Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ferenc Deák: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ferenc_De%C3%A1k&oldid=43391802 1 Kossuth 18 feb 2015)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ferenc_De%C3%A1k&oldid=43419345)
Regel 1: Regel 1:
'''Ferenc Deák de Kehida''' Geboren op 17 oktober 1803 in Söjtör ([[Hongarije]]) en overleden op 28 januari 1876 te [[Boedapest]]. Hij was een Hongaars staatsman en minister van justitie. Hij staat bekend als “De wijze staatsman”.  
 
'''Ferenc Deák de Kehida''' ([[Söjtör]], [[17 oktober]] [[1803]] - [[Boedapest]], [[28 januari]] [[1876]]) was een Hongaars staatsman en minister van justitie. Hij staat bekend als “De wijze staatsman”.  
[[File:Ferenc_Deak_Litho.jpg|thumb|Ferenc Deák, lithografie van [[Josef Kriehuber]] uit ca. 1830]]
[[File:Szekely-deak.jpg|thumb|Ferenc Deák (1869)]]
[[File:Deák Ferenc szülőháza.jpg|thumb|Geboortehuis in Söjtör]]
 
==Biografie==
==Biografie==
Geboren te Söjtör in de privincie [[Zala]] in zuid-west Hongarije. Hij behoorde tot een oude adelijke familietak. Hij studeerde rechten en werd vervolgens advokaat en notaris. Hij ging voor het eerst in de politiek in 1833 toen hij zijn broer verving in de algemene Assemblee van [[Bratislava]], het voormalige [[Pressburg]]. Het begin van deze loopbaan zou hem tot één van meest belangrijke personen maken niet alleen in de Hongaarse politiek, maar ook bij de hervormingen van 1840. Zijn naambekendheid en succes is te danken, samen met [[Wesselényi Miklós]], in de verklaring van de rechten van de Hongaarse Assemblee.  
Ferenc Deák werd geboren in [[Söjtör]] in het [[Zala (comitaat)|comitaat Zala]] in zuid-west [[Hongarije]]. Hij behoorde tot een oude adellijke familietak. Hij studeerde rechten en werd vervolgens advocaat en notaris. Hij ging voor het eerst in de politiek in 1833 toen hij zijn broer verving in de algemene Assemblee van [[Bratislava]], het voormalige Pressburg. Het begin van deze loopbaan zou hem tot een van de belangrijkste personen maken niet alleen in de Hongaarse politiek, maar ook bij de hervormingen van 1840. Zijn naambekendheid en succes is te danken aan de verklaring van de rechten van de Hongaarse Assemblee (met [[Miklós Wesselényi]]).
In 1836 schrijft en verdeelt Deák een document over de zaken die hij steunde zonder de toelating van de censuur, het document wordt geconfisceerd, maar is ondertussen al wijd verspreid en maakt zijn naam bekend in belangrijke kringen. Hij was betrokken bij de opstelling van de wetten van 1839-40 van de Assemblee en werd erelid van de [[Hongaarse Akademie voor Wetenschappen]]. Na de dood van zijn broer in 1842, bevrijdt hij zijn horigen en start met het betalen van belastingen op vrijwillige basis om aan te tonen dat het hem menens is met de hervormingen.
 
De afschaffing van alle belastingvrijstellingen voor de edelen in het Koninkrijk Hongarije en de bevrijding van slaven waren enkele van de belangrijkste inspanningen van de hervormingsgezinde beweging van dit tijdperk.  
In 1836 publiceerde Deák een politiek document zonder dat aan de [[censuur (informatie)|censor]] voor te leggen. Het document werd geconfisqueerd, maar was ondertussen al wijd verspreid en maakte zijn naam bekend in belangrijke kringen. Hij was betrokken bij de opstelling van de wetten van 1839-40 van de Assemblee en werd erelid van de [[Hongaarse Academie van Wetenschappen]]. Na de dood van zijn broer in 1842, bevrijdde hij zijn [[horige]]n en begon met het betalen van belastingen op vrijwillige basis om aan te tonen dat het hem menens was met de hervormingen.
 
De afschaffing van alle belastingvrijstellingen voor de edelen in het [[Koninkrijk Hongarije]] en de bevrijding van slaven waren enkele van de belangrijkste inspanningen van de hervormingsgezinde beweging van dit tijdperk.
 
