Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Rwbest/Kladblok: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''Oerknal''' (engels Big Bang) theorie is het heersende kosmologische model dat het bestaan van het waarneembare heelal verklaart uit de vroegst bekende perioden door de daaropvolgende grootschalige evolutie.<ref>{{cite web |url=https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |title=Cosmology: The Study of the Universe |author=NASA/WMAP Science Team |date=6 June 2011 |work=Universe 101: Big Bang Theory |publisher=[[NASA]] |location=Washington, D.C. |access-date=18 December 2019 |archive-url=https://web.archive.org/web/20110629050256/https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |archive-date=29 June 2011 |url-status=live |quote=The second section discusses the classic tests of the Big Bang theory that make it so compelling as the most likely valid and accurate description of our universe.}}</ref> Het model beschrijft hoe het universum uitdijde vanuit een begintoestand van hoge energiedichtheid en temperatuur<ref>https://www.sciencechannel.com/tv-shows/how-the-universe-works/full-episodes/first-second </ref> en biedt een uitgebreide verklaring voor een breed scala aan waargenomen verschijnselen, waaronder de overvloed aan lichte elementen, de kosmische microgolfachtergrond (CMB) en grootschalige structuur.
De '''Oerknal''' (engels: Big Bang) theorie is het heersende kosmologische model dat het bestaan van het waarneembare heelal verklaart uit de vroegst bekende perioden door de daaropvolgende grootschalige evolutie.<ref>{{cite web |url=https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |title=Cosmology: The Study of the Universe |author=NASA/WMAP Science Team |date=6 June 2011 |work=Universe 101: Big Bang Theory |publisher=[[NASA]] |location=Washington, D.C. |access-date=18 December 2019 |archive-url=https://web.archive.org/web/20110629050256/https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |archive-date=29 June 2011 |url-status=live |quote=The second section discusses the classic tests of the Big Bang theory that make it so compelling as the most likely valid and accurate description of our universe.}}</ref> Het model beschrijft hoe het universum uitdijde vanuit een begintoestand van hoge energiedichtheid en temperatuur<ref>https://www.sciencechannel.com/tv-shows/how-the-universe-works/full-episodes/first-second </ref> en biedt een uitgebreide verklaring voor een breed scala aan waargenomen verschijnselen, waaronder de overvloed aan lichte elementen, de kosmische microgolfachtergrond (CMB) en grootschalige structuur.


Cruciaal is dat de theorie verenigbaar is met wet van Hubble-Lemaître - de waarneming dat hoe verder een sterrenstelsel is, hoe sneller het zich van de aarde verwijdert. Door deze kosmische uitdijing terug in de tijd te extrapoleren met behulp van de bekende natuurkunde wetten, beschrijft de theorie een steeds geconcentreerder wordende kosmos voorafgegaan door een singulariteit waarin ruimte en tijd betekenis verliezen (meestal "de oerknal-singulariteit" genoemd).<ref>https ://books.google.com/books?id=fp9wrkMYHvMC&pg=PA211 211</ref> Gedetailleerde metingen van de expansiesnelheid van het [[universum]] plaatsen de oerknal-singulariteit op ongeveer 13,8 miljard jaar geleden, wat dus wordt beschouwd als de leeftijd van het universum.<ref>https://www.mpg.de/7044245/Planck_cmb_universe |title=Planck onthult een bijna perfect universum | datum=21 maart 2013 | publisher=Max-Planck-Gesellschaft | access-date=2020-11-17 </ref>
Cruciaal is dat de theorie verenigbaar is met wet van Hubble-Lemaître - de waarneming dat hoe verder een sterrenstelsel is, hoe sneller het zich van de aarde verwijdert. Door deze kosmische uitdijing terug in de tijd te extrapoleren met behulp van de bekende natuurkunde wetten, beschrijft de theorie een steeds geconcentreerder wordende kosmos voorafgegaan door een singulariteit waarin ruimte en tijd betekenis verliezen (meestal "de oerknal-singulariteit" genoemd).<ref>https ://books.google.com/books?id=fp9wrkMYHvMC&pg=PA211 211</ref> Gedetailleerde metingen van de expansiesnelheid van het [[universum]] plaatsen de oerknal-singulariteit op ongeveer 13,8 miljard jaar geleden, wat dus wordt beschouwd als de leeftijd van het universum.<ref>https://www.mpg.de/7044245/Planck_cmb_universe |title=Planck onthult een bijna perfect universum | datum=21 maart 2013 | publisher=Max-Planck-Gesellschaft | access-date=2020-11-17 </ref>
Regel 5: Regel 5:
Na zijn aanvankelijke expansie, een gebeurtenis die op zichzelf vaak "de oerknal" wordt genoemd, koelde het universum voldoende af om de vorming van subatomaire deeltjes en later atomen mogelijk te maken. Gigantische wolken van deze oerelementen - meestal [[waterstof]], met wat helium en lithium - vloeiden later samen door [[zwaartekracht]] en vormden vroege sterren en sterrenstelsels,  waarvan de afstammelingen vandaag de dag zichtbaar zijn. Naast deze oorspronkelijke bouwmaterialen observeren astronomen de zwaartekrachtseffecten van een onbekende donkere materie die sterrenstelsels omringt. Het grootste deel van het zwaartekrachtpotentiaal in het universum lijkt in deze vorm te zijn, en de oerknaltheorie en verschillende waarnemingen geven aan dat dit overmatige zwaartekrachtpotentieel niet wordt gecreëerd door baryonische materie, zoals normale atomen. Metingen van de roodverschuivingen van supernovae geven aan dat de uitdijing van het heelal versnelt, een waarneming die wordt toegeschreven aan het bestaan ​​van donkere energie.
Na zijn aanvankelijke expansie, een gebeurtenis die op zichzelf vaak "de oerknal" wordt genoemd, koelde het universum voldoende af om de vorming van subatomaire deeltjes en later atomen mogelijk te maken. Gigantische wolken van deze oerelementen - meestal [[waterstof]], met wat helium en lithium - vloeiden later samen door [[zwaartekracht]] en vormden vroege sterren en sterrenstelsels,  waarvan de afstammelingen vandaag de dag zichtbaar zijn. Naast deze oorspronkelijke bouwmaterialen observeren astronomen de zwaartekrachtseffecten van een onbekende donkere materie die sterrenstelsels omringt. Het grootste deel van het zwaartekrachtpotentiaal in het universum lijkt in deze vorm te zijn, en de oerknaltheorie en verschillende waarnemingen geven aan dat dit overmatige zwaartekrachtpotentieel niet wordt gecreëerd door baryonische materie, zoals normale atomen. Metingen van de roodverschuivingen van supernovae geven aan dat de uitdijing van het heelal versnelt, een waarneming die wordt toegeschreven aan het bestaan ​​van donkere energie.


