Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Frans-Vlaams: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


==Frans-Vlaanderen==
==Frans-Vlaanderen==
De Franse Westhoek is de streek die rond Duinkerke en de wijde omgeving rond [[Hazebroek]] tot aan de Frans-Belgische grens (’de schreve’). Dit gebied wordt vaak Frans-Vlaanderen genoemd, maar het eigenlijke Frans-Vlaanderen omvat ook Rijsels-Vlaanderen. De inwoners beschouwen zich als Vlamingen of zijn zich bewust van hun Vlaamse achtergrond.
De Franse Westhoek is de streek die rond [[Duinkerke]] en de wijde omgeving rond [[Hazebroek]] tot aan de Frans-Belgische grens (’de schreve’). Dit gebied wordt vaak Frans-Vlaanderen genoemd, maar het eigenlijke Frans-Vlaanderen omvat ook Rijsels-Vlaanderen. De inwoners beschouwen zich als Vlamingen of zijn zich bewust van hun Vlaamse achtergrond.


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
Vanouds worden Vlaamse dialecten gesproken in de streek die nu Frans-Vlaanderen. In de regio leven vandaag spreken tussen de 80.000 en 120.000 mensen in de regio, die zich Vlaams noemen, nog steeds het zogenaamde Westhoek-Vlaams. Het bestaat uit een aantal verschillende dialecten die naadloos overgaan in de naburige West-Vlaamse dialecten van België.
Vanouds worden Vlaamse dialecten gesproken in de streek die nu [[Frans-Vlaanderen]] is. In de regio leven vandaag tussen de 80.000 en 120.000 mensen die zich Vlaams noemen en nog steeds het Westhoek-Vlaams / Frans-Vlaams spreken. Frans-Vlaams bestaat uit een aantal verschillende dialecten die naadloos overgaan in de naburige West-Vlaamse dialecten van België.


Bij de Franse Vlamingen is het schoolsysteem sinds 1853 zuiver Franstalig. Het gebruik van het Vlaams als onderwijstaal in de scholen werd in 1880 officieel verboden.
Bij de Franse Vlamingen is het schoolsysteem sinds 1853 zuiver Franstalig. Het gebruik van het Vlaams als onderwijstaal in de scholen werd in 1880 officieel verboden.
Regel 11: Regel 11:
Er bleef een bescheiden literaire activiteit bestaan in het Frans-Vlaams, dat bevorderd werd door het in 1853 opgerichte Comité Flamand de France. Aangezien het Vlaams geen officiële status had en op school niet onderwezen werd, stond het plaatselijke Vlaams buiten de Nederlandse [[Taalunie]] en drongen de spellingshervormingen van het moderne Standaardnederlands niet door tot in de Franse Westhoek. Men bewaarde een spelling, gebaseerd op het Zuid-Nederlands dat in het begin van de 19e eeuw in Belgisch Vlaanderen werd ingevoerd.
Er bleef een bescheiden literaire activiteit bestaan in het Frans-Vlaams, dat bevorderd werd door het in 1853 opgerichte Comité Flamand de France. Aangezien het Vlaams geen officiële status had en op school niet onderwezen werd, stond het plaatselijke Vlaams buiten de Nederlandse [[Taalunie]] en drongen de spellingshervormingen van het moderne Standaardnederlands niet door tot in de Franse Westhoek. Men bewaarde een spelling, gebaseerd op het Zuid-Nederlands dat in het begin van de 19e eeuw in Belgisch Vlaanderen werd ingevoerd.


Tegenwoordig wordt het Frans Westhoeks Vlaams beschouwd als een dakloos dialect van het Nederlands, dat een groot deel van zijn basiswoordenschat aan het Middelnederlands heeft ontleend en ook sterk door het Frans is beïnvloed. Sinds de jaren twintig wordt getracht het te oriënteren op het moderne Standaardnederlands. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het [[Vlaamsch Nationaal Verbond]] opgeheven.
Tegenwoordig wordt het Frans Westhoeks Vlaams beschouwd als een dakloos dialect van het Nederlands, dat een groot deel van zijn basiswoordenschat aan het Middelnederlands heeft ontleend en ook sterk door het Frans is beïnvloed. Sinds de jaren twintig wordt getracht het te oriënteren op het moderne Standaardnederlands. Tot aan den [[Tweede Wereldoorlog]] werd thuis en onder elkaar gewoonlijk de plaatselijke vorm van West-Vlaams gesproken. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het [[Vlaamsch Nationaal Verbond]] opgeheven. De collaboratie zorgde ervoor dat Vlaams verdacht was en dat ouders vaak besloten hun kinderen in het Frans op te voeden.


