Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan Spaander: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Jan_Spaander&oldid=53695908 25 apr 2019 14)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
<big>1914-1988</big>
Dr. '''Jan Spaander''' (roepnaam '''Jip''') ([[Oostwoud]], [[6 december]] [[1914]] – [[Amsterdam]], [[20 mei]] [[1988]]) (woonplaats Bilthoven) was in zijn laatste functie Directeur Generaal van het [[Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu|Rijksinstituut voor de Volksgezondheid]] ([[RIVM]])
 


  <big>1. '''BIOGRAFIE'''</big>
==Leven==
Spaander werd begin 1939 door prof. J. G. G. Borst als arts-assistent interne geneeskunde aangenomen in het [[Binnengasthuis (Amsterdam)|Binnengasthuis]]. In september van dat jaar, direct na het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]], werd Spaander gemobiliseerd als geneeskundig reserve[[officier van gezondheid]]. Tijdens de mobilisatie besloot het Hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis de bestaande vredes-donordiensten van het Rode Kruis te bundelen. De bedoeling was om zo tot een landelijke dienst te komen, zowel in oorlogs- als in vredestijd.<ref>Tellegen, A.O.H. ''Ervaringen opgedaan bij organiseren van bloedtransfusiediensten voor oorlogstijd.'' N.T.v.G. 84, (1940) 2528</ref><ref>Centrale Bloedtransfusie-Commissie NRK. Overzicht van de werkzaamheden der Nederlandsche Roode Kruis Bloedtransfusiediensten tijdens de oorlogsdagen en daarna. Den Haag, 1 februari 1942</ref>


Dr. '''Jan Spaander''' (roepnaam in professionele kringen: Jip) Geboren 6 december 1914 te Oostwoud.<br>
Spaander promoveerde in 1942 onder leiding van prof. Borst op het proces van bewaren van bloed en de houdbaarheidsduur van geconserveerd bloed.<ref>Spaander, J. ''Over bewaard bloed''. Proefschrift Gemeente Universiteit Amsterdam (1942)</ref> In datzelfde jaar ging de leiding van de afdeling van Borst over in handen van een medische SS-officier. Dit was reden voor Spaander om te vertrekken uit de interne kliniek en met de hulp van de directie van het Binnengasthuis het laboratorium over te plaatsen naar een wat onopvallender hoek.
Overleden 20 mei 1988 in het AMC te Amsterdam (woonplaats Bilthoven)<br>
'''Ouders''': Pieter Gerritzoon Spaander 1886-1962 en Vokeltje Ruiter 1889-1985<br>
'''Gehuwd''' met C. M. Carsjes (Roepnaam Noontje) 1941, weduwnaar sinds januari 1944<br>
Zoon: Pieter-Joannes 1943<br>
'''Hertrouwd''' met C.C.M. Spaander (roepnaam Corrie) 1946<br>
Dochter: Maria Vokeltje Anneke 1948<br>
Zoon: Melgert 1949<br>
Zoon: Maarten Geurt 1952<br>


'''Opleiding''': Rijks HBS Hoorn (1931) ; Medicijnen UvA (1938) ; Promotie ( 1942 “Over het Bewaren van Bloed”) ; Doctor Honoris Causa in de Geneeskunde voor zijn grote verdienste op het gebied van de Volksgezondheid (1980) <br>
Vanaf 1 januari 1943 werd er over dit laboratorium gesproken als het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB) en werd Spaander als directeur aangesteld door het Nederlandse Rode Kruis. Het distributiesysteem van het CLB was er op gericht om de voorraden centraal beperkt te houden en in de landelijke ziekenhuizen zo groot mogelijk te maken. Op die manier zou het mogelijk zijn bij calamiteiten, zware bombardementen en verwachte bevrijdingsoperaties, in alle rayons zo effectief mogelijke hulp te verlenen aan de getroffenen. Gedurende de [[slag om Arnhem]] werden bij Apeldoorn ook de Engelse gewonden door de Bloedtransfusiedienst van bloed voorzien.<ref>Spaander, J. ''Dutch blood-transfusion service during the German occupation''. [[The Lancet]] (1947) 494</ref> In 1949 werd het vernieuwde CLB onder grote internationale belangstelling geopend. Na 1950 ontplooide het CBL zich verder onder leiding van prof. [[J. J. van Loghem]].


