Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ferry Slebe: verschil tussen versies
k (bad link repair, replaced: k → d (87)) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Ferry Slebe''' (Ferdinand Joseph Sleebe,<ref>Hij signeerde zijn | '''Ferry Slebe''' (Ferdinand Joseph Sleebe,<ref>Hij signeerde zijn werk met '''Slebe''', wat een rechtzetting was van een fout in de geboorteakte, waarin hij als '''Sleebe''' genoteerd staat. De '''e''' werd niet pas toegevoegd bij zijn geboorte, zoals hij altijd dacht, maar reeds bij de geboorte van zijn vader, ruim een halve eeuw eerder.</ref> [[Almelo]], [[3 mei]] [[1907]] – [[Den Haag]], [[13 maart]] [[1994]]), was een Nederlands kunstschilder, die gerekend wordt tot de [[Nieuwe Haagse School]]. | ||
==Opleiding== | ==Opleiding== | ||
In 1923 schreef hij zich in aan de avondcursus prestigieuze [[ | In 1923 schreef hij zich in aan de avondcursus prestigieuze [[Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten]]. Een succes was het niet. Tien jaar later probeerde hij het opnieuw bij de zojuist opgerichte [[Eerste Nederlandsche Vrije Studio]] in Den Haag onder leiding van [[François Erdely]] en [[Christiaan de Moor]]. Hier leerde hij onder anderen [[Kees Andrea]] kennen, die eveneens bij de Vrije Studio betrokken was. Niettemin beschouwt hij zichzelf als autodidact. | ||
Zijn stroeve start heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden zijn | Zijn stroeve start heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden zijn schilderkunst verder te ontwikkelen. In de jaren ’30 schilderde hij nog veelal bloemstillevens op een bijna klassieke wijze: ietwat fletse en donkere kleuren. Ook is uit deze periode een aantal landschappen bekend met zware luchten en grote wolkenpartijen. Hierin lijkt de invloed van de crisisjaren te bespeuren. Aan het eind van de jaren ’30 begon zijn schilderkunst zich te ontwikkelen. Zijn ''Montparnasse'' en ''Straatje in Parijs'', waarschijnlijk geschilderd bij zijn buitenlandse reis langs de Belgische kust en naar Parijs, doen kubistisch aan. | ||
==Rol in het Haagse | ==Rol in het Haagse kunstleven== | ||
Met het eind van de oorlog | Met het eind van de oorlog brak ook voor Ferry Slebe een nieuw tijdperk aan. Binnen enkele jaren ontwikkelde hij de vrolijke taferelen waardoor hij bekend is geworden: felle en frisse kleuren en naïeve, bijna amateuristische voorstellingen. Optimisme en vrolijkheid kenmerken zijn werk in deze periode. De harlekijnen en clowns deden hun intrede. Ook verschenen voor de eerste keer de fluitist en de banjo spelende aap op het doek. Deze zouden als een rode draad in zijn werk blijven terugkeren. | ||
Hoewel hij zich | Hoewel hij zich ook waagde aan [[kubisme|kubistische]] experimenten en zelfs meedeed aan een tentoonstelling van non-figuratieven, bleef hij het figuratieve trouw. Het is dan ook geen wonder dat hij zich eerst aansloot bij [[Verve]] en later [[De Nieuwe Ploeg]]. Ook kon hij zich rekenen tot de [[Posthoorngroep]], genoemd naar het etablissement waar men zich verzamelde. Hier ontmoette hij medestanders als [[Ko Westerik]]. Ook gaf hij les aan de Vrije Academie. | ||
==Surrealisme== | ==Surrealisme== | ||
In de loop van de jaren ’60 en ’70 begon het surrealisme bij Slebe steeds grotere vormen aan te nemen. Grote vissen | In de loop van de jaren ’60 en ’70 begon het surrealisme bij Slebe steeds grotere vormen aan te nemen. Grote vissen bevolken het doek en ook de fluitspeler is nooit ver weg. Zijn ''Ode aan [[Jeroen Bosch]]'' is een pandemonium van mensen, een grote aap en een amfibieachtig wezen. Droombeelden noemde hij deze schilderijen zelf; ze zijn ontstaan in zijn slaap. | ||
In de laatste jaren van zijn leven | In de laatste jaren van zijn leven beperkte Ferry Slebe zich steeds meer tot het schilderen van kleine miniatuurtjes. Hij bleef naaktschilderijen maken, maar straattafereeltjes maakten nu vaker deel uit van zijn productie. Ook maakte hij vaker uitstapjes naar een meer [[pointillisme|pointillistische]] stijl, zoals in ''Het Witte huis''. | ||
== | ==’Kleine meester’== | ||
Slebe noemde zich zelf graag een | Slebe noemde zich zelf graag een ’kleine meester’ en dat was hij ook. Naar maatschappelijk succes taalde hij niet. „Ik schilder wat ik voel en geef het dan aan de wind mee. Iedereen mag er in zien wat hij of zij wil.” Zijn oeuvre is desondanks enorm. Honderden en honderden schilderijen zijn van zijn hand gekomen. | ||
==Bronnen== | ==Bronnen== | ||
* | * Saskia Gras, ''De Nieuwe Ploeg. Artistieke Werkgroep in Voorburg 1951-1959''. Zwolle z.j. | ||
* W.J. de Gruyter en Paul | * W.J. de Gruyter en Paul Rodenko, ''Verve''. Den Haag 1952. | ||
* Ton | * Ton Knoester en Roelie Knoester-Penninkhof, ''Nieuwe Haagse School''. Den Haag 2002. | ||
* Joop van der Stelt, Vincent Sleebe, ''Ferry Slebe. Het leven verbeeld'' (Haags Palet 20), Voorburg 2008. | * Joop van der Stelt, Vincent Sleebe, ''Ferry Slebe. Het leven verbeeld'' (Haags Palet 20), Voorburg 2008. | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
{{DEFAULTSORT:Slebe, Ferry}} | {{DEFAULTSORT:Slebe, Ferry}} | ||
[[Categorie:Nederlands | [[Categorie: Nederlands kunstschilder]] | ||
[[Categorie:Geboren in Almelo]] | [[Categorie: Geboren in Almelo]] | ||
[[Categorie:Overleden in Den Haag]] | [[Categorie: Overleden in Den Haag]] | ||
[[Categorie:Geboren in 1907]] | [[Categorie: Geboren in 1907]] | ||
[[Categorie:Overleden in 1994]] | [[Categorie: Overleden in 1994]] | ||
[[Categorie:Geboren op 3 mei]] | [[Categorie: Geboren op 3 mei]] | ||
[[Categorie:Overleden op 13 maart]] | [[Categorie: Overleden op 13 maart]] |
Huidige versie van 8 mrt 2015 om 23:33
Ferry Slebe (Ferdinand Joseph Sleebe,[1] Almelo, 3 mei 1907 – Den Haag, 13 maart 1994), was een Nederlands kunstschilder, die gerekend wordt tot de Nieuwe Haagse School.