Toen in 1951 de Loi Deixonne over de minderheidstalen in Frankrijk werd aangenomen, werden verschillende regionale talen voor het eerst als facultatief schoolvak ingesteld (Baskisch, Bretoens, Catalaans, Occitaans), maar Vlaams, Corsicaans en Elzassisch bleven echter voorlopig uitgesloten, omdat ze werden beschouwd als dialecten van een standaardtaal (Nederlands, Italiaans of Duits) en dus geen potentiële schrijftaal waren.
Toen in 1951 de Loi Deixonne over de minderheidstalen in Frankrijk werd aangenomen, werden verschillende regionale talen voor het eerst als facultatief schoolvak ingesteld (Baskisch, Bretoens, Catalaans, Occitaans), maar Vlaams, Corsicaans en Elzassisch bleven echter voorlopig uitgesloten, omdat ze werden beschouwd als dialecten van een standaardtaal (Nederlands, Italiaans of Duits) en dus geen potentiële schrijftaal waren.
Regel 18: Regel 18:


==Toestand==
==Toestand==
Tot aan den [[Tweede Wereldoorlog]] werd gewoonlijk een vorm van West-Vlaams gesproken. Sindsdien is het gebruik van het Frans-Vlaams achteruitgegaan. Intussen spreken enkel nog oudere mensen op het platteland nog Vlaams. Volgens een een EU-onderzoek zijn er nog ongeveer 20 000 mesnen die de taal dagelijks spreken en circa 40 000 occasionele sprekers. Jonge Frans-Vlamingen krijgen gewoonlijk in de eerste plaats les in het Frans om gemakkelijk werk te vinden, of leren het officiële Nederlands als tweede taal.
Intussen spreken enkel nog oudere mensen op het platteland nog Vlaams. Volgens een een EU-onderzoek zijn er nog ongeveer 20 000 mensen die de taal dagelijks spreken en circa 40 000 occasionele sprekers. Jonge Frans-Vlamingen krijgen gewoonlijk in de eerste plaats les in het Frans om gemakkelijk werk te vinden, of leren het officiële Nederlands als tweede taal.


Volgens de verwachtingen zou het gebruik van het Frans-Vlaams verder achteruit gaan, en zou bijna niemand het nog spreken binnen een volgende generatie. De Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale (AVNT) probeert het tij te doen keren door taalcursussen te organiseren. In 2006 waren er meer dan 300 studenten, vooral volwassenen die met de Franse taal opgevoed zijn maar die de taal van hun voorouders opnieuw willen leren.
Volgens de verwachtingen zou het gebruik van het Frans-Vlaams verder achteruit gaan, en zou bijna niemand het nog spreken binnen een volgende generatie. De Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale (AVNT) probeert het tij te doen keren door taalcursussen te organiseren. In 2006 waren er meer dan 300 studenten, vooral volwassenen die met de Franse taal opgevoed zijn maar die de taal van hun voorouders opnieuw willen leren.
Regel 25: Regel 25:
Het Vlaams kreeg geen wettelijke status van de Franse regering. In 2006 besloot het Franse ministerie van onderwijs om het onderwijs van de plaatselijke Vlaamse taal te steunen. Binnen dit kader begon er in september 2007 in Rijsel (in de Académie de Lille) een experiment van drie jaar onderwijs in het Frans-Vlaams.
Het Vlaams kreeg geen wettelijke status van de Franse regering. In 2006 besloot het Franse ministerie van onderwijs om het onderwijs van de plaatselijke Vlaamse taal te steunen. Binnen dit kader begon er in september 2007 in Rijsel (in de Académie de Lille) een experiment van drie jaar onderwijs in het Frans-Vlaams.


De Vlaamse Overheid in België was geen voorstander van dit project.<ref>http://www.anvt.org/news/fichiers/ANVTauRectorat20070524.pdf</ref> Omdat men vond dat men beter standaard Nederlands zou onderwijzen dan een plaatselijk dialect. De AVNT ziet hun regionale Vlaamse taal niet als een dialect maar als een zustertaal van het Nederlands. De taalproblematiek ligt dus aan beide kanten van de grens gevoelig.
De Vlaamse Overheid in België was geen voorstander van dit project,<ref>http://www.anvt.org/news/fichiers/ANVTauRectorat20070524.pdf</ref> omdat men vond dat men beter standaard Nederlands zou onderwijzen dan een plaatselijk dialect. De AVNT ziet hun regionale Vlaamse taal niet als een dialect maar als een zustertaal van het Nederlands. De taalproblematiek ligt dus aan beide kanten van de grens gevoelig.