Georges Lemaître merkte voor het eerst op in 1927 dat een uitdijend heelal terug in de tijd kan worden getraceerd naar een enkel punt dat hij het "oeratoom" noemde. Edwin Hubble bevestigde door analyse van galactische roodverschuivingen in 1929 dat sterrenstelsels inderdaad uit elkaar drijven; dit is belangrijk observationeel bewijs voor een uitdijend heelal. Decennia lang was de wetenschappelijke gemeenschap verdeeld tussen aanhangers van de oerknal en het rivaliserende stationaire model dat beide verklaringen bood voor de waargenomen uitdijing, maar het stationaire model bepaalde een eeuwig universum in tegenstelling tot de eindige leeftijd van de oerknal. In 1964 werd de CMB ontdekt, die veel kosmologen ervan overtuigde dat het stationaire model was weerlegd aangezien, in tegenstelling tot het stationaire model, de hete oerknal een uniforme achtergrondstraling door het hele universum voorspelde, veroorzaakt door de hoge temperaturen en dichtheden in het verre verleden. Een breed scala aan empirisch bewijs pleit sterk in het voordeel van de oerknal, die nu in wezen universeel wordt aanvaard.<ref>https://archive.org/details/cosmologycontrov00helg 319</ref>
Georges Lemaître merkte voor het eerst op in 1927 dat een uitdijend heelal terug in de tijd kan worden getraceerd naar een enkel punt dat hij het "oeratoom" noemde. Edwin Hubble bevestigde door analyse van galactische roodverschuivingen in 1929 dat sterrenstelsels inderdaad uit elkaar drijven; dit is belangrijk observationeel bewijs voor een uitdijend heelal. Decennia lang was de wetenschappelijke gemeenschap verdeeld tussen aanhangers van de oerknal en het rivaliserende stationaire model dat beide verklaringen bood voor de waargenomen uitdijing, maar het stationaire model bepaalde een eeuwig universum in tegenstelling tot de eindige leeftijd van de oerknal. In 1964 werd de CMB ontdekt, die veel kosmologen ervan overtuigde dat het stationaire model was weerlegd aangezien, in tegenstelling tot het stationaire model, de hete oerknal een uniforme achtergrondstraling door het hele universum voorspelde, veroorzaakt door de hoge temperaturen en dichtheden in het verre verleden. Een breed scala aan empirisch bewijs pleit sterk in het voordeel van de oerknal, die nu in wezen universeel wordt aanvaard.