Van 1950 tot zijn pensionering in december 1979 was Spaander eerst Algemeen Directeur en sinds 1966 Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIV huisde in 1950 in het Sterrenbos te Utrecht. Dit RIV was – volgens veel volksgezondheidsautoriteiten – bij lange na niet geworden wat het vanaf haar oprichting in 1910 had moeten zijn, namelijk: „een instituut om het Hygiënisch Staatstoezicht wetenschappelijk te doorstrálen”.<ref>prof. dr. J. J. van Loghem sr. in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde, oktober 1948)</ref>
Spaander startte een groots nieuwbouwproject in Bilthoven dankzij een bijdrage van de [[Marshallplan]]-hulpgelden. Het RIV beschikte vanouds over artsen en dierenartsen. Spaander breidde het uit met andere beoefenaren van andere disciplines, zoals chemici, biologen, farmaceuten, natuurkundigen, technici, en wiskundigen. Schone lucht, bodem en water werden toegevoegd aan de uitdagingen van het gezondheidsbeleid.<ref>Rijksinstituut voor de Volksgezondheid. Annual Report, Bilthoven 1978)</ref> Naast het herkennen, opsporen, bestrijden en voorkomen van ziekteverwekkers (pokken, geslachtsziekten enz.), van bronnen van fysische (bijvoorbeeld radioactieve stoffen)<ref>Spaander, J. ''De gevaren verbonden aan toenemend contact van de bevolking met ioniserende stralen'', NTvG 100 (43) (1956) 3110-3118</ref> en chemische verontreiniging, en van geluidshinder, werd ook psychohygiëne in het gezondheidsbeleid geïntegreerd. Bij zijn pensionering waren er meer dan 1000 medewerkers actief in de zes sectoren van het instituut: [[microbiologie]]], [[milieuhygiëne]], [[farmacologie]], [[immunologie]], [[epidemiologie]] en [[toxicologie]]/levensmiddelen. In het laboratorium voor toxicologie werd binnen 48-uur het [[endosulfan]] ontdekt als oorzaak van grootschalige vissterfte op 23 juni [[1969]] in de Rijn. Een primeur waarmee internationaal aanzien werd verworven en dat de basis vormde voor intensieve samenwerking met Duitsland.<ref>''Cooperation between the Netherlands and the Federal Republic of Germany on air pollution'', 1978, ed. Umweltbundesamt Berlin)</ref> Aan het eind van zijn loopbaan heeft Spaander kunnen bijdragen aan de [[milieueffectrapportage]] (MER).<ref>''Omtrent het wetsontwerp milieu effect rapportage''. Een uitgave van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (1981) Staatsuitgeverij</ref>


  <big>2. '''LOOPBAAN & FUNCTIES'''</big><br>
Spaander werd meerdere malen onderscheiden voor zijn werk. Zo was hij Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, Grootofficier in de Orde van Leopold II, Commandeur in de Kroonorde van België, Bundes Verdienst Kreuz van de Duitse Bundesrepubliek en Drager van het Kruis van Verdiensten van het Nederlandse Rode Kruis.


Loopbaan: arts-assistent Binnen Gasthuis (1939-1943) ; Directeur Centraal Laboratorium Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis (1943-1950) ; Algemeen Directeur (per 1 november 1966 Directeur Generaal) Rijks Instituut voor de Volksgezondheid RIV (in 1984 ontstond door samenvoeging van het RIV, het Rijksinstituut voor Drinkwater-voorziening (RID) en de Stichting Verwijdering Afvalstoffen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM ) (1950-1980)<br>
In 1980 kreeg hij een Eredoctoraat in de Geneeskunde voor zijn grote verdienste op het gebied van de Volksgezondheid.


