Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Karel Dierickx
Karel Dierickx (Gent 1940 – Gent 2014) was een Vlaamse schilder en beeldhouwer.
BIOGRAFIE
Hoewel hij in artistieke kringen zeer gewaardeerd werd, is de Gentse kunstenaar Karel Dierickx nooit echt bekend geworden bij het grote publiek. Toch was hij één van de grote schilders in België die sinds de jaren zeventig al internationaal tentoonstelde, met werk dat heen en weer zweefde tussen figuratie en abstractie. De dichter Roland Jooris omschreef hem als “de schilder van het licht dat zich verscholen houdt, als de schilder van het nu eens oplichtend dan weer tanend of verzonken wit.” Stefan Hertmans noemde hem“ een vechter, een melancholische soldaat, de strijder voor de ene onovertrefbare, juiste verfstreek.” De kern van Dierickx’ werk bestaat uit landschappen, stillevens en portretten. “Er zijn geen versleten onderwerpen”, zei hij, “het gaat om het hoe, niet om het wat. “ Zijn tekeningen, sculpturen en schilderijen maken deel uit van talrijke buitenlandse collecties.
Dierickx kreeg de liefde voor beeldende kunst mee van zijn moeder. Zij had een bescheiden kunstverzameling met o.m. werken van Constant Permeke en Gust De Smet. In de jaren zestig studeerde hij plastische kunsten aan de Rijksnormaalschool Gent bij Octave Landuyt, die zijn artistieke talent stimuleerde. Hij was laureaat van de Godecharleprijs en de Jeune Peinture Belge, werd geselecteerd voor de Biënnale van Venetië in 1984 en had een lange lijst van individuele en collectieve tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Hij stelde aanvankelijk tentoon in Belgische galeries als Foncke, Lens en Brachot, vervolgens bij Clivages in Parijs, en nadien bij Hachmeister in Münster, die zijn vaste galeriehouder werd.
Aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten leidde Dierickx 25 jaar lang jonge kunstenaars op als Marc Maet, Philippe Vandenberg, Yves Beaumont, Wim Delvoye, Jan Van Imschoot en Jan Van Oost. In de jaren tachtig zette hij zich af tegen de schilderonvriendelijke houding van de verdedigers van conceptuele kunst en het minimalisme. Hij was toen de nestor van een groep kunstenaars die het lyrisch abstracte gemeen hadden: de al genoemde Marc Maet en Philippe Vandenberg, Fik Van Gestel e.a.
In 2014 vond hij onderdak bij de internationale galerie Roberto Polo in Brussel. In de krant De Morgen noemde Eric Rinckhout ‘Hand Ballet’, Dierickx’ laatste tentoonstelling die in het voorjaar 2014 te zien was “een feest voor het oog”. En: “Laat Dierickx nu eindelijk maar eens doorbreken”. Daar besliste een hersentumor anders over. Na een korte ziekte overleed Karel Dierickx in zijn thuisstad op 74-jarige leeftijd. Hij was sinds 1974 getrouwd met de psychiater Griet De Cuypere. Het paar heeft twee kinderen: Ciel en Jan.
Naar aanleiding van zijn overlijden schreef Stefan Hertmans: “Dierickx was een dynamisch, bevlogen en gedurfd postexpressionist, die een ruime waaier aan stijlen moeiteloos combineerde tot een hoogst persoonlijke schriftuur: van Bonnard over Cézanne tot Frank Auerbach en Eugène Leroy, van materieschilderen over de fijnste nuances van Constable en Turner... Het werk van Karel Dierickx behoort tot een internationale picturale traditie, die haar tijdloze grootsheid ongetwijfeld meer en meer zal bewijzen naarmate de tijd verstrijkt. In die zin aarzel ik niet om zijn werk klassiek te noemen in de beste betekenis van het woord (…) Ik ben ervan overtuigd dat het werk van deze bijzondere kunstenaar – die ook een begenadigd leraar is geweest voor talloze studenten – alleen maar aan belang zal winnen en dat het zijn ereplaats zal krijgen in de grote traditie van de Vlaamse schilderkunst sinds Permeke, Ensor en Rik Wouters.”