Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/ Evolutie volgens Rudolf Steiner: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(-/-)
Label: Leeghalen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Antroposofische_evolutieleer&oldid=53385858 13 mrt 2019 ‎ Ramon DJV)
Regel 1: Regel 1:
De '''antroposofische evolutieleer'''<ref>Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland. Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945. 2 Bände. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 2007, p.636</ref> is gebaseerd op de ideeën van de [[Oostenrijk]]se [[Esoterie|esotericus]] [[Rudolf Steiner]]. In de wetenschap wordt Steiners evolutieleer niet serieus genomen.<ref name="HusmannKastein" />


==Kosmogonie ==
[[File:Schema antroposofische evolutieleer.gif|thumb|Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis, Rudolf Steiner, GA 100]]
De antroposofische evolutieleer is geen [[evolutietheorie]], maar een leer gebaseerd op vaststaande aannames of dogma's. De leer stelt dat mens en aarde zijn geschapen door een of meerdere geestelijke wezens. In de antroposofie wordt de mens, als uit de kosmos neergedaalde geest, gezien als beginpunt van de evolutie, waarna zich zogenaamde lagere levensvormen van de mens afscheidden (zie de nevenstaande afbeelding).<ref>Rudolf Steiner, Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis, GA 100, Rudolf Steiner Verlag 1981</ref> Dit aspect van Steiners visie op evolutie werd sterk beïnvloed door de [[Wet_van_Haeckel|recapitulatietheorie]] van [[Ernst Haeckel]] (1834-1919).<ref>W.F. Veltman, Rudolf Steiner - een biografie, Vrij Geestesleven 1980, p.71 ev</ref><ref>S. Blancke, Wetenschap naar antroposofisch believen, Wonder en is gheen wonder 3, 2004</ref> De belangrijkste invloed op de vorming van Steiners evolutieleer kwam van de [[occult]]iste en [[theosofie|theosofe]] [[Helena Blavatsky|Madame Blavatsky]] (1831-1891).<ref name="antrophosophie in deutschland">Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland – Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Vandenhoeck & Ruprecht 2007</ref><ref>P. Staudenmaier, Between occultism and racism, Anthroposophy and the politics of race and nation in Germany and Italy 1900-1945, dissertatie Cornell University, 2010</ref>
Volgens Rudolf Steiner hebben de aarde zoals wij die kennen en haar bewoners verschillende stadia doorlopen die hij benoemde als planeten, maar die echter nog weinig te maken hebben met de planeten die wij vandaag de dag zo noemen. Hij sprak over stadia, zeven om precies te zijn. Aan het stadium dat Aarde heet, zijn Saturnus, Zon en Maan voorafgegaan. In de toekomst zullen nog drie stadia volgen: Jupiter, Venus en [[Vulcanus_(planeet)|Vulcanus]]. Om het onderscheid te maken met de huidige planeten sprak Steiner over ‘de oude Saturnus, de oude Maan, enzoverder.’<ref>M. Hulspas en J.W. Nienhuys, Tussen Waarheid en Waanzin: een encyclopedie der pseudo-wetenschappen, De Geus 2002</ref>
== Ontstaan van de mens ==
[[File:Planetaire ontwikkelingsfasen volgens de antroposofische evolutieleer.jpg|thumb|Oude Saturnus - Oude Zon - Oude Maan - Aarde, Bordtekening uit GA 354]]
Volgens Steiner is op de oude [[Saturnus_(astrologie)|Saturnus]], een chaotische warmtemassa, de kiem van het fysieke lichaam gelegd. Deze eerste aanleg voor het fysieke lichaam is niet vergelijken met wat gekend is in de hedendaagse wetenschap. In het stadium van de oude Zon begint deze warmtemassa zich nog meer te verdichten totdat het een lucht- of gasvorm heeft. Steiner noemde dit de vorming van het etherisch lichaam. Na het zonstadium volgt het maanstadium. Op de oude Maan wordt de op de oude Zon gevormde gasvorm getransformeerd tot een waterachtig lichaam, het [[astraallichaam]] genoemd. In de huidige planeetsfeer, die van de aarde, verdicht het lichaam zich tot zijn huidige staat.<ref>R. Steiner, Wetenschap van de geheimen der ziel, Ef en Ef Media 2015</ref>