WHO Consultancies:
==Externe links==
                                    WHO Expert Panel on Public Health Laboratories
*[https://www.ntvg.nl/artikelen/spaander-directeur-generaal-van-het-rijksinstituut-voor-de-volksgezondheid-1950-1979 Betreft penning die directeurschap van Spaander memoreert]
                                    WHO Advisory Group on the Collaboration of Public Health of Public Health Laboratories in Europe
*[https://www.ntvg.nl/artikelen/memoriam-drjspaander In memoriam]
                                    WHO/IAEA/FAO Expert Committee on Irradiated Food
                                    WHO Standardization of diagnostic methods and materials
                                    WHO Health Related monitoring of environment
                                    WHO Expert Panel on Biological Standardization
                                    WHO Conference on Research and Development of Biologicals<br>


Lidmaatschap Internationale Organisaties:   
{{Appendix}}
a. Scientific Societies:        Royal Society of Health
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q63341118 }}
                                    Royal Society of Medicine
                                    Biochemical Society
                                    International Society of Hematology
                                    International Society of Blood Transfusion
                                    European Society of Nuclear Methods in Agriculture
                                    Gesellschaft für Nuklearmedizin, Berlin
                                    Honorary Member der Gesellschaft für Boden, Wasser und Lufthygiene
b. International Governmental Bodies: Voorzitter van:
                                    Intern. Comitte for Standardization in Haematology 
                                    Committee Radioactivity of the International Committee
                                      for the Protection of the Rhine aganist Pollution
                                    Scientific and Technical Committee for the Research of
                                    Man-made mineral fibers<br>
Lidmaatschap Nationale Organisaties:
                                    Nederlandse Internisten Vereniging NIV
                                    Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH)
                                    Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie NVKC
                                    Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM)
                                    Nederlandse Vereniging voor Radiobiologie NVRD
                                    Nederlandse Vereniging voor Oncologie NVvO 
                                    Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne (NVS)
                                    Vereniging voor Gezondheidsrecht (VGR)<br>
 
      Voorzitter en lid van: 
                                      Landelijke Stuurgroep Onderzoek Milieuhygiëne
                                      Milieu Effect Rapportage (MER)
                                      Commissie Planning Milieuhygiënisch Onderzoek van TNO
                                      Coördinatie Commissie Kwaliteitsbeheersing Laboratoriumonderzoek
                                      Commissie Algemeen Besluit van de Advies Commissie Warenwet<br>


      Lid van onder meer:    
{{DEFAULTSORT:Spaander, Jan}}
                                      Centrale Raad voor de Volksgezondheid
[[Categorie: Nederlands medicus]]
                                      Gezondheidsraad
[[Categorie: Nederlands ambtenaar]]
                                      Voedingsraad
[[Categorie: Ridder]]
                                      Raad inzake de Luchtverontreiniging
[[Categorie: Geboren in Oostwoud]]
                                      Adviescommissie Warenwet
[[Categorie: Overleden in Amsterdam]]
                                      Centrale Medische Bloedtransfusie Commissie
[[Categorie: Geboren in 1914]]
                                      Commissie Internationale Milieuvraagstukken
[[Categorie: Overleden in 1988]]
                                      Interdepartementaal Overleg Milieuvraagstukken/Wetenschapsbeleid/
                                      Kernenergie
                                      Nederlandse Stichting voor Medische Ontwikkelingssamenwerking<br>
 
 
Buiten het RIVM:                     Voorzitter Children’s International Summervillages (CISV)
                                      Voorzitter Nederlands Comité voor Kinderpostzegels
                                      Voorzitter Nederlandse Mozart Vereniging<br><br>
 