==Politieke loopbaan==
==Politieke loopbaan==
In 1846 , na het bloedige einde van de Poolse opstand in Galicië, wonnen de hervormers aan populariteit en ze brachten onder de naam van Deák het “Manifest van de oppositie” in omloop, hoewel het eigenlijk was opgemaakt door [[Lajos Kossuth]]. Tijdens de uit.winnen en bracht de ' Verklaring van de oppositie ' ' ( Manifest van de oppositie ) onder de naam van Deak , terwijl het in feite werd gemaakt door [ [ Kossuth Lajos | Kossuth ] ] . Tijdens de [[Hongaarse Revolutie van 1848]] tegen het [[Habsburgse Rijk]] , bleef Deák rustig en verwierp hij geweld als politiek instrument. Hij aanvaarde de positie van Minister van Justitie in de regering van [[Lajos Batthyány]], hoofdzakelijk om zijn steun te betonen tegenover hem.  
In 1846, na het bloedige einde van de Poolse opstand in [[Galicië (Centraal-Europa)|Galicië]], wonnen de hervormers aan populariteit en ze brachten onder Deáks naam het “''Manifest van de oppositie''” in omloop, hoewel het eigenlijk was geschreven door [[Lajos Kossuth]]. Tijdens de [[Hongaarse Revolutie van 1848]] tegen het [[Habsburgse monarchie|Habsburgse Rijk]], bleef Deák rustig en verwierp hij geweld als politiek instrument. Hij aanvaardde de positie van minister van justitie in de regering van [[Lajos Batthyány]], hoofdzakelijk om deze zijn steun te betonen.  
Eenmaal lid van de regering deed Deák diverse toenaderingen tot het Weense Hof, op zoek naar een compromis tussen de [[Habsburgse Monarchie]] en de extreme liberalen van [[Lajos Kossuth]]. De poging mislukte en hij trad af als minister. Hij trok zich terug op zijn landgoed in [[Kehidakustány]]. Wel bleef hij lid van de Rijksdag en verdedigde verder de grondwettelijke legitimiteit vastgelegd in de zogenaamde “aprilwetten”, maar hij nam verder niet actief deel aan gebeurtenissen rond de revolutie. Een Oostenrijkse krijgsraad sprak hem na de nederlaag van Hongarije vrij.
Eenmaal lid van de regering deed Deák diverse toenaderingen tot het Weense Hof, op zoek naar een compromis tussen de Habsburgse monarchie en de extreme liberalen van [[Lajos Kossuth]]. De poging mislukte en hij trad af als minister. Hij trok zich terug op zijn landgoed in [[Kehidakustány]]. Hij bleef lid van de Rijksdag en verdedigde de grondwettelijke legitimiteit die was vastgelegd in de zogenaamde “aprilwetten”, maar nam verder niet actief deel aan gebeurtenissen rond de revolutie. Een Oostenrijkse krijgsraad sprak hem na de nederlaag van Hongarije vrij.
In de 1850’er was hij een passief tegenstander. Hij verkocht zijn landgoed aan [[István Széchenyi]] en trok naar Buda, om er de “de facto” leider van het Hongaarse publieke leven te worden. Hij nam deel aan de Rijksdag die in 1861 in Pest werd samengeroepen. Zijn voornaamste aanhangers waren [[József Eötvös]] en [[István Széchényi]].
 
Op 15 april 1865 verscheen in de krant [[Pesti Napló]] zijn beroemde artikel, hetwelk de onderhandelingen voor de “Ausgleich” van 1867 in gang zette. De “Ausgleich” wordt beschouwd als Deáks’s verdienste, omdat hij er een grote verdienste aan heeft gehad.
In de vijftiger jaren was hij een passief tegenstander. Hij verkocht zijn landgoed aan [[István Széchenyi]] en trok naar Buda, om er de “de facto” leider van het Hongaarse publieke leven te worden. Hij nam deel aan de Rijksdag die in 1861 in Pest werd samengeroepen. Zijn voornaamste aanhangers waren [[József Eötvös]] en [[István Széchenyi]]. Op 15 april 1865 verscheen in de krant [[Pesti Napló]] zijn beroemde artikel, dat de onderhandelingen voor de [[Ausgleich]] van 1867 in gang zette. De Ausgleich wordt beschouwd als Deáks grote verdienste. [[Lajos Kossuth]], de inmiddels in ballingschap levende politicus, schreef een open brief aan Ferenc Deák, waarin hij de 'Ausgleich' als de ondergang van de Hongaarse natie betitelde. Deze brief werd in de Hongaarse geschiedenis bekend als Kossuths [[Cassandra (mythologie)|Cassandra-brief]].
[[Lajos Kossuth]], de in ballingschap levende politieker, schreef een open brief aan Ferenc Deák, waarin hij de “Ausgleich” als de ondergang van de Hongaarse natie betittelde. Deze brief is in de Hongaarse geschiedenis, op grond van zijn inhoud, bekend als Kossuth’s [[Kassandra]]-brief.
 