=== Vierledig mensbeeld ===
In het voorgaande is Steiners vierledig mensbeeld te onderscheiden, dat onder andere wordt gebruikt in de [[steinerpedagogie]].<ref>R. Steiner, De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie, Vrij Geestesleven 1992</ref> In de antroposofische ontwikkelingspsychologie verbindt men aan het vierledig mensbeeld de zeven-jaar-cycli, die overeenkomen met de geschetste planetaire evolutie.
# Saturnus, fysiek lichaam, 0-7 jaar, opvoeding tot willen, kleuters
# Zon, etherisch lichaam, 7-14 jaar, opvoeding tot voelen, lagere school
# Maan, astraallichaam, 14-21 jaar, opvoeden tot denken, middelbaar
# Aarde, Ik-lichaam, 21-28 jaar, ontwikkeling zelfstandig denken
== Atlantis en Manu ==
[[File:Adam and Eve and Lemuria to Atlantis.jpg|thumb|Beschrijving van hoe hogere geesten de aarde in zeven 'dagen' hebben geschapen. (Rudolf Steiner, GA 122)]]
Steiner gaf aan wanneer volgens hem de eerste mens of mensheid verscheen:
{{citaat| Men moet voor ogen houden dat men aan het einde van de Atlantische tijd met drie soorten mensachtige wezens te maken had ... de volgende mededelingen hebben betrekking op de overgang van het vierde wortelras [Atlantisch] naar het vijfde wortelras [Arisch]. <ref>R. Steiner, Aus der Akasha Chronik, Rudolf Steiner Verlag 1986</ref>}}
Steiner stelde dat uit één groep van drie mensachtige groepen een nieuw "[[rassenleer (theosofie)|wortelras]]" voortkwam dat tot de hedendaagse mensheid behoort. De op aarde ontstane wortelrassen deelt Steiner in tijdvakken in: [[Polaris]], [[Hyperborea]], [[Lemuria (continent)|Lemurië]], [[Atlantis (eiland)|Atlantis]] en na-Atlantis (of Arisch tijdvak). [[Ariërs]] ontstonden volgens Steiner in de overgang van het vierde naar het vijfde wortelras. Steiner beweerde dat een groot leider, in de esoterische literatuur bekend als [[Manu (mythologie)|Manu]], uit de derde groep Atlantiërs er een aantal uitkoos om de nieuwe mensheid vorm te geven. Volgens Steiner is Manu de stamvader van de hedendaagse mens.
== Atlantische tijdvak ==
Volgens de antroposofische tijdschaal ziet het Atlantische tijdvak er als volgt uit:
# Atlantische periode: 24.000 v.Chr.: differentiatie vier archaïsche types
# Atlantische periode: 21.600 v.Chr.: spirituele vorming van de mensheid
# Atlantische periode: 19.400 v.Chr.: vorming van rassen ([[Tolteken]])
# Atlantische periode: 17.300 v.Chr.: vorming van [[Toeraniërs]], eerste tekenen van decadentie
# Atlantische periode: 15.100 v.Chr.: Tolteken trekken naar Amerika, eerste teken van mentale en op zichzelf gericht zielsactiviteit, wat samenvalt met de vorming van de [[Semieten]]
# Atlantische periode: 13.800 v.Chr.: vorming Oude [[Soemeriërs]], ontwikkeling van astronomisch denken en sociale orde
# Atlantische periode: 10.500 v.Chr.: grote migratiegolven, ondergang Atlantis door zondvloed
Het volgende tijdvak is het huidige, het Arische of na-Atlantische, opgedeeld in zeven periodes. De overgang van het vierde of Atlantische wortelras naar het vijfde of Arische wortelras is rond 7900 voor Christus te situeren. Sinds de vijftiende eeuw bevindt de aarde zich in de vijfde na-Atlantische periode. Het is vanaf de beschrijving van het na-Atlantische tijdvak dat in het schema, gebaseerd op Steiners geschiedenisinterpretatie, elementen beginnen voorkomen die in dezelfde lijn liggen als de op wetenschappelijke bronnen gebaseerde, officiële geschiedenis.
== Perceptie vanuit de academische wereld ==