 
  <big>3.  '''LEVENSWERK'''</big><br>
 
Van 1950 tot zijn pensionering in december 1979 was Doctor Jan Spaander eerst Algemeen Directeur en sinds 1966 Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid. Toen hij in 1950 benoemd werd was hij nog maar 36 jaar oud. Daar was al een indrukwekkende carrière aan voorafgegaan als oprichter en directeur van het Centraal Laboratorium voor de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis. 
Dr. Spaander, werd door prof. dr. R.B.J.C. van Oort gekarakteriseerd als een man uit één stuk, rijk getalenteerd, ongelooflijk werklustig, taai vasthoudend, en weergaloos overtuigend. Hij is de bouwer, de vernieuwer en geestelijk vader van het na-oorlogse RIV. Dit instituut dat in 1950 ongeveer 200 personeelsleden telde, huisde in het Sterrenbos te Utrecht en – volgens veel volksgezondheidsautoriteiten - bij lange na niet geworden wat het vanaf haar oprichting in 1910 had moeten zijn, namelijk: “een instituut om het Hygiënisch Staatstoezicht wetenschappelijk te doorstrálen” (aldus prof. dr. J.J. van Loghem in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde, oktober 1948). Dr. Spaander voelde zich uitgedaagd, vooral ook omdat het perspectief van de Marshall-hulpgelden lonkte, en ging in op het klemmende verzoek van prof. Dr. P. Muntendam: “bouw daar in Utrecht een verjongd en vernieuwd volksgezondheidsinstituut op”.
Dr. Spaander zette er vanaf het eerste moment volledig zijn schouders onder, gaf zichzelf een proeftijd van twee jaar en kon nog tijdens die proeftijd een groots nieuwbouwproject starten in Bilthoven. Het huidige complex aldaar - met de doorgroei in de periode die op zijn pensionering volgde - getuigt van zijn visionaire blik en zijn enorme prestatievermogen.
Voor dat scheppingsproces had dr. Spaander een visie ontwikkeld tijdens zijn Amsterdamse leerjaren bij prof. dr. Van Loghem. In dat concept vormde [ook] de milieuhygiëne een essentieel onderdeel, nog vóór die term bestond. Het was alsof Spaander het in 1950 allemaal al had voorzien: de radioactieve neerslag door kernbomproeven (tegen 1960), de giftige chemische stoffen in het oppervlaktewater (tien jaar later), de grootschalige luchtverontreinigingsproblematiek uit diezelfde tijd. Het RIV beschikte vanouds over medici en veterinairen. Dr. Spaander breidde dit uit met tal van  andere discipline-beoefenaren, zoals onder meer chemici, biologen, farmaceuten, natuurkundigen, technici, en wiskundigen. “Ons land is”, zo zei hij wel erg bescheiden, “net klein genoeg om al die disciplines onder één dak te kunnen herbergen”.
Dr. Spaander was in hart en nieren een wetenschapsman. Daarvan getuigen zijn talloze publicaties over bloedtransfusie, biologische standaardisatie, stralingsbescherming, de organisatie van de gezondheidsbescherming en de opzet van volksgezondheidslaboratoria [komma] alsmede zijn internationale inspanningen. Bijna moeiteloos was het door hem vernieuwde en uitgebouwde RIV(M) al vroeg toegerust voor en opgewassen tegen de problemen van de milieuvervuiling toen deze zich in de 60-er jaren aandienden.
Prof. Dr. R. Gispen, een van de drie sectordirecteuren van het RIV(M) schetste Spaander’s belangrijkste eigenschap treffend, op de volgende wijze: ‘zijn enorme overtuigingskracht was de basis van al zijn successen. Als Spaander een doel voor ogen zag dan leefde hij in de geest al in de toekomst waarin dat doel bereikt is. Vanuit die geesteshouding sprak hij in zodanig concrete termen tegen je, dat je vrijwel direct tot de overtuiging kwam dat het eigenlijk te gek is om nog langer te talmen. Je schrok er zogezegd van dat de actuele situatie nog zo ver was verwijderd van Spaander’s ideaalbeeld’.
Bij zijn pensionering bekende dr. Spaander dat het hem dwars zat dat het instituut nog niet ‘af was’.
Dr. J. Spaander: de bouwer, de organisator, de wetenschapsman, de internationale autoriteit, met een vruchtbare combinatie van een uitstekend verstand en een enorme daadkracht. Misschien was hij  bij tijden een wat zakelijk overkomende leider, maar dat maakte hem niet minder bekwaam.<br>
<br>
  <big>4.  '''PUBLICATIES'''</big><br>
 
