Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sleedoorn: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 15: | Regel 15: | ||
|w-naam=''Prunus spinosa'' | |w-naam=''Prunus spinosa'' | ||
|auteur= [[Carolus Linnaeus|L.]] | |auteur= [[Carolus Linnaeus|L.]] | ||
|datum= 1753 | |datum= 1753}}De '''sleedoorn''' (''Prunus spinosa'') is een plant uit de [[rozenfamilie]] (''Rosaceae''). De soort komt van nature voor in de [[Benelux]], waar de plant met name langs [[bosrand]]en voorkomt. De plant is een [[heester]] die 2-6 m hoog wordt. | ||
De | De bloei is van maart tot april en de [[bestuiving]] vindt plaats door insecten, met name door de [[honingbij]]. Vanaf augustus draagt de plant [[vrucht (plant)|vrucht]]en: sleedoornbessen, sleebessen of sleepruimen. De naam is afgeleid van de wrange smaak: een ander woord voor ’wrang’ was ’slee’. De wrange smaak en het samentrekkende, stroeve gevoel in de mond is een gevolg van de grote hoeveelheid [[tannine]]s in de bes. De sleebes is pas lekker nadat de vorst er over heen geweest is. De vruchten worden verwerkt tot jam, vruchtenmoes, vruchtensap, likeur ([[sloe gin]] of Pacharán), [[vruchtenwijn]] en [[brandewijn (drank)|brandewijn]]. Het hout is zeer hard. | ||
De | De plant vermeerdert zich door [[zaad (plant)|zaden]] en door wortelopslag. De sleedoorn is door zijn [[doorn (plant)|doorn]]s redelijk beschermd tegen de vraat van [[grote grazers]]. Wanneer hij eenmaal aangeslagen is, neemt hij meer en meer ruimte in. Dit biedt dan tevens de gelegenheid aan bomen als de [[eik]] om tot wasdom te komen. | ||
De | ==Beschrijving== | ||
Stengels Oudere takken eindigen in een doorn, jonge takken zijn dof viltig. Bladeren De eironde tot lancetvormige bladeren hebben de grootste breedte boven het midden. Ze zijn matgroen, gezaagd en 2 tot 4 cm groot. De bladsteel is 0,4 tot 1 cm lang. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande bloemen groeien dicht bij elkaar op korte takjes. Ze verschijnen voor de bladeren en worden 1 tot 1,5 cm groot. De kroonbladen zijn wit, langwerpig en 5 tot 8 mm lang. De kelkbladen zijn onregelmatig en fijn getand. Een bloem bevat ongeveer 20 meeldraden. Vruchten Een steenvrucht. De rechtopstaande vruchten zijn bol- tot eivormig, 1 tot 1½ cm in doorsnee en blauw tot blauwzwart van kleur. Ze groeien op korte stelen en zijn wrang van smaak. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). | |||
==Etymologie== | |||
Prunus is misschien afgeleid van het Griekse {{hopper|πρωινός}}, ''prōoinos'' (vroegtijdig), dat op het vroeg rijp zijn van de vruchten van de wilde pruim zou slaan. ''Spinosa'' betekent „met dorens”. | |||
==Ecologie== | |||
;Bodem | |||
Zonnige tot half beschaduwde plaatsen (vaak als pionier) op vrij droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond (lemig zand, mergel, löss, leem, zavel, klei en stenige plaatsen). | |||
;Groeiplaats | |||
Bossen (lichte plaatsen in loofbossen), heggen, bosranden, struwelen, kapvlakten, bermen, dijken, zeeduinen, zandige uiterwaarden, afgravingen (kleigroeven), steile kalkhellingen, akkers (steile kanten langs akkers), langs spoorwegen (spoorbermen) en rivierduinen (zandduintjes langs rivieren). | |||
'''Biotoopvoorkeur:''' struwelen | |||
'''Levensduur:''' langlevend | |||
'''Levensvorm:''' phanerofyt | |||
'''Zaadbank:''' zeer kortlevend (< 1 jaar) | |||
'''Bloeitijd:''' april – mei | |||
'''Bodem:''' Zonnige tot half beschaduwde plaatsen (vaak als pionier) op vrij droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond (lemig zand, mergel, löss, leem, zavel, klei en stenige plaatsen). | |||
==Verspreiding== | |||
;Nederland | |||
Vrij algemeen in het zuidoosten, op de zandgronden en in de duinstreek en zeldzaam in Zuid-en Noord-Holland en het Fries-Groningse kleigebied. | |||
;Vlaanderen | |||
Algemeen, maar minder algemeen in de Kempen en de Vlaamse zandstreek. | |||
;Wallonië | |||
Algemeen. | |||
;Wereld | |||
In Europa, noordelijk tot in Zuid-Scandinavië en zuidelijk tot in Midden-Spanje en het zuidoosten van de Kaukasus. Ook in Zuidwest-Azië en Noordwest-Afrika. Ingeburgerd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.<ref>Verspreidingsatlas planten. 13 mei 2016, https://www.verspreidingsatlas.nl/planten.</ref> | |||
==Plagen== | ==Plagen== | ||
Regel 31: | Regel 62: | ||
De rupsen van de [[pruimenmot]] eten juist van de vruchten. | De rupsen van de [[pruimenmot]] eten juist van de vruchten. | ||
==Volksgeneeskunde== | |||
In de [[volksgeneeskunde]] worden sleedoornbessen gebruikt wegens hun samentrekkende (adstringerende) werking.<ref>{{aut|Varga E, Domokos E, Fogarasi E, Steanesu R, Fülöp I, Croitoru MD, Laczkó-Zöld E.}}, ''Polyphenolic compounds analysis and antioxidant activity in fruits of Prunus spinosa L.'' In: Acta Pharm Hung. 2017;87(1):19-25. PMID 29489094</ref> | |||
==Verwijzingen== | |||
<references/> | |||
{{commons|Prunus spinosa}} | {{commons|Prunus spinosa}} | ||
[[Categorie:Prunus]] | [[Categorie:Prunus]] | ||
[[Categorie:Heester]] | [[Categorie:Heester]] | ||
[[Categorie:Rozenfamilie]] | [[Categorie:Rozenfamilie]] | ||
[[Categorie:Doornplant]] | [[Categorie:Doornplant]] |
Huidige versie van 8 okt 2021 om 16:08
Sleedoorn | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Sleedoorn (Prunus spinosa) | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Prunus spinosa L. (1753) |
De sleedoorn (Prunus spinosa) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort komt van nature voor in de Benelux, waar de plant met name langs bosranden voorkomt. De plant is een heester die 2-6 m hoog wordt.