The '''Big Bang''' [[Scientific theory|theory]] is the prevailing [[cosmological model]] explaining the existence of the [[observable universe]] from the [[Planck units#Cosmology|earliest known periods]] through its subsequent large-scale evolution.{{sfn|Silk|2009|p=208}}{{sfn|Singh|2004|p=560|ps=. Book limited to 532 pages. Correct source page requested.}}<ref>{{cite web |url=https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |title=Cosmology: The Study of the Universe |author=NASA/WMAP Science Team |date=6 June 2011 |work=Universe 101: Big Bang Theory |publisher=[[NASA]] |location=Washington, D.C. |access-date=18 December 2019 |archive-url=https://web.archive.org/web/20110629050256/https://map.gsfc.nasa.gov/universe/ |archive-date=29 June 2011 |url-status=live |quote=The second section discusses the classic tests of the Big Bang theory that make it so compelling as the most likely valid and accurate description of our universe.}}</ref> The model describes how the [[Expansion of the universe|universe expanded]] from an initial state of high [[Energy density|density]] and [[temperature]],<ref name="HTUW">{{cite serial |title=First Second of the Big Bang |url=https://www.sciencechannel.com/tv-shows/how-the-universe-works/full-episodes/first-second |series=[[How the Universe Works#Season 3 (2014)|How The Universe Works]] |last=Bridge |first=Mark (Director) |network=[[Science Channel]] |location=Silver Spring, MD |date=30 July 2014}}</ref> and offers a comprehensive explanation for a broad range of observed phenomena, including the abundance of [[light element]]s, the [[cosmic microwave background]] (CMB) [[Electromagnetic radiation|radiation]], and [[Large-scale structure of the Universe|large-scale structure]].
Crucially, the theory is compatible with [[Hubble–Lemaître law]]—the observation that the farther away a [[galaxy]] is, the faster it is moving away from Earth. Extrapolating this [[Expansion of the universe|cosmic expansion]] backwards in time using the known [[Scientific law#Laws of physics|laws of physics]], the theory describes an increasingly concentrated cosmos preceded by a [[Gravitational singularity|singularity]] in which [[Spacetime|space and time]] lose meaning (typically named "the Big Bang singularity").<ref name="books.google.com">{{harvnb|Chow|2008|p=[https://books.google.com/books?id=fp9wrkMYHvMC&pg=PA211 211]}}</ref> Detailed measurements of the expansion rate of the [[universe]] place the Big Bang singularity at around 13.8&nbsp;[[1,000,000,000 (number)|billion]] years ago, which is thus considered the [[age of the universe]].<ref name="esa">{{cite web | url=https://www.mpg.de/7044245/Planck_cmb_universe |title=Planck reveals an almost perfect universe | date=March 21, 2013 | publisher=Max-Planck-Gesellschaft | access-date=2020-11-17 }}</ref>
After its initial expansion, an event that is by itself often called "the Big Bang", the universe cooled sufficiently to allow the formation of [[subatomic particle]]s, and later [[atom]]s. Giant clouds of these primordial elements—mostly [[hydrogen]], with some [[helium]] and [[lithium]]—later coalesced through [[gravity]], forming early [[star]]s and galaxies, the descendants of which are visible today. Besides these primordial building materials, astronomers observe the gravitational effects of an unknown [[dark matter]] surrounding galaxies. Most of the [[gravitational potential]] in the universe seems to be in this form, and the Big Bang theory and various observations indicate that this excess gravitational potential is not created by [[baryonic matter]], such as normal atoms. Measurements of the redshifts of [[type Ia supernova|supernovae]] indicate that the [[Accelerating expansion of the universe|expansion of the universe is accelerating]], an observation attributed to [[dark energy]]'s existence.<ref name="peebles">{{cite journal|last1=Peebles|first1=P. J. E.|last2=Ratra|first2=Bharat|author-link2=Bharat Ratra|date=22 April 2003|title=The cosmological constant and dark energy|journal=[[Reviews of Modern Physics]]|volume=75|issue=2|pages=559–606|arxiv=astro-ph/0207347|bibcode=2003RvMP...75..559P|doi=10.1103/RevModPhys.75.559|author-link1=Jim Peebles|s2cid=118961123}}</ref>
[[Georges Lemaître]] first noted in 1927 that an expanding [[universe]] could be traced back in time to an originating single point, which he called the "primeval atom". [[Edwin Hubble]] confirmed through analysis of galactic [[redshift]]s in 1929 that galaxies are indeed drifting apart; this is important observational evidence for an expanding universe. For several decades, the scientific community was divided between supporters of the Big Bang and the rival [[steady-state model]] which both offered explanations for the observed expansion, but the steady-state model stipulated an eternal universe in contrast to the Big Bang's finite age. In 1964, the CMB was discovered, which convinced many cosmologists that the steady-state theory was [[Falsifiability|falsified]],<ref>{{harvnb|Partridge|1995|p=[https://books.google.com/books?id=5G3wdV1IPE4C&pg=PR17 xvii]}}</ref> since, unlike the [[Steady state|steady-state]] theory, the hot Big Bang predicted a uniform background radiation throughout the universe caused by the high temperatures and densities in the distant past. A wide range of empirical evidence strongly favors the Big Bang, which is now essentially universally accepted.<ref name="Kragh_1996">{{harvnb|Kragh|1996|p=[https://archive.org/details/cosmologycontrov00helg 319]}}: "At the same time that observations tipped the balance definitely in favor of relativistic big-bang theory, ..."</ref>