''PUBLICATIES Dr.J.Spaander''<br>
 
1. Shocktoestand en bloedtransfusie, Geneesk. Bladen, 38e reeks, nr. IX/X (1941) 269-338 Ed. Erven Bohn, Haarlem<br>
2. Verbetering van de bloedtransfusietechniek, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde NTvG 85 (3) (1941) 272-276 Ed. Erven Bohn, Haarlem<br>
3. Een eenvoudige methode ter verkrijging van steriel bloedplasma, aangepast aan de bloedtransfusieapparatuur van het Ned. Roode Kruis, NTvG 85 (8)(1941) 776-780 Ed. Erven Bohn, Haarlem<br>
4. Over het bewaren van bloed, Proefschrift UvA, (1942) Ed. Ploegsma, Amsterdam<br>
5. Lyophiel drogen van bloedplasma en moedermelk, NTvG 88 (25/26) (1944) 565-572 Ed. Erven Bohn, Haarlem<br>
6. Dutch blood-transfusion service during the German occupation, The Lancet (1947) April 12, 494<br>
7. Sangue, plasma e derivati del plasma, Recenti progressie in Medicina, Vol. III (1) (1947)<br>
8. Neutralisatie van vaccinevirus door gamma-globuline, NTvG 93 (1949) 25 Ed. Erven Bohn, Haarlem<br>
9. Le rôle de la Croix-Rouge Neerlandaise dans le domaine de la tranfusion sanguine, Bruxelles-Medical 31 (3) (1951) 123-143<br>
10. Tien jaar bloedstransfusiestatistiek in Nederland, Bulletin Centraal Lab. Bloedtransfusiedienst 3 en 4 (1951) 51-56<br>
11. Tien jaar bloedstransfusiestatistiek in Nederland (vervolg), Bulletin Centraal Lab. Bloedtransfusiedienst 2 (1952) 161-181<br>
12. Gammaglobuline, NTvG 97 (1953) 2938-29444<br>
13. Medische consequenties van A, B en C oorlogvoering, Symposion Bescherming Bevolking en Gezondheidszorg, Amsterdam, Min. Binnenlandse Zaken en Min.        SoZa (1954) 87<br>
14. Statistical analysis of blood and plasmatransfusion 1951-1952, Vox Sanguinis 4 (3-4) (1954) 81-88<br>
15. Le sang et ses dérivés, Substances thérapeutiques d’origine humaine, Vos Sanguinis<br>
16. De gevaren verbonden aan toenemend contact van de bevolking met ioniserende stralen, NTvG 100 (43) (1956) 3110-3118<br>
17. De invloed van het gebruik van kernenergie op de openbare gezondheidszorg, Tijdschrift Sociale Geneeskunde 27 september (1957) 435-446<br>
18. Herwaardering van stralengevaar, J. Belge de Radiologie Vol XLI (1958) 616-631<br>
19. De taak en de plaats van het RIV voor de Volksgezondheid in de organisatie van de Nederlandse Volksgezondheidszorg (documentair overzicht),        Verslagen en Mededelingen Volksgezondheid 2 (1959) 305-329<br>
20. Leven, werken en denken in het atoomtijdperk, Voordracht 15e Universiteitsdag Amsterdam (oktober 1961)<br>
21. Maatregelen te bescherming van de gezondheid van de mens in verband met de toepassing van kernenergie voor vreedzame doeleinden. Aanbevelingen van        de Bijzondere Beneluxcommissie voor de Volksgezondheid, Benelux Publicatieblad (1961-1964)<br>
22. The Value of Blood Ckecks [Symposium over de medische controle van werknemers die zijn blootgesteld aan ioniserende straling] Officiële handelingen van de internationale conferentie EURATOM, Sresa-Ispira 1961, EUR 421 (1963)<br>
23. Standardization of physical and chemical methods in heamatology Erythrocytometric methods and their standardization, Proc. Symposium XVIII, 9th        Congress European Heamatology Lissabon 1963, Pybl. Proc. : S. Karger, Basel/New York (1964)<br>
24. Empfelungen für die Hämoglobinbestimmung im menslichen Blut, Deutsches Ärzteblatt 62 (1965) 1885-1886<br>
25. Some international aspects of wholesomeness of irradiated foods, National Academy of Sciences 1273 (1965) 203-208<br>
26. Health Insurance, development of health protection program, theory and praxis; In: Proceedings 4th Conference on Health Problems in Developing        States, Rehovoth-Jerulasem (1967) Part 7 391-403, Grune and Stratton Inc. New York 1968<br>
27. Development of health protection program, Theory and Praxis, Israel J. Med Sc. 4 (3) (1968) 711-723<br>
28. Radioecology as an aid to the general environment pollution problem; In: Proc. International Symposium “Radioecology applied to the protection of        man and his environment”, Commission European Communities, Rome  (september 1971) 587-601<br>
29. Umweltschutz aus Europaïscher Sicht, Toespraak ter gelegenheid van de Oostenrijkse Milieudag te Wenen; In: Ned. Staatscourant (1973), nr. 126<br>
30. Hygiene Standards für Oberflächewasser zum Schutz des Trinkwassers; In: Bewertung von Risiken für die Gesundheit, Hrsg. G. Fülgraff; Gustav        Fischer Verlag, Stuttgart-New York (1977) 52-27<br>
31. Zusammenarbeit: Aus Angst?, Organsiche Verunreinigungen in der Umwelt, Erich Schmidt Verlag (1977) 332-342 <br>