== Verenigingen ==
== Verenigingen ==
Er zijn recent privé-verenigingen ontstaan proberen de plaatselijke Vlaamse taal, cultuur en tradities nieuw leven in te blazen:
Er zijn recent privé-verenigingen ontstaan die proberen de plaatselijke Vlaamse taal, cultuur en tradities nieuw leven in te blazen:


*'''ANVT''': [[Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale]]
*'''ANVT''': [[Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale]]
Regel 43: Regel 43:
De verenigingen zijn vaak [[folklore|folkloristisch]] van aard. Sommige verenigingen verdwijnen na korte tijd, zoals '''Tegaere Toegaen''' dat opgericht werd om Vlaams taalonderwijs te geven in colleges.
De verenigingen zijn vaak [[folklore|folkloristisch]] van aard. Sommige verenigingen verdwijnen na korte tijd, zoals '''Tegaere Toegaen''' dat opgericht werd om Vlaams taalonderwijs te geven in colleges.


Jean-Louis Marteel, een activist uit Duunkerke, gaf een cursus uit<ref>''Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen, Méthode d'apprentissage du dialecte des Flamands de France (Westhoek)'', 1992, [[Duinkerke|Dunkerque]], Miroirs Éditions, [[Het Reuzekoor]], ISBN 2-84003-005-5, 447 pp.</ref> over over het (Frans) Vlaams, geschreven in het Frans.
Jean-Louis Marteel, een activist uit Duinkerke, gaf een cursus uit over over het (Frans) Vlaams, geschreven in het Frans.<ref>''Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen, Méthode d'apprentissage du dialecte des Flamands de France (Westhoek)'', 1992, [[Duinkerke|Dunkerque]], Miroirs Éditions, [[Het Reuzekoor]], ISBN 2-84003-005-5, 447 pp.</ref>
 


Men kan ook een cd bestellen op de site van het ANVT (Op de website kan men stukjes beluisteren.)
Men kan ook een cd bestellen op de site van het ANVT (Op de website kan men stukjes beluisteren.)

Versie van 22 mrt 2023 07:26

Frans-Vlaams (ter plaatse geschreven als Fransch Vlaemsch, Vlamsch of Vlemsch of ook nuuze Vlaamsche taele) es de oorspronkelijke West-Vlaamse streektaal van de Vlamingen in den Franse Westhoek in het noorden van Frankrijk.

Frans-Vlaanderen

De Franse Westhoek is de streek die rond Duinkerke en de wijde omgeving rond Hazebroek tot aan de Frans-Belgische grens (’de schreve’). Dit gebied wordt vaak Frans-Vlaanderen genoemd, maar het eigenlijke Frans-Vlaanderen omvat ook Rijsels-Vlaanderen. De inwoners beschouwen zich als Vlamingen of zijn zich bewust van hun Vlaamse achtergrond.

Geschiedenis

Vanouds worden Vlaamse dialecten gesproken in de streek die nu Frans-Vlaanderen is. In de regio leven vandaag tussen de 80.000 en 120.000 mensen die zich Vlaams noemen en nog steeds het Westhoek-Vlaams / Frans-Vlaams spreken. Frans-Vlaams bestaat uit een aantal verschillende dialecten die naadloos overgaan in de naburige West-Vlaamse dialecten van België.

Bij de Franse Vlamingen is het schoolsysteem sinds 1853 zuiver Franstalig. Het gebruik van het Vlaams als onderwijstaal in de scholen werd in 1880 officieel verboden.

Er bleef een bescheiden literaire activiteit bestaan in het Frans-Vlaams, dat bevorderd werd door het in 1853 opgerichte Comité Flamand de France. Aangezien het Vlaams geen officiële status had en op school niet onderwezen werd, stond het plaatselijke Vlaams buiten de Nederlandse Taalunie en drongen de spellingshervormingen van het moderne Standaardnederlands niet door tot in de Franse Westhoek. Men bewaarde een spelling, gebaseerd op het Zuid-Nederlands dat in het begin van de 19e eeuw in Belgisch Vlaanderen werd ingevoerd.