In wetenschappelijke kringen wordt weinig aandacht besteed aan Steiners evolutieleer. Wanneer de leer in wetenschappelijke context wordt behandeld, is dit voornamelijk vanwege de [[rassentheorie|rassenleer]] die erin besloten ligt.<ref name="HusmannKastein">Husmann-Kastein J., Schwarz-Weiss-Konstruktionen im Rassebild Rudolf Steiners, Vortragsmanuskript Tagung: Anthroposophie – kritische Reflexionen, Humboldt Universtität Berlin 2006</ref> Volgens de historicus Helmut Zander is Steiners rassendoctrine als onderdeel van een weldoordachte evolutieleer een structureel probleem in de antroposofie.
{{citaat|...een centrale stelling in Steiner 's denken : de evolutiedoctrine. Steiner zag de ontwikkeling van rassen, zoals de kosmologie of de bewustzijnsgeschiedenis, als evolutieproces dat hij uiteindelijk op alle dimensies van de kosmos, van het leven en van de cultuur betrok. Hier ligt een centraal probleem van zijn racisme. Ze zijn de neerslag van een diep in de 19de eeuw geworteld evolutiedenken dat alle bereiken van zijn wereldbeschouwing vormde. Steiner formuleerde met zijn theosofisch sociaaldarwinisme een etnologie waarin het spreken over 'gedegenereerde', 'achtergebleven' of 'toekomstige' rassen geen 'uitglijders' zijn, maar het resultaat van een consequent doordachte evolutieleer'| H. Zander, Anthroposophie in Deutschland<ref>H. Zander, Anthroposophie in Deutschland. Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945. 2 Bände. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 2007, p.636</ref>}}
Naast [[Helmut Zander]] is Peter Staudenmaier een deskundige op het gebied van de antroposofie die wijst op de centrale plaats van Steiners evolutieleer in het antroposofisch gedachtegoed.<ref>Peter Staudenmaier, Between Occultism and Nazism: Anthroposophy and the Politics of Race in the Fascist Era, Brill 2014 https://epublications.marquette.edu/marq_fac-book/195/</ref>
== Praktische toepassing ==
=== Onderzoek ===
[[File:Dornach - Goetheanum - Grosser Saal2.jpg|thumb|Dornach - Goetheanum - Grote zaal - plafondschildering evolutie]]
In het [[Louis Bolk Instituut]] voor onderzoek en advies ter bevordering van duurzame landbouw, voeding en gezondheid wordt vanuit een antroposofische benadering van evolutie via de [[fenomenologische]] methode geprobeerd om aan te tonen dat evolutie niet verloopt zoals de wetenschappelijk evolutietheorie die verklaart.  Volgens de evolutietheorie verloopt het ontstaan van de soorten door natuurlijke selectie. De antroposofische benadering van evolutie stelt dat soorten ontstaan door een [[retardatie]]proces. De [[embryologie]] en het begrip [[neotenie]] spelen in deze antroposofische benadering een grote rol.<ref>G. van der Bie, Embryology - Early development from a phenomenological point of view, Louis Bolk Institute,  2001, reprint 2011</ref>
In antroposofische kringen bekende onderzoekers op het gebied van de antroposofische evolutieleer zijn [[Herman Poppelbaum]] (1891-1919),<ref>H. Poppelbaum, Mens en dier, Vrije Geestesleven 1973 (Mensch und Tier, Goetheaneum 1928)</ref> [[Wolfgang Schad]] (1935)<ref>W. Schad, Man and Mammals – Toward a biology of form, Waldorf Press Adelphi University, NY 1977 (Säugetiere und Mensch – Zur Gestaltbiologie von Gesichtspunkt der Dreigliederung, Freies Geistesleben 1971)</ref> en [[Jos Verhulst (wetenschapper)|Jos Verhulst]] (1949).<ref>J. Verhulst, Der Erstgeborene Mensch und höhere Tiere in der Evolution, Freies Geistesleben 1999</ref>
=== Kunst ===
In het [[Goetheanum]], de hoofdzetel van de Antroposofische Vereniging in het Zwitserse [[Dornach]], beeldt een plafondschildering de evolutie van de mensheid uit aan de hand van Steiners visie.
{{Appendix|Verwijzingen}}
[[Categorie:Esoterie]]
[[Categorie:Antroposofie]]
[[Categorie:Creationisme]]
[[Categorie:Racisme]]

