Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Abraham Firkovitsj

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 3 feb 2019 om 10:26
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Abraham Samuëlovitsj Firkovitsj (Russisch: Авраам Самуилович Фиркович, Hebreeuws: אברהם בן שׁמול פרקוביץ׳ (Avraham Ben Sjmoeël Firkovitsj); ook bekend onder het pseudoniem/acroniem Eben Resjef (אבן רש״‬ף); Loetsk, Volhynië (nu West-Oekraïne), 2 september 1787 – Tsjoefoet-Kale, Russisch Keizerrijk, nu Oekraïne, 29 juni 1874) was een geestelijke leider (chacham) van de karaïtische joden, schrijver en verzamelaar van oude manuscripten.

Leven

Abraham Firkovitsj werd geboren in Loetsk in Volhynië (nu West-Oekraïne). Door annexaties aan het eind van de 18e eeuw werd dit kort na zijn geboorte een deel van het Russische Keizerrijk. In 1818 was hij chazzan in zijn geboorteplaats, een functie die onder de karaïtische joden neerkomt op niet alleen voorzanger, koster en voorlezer, maar ook leraar en voorganger.

In 1828 woonde hij in Berditsjev, waar hij in contact kwam met rabbijnse joden, wat leidde tot twistgesprekken. Hij schreef daarom een strijdschrift, Massa en Meriba (1838).

In 1830 bezocht hij Jeruzalem en verzamelde daar Hebreeuwse handschriften. Op de terugweg bleef hij twee jaar in Constantinopel als onderwijzer van de karaïtische gemeenschap.

Door de gebiedsuitbreiding van het Russische rijk werden diverse streken en volkeren in het rijk opgenomen. Michaïl Vorontsov, de gouverneur-generaal van de regio, stuurde in 1839 een vragenlijst aan het karaïtische consistorie over de geschiedenis van de karaïeten. Firkovitsj werd benoemd om onderzoek te verrichten naar de geschiedenis. Hij verzamelde naast manuscripten ook inscripties van grafstenen en andere monumenten in de Krim en de Kaukasus, en catalogiseerde deze in zijn hoofdwerk Avnei zikkaron (1872). Aangezien de joden in het Russische rijk met antisemitische wetten en met geweld te maken hadden, was het de bedoeling van de karaïeten om zelf aan vervolging te ontkomen.

Firkovitsj deed wat hij kon om aan de Russische gouverneur duidelijk te maken dat zij niets te maken hadden met de rabbijnse joden.

Firkovitsj stelde dat de karaïeten afstamden van de tien verloren stammen van Israël, en niet van de stam van Juda. Dit houdt in dat zij geen ’Joden’ (van Juda) zijn en dus ook niet medeverantwoordelijk voor de dood van Jezus van Nazareth, een vaak gehoorde beschuldiging tegenover joden. Karaïeten zouden zich reeds sinds de tijd van de Babylonische ballingschap in de Krim hebben gevestigd.

Firkovitsj verzamelde op zijn reizen een groot aantal Hebreeuwse, Arabische en Samaritaanse manuscripten. De authenticiteit van sommige van de door hem verzamelde documenten werd later betwijfeld. Sommigen namen alles klakkeloos over wat hij schreef, terwijl anderen kritiek hadden op alles wat hij publiceerde. Vaak wordt hij als bedrieger afgeschilderd, terwijl V. V. Lebedev in 1980 concludeerde dat het bedrog niet te wijten was aan Firkovitsj maar aan de vorige eigenaars van de manuscripten, die probeerden de prijs van de manuscripten te laten stijgen.[1]

In latere jaren had hij weer vriendelijke omgang met rabbijnse joden, en verontschuldigde hij zich voor de in zijn pamflet Massa en Meriba geuite gevoelens.

In 1859 besloot hij zijn enorme collectie aan te bieden aan de Keizerlijke Bibliotheek van St. Petersburg. Tsaar Alexander II hielp in 1862 de collectie voor de bibliotheek aan te kopen voor het destijds enorme bedrag van 125.000 roebel. Het jaarlijkse budget voor de hele bibliotheek bedroeg destijds niet meer dan 10.000 roebel. Deze aankoop omvatte de Codex Leningradensis (B 19A), die dateert uit het jaar 1008 en het oudste complete afschrift ter wereld is van de Hebreeuwse Geschriften. Het vormt de basistekst van de hedendaagse wetenschappelijke tekstuitgaven van de Hebreeuwse Bijbeltekst. Firkovitsj’ manuscriptencollectie leverde een belangrijke bijdrage aan het wetenschappelijke tekstonderzoek. Zijn collectie is een van de belangrijkste individuele collecties van Hebreeuwse manuscripten.

In 1863 bezocht hij de geniza van Kaïro met de bedoeling de inhoud ervan te onderzoeken en te catalogiseren. Pas 34 jaar later kwam Solomon Schechter, die het tot zijn levenswerk zou maken om de documenten uit de geniza te onderzoeken. Firkovitsj had daarom de keuze uit de belangrijkste documenten.

Bibliografie

  • (he) Masah u-merivah, 1838.
  • (he) Evel kaved, 1866.
  • (de) Kurze Beschreibung der mathematischen, astronomischen und astrologischen hebräischen Handschriften der Firkowitsch’schen Sammlung in der Kaiserlichen öffentlichen bibliothek zu St. Petersburg, Ḥayyim Jonah Gurland, tussen 1866 en 1975.
  • (he) Bene reshef, 1871.
  • (he) Or ha-levanah, Isaac ben Solomon, 1872.
  • (en) (he) Sefer ʼAvne zikaron: ha-meʼasef reshimot ha-matsevot ʻal ḳivre bene Yiśraʼel be-ḥatsi ha-ʼi Ḳirim, 1972.
  • (he) Sidur tefilot ha-Ḳaraʼim le-khol ha-shanah, 1871.
  • (he) Taḳanot Even reshef, 1875.
  • (de) (he) Altjüdische Denkmäler aus der Krim, Albert Harkavy, 1876 – 1991.
  • (de) Über die babylonisch punktierte Handschrift no. 1546 der II. Firkowitschschen Sammlung (Codex Tschufutkale no. 3), Johann Weerts, 1905.

Verwijzingen

rel=nofollow

Weblinks

rel=nofollow