Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

James Frazer: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Sir '''James George Frazer''' (1 januari 18547 mei 1941) was een Schotse antropoloog en auteur van vele werken, die vooral bekend bleef door zi...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Sir '''James George Frazer''' ([[1 januari]] [[1854]] – [[7 mei]] [[1941]]) was een Schotse antropoloog en auteur van vele werken, die vooral bekend bleef door zijn twaalfdelige werk ''The Golden Bough'' (1890-1915).
Sir '''James George Frazer''' ([[Glasgow]], [[1 januari]] [[1854]] – [[Cambridge]], [[7 mei]] [[1941]]) was een Schotse antropoloog en auteur van vele werken, die vooral bekend bleef door zijn twaalfdelige werk ''The Golden Bough'' (1890-1915).


==Leven==
==Leven==
Hij studeerde aan de [[Universiteit van Glasgow]] en de [[Universiteit van Cambridge]]. Hij werd in 1879 tot hoogleraar gekozen aan het [[Trinity College]] en bleef in deze functie tot zijn overlijden in 1941. In 1907 werd hij hoogleraar sociale antropologie aan de [[universiteit van Liverpool]], waar hij tot 1922 les bleef geven.
Frazer was de zoon van de apotheker Daniel Frazer en zijn vrouw Katherine (meisjesnaam Brown), beiden lid van de [[Free Church of Scotland (1843-1900)|Free Church of Scotland]]. Hij ging naar school in Helensburgh en studeerde vanaf 1869 aan de [[Universiteit van Glasgow]], waar hij zijn liefde voor [[klassieke filologie]] ontdekte. Vanaf 1874 volgde hij lessen aan het [[Trinity College]] in Cambridge, waar hij in 1878 promoveerde op een proefschrift over de [[Plato]]nische ideeënleer (dit werd pas in 1930 gepubliceerd met de titel ''The Growth of Plato’s Ideal Theory''). Daarna studeerde hij rechten aan de [[Middle Temple]] zonder ooit als jurist te werken.


In 1879 werd hij tot hoogleraar gekozen aan het [[Trinity College]] en bleef in deze functie tot zijn overlijden in 1941. In 1907 werd hij hoogleraar sociale antropologie aan de [[universiteit van Liverpool]], waar hij tot 1922 les bleef geven.
In april 1896 trouwde James Frazer met de schrijfster Elizabeth (’Lilly’) Grove, (1854-1941; meisjesnaam Elisabeth Johanna Adelsdorfer), een weduwe uit de [[Elzas]] Frankrijk. Zij had twee kinderen van haar overleden eerste echtgenoot: Lilly Mary Grove en Charles Grenville Grove. Zij vertaalde werken van Frazer in het Frans, maakte een bewerking van ''The golden Bough'' als kinderverhalen en ijverde onvermoeibaar voor publieke erkenning van de wetenschappelijke prestaties van haar man.
De derde editie van Frazers ''Golden Bough'' (1928) werd een verrassend verkoopsucces en bevrijdde hem van zijn eerdere financiële zorgen. Na herhaalde oogklachten werd Frazer in 1931 volledig blind. Om te schrijven was hij dus afhankelijk van de hulp van secretarissen. Eén van hen, Robert Angus Downie, schreef de eerste biografie van Frazer toen hij nog leefde.
Hoewel hij in de jaren 1930 blind werd, was hij in staat om een indrukwekkende hoeveelheid studies te schrijven, terwijl hij ook nog les gaf.
Hij overleed op 7 mei 1941. Zijn vrouw Lilly overleed slechts enkele uren na hem. Hun graf bevindt zich op de Ascension Parish Burial Ground in Cambridge.
==Werken==
Het werk van Fraser besloeg een breed gebied van antropologisch onderzoek, hoewel hij zich toelegde op de studie van [[mythe]]n en religie. Hij was de eerste die de hypothese opperde dat er een verband bestaat tussen mythe en ritueel, wat de plaats van mythe in de sociale orde bepaalde. Zijn theorie werd uitgebreid om de betekenis van mythen in geletterde samenlevingen te interpreteren. Zijn werk had een significante invloed op jongere generaties van antropologen aan de Universiteit van Cambridge en op het 20e-eeuwse denken over primitieve samenlevingen in het algemeen.
Het werk van Fraser besloeg een breed gebied van antropologisch onderzoek, hoewel hij zich toelegde op de studie van [[mythe]]n en religie. Hij was de eerste die de hypothese opperde dat er een verband bestaat tussen mythe en ritueel, wat de plaats van mythe in de sociale orde bepaalde. Zijn theorie werd uitgebreid om de betekenis van mythen in geletterde samenlevingen te interpreteren. Zijn werk had een significante invloed op jongere generaties van antropologen aan de Universiteit van Cambridge en op het 20e-eeuwse denken over primitieve samenlevingen in het algemeen.