De Oostenrijkse keizer, [[Franz Joseph I]], werd als resultaat van de [[Ausgleich]] tot koning van Hongarije gekroond. De Ministerpresident van de nieuwe staat werd [[Graaf Andrássy]]. Op eigen verzoek heeft Deák noch in de regering, noch in de naar hem genoemde regeringspartij een post opgenomen.
Keizer [[Frans Jozef I van Oostenrijk]] werd als resultaat van de Ausgleich ook tot [[koning van Hongarije]] gekroond. De minister-president van de nieuwe staat werd [[Gyula Andrássy|graaf Andrássy]]. Op eigen verzoek heeft Deák, noch in de regering, noch in de naar hem genoemde regeringspartij een post bemand.
In de jaren na de Ausgleich speelde Deák een belangrijke rol in de uitwerking van het Burgerlijk Wetboek. Later trok hij zich meer en meer uit het openbare leven terug.
 
In den Jahren nach dem Ausgleich spielte er eine bedeutende Rolle bei der Ausarbeitung des Bürgerlichen Gesetzbuches, aber später zog er sich vom öffentlichen Leben immer mehr zurück.
In de jaren na de Ausgleich speelde Deák een belangrijke rol in de uitwerking van het Burgerlijk Wetboek. Later trok hij zich meer en meer uit het openbare leven terug. Ferenc Deák had niet alleen in Hongarije, maar in heel Europa invloed. De liberale geest van zijn wetten had grote invloed op de wetgevingen binnen Europa. De Ierse grondwet van 1937 is bijvoorbeeld volledig gebaseerd op Deáks wettekst uit 1867.
Ferenc Deák had niet alleen in Hongarije, maar in heel Europa invloed. De liberale geest van zijn wetten had grote invloed op de wetgevingen binnen Europa. De Ierse grondwet van 1937 is bijvoorbeeld volledig gebaseerd op de wettekst van Ferenc Deák uit 1867.
 
Op 28 januari 1876 sterft Deák in Pest aan een hartfalen. Hij wordt door de Nationale Vergadering door middel van een staatsbegrafenis ter aarde besteld. Zijn mausoleum bevindt zich op de [[Kerepesi]]-begraafplaats in Boedapest.
Deák stierf 28 januari 1876 in Pest aan [[hartfalen]] en kreeg een staatsbegrafenis. Zijn mausoleum bevindt zich op de [[Kerepesi-begraafplaats]] in Boedapest.
Heden ten dage staat zijn afbeelding op het bankbiljet van 20.000 [[Forint]]. Zijn anekdotes en diegene die over hem de ronde deden zijn tot op heden bekend. Een monument ter zijner ere werd op een centraal plein, dat eveneens naar hem vernoemd is en waar drie metrolijnen samenkomen, opgericht.
Heden ten dage staat zijn afbeelding op het bankbiljet van 20.000 [[Forint]].  
Op een naar hem vernoemd centraal plein waar [[Metro van Boedapest|drie metrolijnen]] samenkomen ([[Deák Ferenc tér]]) werd een monument te zijner ere opgericht.
 
==Literatuur==
==Literatuur==
*Király, Béla K. Ferenc Deák. Twayne's world leaders series. Boston: Twayne Publishers, 1975.
* Király, Béla K. Ferenc Deák. Twayne's world leaders series. Boston: Twayne Publishers, 1975.
*Arnold-Forster, Florence Mary. Francis Deák : Hungarian Statesman : A Memoir. London: Macmillan, 1880. (online version available [https://archive.org/details/francisdekhung00arnoiala here])
* [https://archive.org/details/francisdekhung00arnoiala Arnold-Forster, Florence Mary. Francis Deák : Hungarian Statesman : A Memoir. London: Macmillan, 1880])
[[Categorie:Hongaarse politici]]
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=hu|titel=Deák Ferenc}}
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=hu|}}
 
{{Wikidata|Q508823}}  
[[Categorie:Hongaars politicus|Deak]]

Versie van 4 mrt 2015 00:10

Ferenc Deák de Kehida (Söjtör, 17 oktober 1803 - Boedapest, 28 januari 1876) was een Hongaars staatsman en minister van justitie. Hij staat bekend als “De wijze staatsman”.

Bestand:Ferenc Deak Litho.jpg
Ferenc Deák, lithografie van Josef Kriehuber uit ca. 1830
Bestand:Szekely-deak.jpg
Ferenc Deák (1869)
Bestand:Deák Ferenc szülőháza.jpg
Geboortehuis in Söjtör

Biografie

Ferenc Deák werd geboren in Söjtör in het comitaat Zala in zuid-west Hongarije. Hij behoorde tot een oude adellijke familietak. Hij studeerde rechten en werd vervolgens advocaat en notaris. Hij ging voor het eerst in de politiek in 1833 toen hij zijn broer verving in de algemene Assemblee van Bratislava, het voormalige Pressburg. Het begin van deze loopbaan zou hem tot een van de belangrijkste personen maken niet alleen in de Hongaarse politiek, maar ook bij de hervormingen van 1840. Zijn naambekendheid en succes is te danken aan de verklaring van de rechten van de Hongaarse Assemblee (met Miklós Wesselényi).