{{Appendix}}
{{Appendix}}

Versie van 28 dec 2021 10:51

De Oerknal (engels: Big Bang) theorie is het heersende kosmologische model dat het bestaan van het waarneembare heelal verklaart uit de vroegst bekende perioden door de daaropvolgende grootschalige evolutie.[1] Het model beschrijft hoe het universum uitdijde vanuit een begintoestand van hoge energiedichtheid en temperatuur[2] en biedt een uitgebreide verklaring voor een breed scala aan waargenomen verschijnselen, waaronder de overvloed aan lichte elementen, de kosmische microgolfachtergrond (CMB) en grootschalige structuur.

Cruciaal is dat de theorie verenigbaar is met wet van Hubble-Lemaître - de waarneming dat hoe verder een sterrenstelsel is, hoe sneller het zich van de aarde verwijdert. Door deze kosmische uitdijing terug in de tijd te extrapoleren met behulp van de bekende natuurkunde wetten, beschrijft de theorie een steeds geconcentreerder wordende kosmos voorafgegaan door een singulariteit waarin ruimte en tijd betekenis verliezen (meestal "de oerknal-singulariteit" genoemd).[3] Gedetailleerde metingen van de expansiesnelheid van het universum plaatsen de oerknal-singulariteit op ongeveer 13,8 miljard jaar geleden, wat dus wordt beschouwd als de leeftijd van het universum.[4]

Na zijn aanvankelijke expansie, een gebeurtenis die op zichzelf vaak "de oerknal" wordt genoemd, koelde het universum voldoende af om de vorming van subatomaire deeltjes en later atomen mogelijk te maken. Gigantische wolken van deze oerelementen - meestal waterstof, met wat helium en lithium - vloeiden later samen door zwaartekracht en vormden vroege sterren en sterrenstelsels, waarvan de afstammelingen vandaag de dag zichtbaar zijn. Naast deze oorspronkelijke bouwmaterialen observeren astronomen de zwaartekrachtseffecten van een onbekende donkere materie die sterrenstelsels omringt. Het grootste deel van het zwaartekrachtpotentiaal in het universum lijkt in deze vorm te zijn, en de oerknaltheorie en verschillende waarnemingen geven aan dat dit overmatige zwaartekrachtpotentieel niet wordt gecreëerd door baryonische materie, zoals normale atomen. Metingen van de roodverschuivingen van supernovae geven aan dat de uitdijing van het heelal versnelt, een waarneming die wordt toegeschreven aan het bestaan ​​van donkere energie.

Georges Lemaître merkte voor het eerst op in 1927 dat een uitdijend heelal terug in de tijd kan worden getraceerd naar een enkel punt dat hij het "oeratoom" noemde. Edwin Hubble bevestigde door analyse van galactische roodverschuivingen in 1929 dat sterrenstelsels inderdaad uit elkaar drijven; dit is belangrijk observationeel bewijs voor een uitdijend heelal. Decennia lang was de wetenschappelijke gemeenschap verdeeld tussen aanhangers van de oerknal en het rivaliserende stationaire model dat beide verklaringen bood voor de waargenomen uitdijing, maar het stationaire model bepaalde een eeuwig universum in tegenstelling tot de eindige leeftijd van de oerknal. In 1964 werd de CMB ontdekt, die veel kosmologen ervan overtuigde dat het stationaire model was weerlegd aangezien, in tegenstelling tot het stationaire model, de hete oerknal een uniforme achtergrondstraling door het hele universum voorspelde, veroorzaakt door de hoge temperaturen en dichtheden in het verre verleden. Een breed scala aan empirisch bewijs pleit sterk in het voordeel van de oerknal, die nu in wezen universeel wordt aanvaard.



Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º NASA/WMAP Science Team (6 June 2011). Cosmology: The Study of the Universe. Universe 101: Big Bang Theory. NASA.
  2. º https://www.sciencechannel.com/tv-shows/how-the-universe-works/full-episodes/first-second
  3. º https ://books.google.com/books?id=fp9wrkMYHvMC&pg=PA211 211
  4. º https://www.mpg.de/7044245/Planck_cmb_universe |title=Planck onthult een bijna perfect universum | datum=21 maart 2013 | publisher=Max-Planck-Gesellschaft | access-date=2020-11-17
rel=nofollow
rel=nofollow