Versie van 19 mrt 2019 12:34

De antroposofische evolutieleer[1] is gebaseerd op de ideeën van de Oostenrijkse esotericus Rudolf Steiner. In de wetenschap wordt Steiners evolutieleer niet serieus genomen.[2]

Kosmogonie

Bestand:Schema antroposofische evolutieleer.gif
Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis, Rudolf Steiner, GA 100

De antroposofische evolutieleer is geen evolutietheorie, maar een leer gebaseerd op vaststaande aannames of dogma's. De leer stelt dat mens en aarde zijn geschapen door een of meerdere geestelijke wezens. In de antroposofie wordt de mens, als uit de kosmos neergedaalde geest, gezien als beginpunt van de evolutie, waarna zich zogenaamde lagere levensvormen van de mens afscheidden (zie de nevenstaande afbeelding).[3] Dit aspect van Steiners visie op evolutie werd sterk beïnvloed door de recapitulatietheorie van Ernst Haeckel (1834-1919).[4][5] De belangrijkste invloed op de vorming van Steiners evolutieleer kwam van de occultiste en theosofe Madame Blavatsky (1831-1891).[6][7] Volgens Rudolf Steiner hebben de aarde zoals wij die kennen en haar bewoners verschillende stadia doorlopen die hij benoemde als planeten, maar die echter nog weinig te maken hebben met de planeten die wij vandaag de dag zo noemen. Hij sprak over stadia, zeven om precies te zijn. Aan het stadium dat Aarde heet, zijn Saturnus, Zon en Maan voorafgegaan. In de toekomst zullen nog drie stadia volgen: Jupiter, Venus en Vulcanus. Om het onderscheid te maken met de huidige planeten sprak Steiner over ‘de oude Saturnus, de oude Maan, enzoverder.’[8]

Ontstaan van de mens

Bestand:Planetaire ontwikkelingsfasen volgens de antroposofische evolutieleer.jpg
Oude Saturnus - Oude Zon - Oude Maan - Aarde, Bordtekening uit GA 354

Volgens Steiner is op de oude Saturnus, een chaotische warmtemassa, de kiem van het fysieke lichaam gelegd. Deze eerste aanleg voor het fysieke lichaam is niet vergelijken met wat gekend is in de hedendaagse wetenschap. In het stadium van de oude Zon begint deze warmtemassa zich nog meer te verdichten totdat het een lucht- of gasvorm heeft. Steiner noemde dit de vorming van het etherisch lichaam. Na het zonstadium volgt het maanstadium. Op de oude Maan wordt de op de oude Zon gevormde gasvorm getransformeerd tot een waterachtig lichaam, het astraallichaam genoemd. In de huidige planeetsfeer, die van de aarde, verdicht het lichaam zich tot zijn huidige staat.[9]

Vierledig mensbeeld

In het voorgaande is Steiners vierledig mensbeeld te onderscheiden, dat onder andere wordt gebruikt in de steinerpedagogie.[10] In de antroposofische ontwikkelingspsychologie verbindt men aan het vierledig mensbeeld de zeven-jaar-cycli, die overeenkomen met de geschetste planetaire evolutie.

