Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Minderheid in eigen land: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Minderheid_in_eigen_land&oldid=46433235 Jeroen0606 31 mrt 2016)
 
 
(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Minderheid in Eigen Land''' is het tweede boek van de Nederlandse politicus Martin Bosma. Het beschrijft de Nederlandse steun aan de Volksoorlog van het ANC. In de jaren zeventig en tachtig zetten vele Nederlanders zich in voor het ANC, dat toen verwikkeld was in een strijd met Inkatha.
'''''Minderheid in eigen land''''' is het tweede boek van de Nederlandse politicus [[Martin Bosma]]. Het beschrijft de Nederlandse steun aan de Volksoorlog van het [[Afrikaans Nationaal Congres]] (ANC). In de jaren zeventig en tachtig zetten vele Nederlanders zich in voor het ANC, dat toen verwikkeld was in een strijd met de [[Inkatha Vrijheidspartij]].
 
== Achtergrond ==
Het ANC besefte in de jaren zeventig dat de blanke regering op haar einde liep en dat de apartheid niet lang zou voortduren. De demografie maakte geen andere uitkomst mogelijk dan een machtsovername door de zwarte meerderheid. De enige variabele was de vraag welke organisatie vervolgens aan de macht zou komen. Het ANC ging zich daarom richten op het uitschakelen van de grootste anti-apartheidsbeweging van het land, Inkatha, geleid door [[Mangosuthu Buthelezi]]. De Volksoorlog vindt zijn oorsprong in de reis van de top van het ANC naar Vietnam, vlak nadat het land in 1975 de oorlog tegen de [[Verenigde Staten]] won. De communistische regering van dat land onderwees het ANC hoe het aan de macht kon komen, namelijk door een nietsontziende oorlog waarin alles is geoorloofd en propaganda een cruciale rol speelt.
   
   
Het ANC besefte in de jaren zeventig dat de blanke regering op haar einde liep en dat de apartheid niet lang zou voortduren. De demografie maakte geen andere uitkomst mogelijk dan een machtsovername door de zwarte meerderheid. De enige variabele was de vraag welke organisatie vervolgens aan de macht zou komen. Het ANC ging zich daarom richten op het uitschakelen van de grootste anti-apartheidsbeweging van het land, Inkatha, geleid door Mangosuthu Buthelezi, een Zoeloe-prins.
De Volksoorlog kostte uiteindelijk aan 20.500 mensen – vooral Zoeloes - het leven, onder meer door het 'autobanden' van tegenstanders – waarbij mensen werden vastgebonden in een autoband die vervolgens met benzine in brand werd gestoken. In totaal werden vierhonderd leden uit de top van Inkatha vermoord, vaak op gruwelijke wijze.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mangosuthu_Buthelezi
   
   
De Volksoorlog vindt zijn oorsprong in de reis van de top van het ANC naar Vietnam, vlak nadat het land in 1975 de oorlog tegen de VS won. De communistische regering van dat land onderwees het ANC hoe het aan de macht kon komen, namelijk door een nietsontziende oorlog waarin alles is geoorloofd en propaganda een cruciale rol speelt.
Het ANC was een mantelorganisatie van de Zuid-Afrikaanse communistische partij en werd tijdens de Volksoorlog gefinancierd door de Sovjet-Unie en de DDR. De organisatie stond alleen open voor zwarten. Blanken, Indiërs en [[Kleurling#Zuid-Afrika|kleurlingen]] werd geweigerd. Dat stond haaks op de non-raciale propaganda van de organisatie. Ook hield het ANC er martelkampen op na en liet het mensen spoorloos verdwijnen.
   
   
De Volksoorlog kost uiteindelijk aan 20.500 mensen – vooral Zoeloes - het leven, onder meer door het 'autobanden' van tegenstanders – waarbij mensen werden vastgebonden in een autoband die vervolgens met bezine in brand werd gestoken. In totaal werden vierhonderd leden uit de top van Inkatha vermoord, vaak op gruwelijke wijze.
In Nederland waren er veel sympathisanten van het ANC. Minister [[Jan Pronk]] begon met het financieren van het ANC in 1977. Ook was er financiële steun voor organisaties die het ANC onvoorwaardelijk steunden, zoals de Anti-Apartheidsbeweging Nederland (AABN) van [[Conny Braam]] (waarvan het bestuur meestal volledig bestond uit CPN’ers) en het Komitee Zuidelijk Afrika, geleid door [[Sietse Bosgra]]. Deze organisaties zetten zich ook in voor de bevrijdingsbeweging van Rhodesië (het huidige Zimbabwe); de ZANU van [[Robert Mugabe]]. Jarenlang werden er acties, bezettingen en demonstraties door sympathisanten van het ANC georganiseerd. Een kabinet viel bijna over een mogelijke olieboycot van Zuid-Afrika, zoals een wens was van het ANC.
   