Huidige versie van 26 jan 2024 om 02:26

Dr. Jan Spaander (roepnaam Jip) (Oostwoud, 6 december 1914Amsterdam, 20 mei 1988) (woonplaats Bilthoven) was in zijn laatste functie Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM)

Leven

Spaander werd begin 1939 door prof. J. G. G. Borst als arts-assistent interne geneeskunde aangenomen in het Binnengasthuis. In september van dat jaar, direct na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, werd Spaander gemobiliseerd als geneeskundig reserveofficier van gezondheid. Tijdens de mobilisatie besloot het Hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis de bestaande vredes-donordiensten van het Rode Kruis te bundelen. De bedoeling was om zo tot een landelijke dienst te komen, zowel in oorlogs- als in vredestijd.[1][2]

Spaander promoveerde in 1942 onder leiding van prof. Borst op het proces van bewaren van bloed en de houdbaarheidsduur van geconserveerd bloed.[3] In datzelfde jaar ging de leiding van de afdeling van Borst over in handen van een medische SS-officier. Dit was reden voor Spaander om te vertrekken uit de interne kliniek en met de hulp van de directie van het Binnengasthuis het laboratorium over te plaatsen naar een wat onopvallender hoek.

Vanaf 1 januari 1943 werd er over dit laboratorium gesproken als het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB) en werd Spaander als directeur aangesteld door het Nederlandse Rode Kruis. Het distributiesysteem van het CLB was er op gericht om de voorraden centraal beperkt te houden en in de landelijke ziekenhuizen zo groot mogelijk te maken. Op die manier zou het mogelijk zijn bij calamiteiten, zware bombardementen en verwachte bevrijdingsoperaties, in alle rayons zo effectief mogelijke hulp te verlenen aan de getroffenen. Gedurende de slag om Arnhem werden bij Apeldoorn ook de Engelse gewonden door de Bloedtransfusiedienst van bloed voorzien.[4] In 1949 werd het vernieuwde CLB onder grote internationale belangstelling geopend. Na 1950 ontplooide het CBL zich verder onder leiding van prof. J. J. van Loghem.

