Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jean d'Aumale

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 20 apr 2016 om 17:47
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jan Omal (Jean d’Aumale, Joannes Oumal) was de secretaris en hofmeester van admiraal Willem van der Marck (Lumey), graaf van Lummen, de wrede aanvoerder van de Watergeuzen.

Hij was kanunnik geweest in Luik, maar sloot zich later aan bij de strijd van de opstandelingen tegen Spanje. Hij verliet zijn land, het Prinsbisdom Luik, waarschijnlijk met Willem van der Marck (Guillaume de la Marck) Lumey. Waarschijnlijk kwam hij in juni 1571 op de vloot van de Watergeuzen terecht.

Niet lang voor de inname van Den Briel werd zijn rechterhand tijdens een zeegevecht afgeslagen door een Spaans soldaat, en hij ontsnapte ternauwernood aan de dood dankzij het ingrijpen van Pontus de Huyter.

Niet lang na de inname van Den Briel, werd in zijn opdracht de kanunnik Berwout Jansz. ’s nachts uit zijn bed gehaald, zonder enig proces opgehangen en halfdood begraven. De oude geschiedenisboeken vertellen dat Jan samenleefde met een vrouw, wiens moeder, Maria Taselen, het huis van Berwout Jansz. wou hebben, en dat Jan haar een pleziertje deed door Berwout te laten vermoorden.[1]

Omal veroverde Zaltbommel in Gelderland, maar verloor zestig van zijn mannen. Hij ging op 3 juli woedend naar Gorkum, waar hij door de burgers werd uitgejouwd, die een verzoek aan Willem van Oranje stuurden om het geweld van de watergeuzen een halt toe te roepen. Omal besloot de gevangengenomen katholieke geestelijken niet te laten ontsnappen en nam hen daarom mee naar Brielle, waar Lumey zijn hoofdkwartier had. Zij vertrokken midden in de nacht om niet op te vallen en geen weerstand op te roepen bij de bevolking.

Op 9 juli 1572 werden de gevangenen opgehangen. Zij werden bekend als de Martelaren van Gorcum.

Mogelijk verliet Omal in 1573 de vloot van de Watergeuzen, samen met Lumey. De geschiedschrijver van Haren noemde hem een barbaar, waarover A. J. van der Aa opmerkte dat deze benaming „terecht” was.[1]

Weblinks

rel=nofollow
rel=nofollow