Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
János Pilinszky
János Pilinszky (Boedapest, 25 november 1921 - aldaar, 27 mei 1981) was een Hongaarse dichter.
Algemeen
Hij publiceerde tussen 1946 en 1976 een zestal gedichtenbundels. In verhouding tot zijn bekendheid is dit vrij weinig. Studeerde rechten, literatuur en geschiedenis op de Eötvös Loránd University in Boedapest, zonder het diploma te behalen.
Zijn eerste gedichten schreef hij in 1938 in diverse literaire tijdschriften. Werd bij het Duitse leger ingelijfd in 1944 en later gevangen gezet in diverse Oostenrijkse en Duitse gevangenissen.[feit?]
In 1946-47 was hij mede-uitgever van Újhold. Hij ontving in 1947 de "Baumgarten Preis" en kreeg een studiebeurs in Rome voor 1947-1948. In 1957 schreef hij artikelen in het Katholieke Journaal "Új Ember" (Nieuwe mens). In de periode tussen 1960-1970 doorkruist hij Europa en de VS en werkt mee aan poëzievoordrachten. Hem werd in 1971 de József Attila Prijs en in 1980 de Kossuth Prijs toegedeeld.
Al zijn gedichten weerspiegelen emotionele betrokkenheid bij indringende politieke voorvallen. Zijn verblijf als krijgsgevangene en de hiermee gepaard gaande beproevingen in Duitsland zijn in zijn gedichten onmiskenbaar aanwezig.
In het Nederlands verschijnt in 1984 een eerste dichtbundel: "Krater". In de kritieken werd onder andere geschreven: "Temidden van de traditioneel nogal barokke, sterk door volkspoëzie beïnvloede Hongaarse literatuur lijkt Pilinszky een vreemde eend in de bijt. Het gaat Pilinszky om de essenties en om dat tot uitdrukking te brengen, gebruikt hij geen woord te veel." De sobere dichtkunst valt bij de sommige Nederlandse beoordelaars in de smaak. Zijn werk is moeilijk te vertalen. Het zijn gedichten met een bovennatuurlijke inslag, soms moraal-filosofisch op het vlak van religie. De zin (of onzin) van het leven en de strijd hiermee voert vrij vaak de boventoon.
Hij verblijft veel in Engeland en de VS, dweept met Dostojewski en Vincent Van Gogh. Hij hangt de filosofie van Simone Weil aan. Veel van zijn werk verschijnen in rooms-katholieke magazines en periodieken.
Verschillende gedichten zijn geschreven voor de uitvoering van muziekstukken. Een voorbeeld hiervan is Oratorium voor een concentratiekamp.
Oeuvre
Na de publicatie van zijn eerste bundel Trapéz és korlát (Trapeze en Brug) werd hij bekroond met de Baumgarten Prize in 1947. Het werk bestaat uit slechts 18 gedichten en het vestigde Pilinszky als dichtende kracht in Hongarije.
Een volgende publicatie verscheen in 1959: Harmadnapon (Op de derde Dag). Het werd gedurende 10 jaar niet vrijgegeven omdat het als te "pessimistisch" werd beoordeeld door de Hongaarse Communistische Partij in de jaren 1950. Het werk bevat het gedicht Apokrif (Apocrief) en het wordt beschouwd als zijn meesterwerk en als één van de hoogtepunten van de dichtkunst in Hongarije.