Van 1950 tot zijn pensionering in december 1979 was Spaander eerst Algemeen Directeur en sinds 1966 Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIV huisde in 1950 in het Sterrenbos te Utrecht. Dit RIV was – volgens veel volksgezondheidsautoriteiten – bij lange na niet geworden wat het vanaf haar oprichting in 1910 had moeten zijn, namelijk: „een instituut om het Hygiënisch Staatstoezicht wetenschappelijk te doorstrálen”.[5] Spaander startte een groots nieuwbouwproject in Bilthoven dankzij een bijdrage van de Marshallplan-hulpgelden. Het RIV beschikte vanouds over artsen en dierenartsen. Spaander breidde het uit met andere beoefenaren van andere disciplines, zoals chemici, biologen, farmaceuten, natuurkundigen, technici, en wiskundigen. Schone lucht, bodem en water werden toegevoegd aan de uitdagingen van het gezondheidsbeleid.[6] Naast het herkennen, opsporen, bestrijden en voorkomen van ziekteverwekkers (pokken, geslachtsziekten enz.), van bronnen van fysische (bijvoorbeeld radioactieve stoffen)[7] en chemische verontreiniging, en van geluidshinder, werd ook psychohygiëne in het gezondheidsbeleid geïntegreerd. Bij zijn pensionering waren er meer dan 1000 medewerkers actief in de zes sectoren van het instituut: microbiologie], milieuhygiëne, farmacologie, immunologie, epidemiologie en toxicologie/levensmiddelen. In het laboratorium voor toxicologie werd binnen 48-uur het endosulfan ontdekt als oorzaak van grootschalige vissterfte op 23 juni 1969 in de Rijn. Een primeur waarmee internationaal aanzien werd verworven en dat de basis vormde voor intensieve samenwerking met Duitsland.[8] Aan het eind van zijn loopbaan heeft Spaander kunnen bijdragen aan de milieueffectrapportage (MER).[9]

Spaander werd meerdere malen onderscheiden voor zijn werk. Zo was hij Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, Grootofficier in de Orde van Leopold II, Commandeur in de Kroonorde van België, Bundes Verdienst Kreuz van de Duitse Bundesrepubliek en Drager van het Kruis van Verdiensten van het Nederlandse Rode Kruis.

In 1980 kreeg hij een Eredoctoraat in de Geneeskunde voor zijn grote verdienste op het gebied van de Volksgezondheid.

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Tellegen, A.O.H. Ervaringen opgedaan bij organiseren van bloedtransfusiediensten voor oorlogstijd. N.T.v.G. 84, (1940) 2528
  2. º Centrale Bloedtransfusie-Commissie NRK. Overzicht van de werkzaamheden der Nederlandsche Roode Kruis Bloedtransfusiediensten tijdens de oorlogsdagen en daarna. Den Haag, 1 februari 1942
  3. º Spaander, J. Over bewaard bloed. Proefschrift Gemeente Universiteit Amsterdam (1942)
  4. º Spaander, J. Dutch blood-transfusion service during the German occupation. The Lancet (1947) 494
  5. º prof. dr. J. J. van Loghem sr. in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde, oktober 1948)
  6. º Rijksinstituut voor de Volksgezondheid. Annual Report, Bilthoven 1978)
  7. º Spaander, J. De gevaren verbonden aan toenemend contact van de bevolking met ioniserende stralen, NTvG 100 (43) (1956) 3110-3118
  8. º Cooperation between the Netherlands and the Federal Republic of Germany on air pollution, 1978, ed. Umweltbundesamt Berlin)
  9. º Omtrent het wetsontwerp milieu effect rapportage. Een uitgave van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (1981) Staatsuitgeverij
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow