Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Frans-Vlaams

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Frans-Vlaams (ter plaatse geschreven als Fransch Vlaemsch, Vlamsch of Vlemsch of ook nuuze Vlaamsche taele) es de oorspronkelijke West-Vlaamse streektaal van de Vlamingen in den Franse Westhoek in het noorden van Frankrijk.

Frans-Vlaanderen

De Franse Westhoek is de streek die rond Duinkerke en de wijde omgeving rond Hazebroek tot aan de Frans-Belgische grens (’de schreve’). Dit gebied wordt vaak Frans-Vlaanderen genoemd, maar het eigenlijke Frans-Vlaanderen omvat ook Rijsels-Vlaanderen. De inwoners beschouwen zich als Vlamingen of zijn zich bewust van hun Vlaamse achtergrond.

Geschiedenis

Vanouds worden Vlaamse dialecten gesproken in de streek die nu Frans-Vlaanderen is. In de regio leven vandaag tussen de 80.000 en 120.000 mensen die zich Vlaams noemen en nog steeds het Westhoek-Vlaams / Frans-Vlaams spreken. Frans-Vlaams bestaat uit een aantal verschillende dialecten die naadloos overgaan in de naburige West-Vlaamse dialecten van België.

Bij de Franse Vlamingen is het schoolsysteem sinds 1853 zuiver Franstalig. Het gebruik van het Vlaams als onderwijstaal in de scholen werd in 1880 officieel verboden.

Er bleef een bescheiden literaire activiteit bestaan in het Frans-Vlaams, dat bevorderd werd door het in 1853 opgerichte Comité Flamand de France. Aangezien het Vlaams geen officiële status had en op school niet onderwezen werd, stond het plaatselijke Vlaams buiten de Nederlandse Taalunie en drongen de spellingshervormingen van het moderne Standaardnederlands niet door tot in de Franse Westhoek. Men bewaarde een spelling, gebaseerd op het Zuid-Nederlands dat in het begin van de 19e eeuw in Belgisch Vlaanderen werd ingevoerd.

Tot aan den Tweede Wereldoorlog werd thuis en onder elkaar gewoonlijk de plaatselijke vorm van West-Vlaams gesproken. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het Vlaamsch Nationaal Verbond opgeheven. De collaboratie zorgde ervoor dat Vlaams verdacht was en dat ouders vaak besloten hun kinderen in het Frans op te voeden.

Kort nadat Lodewijk XIV in de 17e eeuw Artesië en het zuidelijke gedeelte van Vlaanderen geannexeerd had, legde hij het Frans op als enige bestuurlijke taal. Zo geraakte de regio langzaamaan verfranst. In de 19e eeuw sprak nog 80 à 90% van de Frans-Vlamingen Vlaams, eind 20e eeuw bleef en nauwelijks iemand over. Zo kwam de landsgrenze tusschn 't Fransche en de Zudelikke Nederlandn (loater België) ook een culturele grenze. En da ad gevolgn vo et Frans-Vlams, surtout vo de schryftoale.

In 1864 kozen de Belgische Vlamingen ervoor om de in Nederland gebruikte spellingsregels te volgen. Daar was in de loop van de 17e eeuw een standaardtaal ontstaan. De Frans-Vlamingen, die hun Vlaams in openbare functies niet konden en mochten gebruiken, waren niet betrokken bij de Nederlandse standaardtaal. De verschillende spellingshervormingen van het Algemeen Nederlands gingen aan hen voorbij, terwijl de Vlamingen in België deze wel hebben meegemaakt. Hierdoor lijkt een geschreven tekst in het Frans-Vlaams voor de gemiddelde Vlaming in België ouderwets. Tegelijk kan bijvoorbeeld een inscriptie op een oude grafsteen in Belgisch Vlaanderen er voor een Frans-Vlaming goed leesbaar uitzien.

Toen in 1951 de Loi Deixonne over de minderheidstalen in Frankrijk werd aangenomen, werden verschillende regionale talen voor het eerst als facultatief schoolvak ingesteld (Baskisch, Bretoens, Catalaans, Occitaans), maar Vlaams, Corsicaans en Elzassisch bleven echter voorlopig uitgesloten, omdat ze werden beschouwd als dialecten van een standaardtaal (Nederlands, Italiaans of Duits) en dus geen potentiële schrijftaal waren.