In 1836 publiceerde Deák een politiek document zonder dat aan de censor voor te leggen. Het document werd geconfisqueerd, maar was ondertussen al wijd verspreid en maakte zijn naam bekend in belangrijke kringen. Hij was betrokken bij de opstelling van de wetten van 1839-40 van de Assemblee en werd erelid van de Hongaarse Academie van Wetenschappen. Na de dood van zijn broer in 1842, bevrijdde hij zijn horigen en begon met het betalen van belastingen op vrijwillige basis om aan te tonen dat het hem menens was met de hervormingen.

De afschaffing van alle belastingvrijstellingen voor de edelen in het Koninkrijk Hongarije en de bevrijding van slaven waren enkele van de belangrijkste inspanningen van de hervormingsgezinde beweging van dit tijdperk.

Politieke loopbaan

In 1846, na het bloedige einde van de Poolse opstand in Galicië, wonnen de hervormers aan populariteit en ze brachten onder Deáks naam het “Manifest van de oppositie” in omloop, hoewel het eigenlijk was geschreven door Lajos Kossuth. Tijdens de Hongaarse Revolutie van 1848 tegen het Habsburgse Rijk, bleef Deák rustig en verwierp hij geweld als politiek instrument. Hij aanvaardde de positie van minister van justitie in de regering van Lajos Batthyány, hoofdzakelijk om deze zijn steun te betonen. Eenmaal lid van de regering deed Deák diverse toenaderingen tot het Weense Hof, op zoek naar een compromis tussen de Habsburgse monarchie en de extreme liberalen van Lajos Kossuth. De poging mislukte en hij trad af als minister. Hij trok zich terug op zijn landgoed in Kehidakustány. Hij bleef lid van de Rijksdag en verdedigde de grondwettelijke legitimiteit die was vastgelegd in de zogenaamde “aprilwetten”, maar nam verder niet actief deel aan gebeurtenissen rond de revolutie. Een Oostenrijkse krijgsraad sprak hem na de nederlaag van Hongarije vrij.

In de vijftiger jaren was hij een passief tegenstander. Hij verkocht zijn landgoed aan István Széchenyi en trok naar Buda, om er de “de facto” leider van het Hongaarse publieke leven te worden. Hij nam deel aan de Rijksdag die in 1861 in Pest werd samengeroepen. Zijn voornaamste aanhangers waren József Eötvös en István Széchenyi. Op 15 april 1865 verscheen in de krant Pesti Napló zijn beroemde artikel, dat de onderhandelingen voor de Ausgleich van 1867 in gang zette. De Ausgleich wordt beschouwd als Deáks grote verdienste. Lajos Kossuth, de inmiddels in ballingschap levende politicus, schreef een open brief aan Ferenc Deák, waarin hij de 'Ausgleich' als de ondergang van de Hongaarse natie betitelde. Deze brief werd in de Hongaarse geschiedenis bekend als Kossuths Cassandra-brief.

Keizer Frans Jozef I van Oostenrijk werd als resultaat van de Ausgleich ook tot koning van Hongarije gekroond. De minister-president van de nieuwe staat werd graaf Andrássy. Op eigen verzoek heeft Deák, noch in de regering, noch in de naar hem genoemde regeringspartij een post bemand.

In de jaren na de Ausgleich speelde Deák een belangrijke rol in de uitwerking van het Burgerlijk Wetboek. Later trok hij zich meer en meer uit het openbare leven terug. Ferenc Deák had niet alleen in Hongarije, maar in heel Europa invloed. De liberale geest van zijn wetten had grote invloed op de wetgevingen binnen Europa. De Ierse grondwet van 1937 is bijvoorbeeld volledig gebaseerd op Deáks wettekst uit 1867.

Deák stierf 28 januari 1876 in Pest aan hartfalen en kreeg een staatsbegrafenis. Zijn mausoleum bevindt zich op de Kerepesi-begraafplaats in Boedapest. Heden ten dage staat zijn afbeelding op het bankbiljet van 20.000 Forint. Op een naar hem vernoemd centraal plein waar drie metrolijnen samenkomen (Deák Ferenc tér) werd een monument te zijner ere opgericht.

Literatuur

Q508823 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow