Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Elektrische Tram: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(bron: http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Elektrische_tram&action=edit&oldid=11429703 = zonder ingreep van Moira <+--DA Borgdorff +>)
 
k (typo -- dAb +>)
Regel 12: Regel 12:
==In België en Nederland==
==In België en Nederland==
In [[België]] reden eerste elektrische trams in [[1894]] in [[Brusselse tram|Brussel]]. Daarna kwamen ook in en tussen vele andere steden in België deze  trams in bedrijf. De eerste elektrische trams met bovenleiding in [[Nederland]] reden in 1899 tussen [[Haarlem]] en Zandvoort. Een jaar later, in 1900, reed de eerste elektrische stadstram in [[Amsterdamse tram|Amsterdam]]. De bijzondere [[accutram]] tussen [[Haagse tram|Den Haag]] en Scheveningen werd in 1904 opgevolgd door een 'beugeltram' met bovenleiding. In [[Rotterdamse tram|Rotterdam]] kwam ook de elektrische tram in 1905 in gebruik. Andere steden volgden. Het grootste interlocale elektrische trambedrijf werd de [[Blauwe Tram]] van de [[NZH]], die in Noord- en Zuidholland een uitgebreid net van tramlijnen exploiteerde.
In [[België]] reden eerste elektrische trams in [[1894]] in [[Brusselse tram|Brussel]]. Daarna kwamen ook in en tussen vele andere steden in België deze  trams in bedrijf. De eerste elektrische trams met bovenleiding in [[Nederland]] reden in 1899 tussen [[Haarlem]] en Zandvoort. Een jaar later, in 1900, reed de eerste elektrische stadstram in [[Amsterdamse tram|Amsterdam]]. De bijzondere [[accutram]] tussen [[Haagse tram|Den Haag]] en Scheveningen werd in 1904 opgevolgd door een 'beugeltram' met bovenleiding. In [[Rotterdamse tram|Rotterdam]] kwam ook de elektrische tram in 1905 in gebruik. Andere steden volgden. Het grootste interlocale elektrische trambedrijf werd de [[Blauwe Tram]] van de [[NZH]], die in Noord- en Zuidholland een uitgebreid net van tramlijnen exploiteerde.
{{zieook|Zie ook: [[Lijst van tramsteden in België]].}}
{{zieook|Zie ook: [[Lijst van tramsteden in Nederland]].}}


== Stroomafname ==
== Stroomafname ==
Regel 22: Regel 20:
== Gelijkspanning ==
== Gelijkspanning ==
De meeste trams rijden op [[gelijkstroom]], meestal met een spanning van 600 V of 750 V. Vroeger werden bij interlokale trams ook hogere spanningen toegepast, zoals 1200 V. Tot circa [[1980]] vond de vermogensregeling bij gelijkstroomtrams plaats met voorschakelweerstanden, die een deel van de elektrische energie omzetten in warmte. Ook werd de groepering van de [[tractiemotor]]en aangepast: ze werden in serie of parallel geschakeld. In de jaren na 1980 kwam de [[thyristor]]-sturing ([[chopper (elektronica)|chopper]]s) in zwang, en na 1990 de [[draaistroom]]tractie. Deze laatste twee zijn ieder energiezuiniger dan hun voorganger.  
De meeste trams rijden op [[gelijkstroom]], meestal met een spanning van 600 V of 750 V. Vroeger werden bij interlokale trams ook hogere spanningen toegepast, zoals 1200 V. Tot circa [[1980]] vond de vermogensregeling bij gelijkstroomtrams plaats met voorschakelweerstanden, die een deel van de elektrische energie omzetten in warmte. Ook werd de groepering van de [[tractiemotor]]en aangepast: ze werden in serie of parallel geschakeld. In de jaren na 1980 kwam de [[thyristor]]-sturing ([[chopper (elektronica)|chopper]]s) in zwang, en na 1990 de [[draaistroom]]tractie. Deze laatste twee zijn ieder energiezuiniger dan hun voorganger.  
{{zieook|Zie ook: [[Elektrische Tractie]].}}
*Zie ook: [[Elektrische Tractie]]
* Literatuur o.a.: HTM Light Rail Vehicle [[GTL8]] The Hague / D.A. Borgdorff - HTV - Den Haag, 2000 / ISBN 90-9013935-4
* Literatuur o.a.: HTM Light Rail Vehicle [[GTL8]] The Hague / D.A. Borgdorff - HTV - Den Haag, 2000 / ISBN 90-9013935-4
[[Categorie:Tram]]
[[Categorie:Tram]]
[[Categorie:Trammaterieel]]
[[Categorie:Trammaterieel]]

Versie van 30 aug 2008 16:47

Een elektrische tram is een tram die elektriciteit als energiebron gebruikt. Elektromotoren zorgen voor de voortbeweging van de tram. Ook het remmen gaat (mede) met behulp van de motoren en voorts met de handrem, luchtrem of elektrische railrem.

Motorwagen 164 uit 1908 van de Haagse tram met stroomafname d.m.v. een sleepbeugel.

|

Motorwagen NZH A327 uit 1913 in actie in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem.

|

Een Antwerpse tram van het type PCC-car.

|

Een gelede Amsterdamse tram. Dit tramtype deed dienst tussen 1974 en 2003.

|

Een klassieke nokkenschakelkast waarmee de rij- en remstroom van een elektrische tram wordt geregeld.

Eerste elektrische trams

De eerste elektrisch voortbewogen tram reed in 1881 in Berlijn. Dit was toen nog een experiment. Na 1890 groeide het aantal elektrische trams in diverse Europese landen en in Amerika. Vele paardentrams en stoomtrams werden, vooral in de steden, en later ook daarbuiten, vervangen door elektrische trams. Ook werd het nu mogelijk om meer hellingrijke trajecten met trams te berijden, waar dit met paarden- of stoomtractie niet mogelijk was.

In België en Nederland

In België reden eerste elektrische trams in 1894 in Brussel. Daarna kwamen ook in en tussen vele andere steden in België deze trams in bedrijf. De eerste elektrische trams met bovenleiding in Nederland reden in 1899 tussen Haarlem en Zandvoort. Een jaar later, in 1900, reed de eerste elektrische stadstram in Amsterdam. De bijzondere accutram tussen Den Haag en Scheveningen werd in 1904 opgevolgd door een 'beugeltram' met bovenleiding. In Rotterdam kwam ook de elektrische tram in 1905 in gebruik. Andere steden volgden. Het grootste interlocale elektrische trambedrijf werd de Blauwe Tram van de NZH, die in Noord- en Zuidholland een uitgebreid net van tramlijnen exploiteerde.

Stroomafname

De elektriciteit komt meestal niet uit een loodaccu, hoewel aanvankelijk de éérste typen elektrische trams daarmee werden uitgerust. In Nederland is dit slechts toegepast bij de reeds in 1890 geleverde accutrams, die reden tussen Den Haag en Scheveningen. Om bedrijfseconomische redenen werden ze al in 1904 vervangen door een 'beugeltram'.

Bij elektrische trams wordt de elektriciteit meestal aangevoerd door een draad (bovenleiding) die boven de trambaan hangt. Elektrische stroom wordt door de stroomafnemer naar de tram gevoerd, waar deze wordt gebruikt om de motoren te laten werken. Vroeger als stroomafnemer een trolleystang, sleepbeugel of lyrabeugel gebruikt, tegenwoordig zijn (bijna) alle trams voorzien van een pantograaf. De retourstroom verlaat via de wielen en de rails de tram.

Gelijkspanning

De meeste trams rijden op gelijkstroom, meestal met een spanning van 600 V of 750 V. Vroeger werden bij interlokale trams ook hogere spanningen toegepast, zoals 1200 V. Tot circa 1980 vond de vermogensregeling bij gelijkstroomtrams plaats met voorschakelweerstanden, die een deel van de elektrische energie omzetten in warmte. Ook werd de groepering van de tractiemotoren aangepast: ze werden in serie of parallel geschakeld. In de jaren na 1980 kwam de thyristor-sturing (choppers) in zwang, en na 1990 de draaistroomtractie. Deze laatste twee zijn ieder energiezuiniger dan hun voorganger.