Zijn grootste werk was ''The Golden Bough'' (1890), een studie van oude culten, rituelen en mythen en hun parallellen in het vroege [[christendom]]. De volgende 25 jaar breidde hij dit voortdurend uit, en de volledige editie bereikte 12 volumes van onderzoek naar mythen en rituelen en hun invloed op de ontwikkeling van religie. Dit specifieke boek vestigde Fraser als een eminente academicus.
Zijn grootste werk was ''The Golden Bough'' (1890), een studie van oude culten, rituelen en mythen en hun parallellen in het vroege [[christendom]]. De volgende 25 jaar breidde hij dit voortdurend uit, en de volledige editie bereikte 12 volumes van onderzoek naar mythen en rituelen en hun invloed op de ontwikkeling van religie. Dit specifieke boek vestigde Fraser als een eminente academicus. Hij stelde dat het menselijk geloof drie stadia doorliep: primitieve [[magie]], vervangen door religie, op zijn beurt vervangen door wetenschap.
 
De grootste kritiek op ''The Golden Bough'' is dat Frazers stelling niet voldoende bewezen is, hoewel hij diverse mythen en rituelen uit tal van culturen met elkaar in verband bracht die het idee lijken te ondersteunen dat magie, wetenschap en religie geen volledig gescheiden ontwikkeling kenden.
 
* [http://www.sacred-texts.com/pag/frazer/ ''The Golden Bough''] op sacred-texts.com


==Invloed==
==Invloed==
De termen ’[[sympathische magie]]’ en ’[[totemisme]]’ zijn afkomstig uit ''The Golden Bough'' van James Frazer.
De termen ’[[sympathische magie]]’ en ’[[totemisme]]’ zijn afkomstig uit ''The Golden Bough'' van James Frazer.
==Erkenningen==
* In 1914 werd Frazer in de ridderstand verheven.
* Ter zijner ere werd in 1921 een openbaar [[lector]]aat in sociale antropologie ingesteld aan de universiteiten van Cambridge, Oxford, Glasgow en Liverpool.
{{Authority control|TYPE=p|Wikidata=Q151936}}
{{Authority control|TYPE=p|Wikidata=Q151936}}
{{DEFAULTSORT:Frazer, James}}
{{DEFAULTSORT:Frazer, James}}
[[Categorie: antropoloog]]
[[Categorie: antropoloog]]
[[Categorie: Volkskundige]]
[[Categorie: Schots schrijver]]
[[Categorie: Schots schrijver]]
[[Categorie: Schots hoogleraar]]
[[Categorie: Schots hoogleraar]]
[[Categorie: Ridder]]
[[Categorie: Geboren in 1854]]
[[Categorie: Geboren in 1854]]
[[Categorie: Overleden in 1941]]
[[Categorie: Overleden in 1941]]
{{kiem}}
{{kiem}}

Huidige versie van 11 dec 2023 om 10:53

Sir James George Frazer (Glasgow, 1 januari 1854Cambridge, 7 mei 1941) was een Schotse antropoloog en auteur van vele werken, die vooral bekend bleef door zijn twaalfdelige werk The Golden Bough (1890-1915).