Opleiding
In 1923 schreef hij zich in aan de avondcursus prestigieuze Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Een succes was het niet. Tien jaar later probeerde hij het opnieuw bij de zojuist opgerichte Eerste Nederlandsche Vrije Studio in Den Haag onder leiding van François Erdely en Christiaan de Moor. Hier leerde hij onder anderen Kees Andrea kennen, die eveneens bij de Vrije Studio betrokken was. Niettemin beschouwt hij zichzelf als autodidact. Zijn stroeve start heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden zijn schilderkunst verder te ontwikkelen. In de jaren ’30 schilderde hij nog veelal bloemstillevens op een bijna klassieke wijze: ietwat fletse en donkere kleuren. Ook is uit deze periode een aantal landschappen bekend met zware luchten en grote wolkenpartijen. Hierin lijkt de invloed van de crisisjaren te bespeuren. Aan het eind van de jaren ’30 begon zijn schilderkunst zich te ontwikkelen. Zijn Montparnasse en Straatje in Parijs, waarschijnlijk geschilderd bij zijn buitenlandse reis langs de Belgische kust en naar Parijs, doen kubistisch aan.
Rol in het Haagse kunstleven
Met het eind van de oorlog brak ook voor Ferry Slebe een nieuw tijdperk aan. Binnen enkele jaren ontwikkelde hij de vrolijke taferelen waardoor hij bekend is geworden: felle en frisse kleuren en naïeve, bijna amateuristische voorstellingen. Optimisme en vrolijkheid kenmerken zijn werk in deze periode. De harlekijnen en clowns deden hun intrede. Ook verschenen voor de eerste keer de fluitist en de banjo spelende aap op het doek. Deze zouden als een rode draad in zijn werk blijven terugkeren.
Hoewel hij zich ook waagde aan kubistische experimenten en zelfs meedeed aan een tentoonstelling van non-figuratieven, bleef hij het figuratieve trouw. Het is dan ook geen wonder dat hij zich eerst aansloot bij Verve en later De Nieuwe Ploeg. Ook kon hij zich rekenen tot de Posthoorngroep, genoemd naar het etablissement waar men zich verzamelde. Hier ontmoette hij medestanders als Ko Westerik. Ook gaf hij les aan de Vrije Academie.
Surrealisme
In de loop van de jaren ’60 en ’70 begon het surrealisme bij Slebe steeds grotere vormen aan te nemen. Grote vissen bevolken het doek en ook de fluitspeler is nooit ver weg. Zijn Ode aan Jeroen Bosch is een pandemonium van mensen, een grote aap en een amfibieachtig wezen. Droombeelden noemde hij deze schilderijen zelf; ze zijn ontstaan in zijn slaap. In de laatste jaren van zijn leven beperkte Ferry Slebe zich steeds meer tot het schilderen van kleine miniatuurtjes. Hij bleef naaktschilderijen maken, maar straattafereeltjes maakten nu vaker deel uit van zijn productie. Ook maakte hij vaker uitstapjes naar een meer pointillistische stijl, zoals in Het Witte huis.
’Kleine meester’
Slebe noemde zich zelf graag een ’kleine meester’ en dat was hij ook. Naar maatschappelijk succes taalde hij niet. „Ik schilder wat ik voel en geef het dan aan de wind mee. Iedereen mag er in zien wat hij of zij wil.” Zijn oeuvre is desondanks enorm. Honderden en honderden schilderijen zijn van zijn hand gekomen.
Bronnen
- Saskia Gras, De Nieuwe Ploeg. Artistieke Werkgroep in Voorburg 1951-1959. Zwolle z.j.
- W.J. de Gruyter en Paul Rodenko, Verve. Den Haag 1952.
- Ton Knoester en Roelie Knoester-Penninkhof, Nieuwe Haagse School. Den Haag 2002.
- Joop van der Stelt, Vincent Sleebe, Ferry Slebe. Het leven verbeeld (Haags Palet 20), Voorburg 2008.
Noot
- º Hij signeerde zijn werk met Slebe, wat een rechtzetting was van een fout in de geboorteakte, waarin hij als Sleebe genoteerd staat. De e werd niet pas toegevoegd bij zijn geboorte, zoals hij altijd dacht, maar reeds bij de geboorte van zijn vader, ruim een halve eeuw eerder.