  1. Saturnus, fysiek lichaam, 0-7 jaar, opvoeding tot willen, kleuters
  2. Zon, etherisch lichaam, 7-14 jaar, opvoeding tot voelen, lagere school
  3. Maan, astraallichaam, 14-21 jaar, opvoeden tot denken, middelbaar
  4. Aarde, Ik-lichaam, 21-28 jaar, ontwikkeling zelfstandig denken

Atlantis en Manu

Bestand:Adam and Eve and Lemuria to Atlantis.jpg
Beschrijving van hoe hogere geesten de aarde in zeven 'dagen' hebben geschapen. (Rudolf Steiner, GA 122)

Steiner gaf aan wanneer volgens hem de eerste mens of mensheid verscheen:

„ Men moet voor ogen houden dat men aan het einde van de Atlantische tijd met drie soorten mensachtige wezens te maken had ... de volgende mededelingen hebben betrekking op de overgang van het vierde wortelras [Atlantisch] naar het vijfde wortelras [Arisch]. [11]

Steiner stelde dat uit één groep van drie mensachtige groepen een nieuw "wortelras" voortkwam dat tot de hedendaagse mensheid behoort. De op aarde ontstane wortelrassen deelt Steiner in tijdvakken in: Polaris, Hyperborea, Lemurië, Atlantis en na-Atlantis (of Arisch tijdvak). Ariërs ontstonden volgens Steiner in de overgang van het vierde naar het vijfde wortelras. Steiner beweerde dat een groot leider, in de esoterische literatuur bekend als Manu, uit de derde groep Atlantiërs er een aantal uitkoos om de nieuwe mensheid vorm te geven. Volgens Steiner is Manu de stamvader van de hedendaagse mens.

Atlantische tijdvak

Volgens de antroposofische tijdschaal ziet het Atlantische tijdvak er als volgt uit:

  1. Atlantische periode: 24.000 v.Chr.: differentiatie vier archaïsche types
  2. Atlantische periode: 21.600 v.Chr.: spirituele vorming van de mensheid
  3. Atlantische periode: 19.400 v.Chr.: vorming van rassen (Tolteken)
  4. Atlantische periode: 17.300 v.Chr.: vorming van Toeraniërs, eerste tekenen van decadentie
  5. Atlantische periode: 15.100 v.Chr.: Tolteken trekken naar Amerika, eerste teken van mentale en op zichzelf gericht zielsactiviteit, wat samenvalt met de vorming van de Semieten
  6. Atlantische periode: 13.800 v.Chr.: vorming Oude Soemeriërs, ontwikkeling van astronomisch denken en sociale orde
  7. Atlantische periode: 10.500 v.Chr.: grote migratiegolven, ondergang Atlantis door zondvloed

Het volgende tijdvak is het huidige, het Arische of na-Atlantische, opgedeeld in zeven periodes. De overgang van het vierde of Atlantische wortelras naar het vijfde of Arische wortelras is rond 7900 voor Christus te situeren. Sinds de vijftiende eeuw bevindt de aarde zich in de vijfde na-Atlantische periode. Het is vanaf de beschrijving van het na-Atlantische tijdvak dat in het schema, gebaseerd op Steiners geschiedenisinterpretatie, elementen beginnen voorkomen die in dezelfde lijn liggen als de op wetenschappelijke bronnen gebaseerde, officiële geschiedenis.

Perceptie vanuit de academische wereld

In wetenschappelijke kringen wordt weinig aandacht besteed aan Steiners evolutieleer. Wanneer de leer in wetenschappelijke context wordt behandeld, is dit voornamelijk vanwege de rassenleer die erin besloten ligt.[2] Volgens de historicus Helmut Zander is Steiners rassendoctrine als onderdeel van een weldoordachte evolutieleer een structureel probleem in de antroposofie.

„...een centrale stelling in Steiner 's denken : de evolutiedoctrine. Steiner zag de ontwikkeling van rassen, zoals de kosmologie of de bewustzijnsgeschiedenis, als evolutieproces dat hij uiteindelijk op alle dimensies van de kosmos, van het leven en van de cultuur betrok. Hier ligt een centraal probleem van zijn racisme. Ze zijn de neerslag van een diep in de 19de eeuw geworteld evolutiedenken dat alle bereiken van zijn wereldbeschouwing vormde. Steiner formuleerde met zijn theosofisch sociaaldarwinisme een etnologie waarin het spreken over 'gedegenereerde', 'achtergebleven' of 'toekomstige' rassen geen 'uitglijders' zijn, maar het resultaat van een consequent doordachte evolutieleer'”
H. Zander, Anthroposophie in Deutschland[12]