Leven

Frazer was de zoon van de apotheker Daniel Frazer en zijn vrouw Katherine (meisjesnaam Brown), beiden lid van de Free Church of Scotland. Hij ging naar school in Helensburgh en studeerde vanaf 1869 aan de Universiteit van Glasgow, waar hij zijn liefde voor klassieke filologie ontdekte. Vanaf 1874 volgde hij lessen aan het Trinity College in Cambridge, waar hij in 1878 promoveerde op een proefschrift over de Platonische ideeënleer (dit werd pas in 1930 gepubliceerd met de titel The Growth of Plato’s Ideal Theory). Daarna studeerde hij rechten aan de Middle Temple zonder ooit als jurist te werken.

In 1879 werd hij tot hoogleraar gekozen aan het Trinity College en bleef in deze functie tot zijn overlijden in 1941. In 1907 werd hij hoogleraar sociale antropologie aan de universiteit van Liverpool, waar hij tot 1922 les bleef geven.

In april 1896 trouwde James Frazer met de schrijfster Elizabeth (’Lilly’) Grove, (1854-1941; meisjesnaam Elisabeth Johanna Adelsdorfer), een weduwe uit de Elzas Frankrijk. Zij had twee kinderen van haar overleden eerste echtgenoot: Lilly Mary Grove en Charles Grenville Grove. Zij vertaalde werken van Frazer in het Frans, maakte een bewerking van The golden Bough als kinderverhalen en ijverde onvermoeibaar voor publieke erkenning van de wetenschappelijke prestaties van haar man.

De derde editie van Frazers Golden Bough (1928) werd een verrassend verkoopsucces en bevrijdde hem van zijn eerdere financiële zorgen. Na herhaalde oogklachten werd Frazer in 1931 volledig blind. Om te schrijven was hij dus afhankelijk van de hulp van secretarissen. Eén van hen, Robert Angus Downie, schreef de eerste biografie van Frazer toen hij nog leefde.

Hoewel hij in de jaren 1930 blind werd, was hij in staat om een indrukwekkende hoeveelheid studies te schrijven, terwijl hij ook nog les gaf.

Hij overleed op 7 mei 1941. Zijn vrouw Lilly overleed slechts enkele uren na hem. Hun graf bevindt zich op de Ascension Parish Burial Ground in Cambridge.

Werken

Het werk van Fraser besloeg een breed gebied van antropologisch onderzoek, hoewel hij zich toelegde op de studie van mythen en religie. Hij was de eerste die de hypothese opperde dat er een verband bestaat tussen mythe en ritueel, wat de plaats van mythe in de sociale orde bepaalde. Zijn theorie werd uitgebreid om de betekenis van mythen in geletterde samenlevingen te interpreteren. Zijn werk had een significante invloed op jongere generaties van antropologen aan de Universiteit van Cambridge en op het 20e-eeuwse denken over primitieve samenlevingen in het algemeen.

Zijn grootste werk was The Golden Bough (1890), een studie van oude culten, rituelen en mythen en hun parallellen in het vroege christendom. De volgende 25 jaar breidde hij dit voortdurend uit, en de volledige editie bereikte 12 volumes van onderzoek naar mythen en rituelen en hun invloed op de ontwikkeling van religie. Dit specifieke boek vestigde Fraser als een eminente academicus. Hij stelde dat het menselijk geloof drie stadia doorliep: primitieve magie, vervangen door religie, op zijn beurt vervangen door wetenschap.

De grootste kritiek op The Golden Bough is dat Frazers stelling niet voldoende bewezen is, hoewel hij diverse mythen en rituelen uit tal van culturen met elkaar in verband bracht die het idee lijken te ondersteunen dat magie, wetenschap en religie geen volledig gescheiden ontwikkeling kenden.

Invloed

De termen ’sympathische magie’ en ’totemisme’ zijn afkomstig uit The Golden Bough van James Frazer.

Erkenningen

  • In 1914 werd Frazer in de ridderstand verheven.
  • Ter zijner ere werd in 1921 een openbaar lectoraat in sociale antropologie ingesteld aan de universiteiten van Cambridge, Oxford, Glasgow en Liverpool.
rel=nofollow