Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Asfalt (wegdek): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Fixjes)
k (→‎Externe links: {{Plainlinks div einde}})
Regel 129: Regel 129:


== Externe links ==
== Externe links ==
{{plainlinks div}}
* {{Link International Chemical Safety Card|id=0612}}
* {{Link International Chemical Safety Card|id=0612}}
* [http://www.vbwasfalt.org/content/inhoud2.htm vbwasfalt.org]
* [http://www.vbwasfalt.org/content/inhoud2.htm vbwasfalt.org]
* [http://www.beyondroads.com/index.cfm?fuseaction=page&filename=history.html beyondroads.com]
* [http://www.beyondroads.com/index.cfm?fuseaction=page&filename=history.html beyondroads.com]
 
{{Plainlinks div einde}}
{{commons|Asphalt}}
{{commons|Asphalt}}
{{Bron|bronvermelding=
{{Bron|bronvermelding=

Versie van 29 jul 2012 20:33

(Zie voor andere vormen van "asfalt" : asfalt)

Bestand:800px-AF-asphalt-laying-machine.jpg
Een asfalteermachine bewerkt het asfalt.

Asfalt is een materiaal dat wordt samengesteld uit minerale aggregaten en bitumen. Het wordt veel toegepast als wegverhardingsmateriaal, maar wordt onder andere ook toegepast in de waterbouw. Van nature komt asfalt voor in asfaltmeren (zoals op Trinidad) en steenasfalt. Dit laatste is een mengsel van zand, leem en asfalt.

Geschiedenis

Asfalt wordt al lang gebruikt. De Mesopotamiërs maakten er baden waterdicht mee, de Feniciërs hun schepen, en de Egyptenaren legden asfaltblokken langs de Nijl om erosie te voorkomen. In 625 v.Chr. vinden we het eerste beschreven gebruik van asfalt als wegdek in Babylon. Ook de Grieken waren bekend met asfalt. Het woord is dan ook afkomstig van het Griekse ασφαλης, dat "zeker" betekent. Ook de Romeinen gebruikten het als afdichtmateriaal, zowel voor hun baden en waterreservoirs als voor hun aquaducten.

Vanaf de 20e eeuw wordt asfalt vooral gebruikt in asfaltbeton, dat als wegdek moet dienen. In 1870 ontwikkelde de Belgische chemicus Edmund J. Desmedt het moderne asfaltbeton. Desmedt was geëmigreerd naar de Verenigde Staten en werkte aan Columbia University in New York City. De eerste moderne asfaltweg kwam te liggen in Newark, New Jersey.

In 1900 patenteerde Frederick J. Warren een nieuw soort asfalt, dat hij 'bitulithisch' noemde, gemaakt van bitumen en minerale aggregaten. Sindsdien zijn er nog vele vernieuwingen op asfaltgebied geweest. Rectente ontwikkelingen zijn het toepassen van poreus asfalt (ZOAB - Zeer Open Asfaltbeton) en de ontwikkeling van dunne, geluidsarme deklagen.

Samenstelling van asfalt

Een asfaltmengsel kan qua samenstelling worden onderverdeeld in twee delen:

  • mineraal aggregaat
  • bindmiddelen

Het mineraal aggregaat kan weer worden onderverdeeld in de steen-, zand- en vulstoffractie. Kenmerkend voor asfalt is dat als bindmiddel bitumen wordt gebruikt.

Mineraal skelet

De grotere delen uit het mineraal aggregaat vormen samen het mineraal skelet; deze verzorgt het dragend vermogen van het asfaltmengsel. Afhankelijk van het soort asfalt wordt het mineraal skelet opgebouwd uit steenslag of grind, eventueel aangevuld met zand.

De poriën in het mineraal skelet kunnen worden opgevuld met vulstoffen en bindmiddelen. De bindmiddelen (bitumen) zorgen samen met de vulstoffen voor de samenhang van het mengsel. De vulling wordt verzorgd door bitumen en vulstof (bijvoorbeeld vliegas of kalksteenmeel), eventueel aangevuld met zand. Een vulling zonder zand heet ook wel mortel, terwijl een vulling met zand wordt aangeduid als mastiek [1].

Bitumen

Hoewel bitumen qua massapercentage het minst belangrijke ingrediënt is van een asfaltmengsel, is juist het gebruik van bitumen kenmerkend in vergelijking met bijvoorbeeld beton, dat geen bitumen maar cement als bindmiddel bevat. Bitumen is een visceuse vloeistof die van nature voorkomt in ruwe aardolie. Na fractionele destillatie kan het gescheiden worden van andere bestanddelen van de aardolie zoals nafta, benzine of diesel en blijft als zwaarste bestanddeel achter.

Bitumen heeft de bijzondere eigenschappen dat het goed hecht en bij verwarmen dun vloeibaar is. Het is een viskeus materiaal, waarvan de vervormbaarheid sterk afhangt van zowel het type bitumen, de temperatuur als de belastingstijd. Bij hogere temparaturen is het dun vloeibaar. Bij een korte belastingstijd gedraagt het zich elastisch, maar bij langdurige belasting plastisch (viskeus). Als het asfalt warm is kan het gemakkelijk in een vlakke stevige laag worden aangebracht. Na verdichting (door een wals en afkoeling is het hard en zeer draagkrachtig.

In het verleden werd in plaats van bitumen ook wel teer gebruikt als bindmiddel. Teer is een kunstmatig product dat verkregen wordt via 'destructieve distillatie' van steenkool. Vanwege het hoge gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) mag teer echter sinds 1990 in Europa niet meer worden toegepast in de wegenbouw [2]. Oude asfaltlagen kunnen echter nog teer bevatten, hetgeen extra voorzorgsmaatregelen vergt bij de verwijdering van oude asfaltlagen in verband met de gezondheid van de werknemers. Bovendien mocht in Nederland teerhoudend asfaltgranulaat als recyclingsproduct tot 2001 nog worden toegepast in onderlagen. Sinds 2001 streeft de Nederlandse overheid echter tot volledige verwijdering van teer uit de asfaltketen [3].

Toepassingen en eigenschappen

Asfalt bestaat uit mineraalaggregaat (zand en grind) en een bindmiddel, de bitumen. Voor verschillende toepassingen zijn verschillende mengsels mogelijk. Er wordt bij wegtoepassingen onderscheid gemaakt tussen onder-, tussen- en toplagen. De onderlagen verzorgen de krachtoverdracht op de ondergrond. De toplaag heeft als belangrijkste functie het leveren van de juiste rij-eigenschappen, zoals vlakheid, stroefheid, zichtbaarheid en waterafvoer. Asfalt wordt verwerkt bij een temperatuur van gemiddeld 160° C, al bestaan er nu ook mengsels die bij een lagere temperatuur verwerkt kunnen worden.

Een andere toepassing van asfalt is als waterdichte afdekking voor daken en in de waterbouw. Een duurzame waterdichtheid is een belangrijke eigenschap van asfalt voor dergelijke toepassingen. Dergelijk asfalt kenmerkt zich door een hoog percentage bindmiddel (mastiek).

Soorten asfalt

Door te variëren in de samenstelling van het asfalt, bijvoorbeeld de gradering (korrelgrootteverdeling) van het mineraal aggregaat, kunnen verschillende soorten asfalt worden geproduceerd.

Op basis van de verhouding tussen het mineraalskelet, vulling en eventuele porositeit is een driedeling in soorten asfaltmengsels mogelijk:

  • ondervulde mengsels
  • gevulde mengsels
  • overvulde mengsels

In een onvervuld mengsel is de holle ruimte in het mineraalskelet niet volledig gevuld, waardoor de poriën met elkaar in verbinding staan. Belangrijkste voordeel hiervan is de verbeterde afvoer van regenwater.

Bij een gevuld mengsel vormt het grove mineraal aggregaat nog juist een skelet, waarbij de holle ruimte van het skelet grotendeels gevuld is met mortel of mastiek. De poriën in dit type asfalt staan niet met elkaar in open verbinding. Een voordeel van gevulde poriën is dat de grovere bestanddelen van het mengsel beter aan elkaar hechten, waardoor de levensduur langer wordt.

In een overvuld mengsel is tenslotte zoveel mortel of mastiek aanwezig, dat er geen sprake meer is van een mineraal skelet. Het zand en steen ‘drijft’ als het ware in het vulmateriaal. In dit geval dient de mortel of het mastiek voldoende dragend vermogen te bezitten. [4]

Europese classificatie van asfaltmengsels

Tot voor kort kende ieder land in Europa een eigen categorisering van asfalt. In 2007 zijn echter nieuwe Europese normen voor asfalt geïmplementeerd, waardoor nu in heel Europa dezelfde typen categorieën asfaltmengsels worden onderscheiden (met tussen haakjes de Engelstalige benaming):

Van de hierboven beschreven categorieën wordt in Nederland en België zacht asfalt en warmgewalst asfalt niet of nauwelijks toegepast. Warmgewalst asfalt wordt vooral toegepast in Groot-Brittannië, terwijl zacht asfalt vooral in de Skandinavische landen wordt toegepast [5].

Van de hierboven beschreven mengsels zijn gietasfalt, een overvuld mengsel, en ZOAB, een ondervuld mengsel, te typeren als extremen. De twee belangrijkste hoofdsoorten gevulde mengsels zijn (gewoon) asfaltbeton (met mortelvulling) en steenmastiekasfalt (met mastiekvulling).

Traditionele en nieuwe asfalttypen in de Nederlandse wegenbouw

In Nederland wordt op basis van de oude categorisering binnen de continu gegradeerde asfaltmeng-sels onderscheid gemaakt tussen grindasfaltbeton, steenslagasfaltbeton, open en dicht asfaltbeton. In de Europese classificatie zijn dit allemaal varianten binnen de categorie asfaltbeton. Hieronder staan een aantal voorbeelden van asfalttypen, met enkele eigenschappen, waarbij nog de oude, in Nederland gebruikelijke, benamingen zijn aangehouden:

Naam Kenmerken Levensduur
Dicht Asfaltbeton (DAB) Traditionele en meest toegepaste deklaag. Dient als referentie onder andere voor het geluidsniveau van andere deklagen gemiddeld 17 jaar
Open Asfaltbeton (OAB) Een mengsel dat als tussenlaag gebruikt wordt. gemiddeld 17 jaar
Zeer Open Asfaltbeton (ZOAB) Voorziet meer dan 80 % van het autosnelwegennet. Voorkomt door de open structuur (waterdoorlatend) plasvorming. Spat- en stuifwater worden daardoor voorkomen waarmee het zicht voor de weggebruiker goed blijft. De geluidreductie (t.o.v. dicht asfaltbeton) verhoogde de toepassing en stimuleerde de ontwikkeling van geluidarme wegdekken. Zoab is wel duurder dan dicht asfaltbeton en moet eerder worden vervangen. 8-20 jaar, gemiddeld 10 jaar
LT-Asfalt (Lage Temperatuur Asfalt) Asfalt geproduceerd bij een temperatuur van 95°C. De eigenschappen van LT-Asfalt zijn gelijk aan die van normaal asfalt.Het principe is gebaseerd op schuimbitunen-technologie, waarbij productie en verwerking bij lage temperaturen mogelijk is, zonder dat kwaliteitsverlies optreedt. Grote voordeel van deze technologie is de verminderde hoeveelheid brandstof bij de productie, waardoor de CO2-uitstoot ca. 35% afneemt ten opzichte van reguliere asfaltbeton.
LEAB (Laag Energie Asfalt Beton) Asfalt geproduceerd bij een temperatuur van 95°C. De eigenschappen van LEAB zijn gelijk aan die van normaal asfalt
Fluisterasfalt (tweelaags zoab) Nog betere geluiddemping dan zoab (met 5 à 6 dB(A)) ook bij lagere snelheden (50 km/uur). Echter: vanwege de lage weerstand tegen wringend verkeer is tweelaags ZOAB niet geschikt voor wegen binnen de bebouwde kom gemiddeld 7 jaar
Asfalt met een dunne deklaag Dunne, met bovenlaag van tweelaags zoab te vergelijken deklaag. Relatief goedkoop vanwege gering materiaal per oppervlak waardoor er specifieke eigenschappen mogelijk worden (kleur, geluidreductie) gemiddeld 12 jaar
Steenmastiekasfalt (SMA) Geeft geen spoorvorming en enige geluidsreductie. Zeer geschikt voor toepassing binnen de bebouwde kom. gemiddeld 20 jaar
Mastiek Dunne laag asfalt, vermengd met fijn grind net als dakbedekking
Rollpave Een (nog experimentele) nieuwe vorm op- en afrolbaar asfalt dat geprefabriceerd op rollen wordt aangevoerd