Naast Helmut Zander is Peter Staudenmaier een deskundige op het gebied van de antroposofie die wijst op de centrale plaats van Steiners evolutieleer in het antroposofisch gedachtegoed.[13]

Praktische toepassing

Onderzoek

Bestand:Dornach - Goetheanum - Grosser Saal2.jpg
Dornach - Goetheanum - Grote zaal - plafondschildering evolutie

In het Louis Bolk Instituut voor onderzoek en advies ter bevordering van duurzame landbouw, voeding en gezondheid wordt vanuit een antroposofische benadering van evolutie via de fenomenologische methode geprobeerd om aan te tonen dat evolutie niet verloopt zoals de wetenschappelijk evolutietheorie die verklaart. Volgens de evolutietheorie verloopt het ontstaan van de soorten door natuurlijke selectie. De antroposofische benadering van evolutie stelt dat soorten ontstaan door een retardatieproces. De embryologie en het begrip neotenie spelen in deze antroposofische benadering een grote rol.[14]

In antroposofische kringen bekende onderzoekers op het gebied van de antroposofische evolutieleer zijn Herman Poppelbaum (1891-1919),[15] Wolfgang Schad (1935)[16] en Jos Verhulst (1949).[17]

Kunst

In het Goetheanum, de hoofdzetel van de Antroposofische Vereniging in het Zwitserse Dornach, beeldt een plafondschildering de evolutie van de mensheid uit aan de hand van Steiners visie.

Bronnen, noten en/of referenties

Verwijzingen
  1. º Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland. Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945. 2 Bände. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 2007, p.636
  2. 2,0 2,1 Husmann-Kastein J., Schwarz-Weiss-Konstruktionen im Rassebild Rudolf Steiners, Vortragsmanuskript Tagung: Anthroposophie – kritische Reflexionen, Humboldt Universtität Berlin 2006
  3. º Rudolf Steiner, Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis, GA 100, Rudolf Steiner Verlag 1981
  4. º W.F. Veltman, Rudolf Steiner - een biografie, Vrij Geestesleven 1980, p.71 ev
  5. º S. Blancke, Wetenschap naar antroposofisch believen, Wonder en is gheen wonder 3, 2004
  6. º Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland – Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Vandenhoeck & Ruprecht 2007
  7. º P. Staudenmaier, Between occultism and racism, Anthroposophy and the politics of race and nation in Germany and Italy 1900-1945, dissertatie Cornell University, 2010
  8. º M. Hulspas en J.W. Nienhuys, Tussen Waarheid en Waanzin: een encyclopedie der pseudo-wetenschappen, De Geus 2002
  9. º R. Steiner, Wetenschap van de geheimen der ziel, Ef en Ef Media 2015
  10. º R. Steiner, De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie, Vrij Geestesleven 1992
  11. º R. Steiner, Aus der Akasha Chronik, Rudolf Steiner Verlag 1986
  12. º H. Zander, Anthroposophie in Deutschland. Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945. 2 Bände. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 2007, p.636
  13. º Peter Staudenmaier, Between Occultism and Nazism: Anthroposophy and the Politics of Race in the Fascist Era, Brill 2014 https://epublications.marquette.edu/marq_fac-book/195/
  14. º G. van der Bie, Embryology - Early development from a phenomenological point of view, Louis Bolk Institute, 2001, reprint 2011
  15. º H. Poppelbaum, Mens en dier, Vrije Geestesleven 1973 (Mensch und Tier, Goetheaneum 1928)
  16. º W. Schad, Man and Mammals – Toward a biology of form, Waldorf Press Adelphi University, NY 1977 (Säugetiere und Mensch – Zur Gestaltbiologie von Gesichtspunkt der Dreigliederung, Freies Geistesleben 1971)
  17. º J. Verhulst, Der Erstgeborene Mensch und höhere Tiere in der Evolution, Freies Geistesleben 1999
rel=nofollow
rel=nofollow