   
Het ANC was een mantelorganisatie van de Zuid-Afrikaanse communistische partij en werd  tijdens de Volksoorlog gefinancierd door de Sovjet-Unie en de DDR. De organisatie stond alleen open voor zwarten. Blanken, Indiërs en kleurlingen werd geweigerd. Dat stond haaks op de  non-raciale propaganda van de organisatie. Ook hield het ANC er martelkampen op na en het liet mensen spoorloos verdwijnen.
Veel bekende Nederlanders hielpen het ANC. Boris Dittrich, later Kamerlid voor [[Democraten 66|D66]], huisvestte het ANC in zijn advocatenkantoor in Amsterdam, terwijl dat bezig was met haar bloedbaden. Adriaan van Dis onderging een training ten einde het ANC te helpen bij de ondergrondse strijd.
In Nederland waren veel sympathisanten van het ANC. Minister Jan Pronk begon met het financieren van het ANC  in 1977.  Ook was er financiële steun voor organisaties die het ANC onvoorwaardelijk steunden, zoals de  de AABN, de Anti-Apartheidsbeweging Nederland van Connie Braam (waarvan het bestuur meestal volledig bestond uit CPN’ers) en het Komitee Zuidelijk Afrika, geleid door Sietse Bosgra. Deze organisaties zetten zich ook in voor de bevrijdingsbeweging van Rhodesie (het huidige Zimbabwe), de ZANU van Robert Mugabe. Jarenlang waren er acties, bezettingen en demonstraties door sympathisanten van het ANC. Een kabinet viel bijna over een mogelijke olieboycot van het Zuid-Afrika, zoals een wens was van het ANC.
Veel bekende Nederlanders hielpen het ANC. Boris Dittrich, later Kamerlid voor D66, huisvestte het ANC in zijn advocatenkantoor in Amsterdam, terwijl dat bezig was met haar bloedbaden. Adriaan van Dis onderging een training ten einde het ANC te helpen bij de ondergrondse strijd.
   
   
De organisatie Omroep voor Radio Freedom zamelde geld in voor Radio Freedom, de zender van het ANC die cruciaal was in de Volksoorlog. Het ANC in ballingschap had geen andere mogelijkheid om vanuit het buitenland te communiceren met haar aanhangers binnen Zuid-Afrika. Bosma maakt in zijn boek het punt dat de Volksoorlog in wezen een genocide was op de Zoeloes, verenigd in Inkatha. Dat maakt volgens hem de mensen die deze zender hielpen medeplichtig aan deze genocide.
De organisatie Omroep voor Radio Freedom zamelde geld in voor Radio Freedom, de zender van het ANC die cruciaal was in de Volksoorlog. Het ANC in ballingschap had geen andere mogelijkheid om vanuit het buitenland te communiceren met haar aanhangers binnen Zuid-Afrika. Bosma maakt in zijn boek het punt dat de Volksoorlog in wezen een genocide was op de Zoeloes, verenigd in Inkatha. Dat maakt volgens hem de mensen die deze zender hielpen medeplichtig aan deze genocide.
Regel 21: Regel 19:
   
   
De Nederlandse anti-apartheidsorganisaties steunden het ANC onvoorwaardelijk. Daarbij werd Zuid-Afrika een gouden toekomst toegedicht als het ANC aan de macht zou komen. In zijn boek onderzoekt Bosma wat er van die beloften terecht is gekomen. Volgens hem kent geen land ter wereld meer rassenwetten dan het “nieuwe Zuid-Afrika”: 114. Dat is meer dan de 17 onder de oude apartheid. Bosma munt in zijn boek de term ‘ANC-apartheid’ voor de huidige rassenwetten, die vele blanken buiten de arbeidsmarkt houden en veroordelen tot een leven in krotten.
De Nederlandse anti-apartheidsorganisaties steunden het ANC onvoorwaardelijk. Daarbij werd Zuid-Afrika een gouden toekomst toegedicht als het ANC aan de macht zou komen. In zijn boek onderzoekt Bosma wat er van die beloften terecht is gekomen. Volgens hem kent geen land ter wereld meer rassenwetten dan het “nieuwe Zuid-Afrika”: 114. Dat is meer dan de 17 onder de oude apartheid. Bosma munt in zijn boek de term ‘ANC-apartheid’ voor de huidige rassenwetten, die vele blanken buiten de arbeidsmarkt houden en veroordelen tot een leven in krotten.
== Inhoud ==
Bosma begint zijn boek met een blik op de Afrikaners, de blanken die een taal spreken die zeer nauw verwant is aan het Nederlands. In het centrale Hogeveld (Hoëveld), nu de plek waar Pretoria en Johannesburg liggen, waren zij ooit de meerderheid. Nu vormen zij in Zuid-Afrika een kleine en onmachtige minderheid, die haar cultuur bedreigd ziet. In zijn boek werpt Bosma de vraag op of de Nederlanders op dezelfde wijze een minderheid in eigen land moeten worden.
   