De uiteindelijke levensduur is afhankelijk van onder andere gebruiksintensiteit en klimatologische omstandigheden.

Asfalt is tegenwoordig in bijna alle kleuren van de regenboog verkrijgbaar, zo kennen we rood asfalt voor fietspaden, groen voor een speelveld, en er zijn nog meer toepassingen te bedenken voor gekleurd asfalt

Funderingen voor asfalt verhardingen

Afhankelijk van de bestaande ondergrond, belasting en intensiteit wordt er een fundering gedimensioneerd. Veelal wordt er gekozen voor mengranulaat, zand, gebroken asfalt fundering en (hoogoven) slakken.

In grote lijnen zijn de soorten funderingen geschikt voor asfalt mengsels onder te verdelen in: Verhardigslagen van Steenmengsels' Steenmengsels die in een verwerkt kunnen worden: hoogovenslak, fosforslak, staalslak, LD-staalslak, elektro-ovenslak;

Hieronder vallen de onderstaande funderingen:

  • menggranulaat: een mengsel van gebroken betonpuin en gebroken metselwerkpuin;
  • betongranulaat: gebroken betonpuin;
  • Hydraulisch menggranulaat en hydraulisch betongranulaat: een mengsel van gebroken betonpuin en/of gebroken metselwerkpuin waaraan een stabilisator is toegevoegd;
  • Hoogovenslakmengsel: een mengsel van gebroken hoogovenslak, gegranuleerde hoogovenslak en eventueel LD-staalslak;
  • Fosforslakmengsel: een mengsel van gebroken fosforslakmengsel, gegranuleerde hoogovenslak en eventueel LD-staalslak;
  • LD-staalslak; een mengsel van gebroken LD-staalslak en gegranuleerde hoogovenslak.
Gebonden funderingen

Een met cement of bitumen (bijvoorbeeld schuimbitumen) gemengde laag korrelvormig materiaal Hieronder vallen de onderstaande funderingen:

  • gebonden asfaltgranulaat;
  • zandcement;
  • bitumineus gebonden (asfalt)granulaat.

Trivia

In het Engels heet asfaltbeton behalve "asphalt" ook wel "tarmac". Dit is een afkorting van "tarmacadam", een samenstelling van "tar" (teer) en "macadam" (de naam van een proces voor wegbedekking uitgevonden door de Schot John McAdam). In modern asfalt zit echter geen teer, en het wordt ook niet bereid volgens het macadamproces. De naam is ontstaan omdat wegenbouwers aan het begin van de 19e eeuw op het idee kwamen om stenen wegen met een laag teer te bedekken, dit om stofvorming en onderhoud te verminderen.


Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Asphalt op Wikimedia Commons

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º VBW Asfalt (2000), Asfalt in wegen- en waterbouw. Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt, Breukelen
  2. º CROW (1998), Leidraad omgaan met teerhoudend asfalt, publicatie 124
  3. º VROM Inspectie (2004), Weg met TAG: rapport ketenhandhaving Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG). [1]
  4. º VBW-Asfalt (2000), Asfalt in wegen- en waterbouw. Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt, Breukelen.
  5. º CROW (2007), Herziening RAW Deelhoofdstuk 31.2 Asfaltverhardingen. [2]
rel=nofollow
rel=nofollow