Tegenwoordig wordt het Frans Westhoeks Vlaams beschouwd als een dakloos dialect van het Nederlands, dat een groot deel van zijn basiswoordenschat aan het Middelnederlands heeft ontleend en ook sterk door het Frans is beïnvloed. Sinds de jaren twintig werd geprobeerd om het te oriënteren op het moderne Standaardnederlands.

In 2006 besloot het Franse ministerie van onderwijs om het onderwijs van de plaatselijke Vlaamse taal te steunen. Binnen dit kader begon er in september 2007 in Rijsel (in de Académie de Lille) een experiment van drie jaar onderwijs in het Frans-Vlaams. De Vlaamse Overheid in België was geen voorstander van dit project,[1] omdat men vond dat men beter standaard Nederlands zou onderwijzen dan een plaatselijk dialect. De AVNT ziet hun regionale Vlaamse taal niet als een dialect maar als een zustertaal van het Nederlands. De taalproblematiek ligt dus aan beide kanten van de grens gevoelig. Op 16 december 2022 werd West-Vlaams (flamand occidental) in Frankrijk ingeschreven in het Bulletin officiel de l’Éducation nationale, de la jeunesse et des sports.[2] Dit hield in dat het op school als taal onderwezen kon worden.

Nadat de burgemeesters van Buysscheure, Noordpeene, Ochtezeele, Volckerinckhove en Wormhout aan de bevolking hadden gevraagd of zij hun goedkeuring zouden geven aan taallessen in het Vlaams en 80% van de inwoners hun akkoord gaven, vroegen zij aan het begin van schooljaar 2020-2021 toelating aan de Franse minister van onderwijs om in de plaatselijke scholen een uur per week les te mogen geven in het plaatselijke Vlaams.[3] De aanvraag werd goedgekeurd, waardoor scholieren er vanaf schooljaar 2022-2023 les krijgen in het ’Vlamsch’ of ’Vlemsch’.[4]

In Frans-Vlaanderen treden tegenwoordig ook kleine reizende theaters uit België op en bevorderen zo indirect het bestaan van het Nederlands aldaar.

Toestand

Intussen spreken enkel nog oudere mensen op het platteland nog Vlaams. Volgens een een EU-onderzoek zijn er nog ongeveer 20 000 mensen die de taal dagelijks spreken en circa 40 000 occasionele sprekers. Jonge Frans-Vlamingen krijgen gewoonlijk in de eerste plaats les in het Frans om gemakkelijk werk te vinden, of leren het officiële Nederlands als tweede taal.

Volgens de verwachtingen zou het gebruik van het Frans-Vlaams verder achteruit gaan, en zou bijna niemand het nog spreken binnen een volgende generatie. De Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale (AVNT) probeert het tij te doen keren door taalcursussen te organiseren. In 2006 waren er meer dan 300 studenten, vooral volwassenen die met de Franse taal opgevoed zijn maar die de taal van hun voorouders opnieuw willen leren.

Verenigingen

Er zijn recent privé-verenigingen ontstaan die proberen de plaatselijke Vlaamse taal, cultuur en tradities nieuw leven in te blazen:

  • ANVT: Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale
  • MDSK: Vlaanderen in Frankrijk met de Michiel de Swaen-kring
  • Het Reuzekoor: cultureel-muzikale vereniging
  • Yser Houck: vereniging voor de bescherming van het historisch patrimonium van Volckerinckhove en omstreken
  • De Katjebei: vereniginge voor het heropleven van de Vlaamse cultuur in Frankrijk
  • Le Comité Flamand de France
  • SOS Blootland
  • Menschen lyk wyder: Volkstoneel in Frans-Vlaanderen
  • Flor Barbry’s Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen
  • Association Foirante

De verenigingen zijn vaak folkloristisch van aard. Sommige verenigingen verdwijnen na korte tijd, zoals Tegaere Toegaen dat opgericht werd om Vlaams taalonderwijs te geven in colleges.

Jean-Louis Marteel, een activist uit Duinkerke, gaf een cursus uit over over het (Frans) Vlaams, geschreven in het Frans.[5]

Men kan ook een cd bestellen op de site van het ANVT (Op de website kan men stukjes beluisteren.)

Weblinks

Algemeen:

Taalkundig:

Cultureel:

Muzikaal:

Verwijzingen

rel=nofollow
rel=nofollow