal bomenlanen samen in een middelpunt. Op het middelpunt staat een boom, zoals op de foto links te zien is. Gaat men tegen die boom staan dan kan men de alle lanen van het sterrenbos in kijken. Het sterrenbos ligt pal achter, Oud Veenwijk, een boerderij aan het Janboerswegje. De eiken hebben echter moeite om tot volle wasdom te komen, aangezien het grondwaterpeil daar erg afwisselend is. Daarom worden de eiken vervangen door de veldesdoorn (Acer campestere 'Elegant'), die veel minder last heeft van het wisselende waterpeil en daarom veel geschikter is<ref.>www.stichtingijsselvliedt.nl</ref.>

  1. º Bijhouwer J.T.P. (1977). Het Nederlandse Landschap. Amsterdam: Kosmos.