   
Daarnaast stelt Bosma dat er meer mensen in politiecellen sterven dan ooit. Onder de oude apartheid waren dit er 2,5 per jaar; onder het ANC: 2,5 per dag . Ook kent Zuid-Afrika een enorme groei van criminaliteit en corruptie. Infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg verslechterden onder het ANC. Ook is deze organisatie schuldig aan 365.000 onnodige aids-doden. De auteur stelt dat geen enkele van de beloften van de Nederlandse anti-apartheidsbeweging is uitgekomen.
Het boek is ten dele gebaseerd op het boek ''The People’s War'' van de Zuid-Afrikaanse onderzoekster Anthea Jeffery. Hoogleraar [[Stephen Ellis]] van het [[Afrika-Studiecentrum|African Studies Centre]] in Leiden, uit wiens werk uitvoerig door Bosma wordt geput, beklaagde zich op 1 juni 2015 over de vele incorrecte citaten en het feit dat hem meermaals – ten onrechte – in de mond wordt gelegd dat het ANC volgens hem "een criminele organisatie" zou zijn.<ref>[http://ascleiden.nl/news/stephen-ellis-misquoted-book-martin-bosma Stephen Ellis misquoted in book Martin Bosma], website African Studies Centre, 1 juni 2015</ref>
Bosma begint zijn boek met een blik op de Afrikaners, de blanken die een taal spreken die zeer nauw verwant is aan het Nederlanders. In het centrale Hogeveld, nu de plek waar Pretoria en Johannesburg liggen, waren zij ooit de meerderheid. Nu vormen zij in Zuid-Afrika een kleine en onmachtige minderheid, die haar cultuur bedreigd ziet. In zijn boek werpt Bosma de vraag op of de Nederlanders op dezelfde wijze een minderheid in eigen land moeten worden.
Het boek is ten dele gebaseerd op The People’s War van dr. Anthea Jeffery
http://www.amazon.com/Peoples-War-Light-Struggle-Africa/dp/1868423573
Daarnaast is gebruik gemaakt van onderzoek van dr. Stephen Ellis van de Universiteit van Leiden, in het bijzonder van zijn boek External Mission, over het ANC in ballingschap.
http://www.amazon.com/External-Mission-The-Exile-1960-1990/dp/0199330611
Ook een documentaire Tainted Heroes beschrijft de gruwelen van het ANC in haar strijd tegen Inkatha. http://taintedheroes.co.za/
   
   
Het boek werd in 2015 uitgegeven door Uitgeverij Van Praag in Amsterdam. De omslag toont burgemeester Ed van Thijn van Amsterdam, die met gebalde vuist Nkosi Sikelel' iAfrika. het lied van het ANC, zingt. https://en.wikipedia.org/wiki/Nkosi_Sikelel'_iAfrika
Het boek werd in 2015 uitgegeven door Uitgeverij Van Praag in Amsterdam. De omslag toont burgemeester Ed van Thijn van Amsterdam, die met gebalde vuist ''[[Nkosi Sikelel' iAfrika]]'' zingt, het lied van het ANC, dat in 1994 naast ''[[Die Stem van Suid-Afrika]]'' het officiële nationale volkslied van Zuid-Afrika werd en in 1997 een deel werd van het nieuwe nationale volkslied.
   
