Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jos Van Driessche

Uit Wikisage
Versie door Rodejong (overleg | bijdragen) op 3 apr 2012 om 16:55 (http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Jos_Van_Driessche&diff=next&oldid=30190180)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Sjabloon:Weg

JOS VAN DRIESSCHE

1. Leven en werk

Jos Van Driessche is geboren in 1930 te Lokeren. Hij studeerde af aan Sint-Lucas in Gent, en vervolmaakte zich nadien via stages in Bazel en Duitsland. Als jong architect maakte hij reizen naar Finland en Denemarken. De impact van de Scandinavische architectuur was duidelijke zichtbaar in zijn eigen architectuurontwerpen in een soort 'romantische modernisme', waarbij hij een organische verbinding tussen de architectuur en het reliëf tot stand bracht. Interessante projecten zijn de villa Moerman in Lokeren (1963) en de lagere school van Lokeren. Voor grotere projecten werkte hij samen met Jean Van den Bogaerde, zoals het Museum van Deinze (1967), de Onze-Lieve-Vrouwkerk Hulp der Christenen in Lokeren (1967-1969) en de Heilige Familiekerk in Hamme (1969-1971). Jos Van Driessche was ook docent aan Sint-Lucas in Gent.

2. Architecturale invloeden

Jos Van Driessche inspireerde zijn werk vooral op de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright. Hij wekt zelfs de indruk dat de Vlaamse architectuur via de architectuur van Wright haar eigen roots heeft herontdekt. Een beslissende element waardoor de architectuur van Wright, en in het bijzonder de prairiehuizen, vandaag nog handzaam zijn om woonhuizen in Vlaanderen te ontwerpen, is de magische plaats die de Amerikaan wist te geven aan het vuur. Prairiehuizen zijn wellicht de eerste bijdragen van een Amerikaanse architect de cultuur van de woningbouw. Met die huizen, volgens een open plan georganiseerd onder een tentachtig dak rond een centraal haardvuur, gaf Wright een symbolische vertaling aan de trekkerscultuur.

3.Projecten en hun architecurale kenmerken

3.1 Woning Moerman

Heel wat kenmerken van grote artiesten zoal Permeke en Wright zijn duidelijk te zien in deze woning van begin de jaren '60. Het huis Moerman had toen al iets organisch door het veelvuldig gebruik van hout, breuk -en baksteen, maar vooral door de quasinatuurlijke manier waarop het zich ingreep in de omgevende tuin en deze in zich opnam in een spel van uitspringende volumes en daken. In de woning Moerman betrachtte Jos Van Driessche, zoals hij omschreef in de gids 'Architectuur in de Provincie', een kwaliteitsverhoging te bekomen met een open ruimtelijke werking en tevens een sfeer van geborgenheid en natuurgebondenheid na te streven die doorzichten accentueert, landschappen opneemt, patio's insluit en een interessantere en betere beleving mogelijk maakt. Later zouden die kenmerken nog uitdrukkelijker aan bod komen, Bijvoorbeeld in zijn eigen woning in Sint-Denijs-Westrem

Het comprimeren en verticaal ontwikkelen van het bouwvolume tot een toren. Het omdraaien van de toegang naar de achterzijde. Het ophogen van de voortuin om er een functionele buitenruimte van te maken. Het openen van de zitruimte op het stuk landschap dat er nog rest in de buurt. Dit alles zijn ontwerpbeslissingen die de banaliteit van de gemiddelde verkavelingwoning ver overstijgen. Door de compacte vorm, de hoogte, de patiovoortuin en de rijwoning-achtige structuur van het gebouw lijkt het alsof Van Driessche wil aantonen dat het mogelijk is dergelijke huizen aaneen te schakelen tot een compacte woonkern, een soort verstedelijkt dorp zoals er in Frankrijk en Italië al bestaan.

3.2 Woning voor zoon

In de woning die Jos Van Driessche onlangs voor zijn zoon bouwde in Eke-Nazareth, duikt het patroon van een centrale vuurplaats weer op. Bovendien zoekt dit huis, net zoals Wrights huizen, een manier om zich te verenigen met de omgeving, om de architectuur van huis en tuin als een gebeuren op te vatten. Die symbiose tussen architectuur en natuur wordt bovendien in de hand gewerkt door het veelvuldig gebruik van natuurlijke materialen zoals hout, lokale baksteen, een ambachtelijke veldovensteen. Maar zelfs in het leggen van de baksteen en de overtollige mortelspecie die zich gewoon van tussen de voegen perst, herken je de experimentele toets van Wright. Het effect van dit alles is dat Van Driessche het idioom van Wright vertaalde in een aardse, Permeke-achtige, expressionistische stijl, die zo uit de klei van de Scheldevallei lijkt te zijn geboetseerd.

3.3 Museum van Deinze en de leiestreek

In de Scandinavische architectuur bestaat er een traditie om vooral aandacht te hebben voor de bijzondere eigenschappen van noordelijk licht. De zon die laag aan de hemel staat en de schemering kunnen als een overheersend thema in de architectuur worden toegepast. De materialen zijn onder andere grote vlakken van glas en licht hout die hun omgeving weerspiegelen. Het museum bestaat uit grote glaspartijen die ervoor zorgen dat de ruimtes binnenin als het ware overlopen in de natuur. Het gehele gebouw is voornamelijk breed en laag gebouwd en staat ook in een groot oppervlakte aan groen en beplanting waardoor het iets heel kolossaals is. Doordat het gebouw eerder horizontaal geplaatst is, maar sommige raampartijen en details eerder verticaal toegepast zijn, is er een zeer sterk contrast tussen horizontaal-verticaal. Er word veel gebruik gemaakt van zenitaal licht, er zijn aan bijna alle zijden van het gebouw raampartijen aan de bovenkant en ook een deel (de randen) van het dak zijn ramen. Aan de buitenkant zorgt deze open structuur ervoor dat de interesse van de bezoeker opgewekt wordt om binnenin een kijkje te nemen. De ruimtes binnenin zijn groot en werden enkel met halve verdiepingen onderverdeeld waardoor er verschillende vides ontstaan. Deze geven meer ruimte die gebruikt kan worden maar nemen de ruimtelijkheid en het open gevoel van de zalen niet weg. Door enkel het gebruik van ramen over de volledige wand en geen gewone ramen op ooghoogte zijn de meeste wanden vrij om werken op te hangen. Het gebouw is specifiek met het doel ontworpen om als museum te dienen. In de tuin rondom het museum zijn vele kunstwerken te zien. Sommigen verstopt tussen de natuur, anderen duidelijk zichtbaar aan de gevel opgesteld. Toch zijn deze steeds goed geïntegreerd bij de architectuur. Ook de tuin is dus volledig voorzien om kunst op te stellen. Je merkt duidelijk dat ook hier door de architect is over nagedacht.

4. Bronnen