Tegenwoordig wordt het Frans Westhoeks Vlaams beschouwd als een dakloos dialect van het Nederlands, dat een groot deel van zijn basiswoordenschat aan het Middelnederlands heeft ontleend en ook sterk door het Frans is beïnvloed. Sinds de jaren twintig wordt getracht het te oriënteren op het moderne Standaardnederlands. Tot aan den Tweede Wereldoorlog werd thuis en onder elkaar gewoonlijk de plaatselijke vorm van West-Vlaams gesproken. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het Vlaamsch Nationaal Verbond opgeheven. De collaboratie zorgde ervoor dat Vlaams verdacht was en dat ouders vaak besloten hun kinderen in het Frans op te voeden.

Toen in 1951 de Loi Deixonne over de minderheidstalen in Frankrijk werd aangenomen, werden verschillende regionale talen voor het eerst als facultatief schoolvak ingesteld (Baskisch, Bretoens, Catalaans, Occitaans), maar Vlaams, Corsicaans en Elzassisch bleven echter voorlopig uitgesloten, omdat ze werden beschouwd als dialecten van een standaardtaal (Nederlands, Italiaans of Duits) en dus geen potentiële schrijftaal waren.

Tegenwoordig treden kleine reizende theaters uit België op in Frans-Vlaanderen en bevorderen zo indirect het bestaan van het Nederlands aldaar.

Toestand

Intussen spreken enkel nog oudere mensen op het platteland nog Vlaams. Volgens een een EU-onderzoek zijn er nog ongeveer 20 000 mensen die de taal dagelijks spreken en circa 40 000 occasionele sprekers. Jonge Frans-Vlamingen krijgen gewoonlijk in de eerste plaats les in het Frans om gemakkelijk werk te vinden, of leren het officiële Nederlands als tweede taal.

Volgens de verwachtingen zou het gebruik van het Frans-Vlaams verder achteruit gaan, en zou bijna niemand het nog spreken binnen een volgende generatie. De Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale (AVNT) probeert het tij te doen keren door taalcursussen te organiseren. In 2006 waren er meer dan 300 studenten, vooral volwassenen die met de Franse taal opgevoed zijn maar die de taal van hun voorouders opnieuw willen leren.

Status

Het Vlaams kreeg geen wettelijke status van de Franse regering. In 2006 besloot het Franse ministerie van onderwijs om het onderwijs van de plaatselijke Vlaamse taal te steunen. Binnen dit kader begon er in september 2007 in Rijsel (in de Académie de Lille) een experiment van drie jaar onderwijs in het Frans-Vlaams.

De Vlaamse Overheid in België was geen voorstander van dit project,[1] omdat men vond dat men beter standaard Nederlands zou onderwijzen dan een plaatselijk dialect. De AVNT ziet hun regionale Vlaamse taal niet als een dialect maar als een zustertaal van het Nederlands. De taalproblematiek ligt dus aan beide kanten van de grens gevoelig.

Verenigingen

Er zijn recent privé-verenigingen ontstaan die proberen de plaatselijke Vlaamse taal, cultuur en tradities nieuw leven in te blazen:

  • ANVT: Akademie voor Nuuze Vlaamsche Tale
  • MDSK: Vlaanderen in Frankrijk met de Michiel de Swaen-kring
  • Het Reuzekoor: cultureel-muzikale vereniging
  • Yser Houck: vereniging voor de bescherming van het historisch patrimonium van Volckerinckhove en omstreken
  • De Katjebei: vereniginge voor het heropleven van de Vlaamse cultuur in Frankrijk
  • Le Comité Flamand de France
  • SOS Blootland
  • Menschen lyk wyder: Volkstoneel in Frans-Vlaanderen
  • Flor Barbry's Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen
  • Association Foirante

De verenigingen zijn vaak folkloristisch van aard. Sommige verenigingen verdwijnen na korte tijd, zoals Tegaere Toegaen dat opgericht werd om Vlaams taalonderwijs te geven in colleges.

Jean-Louis Marteel, een activist uit Duinkerke, gaf een cursus uit over over het (Frans) Vlaams, geschreven in het Frans.[2]

Men kan ook een cd bestellen op de site van het ANVT (Op de website kan men stukjes beluisteren.)

rel=nofollow
 
  1. º http://www.anvt.org/news/fichiers/ANVTauRectorat20070524.pdf
  2. º Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen, Méthode d'apprentissage du dialecte des Flamands de France (Westhoek), 1992, Dunkerque, Miroirs Éditions, Het Reuzekoor, ISBN 2-84003-005-5, 447 pp.