   
Bosma heeft in de Tweede Kamer oud-minister Jan Pronk genoemd als iemand die vier genociden heeft gefinancierd. Behalve aan het ANC, gaf hij ook financiële steun aan de ZANU van Robert Mugabe, de MPLA in Angola en het Frelimo in Mozambique. Al deze organisatie worden ervan beschuldigd massamoorden te hebben gepleegd. Als lid van de commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzette Bosma zich ertegen dat Pia Dijkstra voorzitter van deze commissie zou worden. Volgens Bosma werkte Dijkstra door haar werk voor Radio Freedom actief mee aan genocide.
Bosma heeft in de Tweede Kamer oud-minister Jan Pronk genoemd als iemand die vier genociden heeft gefinancierd. Behalve aan het ANC, gaf hij ook financiële steun aan de ZANU van [[Robert Mugabe]], de MPLA in Angola en het Frelimo in Mozambique. Al deze organisaties worden ervan beschuldigd massamoorden te hebben gepleegd. Als lid van de commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzette Bosma zich ertegen dat Pia Dijkstra voorzitter van deze commissie zou worden. Volgens Bosma werkte Dijkstra door haar werk voor Radio Freedom actief mee aan genocide.<ref>
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4184590/2015/11/12/PVV-Pia-Dijkstra-werkte-mee-aan-genocide.dhtml
[http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4184590/2015/11/12/PVV-Pia-Dijkstra-werkte-mee-aan-genocide.dhtml Algemeen Dagblad, 12 dec. 2015]</ref>
 
== Bibliografische gegevens ==
* ''Minderheid in eigen land – Hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid'' (Bibliotheca Africana Formicae, 2015). ISBN 978-90-8591202-6
 
{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|Q24004922}}}}
{{DISPLAYTITLE:''Minderheid in eigen land''}}
[[Categorie:Historisch boek]]
[[Categorie:Non-fictieboek]]
[[Categorie:Afrikaans Nationaal Congres]]
[[Categorie:Apartheid]]
[[Categorie:Boek uit 2015]]

Huidige versie van 26 nov 2020 om 16:45

Minderheid in eigen land is het tweede boek van de Nederlandse politicus Martin Bosma. Het beschrijft de Nederlandse steun aan de Volksoorlog van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC). In de jaren zeventig en tachtig zetten vele Nederlanders zich in voor het ANC, dat toen verwikkeld was in een strijd met de Inkatha Vrijheidspartij.

Achtergrond

Het ANC besefte in de jaren zeventig dat de blanke regering op haar einde liep en dat de apartheid niet lang zou voortduren. De demografie maakte geen andere uitkomst mogelijk dan een machtsovername door de zwarte meerderheid. De enige variabele was de vraag welke organisatie vervolgens aan de macht zou komen. Het ANC ging zich daarom richten op het uitschakelen van de grootste anti-apartheidsbeweging van het land, Inkatha, geleid door Mangosuthu Buthelezi. De Volksoorlog vindt zijn oorsprong in de reis van de top van het ANC naar Vietnam, vlak nadat het land in 1975 de oorlog tegen de Verenigde Staten won. De communistische regering van dat land onderwees het ANC hoe het aan de macht kon komen, namelijk door een nietsontziende oorlog waarin alles is geoorloofd en propaganda een cruciale rol speelt.

De Volksoorlog kostte uiteindelijk aan 20.500 mensen – vooral Zoeloes - het leven, onder meer door het 'autobanden' van tegenstanders – waarbij mensen werden vastgebonden in een autoband die vervolgens met benzine in brand werd gestoken. In totaal werden vierhonderd leden uit de top van Inkatha vermoord, vaak op gruwelijke wijze.

Het ANC was een mantelorganisatie van de Zuid-Afrikaanse communistische partij en werd tijdens de Volksoorlog gefinancierd door de Sovjet-Unie en de DDR. De organisatie stond alleen open voor zwarten. Blanken, Indiërs en kleurlingen werd geweigerd. Dat stond haaks op de non-raciale propaganda van de organisatie. Ook hield het ANC er martelkampen op na en liet het mensen spoorloos verdwijnen.

In Nederland waren er veel sympathisanten van het ANC. Minister Jan Pronk begon met het financieren van het ANC in 1977. Ook was er financiële steun voor organisaties die het ANC onvoorwaardelijk steunden, zoals de Anti-Apartheidsbeweging Nederland (AABN) van Conny Braam (waarvan het bestuur meestal volledig bestond uit CPN’ers) en het Komitee Zuidelijk Afrika, geleid door Sietse Bosgra. Deze organisaties zetten zich ook in voor de bevrijdingsbeweging van Rhodesië (het huidige Zimbabwe); de ZANU van Robert Mugabe. Jarenlang werden er acties, bezettingen en demonstraties door sympathisanten van het ANC georganiseerd. Een kabinet viel bijna over een mogelijke olieboycot van Zuid-Afrika, zoals een wens was van het ANC.