De bloei is van maart tot april en de bestuiving vindt plaats door insecten, met name door de honingbij. Vanaf augustus draagt de plant vruchten: sleedoornbessen, sleebessen of sleepruimen. De naam is afgeleid van de wrange smaak: een ander woord voor ’wrang’ was ’slee’. De wrange smaak en het samentrekkende, stroeve gevoel in de mond is een gevolg van de grote hoeveelheid tannines in de bes. De sleebes is pas lekker nadat de vorst er over heen geweest is. De vruchten worden verwerkt tot jam, vruchtenmoes, vruchtensap, likeur (sloe gin of Pacharán), vruchtenwijn en brandewijn. Het hout is zeer hard.
De plant vermeerdert zich door zaden en door wortelopslag. De sleedoorn is door zijn doorns redelijk beschermd tegen de vraat van grote grazers. Wanneer hij eenmaal aangeslagen is, neemt hij meer en meer ruimte in. Dit biedt dan tevens de gelegenheid aan bomen als de eik om tot wasdom te komen.
Beschrijving
Stengels Oudere takken eindigen in een doorn, jonge takken zijn dof viltig. Bladeren De eironde tot lancetvormige bladeren hebben de grootste breedte boven het midden. Ze zijn matgroen, gezaagd en 2 tot 4 cm groot. De bladsteel is 0,4 tot 1 cm lang. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande bloemen groeien dicht bij elkaar op korte takjes. Ze verschijnen voor de bladeren en worden 1 tot 1,5 cm groot. De kroonbladen zijn wit, langwerpig en 5 tot 8 mm lang. De kelkbladen zijn onregelmatig en fijn getand. Een bloem bevat ongeveer 20 meeldraden. Vruchten Een steenvrucht. De rechtopstaande vruchten zijn bol- tot eivormig, 1 tot 1½ cm in doorsnee en blauw tot blauwzwart van kleur. Ze groeien op korte stelen en zijn wrang van smaak. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Etymologie
Prunus is misschien afgeleid van het Griekse πρωινός, prōoinos (vroegtijdig), dat op het vroeg rijp zijn van de vruchten van de wilde pruim zou slaan. Spinosa betekent „met dorens”.
Ecologie
- Bodem
Zonnige tot half beschaduwde plaatsen (vaak als pionier) op vrij droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond (lemig zand, mergel, löss, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
- Groeiplaats
Bossen (lichte plaatsen in loofbossen), heggen, bosranden, struwelen, kapvlakten, bermen, dijken, zeeduinen, zandige uiterwaarden, afgravingen (kleigroeven), steile kalkhellingen, akkers (steile kanten langs akkers), langs spoorwegen (spoorbermen) en rivierduinen (zandduintjes langs rivieren).
Biotoopvoorkeur: struwelen
Levensduur: langlevend
Levensvorm: phanerofyt
Zaadbank: zeer kortlevend (< 1 jaar)
Bloeitijd: april – mei
Bodem: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen (vaak als pionier) op vrij droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond (lemig zand, mergel, löss, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
Verspreiding
- Nederland
Vrij algemeen in het zuidoosten, op de zandgronden en in de duinstreek en zeldzaam in Zuid-en Noord-Holland en het Fries-Groningse kleigebied.
- Vlaanderen
Algemeen, maar minder algemeen in de Kempen en de Vlaamse zandstreek.
- Wallonië
Algemeen.
- Wereld
In Europa, noordelijk tot in Zuid-Scandinavië en zuidelijk tot in Midden-Spanje en het zuidoosten van de Kaukasus. Ook in Zuidwest-Azië en Noordwest-Afrika. Ingeburgerd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.[1]
Plagen
In mei spint de Yponomeutidae (Yponomeuta) zich in en zet eitjes af. In deze nesten ontwikkelen zich vele jonge rupsen, die de planten praktisch kaal kunnen vreten.
De sleedoornpage heeft de sleedoorn als waardplant. De vlinder legt de eitjes in de oksels van takken, waar de eitjes overwinteren. In het voorjaar komen de eitjes uit en vreten de rupsjes van het blad.
De rupsen van de pruimenmot eten juist van de vruchten.
Volksgeneeskunde
In de volksgeneeskunde worden sleedoornbessen gebruikt wegens hun samentrekkende (adstringerende) werking.[2]
Verwijzingen
- º Verspreidingsatlas planten. 13 mei 2016, https://www.verspreidingsatlas.nl/planten.
- º Varga E, Domokos E, Fogarasi E, Steanesu R, Fülöp I, Croitoru MD, Laczkó-Zöld E., Polyphenolic compounds analysis and antioxidant activity in fruits of Prunus spinosa L. In: Acta Pharm Hung. 2017;87(1):19-25. PMID 29489094
Vrije mediabestanden over Prunus spinosa op Wikimedia Commons