Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Argumentum ad ignorantiam
Argumentum ad ignorantiam of het argument van de onwetendheid is een drogreden, waarbij een stelling als onwaar wordt verworpen omdat deze tot nu toe nog niet bewezen kon worden, of andersom, een stelling voor waar wordt aangenomen omdat ze nog niet weerlegd kon worden. De conclusie wordt getrokken zonder correcte argumentatie. Diegene die argumenteert, ziet zijn eigen onwetendheid of ignorantie als voldoende bewijs om iets te bevestigen of te weerleggen.
Voorbeelden
- „Ik vond hierover niets met google, dus het bestaat niet.”
- „Je kunt niet bewijzen dat God niet bestaat, dus God bestaat.”
- „Je kunt niet bewijzen dat God bestaat, dus God bestaat niet.”
Juridisch
In het strafprocesrecht wordt de verdachte als onschuldig beschouwd totdat het tegendeel bewezen is, de zgn. „onschuldspresumptie”. Hier gaat het niet om een drogreden, maar om een wettelijk principe tot bescherming van de onschuldigenn. De bewijslast ligt wettelijk aan de zijde van de aanklager / het Openbaar Ministerie.
In het burgerlijk procesrecht bestaat de mogelijkheid dat een partij een stelling van de tegenpartij „ontkent bij gebrek aan wetenschap”. Hiermee wordt geen uitspraak gedaan over de waarheid of onwaarheid van het gestelde en het is dus geen drogreden. Het is echter ook geen juridisch effectieve verdediging omdat het geen „gemotiveerde betwisting” oplevert (het is niet waar omdat …).
Argument berustend op ongeloof
Een veelvoorkomende variant van het argument uit onwetendheid is het argument berustend op ongeloof (Engels: argument from incredulity) of de „goddelijke denkfout”.
- Ik kan mij niet voorstellen dat een mens tot zoiets in staat is, dus heeft hij het niet gedaan.