Veel bekende Nederlanders hielpen het ANC. Boris Dittrich, later Kamerlid voor D66, huisvestte het ANC in zijn advocatenkantoor in Amsterdam, terwijl dat bezig was met haar bloedbaden. Adriaan van Dis onderging een training ten einde het ANC te helpen bij de ondergrondse strijd.

De organisatie Omroep voor Radio Freedom zamelde geld in voor Radio Freedom, de zender van het ANC die cruciaal was in de Volksoorlog. Het ANC in ballingschap had geen andere mogelijkheid om vanuit het buitenland te communiceren met haar aanhangers binnen Zuid-Afrika. Bosma maakt in zijn boek het punt dat de Volksoorlog in wezen een genocide was op de Zoeloes, verenigd in Inkatha. Dat maakt volgens hem de mensen die deze zender hielpen medeplichtig aan deze genocide.

Omroep voor Radio Freedom werd lange tijd geleid door presentatrice Maartje van Weegen. Ook het huidige D66-Kamerlid Pia Dijkstra maakte jarenlang deel uit van het bestuur. Freek de Jonge zamelde er geld voor in. Daarnaast werd de zender gefinancierd door de NOS, waarvan toen Eric Jurgens voorzitter was, later senator voor de PvdA.

Na de afschaffing van de apartheid zond de zender uit vanuit Johannesburg. Omroep voor Radio Freedom maakte miljoenen guldens naar dit project over. Het gelegaliseerde Radio Freedom ging echter al na een paar dagen uit de lucht. Waar het hulpgeld is gebleven, is nooit duidelijk geworden. Bosma houdt Van Weegen verantwoordelijk voor het verdwijnen van miljoenen guldens.

De Nederlandse anti-apartheidsorganisaties steunden het ANC onvoorwaardelijk. Daarbij werd Zuid-Afrika een gouden toekomst toegedicht als het ANC aan de macht zou komen. In zijn boek onderzoekt Bosma wat er van die beloften terecht is gekomen. Volgens hem kent geen land ter wereld meer rassenwetten dan het “nieuwe Zuid-Afrika”: 114. Dat is meer dan de 17 onder de oude apartheid. Bosma munt in zijn boek de term ‘ANC-apartheid’ voor de huidige rassenwetten, die vele blanken buiten de arbeidsmarkt houden en veroordelen tot een leven in krotten.

Inhoud

Bosma begint zijn boek met een blik op de Afrikaners, de blanken die een taal spreken die zeer nauw verwant is aan het Nederlands. In het centrale Hogeveld (Hoëveld), nu de plek waar Pretoria en Johannesburg liggen, waren zij ooit de meerderheid. Nu vormen zij in Zuid-Afrika een kleine en onmachtige minderheid, die haar cultuur bedreigd ziet. In zijn boek werpt Bosma de vraag op of de Nederlanders op dezelfde wijze een minderheid in eigen land moeten worden.

Het boek is ten dele gebaseerd op het boek The People’s War van de Zuid-Afrikaanse onderzoekster Anthea Jeffery. Hoogleraar Stephen Ellis van het African Studies Centre in Leiden, uit wiens werk uitvoerig door Bosma wordt geput, beklaagde zich op 1 juni 2015 over de vele incorrecte citaten en het feit dat hem meermaals – ten onrechte – in de mond wordt gelegd dat het ANC volgens hem "een criminele organisatie" zou zijn.[1]

Het boek werd in 2015 uitgegeven door Uitgeverij Van Praag in Amsterdam. De omslag toont burgemeester Ed van Thijn van Amsterdam, die met gebalde vuist Nkosi Sikelel' iAfrika zingt, het lied van het ANC, dat in 1994 naast Die Stem van Suid-Afrika het officiële nationale volkslied van Zuid-Afrika werd en in 1997 een deel werd van het nieuwe nationale volkslied.

Bosma heeft in de Tweede Kamer oud-minister Jan Pronk genoemd als iemand die vier genociden heeft gefinancierd. Behalve aan het ANC, gaf hij ook financiële steun aan de ZANU van Robert Mugabe, de MPLA in Angola en het Frelimo in Mozambique. Al deze organisaties worden ervan beschuldigd massamoorden te hebben gepleegd. Als lid van de commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzette Bosma zich ertegen dat Pia Dijkstra voorzitter van deze commissie zou worden. Volgens Bosma werkte Dijkstra door haar werk voor Radio Freedom actief mee aan genocide.[2]

Bibliografische gegevens

  • Minderheid in eigen land – Hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid (Bibliotheca Africana Formicae, 2015). ISBN 978-90-8591202-6

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
Q24004922 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
rel=nofollow
rel=nofollow